Sector WIZ

Rapportage 2e Kwartaal 2007

t.b.v. College van B&W

(t.k.n. commissie Bestuur & Werk)

                                                             


Inhoudsopgave

1        Inkomen. 1

1.1      Klantenbestand. 1

1.1.1     Ontwikkeling Uitkeringen & Klanten. 1

1.2      Handhaving. 6

1.2.1     Huisbezoeken. 6

1.2.2     Fraudebestrijding. 7

1.3      Bijzondere bijstand. 7

1.4      (Andere) Inkomensondersteunende maatregelen. 8

1.4.1     Delft Uitkeringen Informatie Team.. 8

1.4.2     Delftpas. 8

1.4.3     Sportregeling. 10

2        Werk. 11

2.1      Re-integratie. 11

2.1.1     Ontwikkeling Re-integratieaanbod. 11

2.1.2     Sluitende aanpak 16-23 jarigen. 14

2.2      Gesubsidieerd werk. 16

2.2.1     Proefplaatsingen. 16

2.2.2     Opstapbanen. 18

2.2.3     Participatiebanen. 19

2.2.4     Loonkostensubsidie. 20

2.2.5     ID-banen (In- en Doorstroombanen) 20

2.3      Projecten. 21

2.3.1     Arbeidsmarktprojecten. 21

2.3.2     Activeringsprojecten. 21

2.4      Activering één-ouders. 23

2.5      Integratie. 24

2.5.1     WIN. 24

2.5.2     Oudkomers. 24

2.6      Volwasseneducatie. 25


3        Zorg. 27

3.1      Voorziening Maatschappelijke Ondersteuning. 27

3.2      Budgetwinkel 27

4        Bedrijfsvoering. 29

4.1      Klachten. 29

4.2      Bezwaarschriften. 30

 


1                    Inkomen

1.1               Klantenbestand

1.1.1          Ontwikkeling Uitkeringen & Klanten

Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering

 

Tabel 1.1.1a: Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering (WWB, IOAW, IOAZ, BZ: 65- & 65+)

 

 

2003

2004

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

Uitkeringen – start peilperiode

aantal

3.050

3.115

3.114

2.883

2.745

2.684

 

 

2.745

Instroom in uitkering *

 

1.183

1.204

701

619

110

144

 

 

254

Uitstroom uit uitkering **

 

1.118

1.205

932

757

171

165

 

 

336

waarvan:

 

 

Arbeid dienstbetr./uitk.ziekte

 

 

294

209

53

58

 

 

111

Uitkeringen – eind peilperiode

 

3.115

3.114

2.883

2.745

2.684

2.663

 

 

2.663

Uitkeringen – cum. gemiddeld

 

 

3.143

3.006

2.838

2.709

2.682

 

 

2.695

% groei gemiddeld aantal uitkeringen tov voorgaand jaar

%

 

0,0%

-7,4%

-5,6%

-4,5%

-5,5%

 

 

-5,0%

Bron: SDV (GWS)
*           De instroom wordt berekend en is het saldo van het aantal lopende uitkeringen aan het eind van de peilperiode plus de uitstroom minus aantal lopende uitkeringen aan het begin van de peilperiode.
**         De uitstroom wordt bepaald door het aantal beëindigde uitkeringdossiers. M.i.v. 2005 zijn gecorrigeerde aantallen gebruikt en worden niet alle beëindigde dossiers als uitstroom meegenomen. Een dossier wordt pas echt als beëindigd bestempeld als er binnen een maand niet een nieuw dossier is opgestart voor dezelfde klant(en).

 




 

 


 


Bron: SDV (GWS)

Figuur 1.1.1: Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering (WWB, IOAW, IOAZ, BZ: 65- & 65+)

Tabel 1.1.1b: Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering WWB 65-

 

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

Uitkeringen – start peilperiode

aantal

2.814

2.610

2.462

2.404

 

 

2.462

Instroom in uitkering *

 

 

560

100

138

 

 

238

Uitstroom uit uitkering **

 

 

708

158

153

 

 

311

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Arbeid dienstbetr./uitk.ziekte

294 

207

53

58

 

 

111

Uitkeringen – eind peilperiode

 

2.610

2.462

2.404

2.389

 

 

2.389

Uitkeringen – cum. gemiddeld

 

2.714

2.558

2.430

2.405

 

 

2.418

% groei gemiddeld aantal uitkeringen tov voorgaand jaar

%

 

-5,7%

-5,0%

-6,0%

 

 

-5,5%

Bron: SDV (GWS)
*           De instroom wordt berekend en is het saldo van het aantal lopende uitkeringen aan het eind van de peilperiode plus de uitstroom minus aantal lopende uitkeringen aan het begin van de peilperiode.
**         De uitstroom wordt bepaald door het aantal beëindigde uitkeringdossiers. M.i.v. 2005 zijn gecorrigeerde aantallen gebruikt en worden niet alle beëindigde dossiers als uitstroom meegenomen. Een dossier wordt pas echt als beëindigd bestempeld als er binnen een maand niet een nieuw dossier is opgestart voor dezelfde klant(en).

