Voorwoord

 

 

Voor U ligt het jaarverslag van de Adviescommissie voor bezwaarschriften over het jaar 2006.

 

De in de jaarverslagen over de jaren 2004 en 2005 ingezette tendensen tot verbetering van de bezwaarschriftenprocedure hebben zich ook in het jaar 2006 voortgezet.

 

In het verslagjaar 2006  zijn in totaal 809 bezwaarschriften ingediend.  Dit is een lager aantal dan in 2005 toen 1362 bezwaarschriften binnenkwamen. Opgemerkt dient te worden dat er in 2005 een groot aantal bezwaarschriften was ingediend tegen enkele besluiten.  

 

Het aantal openstaande bezwaarschriften is behoorlijk gedaald. Voor alle kamers is thans sprake van een normale werkvoorraad. Een situatie die in jaren niet is voor gekomen. 

De vanaf 2005 ingevoerde verbetervoorstellen hebben geleid tot efficiencywinst voor de Kamers 1, 3 en 4. Kamer 2 heeft medio januari 2007 de ijzeren werkvoorraad van 145 bereikt. Hierdoor zal ook Kamer 2 in 2007 in staat zijn om bij normale omstandigheden de bezwaarschriften binnen de wettelijke periode af te doen.  Een woord van dank aan allen die aan dit succes hebben meegewerkt is op zijn plaats.

 

Per Kamer wordt in het jaarverslag kort ingegaan op enkele specifieke aandachtspunten.

Met belangstelling volgt de Commissie de ontwikkelingen op Rijksniveau met betrekking tot het wetsontwerp waarbij een boete wordt ingesteld voor het te laat beslissen op een bezwaarschrift. Uitgaande van de huidige positieve ontwikkelingen rond de bezwaarschriftenprocedure in de gemeente Delft ziet de Commissie de invoering met belangstelling tegemoet.

 

De invoering van de zogenaamde Omgevingsvergunning (de WABO) is vertraagd. Hierdoor is thans nog niet goed in te schatten wat de gevolgen van de invoering van die Wet op het totaal aantal bezwaarschriften zal zijn.  De effecten van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) per 1 januari 2007 in werking getreden)) zullen pas in 2007 merkbaar zijn.

 

Evenals vorig jaar is er in dit jaar geen aandacht meer besteed aan individuele aanbevelingen. Deze zijn vervat in de afzonderlijk uitgebrachte adviezen.

 

 

Voorzitter van de Adviescommissie voor bezwaarschriften

mr. J.H.Potter


Adviescommissie voor bezwaarschriften

 

 

Jaarverslag 2006

 

     _________________________________________________________________

 

 

            inhoudsopgave

 

 

       1          Algemeen

                   1.1  Inleiding                                                                                          3

                   1.2  Samenstelling Commissie                                                                3

                   1.3  Algemene conclusies en tendensen                                                  5

                   1.4  Voorzittersoverleg en secretariaat                                                     7

                   1.5  Toekomstige ontwikkelingen                                                             8

 

       2          Kamer I                                                                                               9

 

       3          Kamer II                                                                                            12

 

       4          Kamer III                                                                                           15

 

       5          Kamer IV                                                                                           17

 

       6          Commissie in cijfers

                   6.1  Algemeen                                                                                     20

                   6.2  Kamer I                                                                                        21

                   6.3  Kamer II                                                                                       23

                   6.4  Kamer III                                                                                       25

                   6.5  Kamer IV                                                                                      27

 

 

            Bijlagen

            1. Beschrijving procedure behandeling bezwaarschriften                                      31

       2. Tekst Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften                             33


 

1.         Algemeen

 

 

1.1 Inleiding

 

Sinds de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in 1994 kent Nederland een verplichte procedure voor bezwaarschriften tegen besluiten van de overheid. Deze regeling bepaalt dat iemand die het niet eens is met een besluit van een bestuursorgaan in de meeste gevallen eerst bij dat bestuursorgaan bezwaar moet maken voordat hij naar de rechter kan gaan. De bezwaarschriftprocedure biedt de mogelijkheid om het besluit in al zijn aspecten opnieuw te bezien en te heroverwegen. Het horen van de indiener van een bezwaarschrift en eventuele andere betrokkenen is daarbij een belangrijk element.

De bezwaarschriftprocedure kan op verschillende manieren worden ingericht. In de gemeente Delft worden bezwaarschriften sinds 1 januari 1993 ter beoordeling voorgelegd aan de Adviescommissie voor  bezwaarschriften (verder aangeduid met ‘Commissie’). De Commissie is onafhankelijk. Zij hoort partijen en brengt advies uit aan het bestuursorgaan (de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester). Het bestuursorgaan neemt vervolgens aan de hand van het advies een heroverwegings­besluit op het bezwaarschrift.

 

Samenstelling en werkwijze van de Commissie zijn geregeld in de Verordening Adviescommissie voor  bezwaarschriften (verder te noemen ‘verordening’). Deze verordening bevat ook een regeling van de competentie van de Commissie. Enkele categorieën bezwaarschriften zijn uitgezonderd van behandeling door de Commissie, waaronder bezwaarschriften op het gebied van de gemeentelijke belastingen en de milieuwetgeving.

 

De Commissie is onderverdeeld in vier Kamers, te weten:

v      Kamer I voor zaken op het terrein van bouwen, wonen en verkeer

v      Kamer II voor zaken op het terrein van werk, inkomen en zorg

v      Kamer III voor zaken, anders dan genoemd onder I, II en IV

v      Kamer IV voor rechtspositiezaken van gemeentelijk personeel.

 

Op grond van artikel 24 van de verordening zendt de Commissie jaarlijks een verslag van haar werk­zaam­heden aan de burgemeester, college en de gemeenteraad. Met dit verslag wordt aan deze verplichting voldaan.

 

De indeling van het jaarverslag is als volgt.

In dit hoofdstuk worden de samenstelling van de Commissie en enige algemene conclusies en bevindingen weergegeven. De hoofdstukken 2 tot en met 5 bevatten de jaarverslagen per Kamer. In hoofdstuk 6 is een overzicht van de Commissie in cijfers opgenomen. Ten slotte zijn als bijlagen opgenomen een beschrijving van de bezwaarschriftprocedure bij de Commissie, de actuele tekst van de verordening en de tekst van het statuut voor de ambtelijk secretarissen.

 

 

1.2 Samenstelling Commissie

 

De Kamers I, II en III van de Commissie zijn samengesteld uit drie leden: twee externe le­den, met deskundig­heid en ervaring op juridisch gebied, en één afgevaardigde door de gemeenteraad.


 

De twee externe leden fungeren als voorzitter en plaatsvervangend voorzitter, waarmee de onafhankelijkheid van het zogenaamde 'gemengde model' (raadsleden en niet-raadsleden) is benadrukt. Kamer IV heeft in verband met de aard van de zaken een afwijkende samenstelling en bestaat uit drie leden van buiten de gemeentelijke organisatie. De voorzitter van Kamer I is tevens voorzitter van de Commissie als geheel. Elke Kamer wordt bijgestaan door één (of meer) ambtelijk secretaris(sen), die met betrekking tot de werkzaam­heden voor de Commissie uitsluitend verantwoording verschuldigd is (zijn) aan de Commissie. Een teamleider is als operationeel (hiërarchisch) leidinggevende verantwoordelijk voor de planning en coördinatie van - en de controle op – een effectieve en efficiënte uitvoering van de uitvoerende zowel als de beleidsmatige werkzaamheden van de secretariaten van de verschillende Kamers. De secretarissen zijn niet per Kamer benoemd, maar voor de Commissie als geheel, met het oog op flexibiliteit, onderlinge uitwisselbaarheid en vervanging.

 

De samenstelling van de Commissie was in 2006 als volgt.

 

Algemeen

 

Voorzitter                                                                    mr. J.H. Potter

Teamleider rechtsbeschermingsbedrijf                            mw. mr. R.H.V. Buise

                                               mw. mr. S. Ramsoekh                                                             

                                               mw. mr. L.Y. Wilson-Verboom

Secretariële ondersteuning                                            mw. C.A.G. Poot-Rietdijk

                                                                                  mw. P. Poeran-Narain

                                                                                  mw. B. van Vliet- de Haas

 

Kamer I (bouwen, wonen, verkeer)

 

externe leden:                                                                         

dhr. mr. J.H. Potter (voorzitter), dhr. mr. J. van den Bergh (plv. voorzitter),

mw. mr. C.M.E. Buter-de Haas (plv.)

mw. mr. A.L.P. van Os-Ravesloot (plv.)

 
namens de raad:

mw. W.C. Steffen-Hoogendoorn, dhr. B. v.d. Pot (plv),

 

secretarissen:

mw. mr. B.C. Ritzen, mw. mr. S. Ramsoekh, mw. mr. S.M. Gena, dhr. mr. M.G.O. de Lange

 

Kamer II (werk, inkomen en zorg)

 

externe leden:

mw. mr. C.M.E. Buter-de Haas (voorzitter), mw. mr. J.W. Ahlers (plv. voorzitter),

dhr. mr. P. Oudkerk (plv. voorzitter), mw. mr. A.L. Frenkel (plv.), dhr. mr. H.A. den Besten (plv.), dhr. mr. J.C. Punt (plv.), dhr. drs. P.A. de Graaf (plv.), mw. mr. B. Fijnheer (plv.),

dhr H.F.M. de Kok, dhr mr H.J. Hangelbroek, dhr mr drs R.J.R. Hazen, dhr mr F.M. van Veen, dhr. R.H.R. van Wingerde
namens de raad

dhr. C. Tas, mw. C.E. Thoolen, dhr. A.S.A. van leeuwen

 

secretarissen:

dhr. mr. G.H. Clemens, mw. mr. J. Dekkers, mw. M.L. Rebel, mw. A.T. Tran , mw. Y.S. Man, dhr. mr. M.G.O. de Lange

 


Kamer III (overige zaken)

 

externe leden:

dhr. mr. A.K. Visser (voorzitter), dhr. mr. drs. A. Driesprong (plv. voorzitter),

mw. mr. C.M.E. Buter-de Haas (plv.), mw. mr. E.C.H. Kouwenhoven (plv.)

