De huisvesting van Combiwerk aan de Buitenwatersloot voldoet
niet aan de hedendaagse ARBO- en milieunormen, de logistieke indeling laat
sterk te wensen over, noodzakelijk grootonderhoud wordt uitgesteld en er is
gebrek aan bepaalde functionele ruimten zoals kantoren. Daarnaast ligt het
gebouw midden in een woonwijk. Voor de buurt levert dit nadelen op als hinder
van transporten en parkeeroverlast.
De
afgelopen jaren heeft Combiwerk bovendien haar koers veranderd, hierbij
inspelend op wijzigende wet- en regelgeving en landelijke arbeidsmarktbeleid.
Binnen Combiwerk verschuiven momenteel
de accenten van de bedrijfsvoering van klassiek productiebedrijf naar
arbeidsontwikkelingsorganisatie (het laten door- en uitstromen van moeilijk
bemiddelbare personen naar de reguliere arbeidsmarkt). Deze nieuwe
organisatiestrategie stelt eigen
specifieke eisen aan de huisvesting en moet derhalve doorklinken in de nieuwe
huisvestingsstrategie. Om die reden is het college van burgemeester en
wethouders op 31 oktober 2006 akkoord gegaan met het voorstel
(registratienummer 20159488) om:
1.
Kennis
te nemen van het rapport ‘Concept-huisvestingsplan Combiwerk te Delft’;
2.
Akkoord
te gaan met de keuzevariant ‘nieuwbouw elders’;
3.
Op
basis van dit principebesluit wordt een locatievoorstel voorbereid en zal een
definitief Huisvestingsplan worden opgesteld.
In
de programmabegroting 2007-2010 is voor de nieuwbouw van Combiwerk op een
nieuwe locatie een bedrag van in totaal € 13 miljoen opgenomen als onrendabele
top.
De
vraag waar we nu voor staan luidt: wat en waar kunnen we bouwen voor € 13
miljoen.
Bepalend
voor de uiteindelijke stichtingskosten en exploitatielasten, is het definitief
ruimtelijk programma van eisen. Dit ziet er als volgt uit:
kantoorruimten 2.573
werkplaatsruimten 3.918
magazijnruimten 1.647
diverse ruimten 93
kantine 673
sanitair 269
Totaal bruto
bebouwd 9.173 m² vloeroppervlak
Kadastrale (terrein)oppervlak 15.000 m²
Enige
bijstelling op onderdelen van het programma van eisen op basis van de
definitieve locatiekeuze en concrete uitwerking van het programma binnen de
werkorganisatie van Combiwerk in de ontwerpfase, is niet uitgesloten. Het
aangegeven aantal m2-s totaal bebouwd vloeroppervlak en het terreinoppervlak
zijn echter taakstellend.
Bezien
naar het noodzakelijke terreinbeslag en de functie van Combiwerk zijn er in
potentie 3 geschikte bouwlocaties: Staalweg, Technopolis en Harnaschpolder.
Naast beschikbaarheid van bouwrijpe grond op afzienbare termijn moet worden
gelet op mogelijke inpassing in Bestemmingsplan en Beeldkwaliteitsplan.
Door
de samenwerking met Avalex zullen grote delen van het vakteam Reiniging op
korte termijn niet langer meer aan de Staalweg gehuisvest zijn. Deze recente
ontwikkeling heeft er toe geleid dat de gemeente Delft een onderzoek is gestart
naar de ontwikkelmogelijkheden van deze locatie. Het onderzoek zal naar
verwachting eind 2007 afgerond zijn. Over de herontwikkelingsmogelijkheden van
de Staalweg valt op dit moment niets te zeggen. Allereerst zal moeten blijken
of de gemeente Delft deze locatie ten behoeve van de gemeentelijke huisvesting
op korte termijn kan c.q. wil afstoten. Daarnaast zal een herontwikkelingsplan
aan het college voorgelegd moeten worden, met de daarbij behorende financiële
consequenties. Bijzondere punt van aandacht daarbij zijn de – eventuele –
kosten voor bodemsanering en de binnen het gebied van Delft geldende
beleidslijn van uw college m.b.t. het bij binnenstedelijke
locatieontwikkelingen voorzien in gebouwde parkeervoorzieningen.