 

 

 

 




 

Ontwikkeling ontvangers Periodieke uitkering en partners (WWB, IOAW, IOAZ) naar fasering

Tabel 1.1.1c: Ontwikkeling Ontvangers Periodieke uitkering en partners (WWB, IOAW, IOAZ, BZ: 65- & 65+) naar fasering

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

aantal

 

 

 

 

 

Klanten met uitkering

3.354

3.165

3.049

3.019

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

Fase 1

140

108

111

118

 

 

Fase 2

275

197

189

177

 

 

Fase 3

778

718

698

686

 

 

Fase 4

679

63

63

65

 

 

Fase 4 - Sociale activering

475

550

534

531

 

 

Fase 4 - Zorg

790

1.300

1.262

1.234

 

 

Nader te bepalen

217

229

192

208

 

 

Bron: SDV (GWS)

 

 


1.2               Handhaving

1.2.1          Huisbezoeken

Tabel 1.2.1: Aantal huisbezoeken (bezochte klanten) naar reden (aanleiding bezoek)    

 

2005

 

2006

 

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

%

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

Totaal bezochte klanten

807

 

1.088

 

223

158

0

0

381

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe aanvraag uitkering*

418

51,8%

545

50,1%

 

 

 

 

 

Inrichtingskosten

231

28,6%

264

24,3%

 

 

 

 

 

Twijfel situatie

158

19,6%

279

25,6%

 

 

 

 

 

 Percentage is aantal per Reden t.o.v. Totaal bezochte klanten

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV

·         In tweede helft van 2005 is begonnen met afleggen van huisbezoeken van alle klanten die een nieuwe aanvraag levensonderhoud deden.

 

Op dit moment (juli/augustus 2007) wordt druk gewerkt aan een nieuwe wijze van huisbezoeken gezien de ontwikkelingen op landelijke niveau. Huisbezoeken in het kader van de aanvraag levensonderhoud worden thans vooraf aangekondigd.

1.2.2          Fraudebestrijding

Tabel 1.2.2a: Aantal behandelde fraudezaken

 

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

Behandelde fraudezaken

aantal

434

437

31

52

 

 

83

% stijging behandelde fraudezaken

%

31,9%

0,1%

 

 

 

 

 

Bron: IBO

 

Tabel 1.2.2b: Teruggevorderd bedrag

 

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

Teruggevorderd bedrag

euro

2.007.927

2.066.532

416.034

813.625

 

 

1.229.659

% stijging teruggevorderd bedrag

%

33,8%

2,9%

 

 

 

 

 

Bron: IBO

 

We zitten in de afrondende fase van een aantal lopende projecten zoals vermogenssignalen en waterproof, waardoor zowel het aantal als het bedrag in het tweede kwartaal hoger ligt dan in het eerste kwartaal. Door een hoge werkbelasting bij bijzonder onderzoek en de sociale recherche kunnen op dit moment niet alle aangeleverde aanvragen in behandeling genomen worden. Het streven is om beide cijfers omlaag te brengen door de fraudebestrijding meer preventief, aan de kop van het proces, te optimaliseren.

 

1.3               Bijzondere bijstand

Tabel 1.3a: Ontwikkelingen verstrekkingen Bijzondere bijstand

 

2006

 

 

2007

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Verstrekkingen Bijz. bijstand

8.000

7.733

96,7%

8.000

1.688

2.143

0

0

3.831

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenmalig

3.500

3.324

95,0%

3.500

724

768

 

 

1.492

42,6%

Periodiek

4.500

4.409

98,0%

4.500

964

1.375

 

 

2.339

52,0%

 Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV (GWS)

 

Het aantal aanvragen (en toekenningen) bijzondere bijstand is in het tweede kwartaal met bijna 27% toegenomen.
Tabel 1.3b: Financieel resultaat Bijzondere bijstand en Minimabeleid (t/m 2e kwartaal)

 

2005

2006

2007

 

 

 (bedragen in € x 1.000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Begroting

Verschil

Uitgaven

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven Bijzondere Bijstand

3.931

4.169

1.927

2.351

424

Personeels/apparaatskosten

1.842

2.043

1.035

1.035

 -

Verstrekkingen Bijz. Bijstand

1.383

1.446

650

949

 299

Idem (eenm.uitk.gemeentefonds)

 

291

 

146

 146

Stichting leergeld

 

31

15

25

 10

Formulierenbrigade

 

36

17

18

 1

Budgetbegeleiding

 

31

37

13

 -25

Collectieve ziektekostenverzekering

334

248

149

149

 -

Klantenkrant

24

11

8

13

 5

Overige uitgaven

69

6

9

6

 -4

Delftse armoedemonitor

 

24

8

 

 -8

Eenmalige uitkering 2004/2005

128

2

 

 

 -

Afwikkeling verantwoording KO 2004

151

0

 

 

 -

Totaal uitgaven Minimabeleid

580

580

 383

 294

 -89

Personeels/Apparaatkosten

138

143

 71

 71

 -

Delftpas

361

355

251

 178

 -73

Thowe / TWK

35

28

16

 23

 7

Sportfonds

46

54

45

 22

 -23

Totaal uitgaven

4.511

4.749

2.310

2.645

335

 

Baten

 

 

 

 

 

Totaal inkomsten Bijzondere Bijstand

 587

563

 683

 683

 -

Inkomsten BB op cliëntniveau

 369

528

 164

164

 -

Inkomsten DSW

14

35

 

 

 -

Reserve werk en inkomen

204

0

266

266

 -

Sociale reserve

 

 

107

107

 -

Algemene reserve (budgetoverh.)