 

uit/namens de raad:

dhr. E.H. Otto, mw. L.J.F. de Jongh Swemer (plv.)

 

secretaris:

mw. mr. S. Ramsoekh, dhr. mr. M.G.O. de Lange

 

Kamer IV (rechtspositie ambtelijk personeel; indicaties Wsw)

 

externe leden :

dhr. mr. F. Ester (voorzitter), dhr. mr. P.J.M. van Iersel,

mw. mr. R.G.M. Sijm, dhr. mr. H.A. den Besten (plv.), mr. M.A. Balbi (plv.)

 

secretaris:

mw. mr. S. M. Gena, mw. B. C. Ritzen

 

 

 1.3 Algemene conclusies en tendensen

 

In het verslagjaar 2006 zijn in totaal 809 nieuwe bezwaarschriften ingediend. Dit is een lager aantal dan in 2005 toen 1362 bezwaren binnenkwamen. Het aantal bezwaarschriften binnen Kamer I van de Commissie is genormaliseerd, 2005 kende een extreme stijging van de instroom. In Kamer IV is wel sprake van een lichte toename van het aantal ingediende bezwaarschriften.

 

Van de 748 adviezen die de Commissie in 2006 heeft uitgebracht (tegen 1255 in 2005; 563 in 2004) waren er 173  geheel of gedeeltelijk gegrond , 508 ongegrond en 67 niet-ontvankelijk.

Aan het eind van het verslagjaar kan geconstateerd worden dat het aantal openstaande bezwaarschriften in dit verslagjaar afgenomen is ten opzichte van vorig jaar, namelijk van 390 aan het begin van het jaar tot 233 aan het eind van het jaar. Bij een hoeveelheid van 215 openstaande bezwaarschriften is sprake  van een normale werkvoorraad. De capaciteit van het rechtsbeschermingsbedrijf is op deze normale 'ijzeren' voorraad afgestemd. De doelen betaalbaarheid, tijdigheid en kwaliteit kunnen dan gehaald worden. Aan het eind van het verslagjaar zijn er nog steeds teveel openstaande bezwaarschriften toch is het verheugend te constateren dat het aantal openstaande bezwaarschriften in het verslagjaar 2005 en 2006 een aanzienlijke daling laat zien. Het stabiliseren van de instroom van bezwaarschriften, het doorvoeren van de in de nota FHIRBB aanbevolen maatregelen en formatieve uitbreiding hebben tot een kwantitatieve en kwalitatieve impuls geleid binnen het rechtsbeschermingsbedrijf.

 

 

oorzaken gegrondverklaringen

 

In totaal heeft de Commissie in 173 zaken (21% van de adviezen) geadviseerd tot gehele of gedeeltelijke gegrondverklaring. Het percentage (gedeeltelijk) gegrond verklaarde bezwaarschriften is flink gedaald ten opzichte van 2005. Toen bedroeg dat 39%.

Het percentage (deels) gegronde bezwaarschriften geeft inzicht in de mate waarin primaire besluiten van de bestuursorganen geen stand houden. Dit kan iets zeggen over de kwaliteit van het beleid en de besluitvorming. Voor een globale toets van de kwaliteit van de primaire besluitvorming dient tevens meegenomen te worden het percentage bezwaarschriften dat herzien wordt zonder dat een advies van de commissie daaraan ten grondslag ligt.

 

Het blijft een lastige zaak om een volledig overzicht te geven van de oorzaken van de gegrondverklaringen. In de meeste gevallen gaat het om een combinatie van factoren. De onderstaande cijfers zijn dan ook indicatief. Globaal kunnen de volgende geregistreerde oorzaken worden onderscheiden:

 

1. Onjuiste primaire besluitvorming (88 zaken, 51% van de gehele of gedeeltelijke gegrondverklaringen)

 

Dit percentage is ten opzichte van het vorige verslag jaar nagenoeg gelijk gebleven (van 49% naar 51%)

Hieronder de cijfers van de categorieën die hierbij worden onderscheiden:

 

 

K I

K II

K III

K IV

Totaal

Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

4

30

4

-

38

Onzorgvuldige voorbereiding

11

25

2

12

50

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

88

 

 

2. Een andere afweging van feiten en omstandigheden, een andere afweging van belangen en een andere interpretatie van de regelgeving en beleid (68 zaken, 39% van de gehele of gedeeltelijke gegrondverklaringen)

 

In dit verslagjaar gelijk als in 2004 een aanzienlijk deel van de gegrondverklaringen veroorzaakt door het feit dat de Commissie na afweging van alle feiten, omstandigheden en belangen c.q. een andere interpretatie van de regelgeving tot een andere conclusie kwam dan het bestuursorgaan (in 2006/2004 jaar 39% tegen 17% in 2005). Dit doet zich met name voor als een wettelijke regeling ‘open normen’ bevat. Hieronder de cijfers van de categorieën:

 

 

K I

K II

K III

K IV

Totaal

Andere afweging van feiten en omstandigheden

2

40

-

4

46

Andere afweging van belangen

1

-

1-

-

2

Andere interpretatie van regelgeving en beleid

3

17

-

-

20

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

68

 

 

3. Motiveringsgebreken (6 zaken, 3% van de gehele of gedeeltelijke gegrondverklaringen)

 

Het percentage is aanzienlijk lager dan in 2005 en 2004, toen was dat namelijk 31% resp. 10%. Uitsluitend Kamer I constateerde in 6 gevallen een motiveringsgebrek.

 

 

4. Nieuwe feiten en omstandigheden tijdens de bezwaarschriftprocedure  (13 zaken, 7%)

 

Bij Kamer II deed deze categorie zich 13 keer voor in 2006.

 


dissenting opinions

 

Het kan voorkomen dat binnen een Kamer geen overeenstemming wordt bereikt over het uit te brengen advies. In dat geval wordt in het advies melding gemaakt van een afwijkend standpunt van een of meer van de commissieleden ('dissenting opinion'). In 2006 was hiervan geen sprake.

 

 

behandelingsduur bezwaarschriften

 

Artikel 7:10 Awb bepaalt dat het bestuursorgaan binnen tien weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslist. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Dit zijn overigens geen fatale termijnen. Toch is er een groeiende aandacht, vanuit zowel de burger als het gemeentebestuur zelf, voor het afhandelen van bezwaarschriften binnen deze wettelijke termijn van 14 weken. Het belang van tijdige afhandeling wordt nader onderstreept gelet op mogelijke ontwikkelingen in toekomstige regelgeving: het initiatiefwetsvoorstel "Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen" is aanhangig. Dit initiatiefvoorstel regelt de oplegging van dwangsommen aan bestuursorganen die wettelijk voorgeschreven beslistermijnen niet naleven.

 

Voor een deel is de Commissie al in staat om ruim binnen de 14 weken te adviseren. Het komende jaar zal de Commissie er naar streven om dit aandeel binnen haar eigen mogelijkheden te vergroten. De behandeling van een bezwaarschrift vergt echter een ketenbenadering zodat ook blijvende aandacht moet worden besteed aan de termijn waarbinnen een verweerschrift moet zijn ingediend en aan de periode van besluitvorming van het college op de uitgebrachte adviezen.

 

1.4 Voorzittersoverleg en secretariaat

 

De verordening schrijft voor dat de voorzitters van de Kamers ten minste tweemaal per jaar bijeen komen voor overleg, hetgeen inderdaad gebeurt in het voorjaar en in het najaar. Met dit voorzittersoverleg wordt beoogd eenheid in de behandeling van de bezwaarschriften door de verschillende Kamers te bevorderen. Ook komen tijdens het voorzittersoverleg algemene ontwikkelingen en tendensen in de bezwaarschriftafhandeling aan de orde. De secretarissen van de Kamers overleggen maandelijks. In het secretarissenoverleg worden ervaringen uitgewisseld, knelpunten behandeld, procedures en werkwijzen afgestemd. Voorts wordt aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering. De secretaris­sen zijn ondergebracht bij het Vakteam Juridische Zaken van de gemeente Delft.

 

bezetting secretariaat

 

De afhandelingscapaciteit van het rechtsbeschermingsbedrijf is mede door de uitbreiding in formatie in eerdere jaren steeds beter afgestemd op het afhandelen van het aantal bezwaarschriften.

 

algemene beschouwing

 

De secretariscapaciteit is berekend op een ijzeren voorraad van 215 bezwaarschriften. Hiermee kunnen, binnen het Commissiemodel, de doelen betaalbaarheid, tijdigheid en kwaliteit gehaald worden, één en ander behoudens onvoorziene omstandigheden. De Commissie constateert dat de positieve effecten van de nota (e)FHIRBB en de veranderde werkwijze en samenwerking op het gebied van de afhandeling van bezwaarschriften die in 2005 zijn ingezet, zich hebben voortgezet in 2006.