In
potentie was Technopolis een geschikte locatie voor de huisvesting van
Combiwerk. Na overleg berichtte (brief van 10 mei 2007) de stuurgroep
Technopolis echter:
“Na
toetsing van de aanvraag van Combiwerk aan de geldende kaders heeft de stuurgroep
besloten niet akkoord te gaan met de vestiging van Combiwerk op Technopolis en
wel om de volgende redenen:
In
het bestemmingsplan Technopolis is opgenomen voor welke type bedrijven de
gronden in Technopolis zijn bestemd. Dit type bedrijf is als volgt
geformuleerd:
-
bedrijven die in de lijst van bedrijfstypen zijn aangeduid als
categorie 1, 2 of 3.1. en die overwegend zijn bedrijven waarin technologisch
hoogwaardige producten en productiewijzen worden ontwikkeld, onderzocht,
vervaardigd, getest en geëvalueerd of anderszins worden bewerkt of verwerkt op
universitair of daarmee vergelijkbaar kennisniveau.
Combiwerk
voldoet niet aan bovenstaande beschrijving. Daarnaast heeft de gemeente samen
met de TU Delft ambities neergelegd voor Technopolis die er niet op gericht
zijn bedrijven als Combiwerk aan te trekken.”
Binnen
het gebied Harnaschpolder zijn er in principe meerdere locaties mogelijk:
VrijHarnasch (noord), HoogHarnasch (midden) en WoudHarnasch (west). De
grondkosten per vierkante meter exclusief BTW, liggen naar verwachting tussen de € 249,-- tot € 296,-- , afhankelijk
van de beschikbare vestigingslocatie.
Door het Bedrijvenschap Harnaschpolder is
Combiwerk, mede gezien de kanteling van productiebedrijf naar arbeidsontwikkelingbedrijf,
in eerste instantie gezien als passend in het deelgebied VrijHarnasch dat is
gereserveerd voor hoogwaardige bedrijven.
Bovendien is het bedrijvenschap van mening dat Combiwerk past binnen het
Beeldkwaliteitsplan voor VrijHarnasch. Er geldt geen eis voor een gebouwde
parkeervoorziening. Bouwrijpe grond is beschikbaar. De directie van Combiwerk
heeft een voorkeur uitgesproken voor vestiging in dit gebied.
In
verband met het verschil in grondkosten en de resultaten hiervan voor het
financiële plaatje van nieuwbouw voor Combiwerk zal met het schap nader worden
overlegd over de voor alle partijen gewenste locatiebepaling. Met het bedrijvenschap zal tevens worden
overlegd over reserveringsmogelijkheden in afwachting van de definitieve
locatiekeuze.
5.1
Samenvatting Zie de bijlage. De onrendabele top voor de nieuwbouwinvesteringen
(inclusief exploitatie en huidige begroting) bedraagt € 12.860.000,=.
|
|
|
|
Stichtingskosten |
16.800 |
Inrichtingskosten |
1.025 |
Verhuis
& aanloopkosten |
150 |
Bruto
investeringsbedrag |
17.975 |
Maximale
bijdrage uit het grondbedrijf |
-/- 490 |
Netto
investering |
17.485 |
|
|
Jaarlijkse
besparing Combiwerk op de bedrijfsvoering |
-/- 70 |
|
|
Onrendabele
top (inclusief exploitatie en huidige begroting) |
12.860 |
5.2.
Aantekeningen
5.2.1.
Algemeen.
De
schattingen van de cijfers zijn gebaseerd op het prijspeil september 2006.
Aangenomen is dat 95% van de te betalen BTW gecompenseerd kan worden
5.2.2.
Stichtingskosten, inrichtingskosten, en aanloop- en verhuiskosten.
De
rente en afschrijvingslasten zijn op annuïtaire basis, met een gemiddeld
renteomslagpercentage van 5%, berekend op basis van de geschatte
investeringsbedragen. Afschrijven op basis van annuïteiten is een uitzondering
op de reguliere gedragslijn van lineair afschrijven. Met name voor grote
bouwprojecten kan door b&w van de reguliere gedragslijn worden afgeweken.
Dit kan dan besloten worden bij het vaststellen van het definitieve voorstel
aan de gemeenteraad voor het beschikbaar stellen van het benodigde budget . Het
argument voor de annuïtaire afschrijving is dat dit begrotingstechnisch
(gelijkblijvende jaarlasten) het best inpasbaar is.
Om
de investering mogelijk te maken lijkt het momenteel nodig om een bijdrage van
maximaal 490.000 euro uit het grondbedrijf aan het project te voegen. Deze
bijdrage lijkt niet onrealistisch indien de huidige locatie van Combiwerk een
opbrengst genereert door een ontwikkeling naar woningbouw in te zetten.
Onzekerheid bestaat nog over de kosten van bodemsanering en de te volgen
RO-procedure.
5.2.4.
Besparing Combiwerk op de bedrijfsvoering.
Combiwerk
verwacht met de nieuwbouw besparingen in de bedrijfsvoering door te kunnen
voeren. Deze besparingen komen globaal gezegd voort uit de logistieke en
facilitaire voordelen die het nieuwe gebouw biedt, maar komt ook door de
kanteling van klassiek productiebedrijf naar arbeidsontwikkelingsorganisatie
(zie 1.0 Inleiding).