 

 

146

146

 -

Totaal inkomsten Minima Beleid

161

164

118

96

-22

Inkomsten Delftpas

161

164

115

93

 -22

Reserve werk en inkomen

 

 

4

4

 -

Totaal baten

 748

727

 801

 779

 -22

 

 

 

 

 

 

Totaal bijdrage algemene dienst (Saldo uitgaven/baten)

3.763

4.022

1.509

1.866

357

Bron: WIZ

 

1.4               (Andere) Inkomensondersteunende maatregelen

1.4.1          Delft Uitkeringen Informatie Team

Tabel 1.4.1: DUIT

 

2006

 

 

2007

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Realisatie

 

 

 

 

 

prognose

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

aantal

 

%

 

 

 

 

 

Klantcontactgesprekken

1.660

1.982

119,4%

495

350

 

 

845

Huisbezoeken

390

320

82,1%

100

59

 

 

159

 Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Budgetwinkel/Duit

 

1.4.2          Delftpas

Tabel 1.4.2: Delftpas (verkochte passen)

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

 

 

 

 

%

2005

6.000

3.263

1.806

812

268

6.149

102,5%

2006

6.500

3.942

1.689

646

149

6.426

98,9%

2007

7.000

4.160

2.024

 

 

6.184

88,3%

 Percentage is Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P

 

De groei van het aantal pashouders verloopt volgens verwachting. Het absolute aandeel minima (incl. kinderen) groeit mee, het relatieve aandeel blijft stabiel rond de 48.8%.


 

1.4.3          Sportregeling

Tabel 1.4.3: Aanvragen Sportregeling

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Afgehandelde aanvragen

613

1.057

369

458

 

 

827

waarvan toegewezen

 

918

341

381

 

 

722

Bron: UA&A Excel sheet

 

Met ingang van 1-1-2007 is de toetsnorm verhoogd naar 120% van de voor de gezinssituatie van toepassing zijnde Bijstandsorm.

Eveneens start de wethouder Sport met ingang van 1 mei 2007 een campagne om het sportregeling te promoten via diverse sportverenigingen.

Beide maatregelen zullen er naar alle waarschijnlijkheid toe leiden dat het aantal aanvragen hoger zal zijn t.o.v. 2006.

Inmiddels is er extra budget voor 2007 vrijgemaakt om de verwachtte budgetoverschrijding op te vangen.

2          Werk

2.1               Re-integratie

2.1.1          Ontwikkeling Re-integratieaanbod

Het Delfts beleid is gericht op economische zelfstandigheid van alle burgers en gaat uit van de eigen kennis en kracht van die burgers. Eén van de ambities is het ‘vergroten van de kans op werk’ door optimale ondersteuning aan het burgers om werk te verwerven en/of te behouden. Om dit te bereiken maken we randvoorwaarden als kinderopvang en schuldhulpverlening goed toegankelijk. Als werk (nog) niet haalbaar is, bieden we ondersteuning aan bij de weg naar werk.

We doen dit door:

 

Onze inzet is om het bestand uitkeringsgerechtigden zo klein mogelijk te laten zijn. Bij de inkoop van ons instrumentarium sluiten we aan op de behoefte aan ondersteuning die de burger heeft. Dit betekent dat we overgaan tot de inkoop van losse onderdelen, in plaats van volledige trajecten. Het is daarbij, binnen grenzen, ook mogelijk dat de ondersteuning doorgaat ook al is de uitkering beëindigd. Bijvoorbeeld door het bieden van volwasseneneducatie, of zoals dat nu ook al gebeurt door een periode van nazorg na werkaanvaarding.

 

Tevens gaan we inzetten op vergroting van het rendement van trajecten door een integraal verzuimbeleid. Voor 2007 gaan we hiertoe een instrument inkopen, dat erin voorziet dat bij verzuim wegens ziekte verzuimcontrole en -beoordeling plaatsvindt. Verbetering van het rendement is een van de manieren waarop we de kwaliteit van instrumenten willen verbeteren. Maar daarnaast zullen we bij de inkoop meer kwaliteitseisen gaan stellen en ons richten op behoud van zoveel mogelijk expertise van onze huidige partners. Bij de inkoop zullen we streven naar meerjarige raamcontracten met een beperkt aantal leveranciers. Op die manier kunnen we, samen met leveranciers, aan productontwikkeling doen en zo de in te kopen producten verbeteren. Door de verbeterde sociale infrastructuur zal Combiwerk intensiever en breder worden ingezet als re-integratiepartner bij WWB-trajecten (zie ook 2.2.1.).

 

De gemeente Delft heeft de volgende out-put indicatoren vastgesteld voor ‘werk’:

-         Het gemiddeld aantal mensen in een re-integratieaanpak stijgt t.o.v. 2006 > 1103

-         Het aantal succesvol afgeronde trajecten stijgt t.o.v 2006 > 246.

 
Tabel 2.1.1: Ontwikkeling Re-integratieaanbod

 

 2005

 2006

 2007

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten in traject – start peilperiode

809

1.106

1.192

1.189

 

 

1.192

Instroom in traject

1.039

1.203

254

159

 

 

413

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Zwaar (Fase 4)

437

374

77

52

 

 

129

Middelzwaar (Fase 2/3)

175

143

44

36

 

 

80

Licht (Nuggers)

13

3

2

1

 

 

3

Proefplaatsing

203

285

39

0

 

 

39

Opstapbaan

414

181

30

38

 

 

68

Participatiebanen

0

9

0

0

 

 

0

Projecten

 

111

17

6

 

 

23

Voortrajecten

 

94

44

26

 

 

70

PRB

 

3

1

0

 

 

1

Uitval voor traject

164

200

50

62

 

 

112

Uitstroom uit traject

578

898

207

261

 

 

468

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Betaald of gesubsidieerd werk

197

246

76

86

 

 

162

Vrijwilliger of in de sfeer van beschermd werk

41

111

17

27

 

 

44

Zorg

144

200

38

51

 

 

89

Overig

196

341

76

97

 

 

173

Klanten in traject – eind peilperiode

1.106

1.192

1.189

1.025

 

 

1.025

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

werkzaam en in de nazorg

58

83

80

45

 

 

 

werkzaam op opstapbaan

163

149

143

128

 

 

 

Bron: T&M (GWS)

De instroom in 2007 wordt grotendeels verklaard door aanmelding voor middelzware en zware trajecten. Deze trajecten zijn gericht op de uitstroom naar regulier werk.