Het Rechtsbeschermingsbedrijf heeft met het Commissiemodel en de nieuwe werkwijze in 2006 gestreefd de doelen tijdigheid, kwaliteit en betaalbaar afhandelen van bezwaarschriften te realiseren. De vanaf 2005 ingevoerde verbetervoorstellen hebben geleid tot efficiencywinst voor Kamers I, III en IV. Voor Kamer II geldt dat de doorlooptijden fors zijn teruggelopen (van 35,2 weken, naar 19,7 weken). De Kamers I, III en IV hebben de drie doelen van de herbezinning rechtsbeschermingsbedrijf gehaald. Kamer II heeft medio januari 2007 de ijzeren werkvoorraad (van 145) bereikt. Kamer  II kan daardoor in 2007 de bezwaarschriften ook binnen de wettelijke termijnen afhandelen. Kijkend naar de ACB en de lijn kan vastgesteld worden dat ook daar belangrijke stappen gezet zijn die bijdragen aan het afhandelen van bezwaarschriften tot en met het uitgaande heroverwegingsbesluit, binnen de wettelijke termijn.

 

 

1.5 Toekomstige ontwikkelingen

 

Per kamer is aangegeven welke specifieke aandachtspunten er zijn. In zijn algemeenheid spelen de navolgende twee onderwerpen

 

feedback

 

·         De Commissie hecht groot belang aan terugkoppeling van verweerder van wat met betrekking tot de door de Commissie gedane aanbevelingen wordt gedaan;

·         De Commissie acht het tevens van belang dat zij in alle gevallen een gedateerd heroverwegingsbesluit ontvangt;

 

boete voor te laat beslissen op bezwaarschrift

 


2.         Jaarverslag Kamer I

 

 

2.1 Competentie

 

Kamer I is belast met de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van burgemeester en wethouders of van de gemeenteraad die betrekking hebben op het gebied van bouwen, wonen en verkeer. De meest voorkomende wetten en regelingen waarover Kamer I adviseert zijn:

 

v      Algemene wet bestuursrecht (Awb)

v      Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening, Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)

v      Huisvestingsverordening Stadsgewest Haaglanden

v      Bomenverordening Delft 1998

v      Monumentenwet en Monumentenverordening

v      Parkeerverordening gemeente Delft 2001

v      Wegenverkeerswetgeving

 

 

2.2 Conclusies en bevindingen 2006

 

In 2006 heeft Kamer I 25 keer vergaderd, steeds in vaste bezetting. Een enkele keer was een vast lid niet aanwezig; in de meeste van die gevallen is gehoord door twee leden en heeft het derde (vaste) lid achteraf meebe­raad­slaagd. Eén keer is het plaatsvervangend lid ingeschakeld.

Kamer I maakt gebruik van secretariële en administratieve ondersteuning.

 

In 2006 zijn er 208 adviezen uitgebracht; 38 bezwaarschriften zijn op andere wijze afgehandeld.

 

Instroom

 

In 2006 heeft Kamer I 146 nieuwe bezwaarschriften ontvangen. Ten opzichte van 2005 (664 bezwaar­schriften) is dit een forse daling. Hierbij moet echter opgemerkt worden dat het, in vergelijking met 2005, in 2006 veel minder vaak is voorgekomen dat grote aantallen bezwaarschriften zijn ingediend tegen 1 besluit Dit in aanmerking nemend, is in veel mindere mate sprake van een daling van het aantal ingekomen bezwaarschriften.

 

Een overzicht van de instroom bezwaarschriften per onderwerp:

 

Urgenties

Het aantal ingekomen bezwaarschriften tegen (veelal weigering van) sociaal/sociaal-medische urgenties is wederom gedaald; 29 in 2006 tegen 34 in 2005 (en 44 in 2004).

 

Bouwen

De instroom van het aantal bezwaarschriften tegen het bouwen (verleende dan wel geweigerde bouwvergunningen, sloopvergunningen, monumentenvergunningen) is eveneens gedaald: 51 in 2006 tegen 194 in 2005 (en 129 in 2004). Van de 51 ingekomen bezwaarschriften in 2006 waren er 12 gericht tegen de verleende bouwver­gunning inclusief vrijstelling voor het veranderen van een bedrijfsruimte met annexe bovenwoningen, gelegen aan de Surinamestraat 1, tot dagopvang voor dak- en thuislozen (hierover later meer).

 


Kappen

Ook de instroom van het aantal bezwaarschriften tegen verleende dan wel geweigerde kapvergunningen is gedaald: 20 in 2006 tegen 320 in 2005 (en 18 in 2004). Opmerkelijk is te noemen dat het in 2006, in tegenstelling tot 2005, geen enkele keer is voorgekomen dat door een groot aantal verschillende personen bezwaarschriften zijn ingediend tegen 1 besluit.

 

Verkeersbesluiten

De instroom van het aantal bezwaarschriften tegen verkeersbesluiten is aanzienlijk gedaald; 6 in 2006 tegen 83 in 2005. Ook wat betreft de verkeersbesluiten is het in 2006 geen enkele keer voorgekomen dat een groot aantal bezwaarschriften is ingediend tegen 1 besluit.

 

Surinamestraat

 

Zoals hiervoor reeds is vermeld is het, in vergelijking met 2005, in 2006 veel minder vaak voorgekomen dat grote aantallen bezwaarschriften zijn ingediend tegen 1 besluit. In 2005 is het maar liefst 5 keer voor­ge­komen dat een groot aantal bezwaarschriften was gericht tegen 1 besluit: van de 664 ingekomen bezwaarschriften in 2005 waren er 508 gericht tegen 5 verschillende besluiten (verleende kapvergun­ning Wallertuin, verleende bouwvergunning Kruithuisweg en een kap- en bouwvergunning en verkeers­besluit betrekking hebbende op het Koepoortproject).

In 2006 is het slechts één keer voorgekomen dat een (relatief) groot aantal bezwaarschriften is ingediend tegen 1 besluit: 12 (van de 146) bezwaarschriften waren gericht tegen de verleende bouwver­gunning inclusief vrijstelling voor het veranderen van een bedrijfsruimte met annexe bovenwoningen, gelegen aan de Surinamestraat 1, tot dagopvang voor dak- en thuislozen. De bezwaarschriften waren - in tegenstelling tot de grote aantallen bezwaarschriften die in 2005 zijn ontvangen - niet gelijkluidend en het betrof derhalve een omvangrijke zaak. Omdat het secretariaat van Kamer I (vanwege personele verschuivingen en een bevallingsverlof) onvoldoende capaciteit had om de bezwaren tegen de verleende bouwvergunning Surinamestraat af te handelen, is een deel van de voorbereiding van de hoorzitting en de afhandeling van deze bezwaren uitbesteed aan een extern bureau (onder supervisie van de toenmalige teamleider van het Rechtsbe­schermingsbedrijf). 

 

Werkvoorraad/doorlooptijden

 

De werkvoorraad op 1 januari 2007 bedraagt 37. In vergelijking met de werkvoorraad op 1 januari 2006 - 137 - is dit een forse afname. Gesteld kan worden dat de Commissie ruim onder de ijzeren werkvoorraad van 50 zit.

Over alle adviezen die in 2006 zijn uitgebracht, bedraagt de tijd tussen ontvangst van het bezwaarschrift en het uitbrengen van advies (de gemiddelde doorlooptijd) 14,87 weken. Ten opzichte van 2005 is de gemiddelde doorlooptijd gestegen; toen bedroeg de doorlooptijd namelijk 11,4 weken. Dit betekent echter niet dat geconcludeerd moet worden dat de bezwaarschriften waarover de Commissie in 2006 advies heeft uitgebracht buiten de wettelijke termijn (van uiterlijk 14 weken) zijn afgehandeld. Het komt namelijk  regelmatig voor dat de indiener van een bezwaarschrift om extra tijd verzoekt voor het aanleveren van gegevens, of dat de behandeling van het bezwaarschrift wordt aangehouden in afwachting van onderhandelingen tussen gemeente en de indiener van het bezwaarschrift. In die gevallen is sprake van instemming met de verlenging van de termijn en kan het bezwaarschrift toch geacht worden binnen de termijn te zijn afgehandeld (omdat de termijn van aanhouding in mindering wordt gebracht op de doorlooptijd).

Het secretariaat van de Commissie kan over 2006 echter niet inzichtelijk maken in hoeveel gevallen sprake is geweest van een dergelijke aanhouding en hoe lang die aanhouding heeft geduurd, aangezien de twee systemen - waarin in 2006 de voortgang van bezwaarschriften werd bijgehouden - deze gegevens (nog) niet kan leveren. Over 2007 zal dit waarschijnlijk wel mogelijk zijn.


Met betrekking tot de gemiddelde doorlooptijd van 14,87 weken moet verder nog worden opgemerkt dat de afhandeling van de 13[1] bezwaarschriften die waren gericht tegen de verleende bouwvergunning Suriname­straat geruime tijd in beslag heeft genomen, hetgeen is terug te zien in de hoogte van de gemiddelde doorlooptijd. Op diverse momenten in de bezwaarschriftenprocedure (bij indiening, bij verweer en na de hoorzitting) is de behandeling van de bezwaarschriften echter aangehouden geweest. Zoals hiervoor reeds is dient de termijn van aanhouding in mindering te worden gebracht op de doorlooptijd, hetgeen in dit geval niet is gebeurd vanwege het ontbreken van betrouwbare gegevens daaromtrent.