5.2.5.
Onrendabele top.
De
onrendabele top geeft het verschil weer tussen de huidige exploitatielasten en
de exploitatielasten bij nieuwbouw over 40 jaar, vertaald naar de huidige
geldwaarde. Verondersteld wordt dat in het 1e exploitatiejaar de
exploitatielasten in het nieuwe gebouw circa € 579.000,-- hoger zullen zijn dan
thans het geval is. Het verschil wordt daarbij voornamelijk veroorzaakt door de
hogere kapitaallasten als gevolg van de netto investering van circa € 17,5
miljoen.
5.2.6.
Risico- en onzekerheidsfactoren.
De
recente bouwkostenstijgingen, rond 6%
op jaarbasis, vormen een exogene risicofactor. Het bedrag van de onrendabele
top in de programmabegroting 2007-2010 is berekend op basis van het prijspeil
september 2006. In zoverre wordt voorgesteld de algemene prijspeilstijgingen in
de bouw buiten de eerder genoemde taakstelling voor de onrendabele top te
houden.
5.2.7.
Samenvattend.
Onzekerheid
bestaat thans over:
a.
de hoogte van de te betalen grondkosten (afhankelijk van locatiekeuze voor de
Staalweg of voor (het deelgebied in) de Harnaschpolder),
b.
de kosten bodemsanering Buitenwatersloot
(zie paragraaf 5.2.3.),
c.
fiscale aspecten bedrijfsvoering Combiwerk (mede in verband met de kanteling
van klassiek productiebedrijf naar arbeidsontwikkelingsorganisatie)
6. Voorstellen voor vervolgstappen naar een
locatiekeuze
Voorgesteld
wordt om de 2e helft van 2007 te benutten om de hierboven genoemde
onzekerheden zoveel mogelijk weg te nemen. Dit kan door de hier onder
genoemde stappen te zetten en daartoe een voorbereidingskrediet beschikbaar te
stellen van € 50.000,--
6.1.
Locatiekeuze
In
overeenstemming met het advies van de stuurgroep voor het haalbaarheidsonderzoek wordt voorgesteld om vestiging van Combiwerk in de
Harnaschpolder nader te onderzoeken m.b.t. meest geschikte deelgebied en
grondkosten. De omstandigheden en mogelijkheden in dit gebied zijn goed en
vestiging is mogelijk binnen het door de raad gestelde financiële kader van €
13 miljoen onrendabele top. De locatie Staalweg blijft eveneens een optie in
afwachting van de (financiële) resultaten voor mogelijkheden van
herontwikkeling; zie hiervoor bij 4.1 .
6.2.
Fiscale aspecten bedrijfsvoering Combiwerk
Bij
de vaststelling van de investeringsbedragen en de mede daarvan afgeleide
toekomstige exploitatielasten is verondersteld dat minstens 95% van de BTW
verrekend kan worden (eventueel deels via het BTW Compensatiefonds/BCF). Omdat
het verrekenbare percentage BTW invloed heeft op de hoogte van de investering
en de exploitatie is het van belang om een grote mate van zekerheid en
duidelijkheid te hebben over het exacte percentage verrekenbare BTW.
6.3.
Voorbereidingskrediet
Met
het zetten van de hierboven bedoelde
stappen is naar raming een bedrag
gemoeid van € 50.000. Het gaat dan om de volgende kosten:
-
uren
projectleider
-
projecturen
vakteam Vastgoed
-
onderzoekskosten
herontwikkeling locatie Buitenwatersloot
-
onderzoekskosten
fiscale aspecten bedrijfsvoering Combiwerk.
Het
gaat hier overigens om niet-activeerbare kosten, hetgeen wil zeggen dat op deze
kosten niet afgeschreven wordt. De werkelijk te maken kosten worden in zijn
geheel in de jaarrekening 2007 verantwoord.
8.
Voorstel
In
overeenstemming met het advies van de Stuurgroep Haalbaarheidsonderzoek
Combiwerk wordt ter voorbereiding van een definitieve locatiekeuze voorgesteld:
I. de in hoofdstuk 5.2.7. genoemde onzekerheden zoveel mogelijk
weg te nemen
II.
akkoord te gaan met bijgaand concept-raadsvoorstel en concept-
raadsbesluit voor een voorbereidingskrediet
van € 50.000,--
III. begin 2008 de actuele stand van zaken
te evalueren en een definitief
besluit te nemen over de
vestigingslocatie en de financiële
consequenties
IV.
De
financiële consequenties te verwerken in de 93e
begrotingswijziging van 2007.
-.-.-.-.-