 

Momenteel valt 31% van de totale instroom onder een zwaar traject. Een zwaar traject kan resulteren in een positief resultaat, maar voor een deel van de klantengroep is de stap naar werk of sociale activering nog te groot. Dit blijkt ook uit het hoge percentage Zorg (19%) en Overig (37%). Het grootste deel van de klanten onder de categorie Overig hebben de maximale trajectduur van een traject doorlopen zonder een positief eindresultaat.

 

Van de totale uitstroom in 2007 is 35% vanuit een traject aan het werk gegaan. Van de 1.025 klanten die in traject zijn hebben 45 klanten regulier werk gevonden, maar vallen nog onder de nazorgfase ( 6 maanden). Bij 128 klanten is de uitkering beëindigd door het aanvaarden van een Opstapbaan.

 


2.1.2          Sluitende aanpak 16-23 jarigen

Een van de belangrijkste doelen van het Jongerenloket is te komen tot een sluitende aanpak voor jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 jaar.

Dit wordt als volgt mogelijk gemaakt;

-          een intensieve begeleiding ; middels klantmanagement worden jongeren die dit niet uit zichzelf behalen, alsnog begeleid naar een opleiding die tot een startkwalificatie leidt.

-          Jongeren die niet in staat zijn een startkwalificatie te behalen, worden begeleid naar het hoogst haalbare niveau op de arbeidsmarkt dan wel passende hulpverlening

-          De uitkeringsverstrekking voor jongeren vindt plaats in het jongerenloket

 

De sluitende aanpak 16-23 jaar wordt uitgevoerd door consulenten vanuit de disciplines onderwijs, werk-inkomen-zorg en het jongerenwerk allen werkzaam in het jongerenloket. Voor de 16 en 17 jarigen (de partieel leerplichtigen) is er een nauwe samenwerking met de collega’s leerplicht, ook werkzaam binnen dit jongerenloket.

 

Onderstaande tabellen geeft zicht op de in en uitstroom in de caselaod van het jongerenloket in het afgelopen kwartaal. Er is een splitsing gemaakt in de jongeren zonder uitkering en de jongeren met een uitkering.

Tabel 2.1.2a: Sluitende aanpak 16-23 jarigen – Niet uitkeringsgerechtigden

 

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

Instroom in begeleiding

308

78

91

 

 

169

Uitstroom / Resultaat begeleiding

357

58

38

 

 

96

waarvan uitgestroomd naar / met reden:

 

 

 

 

 

 

onderwijs

93

12

18

 

 

30

leerwerktraject

90

8

6

 

 

14

werk

32

14

5

 

 

19

verdere dienstverlening binnen WIZ

13

0

0

 

 

0

ouder dan 23

9

1

0

 

 

1

hulpverlening

22

4

1

 

 

5

ongemotiveerd binnen traject

21

6

1

 

 

7

na meerdere acties niet bereikbaar

50

6

5

 

 

11

detentie/verhuisd

20

7

1

 

 

8

overig

7

0

0

 

 

0

Jongeren in begeleiding – eind peilperiode

190

210

263

 

 

 

Bron: RMC (LLA)

 

Tabel 2.1.2b: Sluitende aanpak 16-23 jarigen – Uitkeringsgerechtigden

 

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

Instroom in uitkering

100

20

16

 

 

36

Uitstroom / Resultaat begeleiding

90

24

6

 

 

30

waarvan:

 

 

 

 

 

 

Onderwijs / studie

11

3

0

 

 

3

Werk

27

9

4

 

 

13

Uitkering arbeidsongeschikth.

7

1

 

 

1

Verhuizing

11

3

1

 

 

4

 

Overig

34

9

0

 

 

9

 

Jongeren in begeleiding – eind peilperiode

84

80

90

 

 

90

Bron: GWS

 

De totale instroom in de caseload over het  afgelopen kwartaal  behelst 107 jongeren in de leeftijd van 16-23 jaar. In ditzelfde kwartaal zijn er 18 jongeren teruggeleid naar school, zijn er 6 jongeren gestart op een leer-werk traject en zijn 9 jongeren duurzaam aan het werk gegaan.

Aan het einde van het 2e kwartaal waren er 353 jongeren in begeleiding bij het jongerenloket.