 

Gelet op de hoogte van de instroom in 2006 en de werkvoorraad op 1 januari 2007 kan echter gesteld worden dat Kamer I de instroom goed het hoofd kan bieden en erin zal kunnen slagen bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn van een advies te voorzien en vrij te geven voor een heroverwegingsbesluit van het College.

 

 

2.3 Prognose 2007

 

Er worden geen grote aantallen bezwaarschriften tegen een bepaald besluit verwacht. De Commissie verwacht dan ook dat het aantal bezwaarschriften dat in 2007 zal binnenkomen ongeveer gelijk zal zijn aan het aantal ingekomen bezwaarschriften in 2006 (146).

 

 

2.4 Aandachtspunt  

 

De Commissie is op de hoogte van een aantal gevallen waarbij het College het advies van de Commissie niet heeft gevolgd. De Commissie beschikt echter niet over exacte cijfers van het aantal ‘contraire besluiten’ van het College, aangezien de toezending van heroverwegingsbe­sluiten door de verweervoerende vakteams - ondanks herhaaldelijk gevraagde aandacht daarvoor - nog steeds te wensen overlaat. De Commissie vraagt hiervoor dan ook blijvende aandacht.

 


3.         Jaarverslag Kamer II

 

 

3.1 Competentie

 

In Kamer II worden de bezwaarschriften behandeld waarvan de primaire beschikking namens burgemeester en wethouders door de Sector Werk, Inkomen en Zorg (hierna te noemen: WIZ) is afgege­ven.

 

Voor een specificatie van het aantal ingekomen bezwaarschriften per wet/regeling, zie hoofdstuk 6.3, tabel 3.

 

 

3.2 Conclusies en bevindingen 2006

 

Op 1 januari 2006 waren 217 bezwaarschriften nog niet (geheel) afgehandeld.

In 2006 zijn 555 nieuwe bezwaarschriften ingekomen. Dit is een daling, te weten met 49 (8%), ten opzichte van de 604 in 2005 ingekomen bezwaarschriften.

Daarbij moet nog worden opgemerkt dat veel extra bezwaarschriften zijn voortgekomen uit het ‘bijzonder onderzoek’ dat WIZ heeft verricht door van alle bijstandscliënten gegevens op te vragen bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer. In een aantal gevallen bleken dermate veel auto’s voor minder dan vier maanden op hun naam te hebben gehad, dat WIZ aannam, behoudens tegenbewijs, dat er sprake was geweest van (inkomsten uit) autohandel. Dat leidde tot intrekking c.q. terugvordering van de bijstandsuitkering over de maanden waarin auto’s waren verkocht, alsmede tot het opleggen van een ‘maatregel’ wegens schending van de informatieplicht. Dit project van het vakteam IBO heeft tot ongeveer 45 bezwaarschriften geleid (meestal 2 per cliënt; tegen de terugvordering én tegen de maatregel).

 

Er zijn in het afgelopen jaar 607 bezwaar­schriften afgehandeld; 458 door middel van een advies van de Commissie en 149 doordat het bezwaarschrift is ingetrokken, veelal nadat WIZ het bestreden besluit had herzien.

 

Tegenover enige gevallen van langdurige ziekte stond dat een extra budget beschikbaar was gesteld voor tijdelijke medewerkers bij het secretariaat van Kamer II. Tevens heeft WIZ een uitstekende inspanning geleverd op het gebied van het maken van verweerschriften. Daardoor konden extra zittingen worden gehouden. Daarmee is het doel om – gevolggevend aan de door de gemeenteraad aanvaarde motie die strekt tot afhandeling van bezwaarschriften binnen de termijn van de Awb - de werkvoorraad terug te brengen naar een normale (‘ijzeren’) voorraad van ongeveer 145 bezwaar­schriften, bijna bereikt. Op 31 december 2006 waren nog 165 bezwaarschriften in behandeling. Omdat op die datum de adviezen over de 37 bezwaarschriften die zijn behandeld in de vier zittingen in december, nog niet waren uitgegaan, werd medio januari 2007 de ‘ijzeren voorraad’ van 145 wél bereikt. Dat is een goed uitgangspunt voor het halen van de Awb-afhandelingstermijn voor de bezwaarschriften die in 2007 zullen binnenkomen.

 

De ‘verbeterpunten’ die in het kader van de ‘fundamentele herbezinning op de inrichting van het rechtsbeschermingsbedrijf’ zijn doorgevoerd, hebben tot efficiëntiewinst geleid en tot het bekorten van de afhandelingsduur.

Doordat er gedurende het afgelopen jaar nog wél sprake was van een achterstand van circa 70 zaken en doordat de oudste bezwaarschriften het eerst zijn afgehandeld, is de maximale Awb-afhandelingstermijn van 14 weken in veel gevallen met ongeveer 5 weken overschreden.

 

Naast de jaarlijkse evaluatievergadering met alle leden, vergaderden ook dit jaar de vijf voorzitters van Kamer II met de secretarissen enige malen ten behoeve van evaluatie en onderlinge afstemming.


 

Inhoud adviezen

 

Van de 465* (zie de voetnoot bij 6.3, tabel 2) adviezen die Kamer II in 2006 heeft uitgebracht, was er bij 296 bezwaarschriften (64%) sprake van ongegrond­verkla­ring, bij 125 (27%) van gegrond- of gedeeltelijk gegrondverklaring en bij 44 (9%) van niet-ontvankelijk­verklaring. In vergelijking met 2005 is het percentage (gedeeltelijk) gegrondverklaringen gelijk gebleven.

In 2006 zijn, naast bovenvermelde aantallen, 149 bezwaarschriften ingetrokken. In 94 gevallen vond de intrekking plaats nadat WIZ het bestreden besluit had herzien, soms op voorstel van het secre­tariaat van Kamer II, maar veelal doordat WIZ zélf tot het inzicht kwam dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven.

Indien laatstbedoelde 94 bezwaarschriften worden opgeteld bij de geheel of gedeeltelijk gegrond ver­klaar­­de bezwaarschriften (rekening houdend met 5 ‘contraire’ besluiten door B&W), komt het percentage van de gevallen waarin de indiener van een bezwaar­schrift geheel of gedeeltelijk succes heeft gehad op circa 35, te weten (94 +125 – 5) : (465+149).

Alhoewel dit 3% lager is dan in 2005, blijft de conclusie gerechtvaardigd dat met verbetering van de kwaliteit van de primaire besluitvorming nog veel ‘winst’ behaald kan worden, met name tevredenheid bij de cliënten en minder bezwaarschriften.

 

Voor inzicht in de verschillende redenen voor de 125 (gedeeltelijk) gegrondverklaringen wordt verwezen naar tabel 5 van hoofdstuk 6.3.

 

Opgemerkt moet nog worden dat Kamer II bezwaarschriften tegen besluiten waarin een onjuiste motivering en/of wettelijke grondslag is vermeld, maar welke besluiten op andere gronden wel in stand kunnen blijven, als ongegrond kwalificeert. Dit komt betrekkelijk veel voor.

 

 

3.3 Prognose voor 2007

 

Per 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning van kracht geworden en is de Wet voorzieningen gehandicapten vervallen. Per saldo heeft de gemeente (Sector WIZ) de taak om te zorgen voor (noodzakelijke) huishoudelijke hulp erbij gekregen. Bezwaarschriften op het gebied van de WMO zullen aan Kamer II worden voorgelegd. De gemeente gaat er vooralsnog vanuit dat er niet wezenlijk meer WMO-bezwaarschriften zullen binnenkomen dan dat er vorig jaar Wvg-bezwaar­schriften waren.

 

Indien die aanname juist blijkt te zijn, verwacht Kamer II dat een hoog percentage van de bezwaarschriften die in 2007 worden ontvangen, binnen de Awb-termijn zal worden afgehandeld.

Wel zal de productiecapaciteit van het secretariaat te lijden hebben onder het feit dat de secretarissen zich de WMO en de daarop gebaseerde Regelingen, Verordening en Besluiten eigen moeten maken, alsmede dat zij hun modellen van concept-adviezen moeten aanpassen aan deze nieuwe regelgeving.

 

In 2007 zal de gemeenteraad de ‘Verordening Wet inburgering gemeente Delft’ vaststellen. Daarin is vastgelegd welke besluiten B. & W. (namens hen: de Sector WIZ) moeten nemen op grond van de ‘Wet inburgering’, die de ‘Wet inburgering nieuwkomers’ heeft vervangen. Mogelijk zal deze nieuwe regelgeving extra bezwaarschriften voortbrengen.

 


3.4 Aandachtspunten

 

Kamer II heeft in 2006 negen signaleringen of aanbevelingen opgenomen in het verslag van de vergadering. De Commissie-verslagen worden, zodra deze zijn vastgesteld, verspreid onder alle vakteamhoofden van WIZ. Voorts worden na afloop van ieder kwartaal de signaleringen gebundeld ter kennis gebracht van het adjunct-sectorhoofd van WIZ, alsmede van de medewerker ‘Interne Controle’ van WIZ. Het adjunct-sectorhoofd van WIZ geeft vervolgens een schriftelijke reactie op de signaleringen.

