Bij de behandeling van de nota deelnemingenbeleid
oktober 2006 in commissie en raad is toegezegd dat het college de Delftse
deelnemingen (met name op aspect van de bestuurlijke vertegenwoordiging) nog
zou toetsen aan de uitgangspunten van het deelnemingenbeleid. Door middel van
deze brief gaan wij daar graag op in.
Bijgevoegd treft u het totaaloverzicht aan van
deelnemingen waar het college ook bestuurlijk in vertegenwoordigd is. Voor deze
deelnemingen is geļnventariseerd of de bestuurlijke vertegenwoordiging daarin
aanpassing behoeft.
Zoals
de nota deelnemingenbeleid ook aangeeft is het in zijn algemeenheid verstandig
terughoudend om te gaan met een eigen gemeentelijke vertegenwoordiging in
privaatrechtelijke rechtspersonen. Met name de deelname aan een bestuur van een
stichting of vereniging danwel de deelname aan een toezichtsorgaan voor een
stichting of vennootschap (Raad van Commissarissen) kan kwetsbaar zijn.
Dit
betekent niet dat gemeentelijke vertegenwoordigingen verboden zouden moeten
worden, maar wel dat deze selectief worden toegepast.
Op basis van onze inventarisatie nemen wij ons voor
onze bestuurlijke vertegenwoordiging in de stichting SVn en het Zuid-Hollands-investerings-fonds te laten
vervallen. Voor het SVn is dat inmiddels feitelijk ook al het geval.
Voor alle andere deelnemingen achten wij het
noodzakelijk om onze vertegenwoordiging
te continueren. Motieven hiervoor zijn onder meer gelegen in de nauwe
relatie met het gemeentelijk beleid, de met andere partners gemaakte afspraken
(vaak ook vastgelegd in statuten), en de door de gemeente gewenste sturing.
Met betrekking tot een aantal vertegenwoordigingen
heeft zich een personele mutatie voorgedaan:
a)
Bij de VOM is de ambtelijke vertegenwoordiging in
de AvA vervangen door een bestuurlijke (wethouder financiėn)
b)
Bij OBS hebben wij er voor gekozen geen collegelid
in de Raad van Commissarissen zitting te laten nemen
c)
Het lidmaatschap van Vereniging Klimaatverbond
Nederland wordt vervuld door de wethouder milieu.
U
bent als raad vertegenwoordigd in een drietal gemeenschappelijke regelingen.
Voor het bedrijvenschap HarnaschPolder is recent een statutenwijziging aan de
raad voorgelegd.
Zodra
de statutenwijziging bekrachtigd wordt door de GR en de provincie is het moment
ook daar om de algemene lijn van de nota deelnemingenbeleid te volgen, dat de
raad niet vertegenwoordigd wordt in uitvoerende gemeenschappelijke regelingen.
Bij
een drietal deelnemingen past nog een aantekening:
a)
Eneco:
In de vorige bestuursperiode is in uw raad reeds gesproken over de mogelijke
inwerkingtreding van de splitsingswet en de positie van Delft als
mede-eigenaar/aandeelhouder. Nu de splitsingswet ook aanvaard is, is het moment
ook daar om deze discussie met elkaar weer op te starten. Het college zal deze
discussie voorbereiden voor de commissie Bestuur en Werk (na het Zomerreces).
b)
In de jaarrekening 2006 is de afwaardering verwerkt
van de aandelen Blossom. Dit verlies moeten we nemen, verkoop van de aandelen
levert niets op, ons aandeelhouderschap krijgt nu een passief karakter.
c)
Zuid Hollands Investeringsfonds BV, de gemeenteraad
van Delft heeft in 2001 een pakket aandelen gekocht met het doel het aantal
technostarters in de regio te verhogen en door in nieuwe technologische
vernieuwende ondernemingen te participeren. Door een nieuwe regeling vanuit de
overheid inzake het verstrekken van risico-kapitaal aan bedrijven van
technostarters, waardoor technostarters beter dan in het verleden gefaciliteerd
kunnen gaan worden, hebben de aandeelhouders besloten om met het ZIF geen
nieuwe investeringen meer aan te gaan. Als gevolg hiervan zal in de komende
jaren de bestaande portefeuille van ZIF uitsluitend nog beheerd worden. Ook
dit betekent voor de gemeente een passief aandeelhouderschap.
In aanvulling hierop is aan de raad de mogelijke oprichting door de gemeenten Dordrecht, Delft en Zoetermeer van
de vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling voorgelegd. Het werkgebied
van deze vereniging betreft duurzaamheidsdoelstellingen van zowel de
gemeentelijke als de provinciale en landelijke overheid.
De raad kan hierin zoals te doen
gebruikelijk zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken met betrekking tot
oprichting van deze vereniging, en het oprichtingsbesluit dient nog ter
goedkeuring aan GS te worden voorgelegd (zoals gesteld in gemeentewet art. 160,
lid 3).
Aan de lijst van deelnemingen dient nog de Vereniging Klimaatverbond Nederland
toegevoegd te worden:. Het lidmaatschap van het Klimaatverbond is een
lidmaatschap van het gemeentebestuur. In het bestuur van de vereniging hebben
milieuwethouders en -gedeputeerden zitting. Delft is al langer lid van de
vereniging. Inmiddels is de milieuwethouder van Delft ook als bestuurslid
aangewezen.
In
vertrouwen u hiermede voldoende geļnformeerd te hebben.
Hoogachtend,
het college van burgemeester
en wethouders van Delft,
,burgemeester
,secretaris