 


2.2               Gesubsidieerd werk

2.2.1          Proefplaatsingen       

Het uitgangspunt is dat alle nieuwe instroom (m.u.v. zorgklanten) wordt toegeleid naar een proefplaatsing. Diverse ontwikkelingen en ervaringen hebben ervoor gezorgd dat het instrument proefplaatsing anders zal worden ingezet. De proefplaatsing blijkt een natuurlijk selectie effect te hebben. Klanten die er niets voor voelen ”om voor niks” te werken zien vaak af van een uitkering. De klanten die wel op een proefplaatsing zijn aangewezen, omdat het vinden van regulier werk niet lukt, blijken ook met behulp van de uitvoerders van de proefplaatsing binnen de huidige termijn moeilijk regulier aan het werk te kunnen. De afstand tot de arbeidsmarkt blijkt in de praktijk toch dusdanig te zijn dat voor veel nieuwe klanten regulier werk niet haalbaar is.

 

Tevens blijkt uit ervaring dat het vinden van een geschikte werkplek (aansluitend bij CV van de klant) voor een proefplaatsing bij een werkgever in de praktijk lastig is. Om toch uitstroom uit de uitkering te bereiken is voor veel klanten de inzet van een traject nodig. Om uitvoering te geven aan “de kortste weg naar werk” is het noodzakelijk WWB-klanten z.s.m. maatwerk aan te bieden waardoor de kans om uit te stromen wordt vergroot en de duur in de uitkering zo kort mogelijk.

 

In de nieuwe werkwijze Proefplaatsing, die half maart 2007 van start is gegaan, worden alle klanten binnen maximaal één maand na eerste contact met het CWI/BVG op een proefplaatsing geplaatst daarvoor een maximale termijn van drie maanden. De proefplaatsing vindt plaats binnen een speciale productieomgeving bij Combiwerk, welke dusdanig is ingericht dat er maximale instroom/uitstroom flexibiliteit mogelijk is. Voordeel hiervan is dat er altijd ruimte is om binnen de termijn te kunnen plaatsen. Hierdoor kunnen klanten snel wennen aan het opdoen van werkritme en werkervaring en wordt goed zicht verkregen op de kwaliteiten en vaardigheden van de klant. Na een korte periode van zes weken waarbij de klant verschillende werkzaamheden heeft verricht is er een goede diagnose beschikbaar voor de consulent Werk (WIZ). Met deze diagnose kan de consulent Werk vanuit zijn/haar regierol het vervolg voor de klant bepalen:

·         Proefplaatsing verlengen binnen de productieomgeving met nogmaals 6 tot maximaal 12 weken;

·         Proefplaatsing verlengen en plaatsen op een externe werkplek (6 tot 12 weken);

·         Proefplaatsing beëindigen en een passend traject inzetten;

·         Proefplaatsing beëindigen en klant (tijdelijk) geen arbeidsverplichting opleggen (zorg) en eventueel een passend instrument aanbieden.

 

Met ingang van de volgende kwarap (t/m 3e kw.) worden zowel de proefplaatsingen oude stijl als de proefplaatsingen nieuwe stijl (Werkwijzer) gepresenteerd. De opzet van de tabel voor de Werkwijzer blijft gelijk aan de proefplaatsingen oude stijl.


 

Tabel 2.2.1a: Proefplaatsingen (oude stijl)

 

2005

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

Aangemeld

55

204

284

39

Gestart op Proefplaatsing

37

152

209

46

Niet gestart

10

38

45

2

waarvan:

 

 

 

 

Regulier werk

3

13

11

0

Zorg

2

11

9

0

Overig

5

14

25

2

Uitstroom uit Proefplaatsing

2

75

211

98

waarvan:

 

 

 

 

Regulier werk

0

21

44

25

Zorg

1

24

54

20

Overig

1

30

113

53

Klanten op Proefplaatsing - eind peilperiode

35

112

110

58

Bron: T&M (GWS)

 


 

2.2.2          Opstapbanen

Opstapbanen zijn gesubsidieerde banen voor maximaal 1 jaar, bedoeld voor klanten die perspectief hebben op regulier werk, maar een tekort aan recente en relevante werkervaring, uit te laten stromen naar regulier werk. De uitvoering van de opstapbanen werd in 2006 uitgevoerd door 2 organisaties: Combiwerk en Werkplan. N.a.v. de aanbesteding in 2007 wordt de uitvoering sinds mei 2007 verzorgd door Werkplan.

Tabel 2.2.2: Opstapbanen

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Aangemeld voor Opstapbaan

217

181

30

38

 

 

68

In afwachting start

72

42

30

32

 

 

62

Gestart op Opstapbaan

166

153

23

23

 

 

46

Niet gestart op Opstapbaan

30

31

5

6

 

 

11

Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

6

3

1

1

 

 

2

Zorg

10

15

1

3

 

 

4

Overig

14

13

3

2

 

 

5

Uitstroom uit Opstapbaan

29

167

46

37

 

 

83

Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

13

49

26

14

 

 

40

Zorg

7

56

10

8

 

 

18

Overig

9

62

10

15

 

 

25

Klanten op Opstapbaan – eind peilperiode

163

149

126

112

 

 

112

Bron: T&M (GWS)

 

De uitstroom uit de opstapbaan komt gezien de looptijd van de contracten (maximaal 1 jaar) op gang. De uitstroom naar werk is 48%. Naast uitstroom naar regulier werk geldt dat voor klanten die niet succesvol zijn uitgestroomd naar werk het contract veelal niet verlengd is (uitstroom overig). Deze groep mensen komt in aanmerking voor een WW-uitkering. De uitstroom op Zorg betreft klanten die door omstandigheden niet in een opstapbanen kunnen blijven.


2.2.3          Participatiebanen

Participatiebanen zijn permanente werkplekken, bedoeld voor werkzoekenden van 55 jaar en ouder zonder uitstroomperspectief op reguliere arbeid.