 

De belangrijkste punten waarvoor Kamer II aandacht vraagt zijn:

 

-          Zorg voor – juridisch – goede gemeentelijke regelgeving, zoals op het gebied van de WMO, het ‘Sportfonds’, de eenmalige uitkering voor chronisch zieken en gehandicapten e.d.;

-          De handelwijze van het CWI, welke instantie ten behoeve van de gemeente aanvragen om WWB-uitkering moet innemen, is, naar de mening van de Commissie, niet altijd in overeen­stemming met de regelgeving, zulks ten nadele van de burgers, met name met betrekking tot de ingangsdatum van de WWB-uitkering;

      -     De kwaliteit van de besluiten van WIZ.


4.         Jaarverslag Kamer III

 

 

4.1 Competentie

 

Kamer III is ‘restkamer’ en behandelt bezwaarschriften die op grond van de verordening ter advisering aan de Commissie moeten worden voorgelegd en die niet behoren tot de competentie van de Kamers I, II en IV. De onderwerpen van de bezwaarschriften zijn zeer gevarieerd. Het gaat bijvoorbeeld om bezwaarschriften op grond van de volgende regelingen:

 

v      Verordening Openbaar Gemeentewater Delft 1996

v      Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten

v      Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

v      Exploitatieverordening Horeca

v      Wet openbaarheid van bestuur

v      Verordening leerlingenvervoer

v      Wet voorkeursrecht gemeenten

v      Afvalstoffenverordening

v      Algemene plaatselijke verordening

v      Reclameverordening

 

 

4.2 Conclusies en bevindingen 2006

 

In 2006 zijn 50 nieuwe bezwaarschriften ontvangen, en 36 adviezen uitgebracht.

 

In 10 gevallen zijn de betrokken partijen alsnog onderling tot een oplossing gekomen en zijn de bezwaarschriften ingetrokken. In 12 gevallen waren er redenen om de ‘bezwaarschriften’ niet in behandeling te nemen, bijvoorbeeld omdat het ging om ingediende zienswijzen (in plaats van bezwaren), dan wel omdat kamer III niet bevoegd was.

 

Het aantal nog af te handelen bezwaarschriften per 31 december 2006 bedroeg 22.               Ten opzichte van eind 2005 is dit aantal aanzienlijk afgenomen. Dit houdt verband met het feit dat vanaf januari 2006 een inhaalslag heeft plaatsgehad en dat de capaciteit beter is afgestemd op de hoeveelheid bezwaarschriften die jaarlijks instroomt.

 

De gemiddelde afhandelingsduur van bezwaarschriften in 2006 bedroeg 23,63 weken. Hierbij moet wel vermeld worden dat een bezwaarschrift in deze berekening meegenomen is die dateert uit 2004, hetgeen van invloed is op de gemiddelde doorlooptijd.

Van de op 1 januari 2007 voorraad openstaande bezwaarschriften verkeert een groot aantal in de eindfase (fase “advies uitbrengen door de Commissie”). De verwachting is dan ook dat de gemiddelde afhandelingsduur in de loop van 2007 nog verder zal afnemen.

 

Inhoud adviezen

 

Kamer III heeft van de 36 uitgebrachte adviezen in 23 gevallen geadviseerd tot ongegrondverklaring en in 6 gevallen tot gegrondverklaring. Daarnaast is in 7 gevallen geadviseerd tot niet-ontvankelijk verklaring.

 

 

4.3 Prognose 2007

 

In 2006 zijn er 50 bezwaarschriften ontvangen tegen 63 in 2005 en 56 in 2004. In de eerste drie maanden van 2007 zijn inmiddels 18 bezwaarschriften ingediend, zodat kan worden geconstateerd dat er sprake is van een stijgende lijn van inkomende bezwaarschriften.


 

4.4 Aandachtspunten

 

Ook in 2006 moet geconstateerd worden dat de motivering van de bestreden besluiten in een aantal gevallen te wensen over laat. In een aantal gevallen heeft Kamer III geadviseerd het besluit in stand te laten onder aanvulling van de motivering. Met name op het gebied van subsidie zijn aanbevelingen gedaan omtrent de procedure. De Commissie heeft begrepen dat hieraan binnen de gemeente inmiddels de nodige aandacht is gegeven.

 

Gelet op de belangrijke rol die de aanbevelingen spelen binnen Kamer III (en de andere kamers) vindt Kamer III het van groot belang dat deze daadwerkelijk terug te vinden zijn in   een periodieke managementrapportage of anderszins. In dit verband is eveneens van groot belang dat vanuit de verschillende vakteams een terugkoppeling plaatsvindt van deze aanbevelingen en dat daadwerkelijk iets wordt gedaan met deze handreikingen.

 

Ten aanzien van de terugkoppeling van de heroverwegingsbesluit merkt Kamer III op dat dit, een uitzondering daargelaten, in veel gevallen nog te wensen overlaat. Van belang is dan ook dat de heroverwegingsbesluiten op den duur structureel door alle vakteams worden teruggekoppeld. In dit verband vraagt de Kamer III eveneens aandacht voor consequente  terugkoppeling in het geval dat een vervolgprocedures bij de rechter heeft plaatsgehad.

 

Kamer III stelt vast dat de termijn waarbinnen de verweerschriften worden aangeleverd sterk is verbeterd. In dit verband kan worden vastgesteld dat vrijwel alle verweerschriften binnen een termijn van 14 dagen worden aangeleverd.

 

 

 

 

 

 

 

 


5.         Jaarverslag Kamer IV

 

 

5.1 Competentie

 

Kamer IV behandelt bezwaar­schriften van werknemers van de gemeente voor zover zij ambtenaar zijn in de zin van artikel 1 van de Ambtenarenwet.

 

Als gevolg van het bepaalde in art. 8:1, 2e lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt met een besluit gelijkgesteld (citaat) "een andere handeling van een bestuursorgaan ten aanzien van een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de ambtenarenwet als zodanig (..), hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgen­den”. Dit betekent dat een bezwaar dat door een ambtenaar is ingediend niet noodzakelijkerwijs gericht hoeft te zijn tegen een schriftelijk besluit zoals dat in de Awb in artikel 1:3 wordt gedefinieerd. Ook een bezwaar tegen een mondeling medegedeelde beslissing kan worden behandeld, mits met de beslissing een rechtsgevolg voor betrokkene wordt beoogd. Uiteraard is ook in dergelijke gevallen de door de Awb in artikel 6:3 gestelde beperking van kracht dat besluiten die zijn genomen in het kader van de voorbereiding van een besluit uitgesloten zijn van beroep –  en dus ook van bezwaar.

 

Daarnaast heeft Kamer IV tot 1 januari 2006 geadviseerd over bezwaren tegen besluiten aangaande het al dan niet behoren tot de doelgroep van de nieuwe Wsw (Wet sociale werkvoorziening). Het kon hier zowel gaan om aanvragen voor de verplichte herindicatie van personen die reeds op grond van de Wsw in dienst zijn van de gemeente (i.c. CombiWerk), als om personen die nog niet in dienst zijn, maar wel op de wachtlijst staan en voorts om nieuwe indicaties van personen die niet op de wachtlijst staan. Het ging hier om een restverschijnsel uit het verleden, toen Wsw-medewerkers nog onder de Ambtenarenwet vielen en op grond van de Awb het recht van bezwaar en beroep bezaten. Sinds 1 januari 1998 hebben Wsw-medewerkers van CombiWerk een rechtspositie volgens burgerlijk recht en kunnen conflicten alleen aan de civiele rechter worden voorgelegd.

 

 

5.2 Conclusies en bevindingen 2006

 

Aard van de bezwaren en wijze van afhandeling

 

In 2006 heeft Kamer IV 10 keer vergaderd, in wisselende bezetting. Vanaf medio 2006 heeft Kamer IV een tweede plaatsvervangend lid. Kamer IV heeft de beschikking over 2 uur per week secretariële en administratieve ondersteuning.

 

In 2005 zijn er 39 adviezen uitgebracht, een toename van iets meer dan 50 % ten opzichte van vorig verslagjaar. 15 bezwaarschriften zijn op andere wijze afgehandeld.

 

In 15 gevallen werd geadviseerd het bezwaar geheel gegrond  te verklaren, 19 keer werd een bezwaar geheel ongegrond bevonden, in 1 geval is geadviseerd het bezwaar deels gegrond/deels niet-ontvankelijk te verklaren en in 4 gevallen was het bezwaar niet ontvankelijk.

 

In totaal zijn er in het verslagjaar 11 bezwaarschriften ingetrokken, een aantal dat hoger ligt dan in voorgaande jaren. Verder waren 2 bezwaarschriften verkeerd ingeboekt en zijn, nadat het geconstateerd was, doorgestuurd naar de juiste afdelingen binnen de gemeente Delft. 2 bezwaarschriften waren in feite geen bezwaarschriften maar zienswijzen en zijn derhalve doorgestuurd naar de betreffende afdeling binnen de gemeente Delft.

De gemiddelde doorlooptijd van alle afgehandelde zaken in 2006 bedroeg 11 weken*.


 

Gelet op voorgaande jaren kan wederom geconstateerd worden dat het overgrote deel van de uitgebrachte adviezen betrekking had op bezwaren tegen functiebeschrijvingen en –waarderingen. Het betrof in het bijzonder de functies van ‘sociaal rechercheur en ‘senior sociaal rechercheur’, medewerker vergunningen en ontheffingen’, “leerplichtambtenaar’, ‘sociaal raadsvrouw’ en ‘consulent WVG’.