Tabel 2.2.3: Participatiebanen

 

2006

2007

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

Instroom in Participatiebaan

6

0

0

 

 

0

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M

 

 

 

 

 

 

 

Een deel van de ingevulde participatiebanen (6) is door actieve werving in 2006 naar buurthuisbeheerders, welke gedetacheerd zijn bij Breed Welzijn Delft. Het andere deel van de participatiebanen is gevuld door omzetting van een ID-baan naar een participatiebaan. Deze groep werknemers voldoen aan de voorwaarden van de participatiebaan en uitstroom naar regulier werk behoorde niet tot de mogelijkheden.

 

Door de gerealiseerde daling van de ID-banen is er ruimte ontstaat voor de invulling van Participatiebanen. Hier zal het komende halfjaar uitvoering aan gegeven worden.


2.2.4          Loonkostensubsidie

Tabel 2.2.4: Loonkostensubsidie

 

2006

2007

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

Toekenningen

35

11

24

 

 

35

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

Bron: B&P

 

2.2.5          ID-banen (In- en Doorstroombanen)

In 2004 is vastgesteld dat het aandeel structureel gesubsidieerd werk eind 2006 gedaald zou moeten zijn tot circa 110 banen. Eind 2e kwartaal 2007 is het aantal ID-banen gedaald naar 108. Op dit moment zitten 28 ID-werknemers nog in een traject en zouden nog kunnen uitstromen naar regulier werk. Daarnaast worden 7 ID-werknemers regulier in dienst genomen middels de afbouwregeling. Dit betekent dat in 2010 de werkgevers voor deze werknemers geen subsidie meer ontvangen.

 

Door de gerealiseerde daling van het aantal ID-banen binnen structureel gesubsidieerd werk is er ruimte ontstaan voor de invulling van participatiebanen.`

Tabel 2.2.5: ID-banen (In- en Doorstroombanen)

 

2005

 

2006

 

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

%

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

Klanten met ID-baan – start peilperiode

199

 

147

 

117

114

 

 

 

 

Uitstroom uit ID-baan

52

 

28

 

3

6

 

 

9

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

29

55,8%

25

89,3%

2

6

 

 

8

88,9%

Anders

23

44,2%

3

10,7%

1

0

 

 

1

11,1%

Klanten met ID-baan – eind peilperiode

147

 

119

 

114

108

 

 

 

 

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Werkplan

2.3               Projecten

De gemeente Delft is in 2005 gestart met een aantal vraaggerichte arbeidsmarkt/activeringsprojecten. De reden hiervoor is dat de gemeente steeds meer concrete kansen en mogelijkheden wordt geboden door organisaties en werkgevers die in samenwerking met de gemeente een project willen starten. Veelal betreft het hier concrete vacatures en activeringsplaatsen, met het verzoek kandidaten te leveren. Elk project kent zijn eigen dynamiek.

2.3.1          Arbeidsmarktprojecten

Arbeidsmarktprojecten zijn gericht op de uitstroom naar werk. De doelgroep, de toeleidingseisen en geldende afspraken kunnen per project verschillend zijn.

Tabel 2.3.1: Arbeidsmarktprojecten

 

2005 t/m 2007

 

 

 

Productie- prognose*

Realisatie gestart

Uitstroom Werk

 

 

aantal

 

 

%

Intec

25

26

13

50%

Intec BV 2007

 

3

0

0%

Combiwerk Beveiliging

15

15

15

100%

Enter@ Work 2005/06

20

23

16

70%

Enter@ Work 2006/07

 

14

 12

86%

Maatzorg Thuishulp

15

15

13

87%

Fasos

15

12

0

0%

Wings/JTC

45

41

15

37%

Loonkostensubsidie Tuinbouw

10

9

9

100%

Percentage is Realisatie t.o.v. Totaal gestart

 

 

 

 

Bron: T&M (GWS) / B&P
* De prognose geldt voor de gehele periode 2005-2007

 

Een groot deel van de arbeidsmarktprojecten kent een opbouw waarin een periode van scholing en/of stage gevolgd wordt door een dienstverband bij een werkgever. Voor dat daadwerkelijk van start gegaan kan worden, vinden er voorlichtingsbijeenkomsten en selectierondes plaats. In de presentatie van de cijfers in tabel 2.3.1 staan de gestarte klanten. Tevens wordt in de laatste kolom inzicht gegeven in de uitstroom naar werk. In januari is een nieuw project gestart Fasos richting heftruckchauffeurs en magazijnmedewerkers. Uitstroom wordt volgend kwartaal verwacht.

 

 

2.3.2          Activeringsprojecten

Activeringsprojecten zijn veelal aanvullend op een bestaand Re-integratietraject als extra werk en/of activeringselement in de vorm van een stage.

Tabel 2.3.2: Activeringprojecten

 

2005 t/m 2007

 

 

Realisatie gestart

Uitstroom werk

 

 

 aantal

 

 

Wereldzaak

44

12

16%

Weesfietsen

45

0

0%

Bron: T&M (GWS) / B&P

 

De doelstelling van het project Wereldzaak is om middels opleiding- en werkervaring in de horeca uiteindelijk door te stromen naar een reguliere baan. De Wereldzaak biedt gedurende een periode van 1 jaar gemiddeld 25 stageplaatsen aan voor klanten met een WWB-uitkering. Klanten kunnen met behoud van hun uitkering maximaal 9 maanden werkervaring opdoen.

 

Binnen het project Weesfietsen doen deelnemers onder begeleiding alle voorkomende werkzaamheden in een fietsenwerkplaats. Het project is bestemd voor mensen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt (fase 4) en is zeer laagdrempelig. De nadruk ligt op zinvolle dagbesteding, het verwerven van sociale vaardigheden. Klanten kunnen hier 6 tot max. 12 maanden met behoud van hun uitkering werkervaring opdoen.


2.4               Activering één-ouders

Delft heeft zich de taak gesteld om alleenstaande ouders een op maat gesneden aanbod te doen. Bij het opstarten van trajecten dient rekening gehouden te worden met een verantwoorde invulling van de combinatie werk en zorg. Voor de periode 1 juli 2006 – 1 juli 2007 zijn 100 voortrajecten ingekocht. Doel van deze trajecten is de deelnemers voor te bereiden op verdere toeleiding naar de arbeidsmarkt.

 

Tabel 2.4: Activering één-ouders

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 aantal

 

 

 

 

 

 

Klanten in uitkering – start peilperiode

774

761

723

694

 

 

723

Instroom in uitkering

143

218

13

33

 

 

46

Uitstroom uit uitkering

176

256

42

33

 

 

75

Klanten in uitkering – eind peilperiode

761

723

694

694

 

 

694

Verloop aantal klanten

-13

-38

-29

0

 

 

-29

Bron: SDV (GWS)

           

In het afgelopen kwartaal is er sprake geweest van een gelijke in- en uitstroom waardoor het totaal klantenaantal alleenstaande ouders gelijk is gebleven.

 


2.5               Integratie

2.5.1          WIN

Het team Inburgering voert de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) uit voor de gemeente Delft. De gemeente heeft verder het mandaat om de WIN voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp uit te voeren.

De WIN is per 1 januari 2007 vervangen door de Wet inburgering.

 

Tabel 2.5.1: Deelnemers WIN

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 aantal

 

 

 

 

 

 

Verklaringen

166

138

32

8

 

 

40

Klanten WIN Trajecten - eind peilperiode

166

145

113

105

 

 

105

Bron: A&I (Imwin)

 

In 2007 kunnen er geen nieuwe aanmeldingen in het kader van de (oude) WIN meer plaatsvinden. De trajecten die in 2006 zijn gestart mogen o.g.v. een overgangsregeling WIN in WI worden voortgezet in 2007. De betreffende klanten zijn inburgeringsplichtig onder de WI.

De samenwerkingsovereenkomst met Pijnacker-Nootdorp is met ingang van 1 januari 2007 beëindigd. De lopende trajecten uit 2006 worden nog wel afgerond in 2007.

 

In het 3e kwartaal 2007 zullen nieuwe kwarapcijfers m.b.t. de Wet Inburgering (waar oudkomers en nieuwkomers deel van uitmaken) worden opgenomen.

2.5.2          Oudkomers

In het 3e kwartaal 2007 zullen nieuwe kwarapcijfers m.b.t. de Wet Inburgering (waar oudkomers en nieuwkomers onderdeel van uitmaken) worden opgenomen.

 


2.6               Volwasseneducatie

Tabel 2.6a: Deelnemersaantallen Volwasseneneducatie

 

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

aantal

 

 

 

 

 

Klanten in opleiding – start peilperiode

932

731

648 

 

 

731

Instroom

515

121

50

 

 

171

Uitstroom

716

204

93

 

 

297

waarvan:

 

 

 

 

 

 

certificaat gehaald

72

12

9

 

 

21

einde cursus/opleiding

281

65

30

 

 

95

Uitval

363

127

54

 

 

181

Klanten in opleiding – eind peilperiode

731

648

605

 

 

605

Bron: B&P
Tabel 2.6b: Verzuimpercentage volwasseneneducatie

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

 aantal

 

 

 

 

 

% verzuim

21,2%

20,2%

24,5%

30,8%

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

% geoorloofd

14,6%

11,4%

12,7%

18,5%

 

 

% ongeoorloofd*

6,6%

8,8%

11,8%

11,5%

 

 

Bron: B&P
*           In de programmabegroting 2006-2009 is een doelstelling opgenomen van maximaal 5% ongeoorloofd verzuim

De verwachte daling van de in- en uitstroom van het aantal cursisten is terug te vinden in de cijfers over het 1e en 2e kwartaal 2007. Deze daling is toe te schrijven aan de invoering van de Wet inburgering (Wi) en de Regeling vrijwillige inburgering per 1 januari 2007. Met de invoering van de Wi is het nog slechts in beperkte mate mogelijk om vanuit volwasseneneducatie taalscholing Nederlands als tweede taal (NT2), niveau A1 en A2, aan te bieden. Voorheen vormde taalscholing NT2 een belangrijk onderdeel van de volwasseneneducatie. Voor 2007 gelden er nog wel twee overgangsregelingen die het mogelijk maken voor cursisten die reeds voor 1 januari 2007 waren gestart met taalscholing NT2 om deze gedurende 2007 voort te zetten of af te ronden. Dit verklaart het nog relatief hoge aantal klanten in opleiding. Naar verwachting zal dit aantal in de loop van 2007 verder teruglopen. In overleg met het ROC wordt nagedacht over aanpassingen van het opleidingsaanbod.

Er is geen verklaring voor het toegenomen verzuim. Bij Mondriaan zijn er geen wijzigingen geweest in het verzuimbeleid. Mogelijk speelt voor een deel de onzekerheid bij cursisten ten aanzien van de nieuwe wet- en regelgeving rondom taalscholing NT2 een rol. Verzuim blijft een punt van aandacht.