 

Daarnaast heeft Kamer IV in 8 gevallen advies uitgebracht met betrekking tot aanstellingen en bezoldigingen. Andere onderwerpen kwamen slechts incidenteel voor, vergoedingen – waarover 5 bezwaarschriften - nog het meest. 

 

redenen van gegrondverklaring

 

In de adviezen die kamer IV in 2006 heeft uitgebracht, is 12 keer tot gegrondverklaring geadviseerd op grond van een onzorgvuldige voorbereiding van het bestreden besluit en 4 keer op grond van een andere afweging van feiten en omstandigheden.

 

de beslissingen naar aanleiding van de adviezen

 

Op grond van artikel 22 van de Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften behoort de Commissie een afschrift te ontvangen van de beslissing op een bezwaar. Kamer IV heeft in 2006 in

36 zaken een heroverwegingsbesluit ontvangen.

In 16 zaken adviseerde de Commissie tot gehele of gedeeltelijke gegrondverklaring. In 14 van deze zaken heeft het college van burgemeester en wethouders het advies gevolgd. Van 3 zaken, waarvan in 2 zaken gegrond was geadviseerd, heeft de Commissie nog geen heroverwegingsbesluit mogen ontvangen.

 

Beroep

 

In 2006 zijn er tegen 2 zaken waarover de Commissie heeft geadviseerd beroep ingesteld. Het betreft een zaak uit 2005 en een zaak uit 2006. In beide zaken had de Commissie geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren. Het college van burgemeester en wethouders hebben conform het advies van de Commissie een heroverwegingsbesluit genomen. De uitspraak in de zaak uit 2005 is inmiddels ontvangen. Het beroep is door de rechtbank onge grond In de zaak van 2006 wordt in 2007 een uitspraak verwacht dan wel is de Commissie in strijd met art. 23 van de Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften nog niet op de hoogte gesteld van de uitspraak.

 

 

5.3 Prognose 2007

 

De prognose voor 2006 luidde dat het algemene beeld bij kamer IV naar alle waarschijnlijkheid zou  gaan afwijken ten opzichte van voorgaande jaren, in ieder geval wat het aantal nieuwe bezwaarschriften betreft en daarmee samenhangend het aantal uitgebrachte adviezen betreft zou er sprake kunnen zijn van een toename.

Alhoewel in 2005 verder geen ontwikkelingen waren aangekondigd op grond waarvan zou kunnen worden verwacht dat in 2006 aanzienlijk meer bezwaarschriften zouden worden ingediend, kan geconstateerd worden dat voornoemde prognose ruimschoots is uitgekomen. Een instroom van 58 bezwaarschriften is voor Kamer IV- begrippen vrij hoog.

 

Inmiddels kan geconstateerd worden dat de instroom, wat het 1ste kwartaal van 2007 betreft, met 9 bezwaarschriften nogal is afgenomen. In 2006 waren er rond die tijd 15 bezwaarschriften ingediend.


De verwachting is dat het beeld bij kamer IV naar alle waarschijnlijkheid zal afwijken ten opzichte van  2006, in ieder geval wat het aantal nieuwe bezwaarschriften betreft en daarmee samenhangend het aantal uitgebrachte adviezen.

 

 

5.4  Aandachtspunten

 

Ĝ       Kamer IV heeft het afgelopen jaar enkele malen geconstateerd dat besluiten met betrekking tot het al dan niet verlenen van een aanstelling in vaste dienst, genomen waren zonder dat de eindbeoordeling van de proeftijd tijdig en conform de voorgeschreven procedure was vastgesteld. Daar is inmiddels binnen het verwerend vakteam aandacht voor gevraagd.

Ĝ       Bij korting op bezoldiging wegens langdurig ziekte, waarbij betrokkene heeft gesteld dat deze ziekte veroorzaakt is /wordt door het werk is het raadzaam altijd schriftelijk advies van de bedrijfsarts in te winnen met betrekking tot de vraag of er een causaal verband is tussen werk en ziekte. Kamer IV heeft  nu tweemaal een zaak gehad, waarin dat niet is gebeurd.

 

 

 

 


6.         Commissie in cijfers

 

 

6.1       Algemeen

 

In 2006 zijn bij de Commissie in totaal 809 nieuwe bezwaarschriften ingediend.

De ontwikkeling van het aantal nieuw ingediende bezwaarschriften per jaar vanaf 1996 en de verdeling over de verschillende Kamers is als volgt:

 

verslagjaar

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Kamer I

200

128

100

106

124

195

312

167

243

667

146

Kamer II

351

649

530

788

404

414

501

430

570

604

555

Kamer III

  35

  25

  39

  31

  43

  53

  33

  43

56

63

50

Kamer IV

  13

  22

  21

  19

  18

  49

  38

  28

31

28

58

Totaal

599

824

690

944

589

711

884

668

900

1362

809

 

Niet alle ingediende bezwaarschriften leiden tot een advies van de Commissie. Veel bezwaarschriften worden ingetrokken vóórdat een hoorzitting over de zaak plaatsvindt, hetzij omdat het bestuursorgaan in de bezwaren al meteen aanleiding ziet het besluit te herzien, hetzij omdat de reclamant ervan af ziet om de zaak door te zetten. Ook leidt de hoorzitting over een zaak er nogal eens toe dat partijen alsnog overeenstemming bereiken en de Commissie geen advies meer hoeft uit te brengen. 

 

Een overzicht van de inhoud van de adviezen van de Commissie over de laatste vijf jaar, geeft het volgende beeld:

 

inhoud adviezen

2002

2003

2004

2005

2006

(deels) gegrond

83 (16%)

145 (24%)

152 (27%)

494 (39%)

173 (23%)

ongegrond

324 (63%)

359 (58%)

326 (58%)

560 (45%)

508 (68%)

niet-ontvankelijk

105 (21%)

112 (18%)

85 (15%)

201 (16%)

67 (9%)

Totaal

512

616

563

1255

748

 

 

Tussen 1 januari en 31 december 2006 zijn in totaal 1072 bezwaarschriften afgehandeld: 748 door middel van een advies en 224 doordat het bezwaarschrift is ingetrokken of het primaire besluit is herzien.

 

 

in- en uitstroom bezwaarschriften 2006

K I

K II

K III

K IV

Totaal

Werkvoorraad per 1 januari 2006

137

217

30

5

389

Bij: nieuw ingekomen in 2006

146

555

50

58

809

Af: uitgebrachte adviezen in 2006

208

465

36

39

748

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies

38

149

22

15

224

Werkvoorraad per 31 december 2006

37

165

22

9

233

Een afwijking in de cijfers kan geschieden doordat één bezwaarschrift zich richt tegen meerdere besluiten.
6.2                   Kamer I

 

 

Tabel 1: Vergaderingen

Verslagjaar

2006

 2005

2004

2003

2002

Aantal vergaderingen

   25

36

31

41

22

Gemiddelde vergaderduur

3,5 uur

3,5 uur

3,5 uur

  3,5 uur

3,5 uur

Gemiddeld aantal zaken per vergadering

  8,12

15,25[2]

5

         5

4

 

 

Tabel 2: In- en uitstroom van zaken

Status

2006

2005

2004

2003

2002

Werkvoorraad op 1 januari

137

103

53

199

132

Bij: nieuw ingekomen

146

667

243

167

312

Af: advies uitgebracht

208

606

154

231

201

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies

38

25

39

82

44

Nog in behandeling op 31 december

37

139

103

53

199

 

 

Tabel 3: Onderwerpen van de bezwaarschriften

Onderwerp

Aantal

Soc/soc.med. urgentie

29

Bouw-, sloop-, monumentenvergunning

51

Handhaving

7

Kapvergunning

20

Verkeersbesluit

6

Gehandicaptenparkeerkaart

11

Voorbereidingsbesluit

5

Overig

17

Totaal

146

 


 

Tabel 4: Inhoud uitgebrachte adviezen

Onderwerp

Gegrond

Ongegrond

Gegrond/ ongegrond

Niet-

ontvankelijk

Totaal

Soc/soc.med.urgentie

4

11

1

1

17

Bouw-, sloop-, mon-vergunning

4

128

2

6

140

Handhaving

3

3

1

-

7

Kapvergunning

3

6

-

1

10

Verkeersbesluit (incl. GPP)

1

3

2

1

7

Gehandicapt.parkeerkaart

-

7

1

-

8

Vangnetregeling

-

1

-

-

1

Voorbereidingsbesluit

-

1

-

1

2

Overig

4

9

1

2

16

Totaal

19

170

7

12

208

 

 

Tabel 5: Reden (gedeeltelijke) gegrondverklaring uitgebrachte adviezen

Omschrijving

Aantal

Nieuwe feiten en omstandigheden

-

Andere afweging van feiten en omstandighe­den

2

Andere afweging van belangen

1

Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

4

Andere interpretatie van regelgeving en beleid

3

Onzorgvuldige voorbereiding

11

Gerechtvaardigde verwachtingen niet gehonoreerd

-

Motiveringsgebrek

6

Totaal

27

 

 

Tabel 6: Inhoud uitgebrachte adviezen

Inhoud advies                                 

2006

2005

2004

2003

2002

Gegrond                                              

19

305

34

37

4

Gedeeltelijk gegrond                            

7

15

5

18

9

Ongegrond

170

163

91

125

107

Niet-ontvankelijk

12

123

24

51

81

Totaal

208

606

154

231

201

 


6.3                   Kamer II

 

 

Tabel 1: Vergaderingen

Verslagjaar

2006

2005

2004

2003

2002

Aantal vergaderingen

63

74

61

45

55

Gemiddelde vergaderduur

4,5 uur

4,5 uur

5 uur

5 uur

5 uur

Gemiddeld aantal zaken per vergadering

7,5

8

6

7

5

 

 

Tabel 2: In- en uitstroom van zaken

Status

2006

2005

2004

2003

2002

Werkvoorraad op 1 januari

217

380

297

383

374

Bij: nieuw ingekomen

555

604

570

430

501

Af: advies uitgebracht

465*ı

595

337

327

253

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies

149²

184

154

195

239

Nog in behandeling op 31 december

165

217

380

297

383

 

* bij 5 cliënten zijn over 1 bezwaarschrift 2 aparte adviezen uitgebracht en bij 1 cliënt over 1 bezwaarschrift 3 aparte adviezen

ı   Betreft 1 advies over bezwaarschrift dat in 2003 is ingekomen, 7 in 2004,  149 in 2005 ingekomen bewaarschriften).

²   Van de in 2006 ingediende bezwaarschriften zijn er 37 ingetrokken (incl. voorgaande jaren: 55);

59 zijn door de Sector WIZ herzien en vervolgens door reclamant ingetrokken. Voorts zijn in 2006 nog 35 van de in 2004 en 2005 ingediende bezwaarschriften op deze wijze afgedaan.

 

 

 Tabel 3: Onderwerpen bezwaarschriften

Onderwerp

Aantal

Wet werk en bijstand (WWB)

503

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz, annex /WWB)

5

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

werkloze werknemers (IOAW)

1

Indicatie voor verkrijgen aanleunwoning

3

Wet voorzieningen gehandicapten

31

Kortingsregeling (Sportfonds)

AV-Delft

ID-regeling

7

1

4

Totaal

555

 

 


Tabel 4 : Inhoud uitgebrachte adviezen

Onderwerp

Gegrond

Gedeeltelijk gegrondı

Ongegrond

Niet-ontvankelijk

Totaal

WWB

60

56

271

42

429

Wvg

5

-

16

-

21

Overig

4

-

9

2

15

Totaal

69

56

296

44

465

ı In tegenstelling tot bijvoorbeeld bij Kamer I gaat het hier niet om een gedeeltelijke gegrondverklaring wegens bijvoorbeeld een motiveringsgebrek, maar om de situatie dat de indiener bijvoorbeeld een financiële tegemoetkoming krijgt die lager is dan waar deze meende recht op te hebben, maar hoger dan hem in het primaire besluit door WIZ was toegekend.

 

Tabel 5: Reden (gedeeltelijke) gegrondverklaring uitgebrachte adviezen

Omschrijving

WWB

WWB/

Terugvordering

Wvg

Overig

Totaal

Nieuwe feiten en omstandigheden

2

11

-

-

13

Andere afweging van feiten en omstandighe­den

22

12

2

4

40

Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

18

9

1

2

30

Andere interpretatie van regelgeving en beleid

     13

4

-

-

17

Onzorgvuldige voorbereiding

8

14*

1

2

25

Strijd met beginsel van de rechtszekerheid

-

-

-

-

-

Motiveringsgebrek **

-

-

-

-

-

Totaal

63

50

4

8

125

*  Indien is gebleken dat in het bestreden besluit het bedrag van de terugvordering te hoog is vastgesteld, is dit aangemerkt als ‘onzorgvuldige voorbereiding’

** Kamer II merkt besluiten waarin een onjuiste wettelijke grondslag was vermeld, maar die op andere gronden wel in stand konden blijven, als ongegrond aan. Die – veel voorkomende – gevallen ontbreken dan ook in deze specificatie van de (gedeeltelijk) gegrond­verklaringen.

 

 

Tabel 6: Inhoud uitgebrachte adviezen

Inhoud advies

2006

2005

2004

2003

2002

Gegrond

69

90

56

28

27

Gedeeltelijk gegrond

56

73

35

39

32

Ongegrond

296

368

203

212

173

Niet-ontvankelijk

44

64

43

38

21

Totaal

465

595

337

327

253

 


6.4                   Kamer III

 

 

Tabel 1: Vergaderingen

Verslagjaar

2006

 2005

2004

2003

2002

Aantal vergaderingen

   10

10

11

-

12

Gemiddelde vergaderduur

3 uur

3 uur

2,5 uur

             -

3 uur

Gemiddeld aantal zaken per vergadering

     3

      3

2

             -    

2

 

 

Tabel 2: In- en uitstroom van zaken 

Status

2006

2005

2004

2003

2002

Werkvoorraad op 1 januari

30

22

43

51

62

Bij: nieuw ingekomen

50

63

56

43

33

Af: advies uitgebracht

36

31

40

37

37

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies

22

25

37

14

7

Nog in behandeling op 31 december

22

29

22

43

51

 

 

Tabel 3: Onderwerpen van de bezwaarschriften

Onderwerp

Aantal

Algemene Plaatselijke Verordening (APV)                                 

-

Drank en Horecawet                                                                  

-

Wet openbaarheid van bestuur                                                 

-

Marktverordening                                                                         

4

Bestuurlijke maatregel                                                               

8

Exploitatieverordening (horeca)                                                  

4

GBA                                                                                            

6

Reclameverordening                                                                 

-

Subsidie                                                                                      

Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg)                                       

Gemeentelijke wateren                                                              

Overig                                                                                        

Totaal                                                                                         

5

4

2

3

36

 

 


Tabel 4: Inhoud uitgebrachte adviezen

Onderwerp

Gegrond

Ongegrond

Gegrond/ ongegrond

Niet-

ontvankelijk

Totaal

APV

-

-

-

-

-

Marktverordening

2

2

-

-

4

Bestuurlijke maatregel

1

6

-

1

8

Exploitatieverordening Horeca

-

2

-

2

4

GBA

-

4

-

2

6

Subsidie

2

2

-

1

5

Wvg

-

3

-

1

4

Gemeentelijke wateren

-

2

-

-

2

Overig

1

2

-

-

3

Totaal

                   6

23

-

7

36

 

 

Tabel 5: Reden (gedeeltelijke) gegrondverklaring uitgebrachte adviezen

Omschrijving

Aantal

Nieuwe feiten en omstandigheden

-

Andere afweging van feiten en omstandighe­den

-

Andere afweging van belangen

1

Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

4

Andere interpretatie van regelgeving en beleid

-

Onzorgvuldige voorbereiding

2

Gerechtvaardigde verwachtingen niet gehonoreerd

-

Motiveringsgebrek

-

Totaal

7

 

 

Tabel 6: Inhoud uitgebrachte adviezen

Inhoud advies                                 

2006

2005

2004

2003

2002

Gegrond                                              

6

5

11

9

5

Gedeeltelijk gegrond                            

-

-

-

-

-

Ongegrond

23

16

14

9

29

Niet-ontvankelijk

7

10

15

20

3

Totaal

36

31

40

38

37

 


6.5       Kamer IV

 

Tabel  1:  Vergaderingen

Verslagjaar

2006

2005      

  2004

    2003

     2002

Aantal vergaderingen

10

9

10

8

12

Gemiddelde vergaderduur

3 uur

2.30 uur

2.35 uur

2.50 uur

1.50 uur

Gemiddeld aantal zaken per vergadering

3,6

2,6

2,7

3,4

2,25

 

 

Tabel 2: In- en uitstroom van zaken

Status

2006

2005

2004

2003

2002

Werkvoorraad op 1 januari

    5

9

19

23

26

Bij: nieuw ingekomen

   58

28

31

28

38

Af: advies uitgebracht

  39

23

32

21

21

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies[3]

 

15

9

9

11

20

Nog in behandeling op 31 december

9

5

9

19

23

 

 

Tabel 3: Onderwerpen  bezwaarschriften

 

 Onderwerp

Aantal

Aanstelling, bezoldiging e.d.

11

Bevordering

-

Plaatsing; interne plaatsing; functiewijziging

Disciplinaire maatregelen (waaronder ontzegging toegang, schorsing, ontslag)

2

1

(Eervol) ontslag

1

Functiebeschrijving en –waardering

23

Gratificaties; toeslagen; vergoedingen

4

Verlof

6

Overig

10

 

Totaal

 

58


Tabel 4: inhoud uitgebrachte adviezen

Onderwerp

Ge­grond

Ongegrond

Gegrond/

niet ontvankelijk

Niet-ontvankelijk

Totaal

  Aanstelling, bezoldiging e.d.