 

3          Zorg

3.1          Voorziening Maatschappelijke Ondersteuning

T/m 1e kwartaal 2007 stond hier een tabel met cijfers over de ontwikkeling van het WVG-budget (onderdeel van WMO). Omdat deze informatie met name bestemd is voor de commissie Welzijn, Zorg en Onderwijs (programma WZW) is er voor gekozen om deze tabel met ingang van het 2e kwartaal 2007 uit deze kwarap tbv de commissie Bestuur en Werk te halen.

 

3.2          Budgetwinkel

Algemeen

 

1.       Het aantal aanmeldingen is sinds 2005 fors gestegen. Ook voor 2007 zal in Delft - conform de landelijke trend - het niveau van het aantal aanmeldingen onveranderlijk hoog blijven. Voor 2007 zal dit aantal opnieuw boven de 700 liggen. (schatting op basis van aanmeldingen vanaf 01-01-2007 tot 01-08-2007).

 

2.       Het aantal geslaagde bemiddelingen in Nederland neemt de laatste jaren sterk af. Dit wordt veroorzaakt door de toenemende tegenwerking van schuldeisers die geen medewerking willen verlenen aan het minnelijk traject van schuldsanering.  Ook de situatie van de klant is daar mede debet aan; grote schuldenpakketten – met een groot aantal schuldeisers, gekoppeld aan een toename van klanten met multi-problematiek.  Dit alles maakt het  moeilijker om een duurzame verbetering  te bewerkstelligen  van de (financiële) omstandigheden van de schuldenaar.  De budgetwinkel wil in 2007 een trendbreuk realiseren. Door het inzetten op een integrale benadering van de schuldenaar zal  de uitkomst van de schuldregeling  positiever zijn dan de uitkomsten van voorliggende perioden.

 

Naast de inzet op een samenwerkingsverband met het Algemeen Maatschappelijk werk en de gespecialiseerde thuiszorg  die o.a. gericht is op stabilisering  van de omstandigheden van de schuldenaar,  zijn in de afgelopen periode convenanten afgesloten met. energieleveranciers waardoor zowel de stabilisatie van de schuldenaar als de uitkomst van het schuldregelingsproces positief wordt beïnvloed.  Veel wordt ook verwacht van aanstaande wetswijzigingen waardoor het minnelijke traject meer juridische mogelijkheden heeft om schuldsaneringen tot stand te brengen.

 

3    Gelet op de huidige ontwikkelingen zal de kans op een positieve uitstroom in de 2e helft van 2007 in belangrijke mate toenemen.

 
Tabel 3.2: Ontwikkeling klanten budgetwinkel

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 aantal

 

 

 

 

 

 

Instroom

479

717

220

138

 

 

358

Klanten in behandeling – eind peilperiode

243

396

525

302

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

            In schuldregeling

170

61

73

114

 

 

 

           In  budgetbeheer

73

74

77

78

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitstroom

456

666

97

133

 

 

230

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

Geslaagde bemiddelingen

51

46

7

7

 

 

14

Geslaagde saneringen

 

 

2

0

 

 

2

Verwijzingen WSNP

 

 

19

13

 

 

32

Kort begeleidingstraject

 

 

2

2

 

 

4

Einde begeleiding

 

 

7

5

 

 

12

Totaal positieve Uitstroom

 

 

37

27

 

 

64

 

 

 

 

 

 

 

 

Afwijzingen

 

 

107

63

 

 

170

Bron: Budgetwinkel

 


4                    Bedrijfsvoering

4.1       Klachten

Tabel 4.1: Overzicht klachtenafhandeling

 

2005

2006

2007

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

aantal

 

 

 

 

 

 

Werkvoorraad – begin peilperiode

4

3

6

13

 

 

 

Ingediende klachten

45

32

14

12

 

 

25

Afgehandelde klachten

47

29

6

12

 

 

18

Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

(Deels-)gegrond

17

6

0

4

 

 

4

Niet-ontvankelijk

 

 

1

0

 

 

1

Ongegrond

14

20

1

4

 

 

5

Onbekend

 

 

4

4

 

 

8

Nog in behandeling – eind peilperiode

3

6

13

13

 

 

 

Bron: Reportnet

 

4.2       Bezwaarschriften

Tabel 4.2: Overzicht bezwaarschriften

 

2005

 

2006

 

2007

 

 

 

 

 

 

 

 

1e hlf jr

2e hfl jr

Totaal

 

 

aantal

%

aantal

%

aantal

 

 

%

Werkvoorraad begin peilperiode

 

 

217

 

153

 

153

 

Ingediende bezwaarschriften

604

 

557

 

230

 

230

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

Inkomen

550

91%

514

92%

217

 

217

94%

WVG

54

9%

43

8%

13

 

13

6%

Ingetrokken / herzien

 

 

145

 

60

 

60

 

Uitgebrachte adviezen

595

 

465

 

191

 

191

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

Gegrond

90

15%

69

15%

18

 

18

9%

Gedeeltelijk gegrond

73

12%

56

12%

33

 

33

17%

Ongegrond

368

62%

296

64%

120

 

120

63%

Niet-ontvankelijk

64

11%

44

9%

20

 

20

10%

Totaal in behandeling eind peilperiode

 

 

165

 

131

 

131

 

Bron: Juridische zaken