3

3

1

1

8

Bevordering

 

 

 

 

 

Plaatsing; interne plaatsing; functiewijziging

Disciplinaire maatregelen (waaronder ontzegging toegang, schorsing, ontslag)

-

 

1

2

 

-

-

 

-

-

 

-

2

 

1

(Eervol) ontslag

 

 

 

 

 

Functiebeschrijving en –waardering

7

11

-

1

19

Gratificaties; toeslagen; vergoedingen

4

1

-

-

5

Verlof

-

2

-

-

2

Overig

 

-

-

-

2

2

Totaal

15

19

1

4

39

 

 

Tabel 5: Reden (gedeeltelijke) gegrondverklaring uitgebrachte adviezen

Omschrijving

Aantal

Nieuwe feiten en omstandigheden

-

Andere afweging van feiten en omstandighe­den

4

Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid

-

Andere interpretatie van regelgeving en beleid

-

Onzorgvuldige voorbereiding

12

Gerechtvaardigde verwachtingen niet gehonoreerd

 

Motiveringsgebrek

-

Totaal

16

 

 


Tabel 6: Inhoud uitgebrachte adviezen

Inhoud advies

2006

2005

2004

2003

2002

Gegrond (geheel dan wel gedeeltelijk)

 

Ongegrond (geheel dan wel gedeeltelijk)

 

Niet-ontvankelijk

16

 

            19

           

4

6

 

            13

           

1

11

 

          18

         

3

4

 

         14

        

3

7

 

             14

            

             -

 

Niet-ontvankelijk/ongegrond

 

               -

 

              3

 

           -

 

          -

 

               -

 

 

 

 

 

 

Totaal

39

23

32

21

21

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

BIJLAGEN

 

 


Bijlage 1

 

 

Beschrijving procedure behandeling bezwaarschriften bij de Commissie

 

De procedure voor de behandeling van bezwaarschriften door de Commissie is in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in de verordening vastgelegd. De verschillende Kamers volgen in de praktijk over het algemeen dezelfde werkwijze.

 

Voorprocedure, ontvangstbevestiging

Een bezwaarschrift wordt door de postafdeling van de gemeente gestuurd aan de secretaris van de bevoegde Kamer van de Commissie. Dit betekent dat deze afdeling de inkomende brief moet herkennen als een bezwaar­schrift. In de praktijk levert dit weinig problemen op. Op de envelop of in de aanhef van de brief vermelden de meeste indieners van bezwaarschriften (verder aangeduid met 'reclamanten') het woord ‘bezwaar­schrift’. In twijfelge­vallen wordt de brief in het algemeen voor de zekerheid aan een van de secretarissen voorgelegd. De postafdeling verstuurt een eerste korte ontvangstbevestiging.

De secretaris beoordeelt of het bezwaar­schrift volledig is en tijdig is ingediend. Is dat het geval, dan stuurt de secretaris een ontvangstbevestiging met daarbij informatie over het verdere verloop van de procedure.

Als wel een gebrek geconsta­teerd wordt, dan verzoekt de secretaris schriftelijk aan de reclamant om het gebrek binnen een bepaalde termijn te herstellen. In veel gevallen gaat het om het ontbreken van een onderbouwing van de bezwaren (dit worden ‘pro forma’-bezwaarschriften genoemd, alvast ingediend om de termijn veilig te stellen), maar het kan ook het ontbreken van een (bevoegde) ondertekening betreffen.

De termijn waarbinnen bezwaar moet worden gemaakt bedraagt zes weken, te rekenen vanaf de datum van bekendma­king van het besluit waartegen het bezwaar zich richt. Wanneer de termijn is overschreden, dan wordt de reclamant verzocht de redenen voor de termijnover­schrijding aan te geven. Als blijkt dat er gegronde redenen zijn, dan kan toch een inhoudelijke beoordeling van het bezwaarschrift plaatsvinden.

 

Als het bezwaarschrift compleet is, dan stuurt de secretaris aan de reclamant een op de situatie aangepaste ontvangstbe­vestiging met daarbij informatie over het verdere verloop van de procedure.

 

Verzoek om verweer

Het bestuursorgaan, door tussenkomst van het vakteam dat het bestreden besluit heeft voorbereid, ontvangt van de secretaris een schriftelijk verzoek om binnen een bepaalde termijn een verweerschrift in te dienen en de rele­vante informa­tie uit het dossier mee te zenden. Zodra de secretaris het verweerschrift heeft ontvan­gen, kan de zaak geagendeerd worden voor de eerstvolgende hoorzitting.

 

Juridisch kader / notitie

In het algemeen maakt de secretaris ten behoeve van de Commissie een notitie / juridisch kader waarin opgenomen zijn de relevante feiten, de juridische bepalingen, de eventuele onduidelijkheden in het primaire besluit en het verweer, en de aan de reclamant en verweerder tijdens de hoorzitting te stellen vragen.

 

Hoorzitting

De wet schrijft dwingend voor dat de reclamant in de gelegenheid wordt gesteld om te worden gehoord. Slechts in enkele gevallen kan een hoorzitting achterwege blijven. Dit is het geval bij kennelijke niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift, bijvoorbeeld wanneer een bezwaarschrift duidelijk te laat is ingediend en daarvoor geen goede redenen zijn. Kennelijke ongegrondheid kan ook een reden zijn om de hoorzitting achterwege te laten.


Uit de jurisprudentie blijkt overigens dat men voorzichtig moet zijn met het kwalificeren van bezwaren als kennelijk ongegrond. In de praktijk komt het dan ook nagenoeg nooit voor dat een hoorzitting om deze reden achterwege blijft. Reclamanten zijn niet verplicht om op de hoorzitting te verschijnen; zij kunnen zelfs afzien van het recht om te worden gehoord. Wanneer zowel de reclamant als het bestuursorgaan afzien van de hoorzitting, dan beoordeelt de Commissie de zaak op basis van de stukken.

 

Ten minste twee weken voor de hoorzitting ontvangen de betrokken partijen een uitnodiging.

In de verordening is geregeld dat de hoorzittin­gen bij Kamer I en Kamer III in beginsel openbaar zijn. De commissie kan onder omstandighe­den bepalen dat de zitting met gesloten deuren plaats­vindt. De zittingen van de Kamers II en IV zijn op grond van de verordening altijd besloten. De hoorzittingen van de Kamers I en III worden, met vermelding van de onderwerpen, aangekondigd in de Stadskrant, om geïnteresseerden in de gelegenheid te stellen de hoorzittingen bij te wonen; de stukken voor de hoorzitting liggen ter inzage bij de Publieksbalie van de gemeente.

 

De gang van zaken tijdens de hoorzitting is als volgt.

De recla­mant wordt uitgenodigd het bezwaarschrift mondeling toe te lichten en te reageren op het verweer­schrift. Daarna is het woord aan de vertegenwoordiger(s) van het bestuursorgaan. Na de toelichting van beide partijen op hun standpunten kunnen de commis­sieleden vragen stellen aan partijen. Ten slotte vraagt de voorzitter of de aanwezi­gen nog een afron­dende opmerking willen maken.

 

Beraadslaging en advies

Na de hoorzitting beraadslaagt de com­missie in beslotenheid over het uit te brengen advies.

De secretaris stelt vervolgens een concept-advies op en stuurt dit naar de voorzitter (en eventueel aan de leden). Als de voorzitter met het advies akkoord is, wordt het ondertekend en verzonden aan de reclamant en aan het bestuursorgaan. De secretaris verzoekt aan het bestuursorgaan de desbetreffende kamer een kopie toe te sturen van het uiteindelijke be­sluit dat het bestuursorgaan, aan de hand van het advies, heeft genomen.

Alleen de besluiten, waarin contrair aan het advies van de desbetreffende kamer wordt besloten, zendt de secretaris in kopie aan de commissieleden toe.

 

Nieuw besluit tijdens bezwaarschriftprocedure

Het komt voor dat het bestuursorgaan in het ingediende bezwaarschrift al direct aanleiding ziet om het bestreden besluit aan te passen, nog voordat een behandeling bij de commissie heeft plaatsge­von­den. Het staat het bestuursorgaan in beginsel vrij om in dat geval een nieuw besluit te nemen.

Wanneer een nieuw besluit is genomen, wordt het bezwaarschrift op grond van de wet geacht mede gericht te zijn tegen dat nieuwe besluit, tenzij laatstbedoeld besluit aan het bezwaar of beroep geheel tegemoet komt.

 

Pas nadat reclamant schriftelijk of mondeling heeft laten weten dat het nieuwe besluit aanleiding geeft om het bezwaarschrift in te trekken, is de zaak formeel afgerond en hoeft geen verdere behandeling plaats te vinden. Wanneer een reclamant een nieuw besluit heeft ontvangen, dan wordt echter vaak geen reactie van reclamant meer vernomen. De secretaris van de Commissie verzoekt de reclamant in dergelijke gevallen schriftelijk aan te geven of deze de bezwaarschrift­procedure wil voortzet­ten. Vaak is daarna nog een herinneringsbrief nodig, waarin dan vermeld staat dat als binnen een bepaalde termijn niets vernomen is, de Commissie ervan uitgaat dat reclamant het bezwaarschrift heeft ingetrokken.


Bijlage 2

 

 

Tekst van de Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften

 

 

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Delft;

 

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van het college van 9 maart 2004;

 

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

 

b e s l u i t e n:

 

I

in te trekken de Verordening commissie voor de beroep- en bezwaarschriften

 

II

vast te stellen de volgende

 

Verordening Adviescommissie voor bezwaarschrif­ten

 

                                                                      

Hoofdstuk 1. Algemeen

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

.          commissie: de Adviescommissie voor bezwaarschriften als genoemd in artikel 2;

.          verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

.          commissielid/niet raadslid: een lid als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Verordening op de raadscommissies 2002.

.          extern lid: een lid van de commissie, geen deel uitmakend van en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan, niet zijnde commissielid/niet raadslid.

.          het college: het college van burgemeester en wethouders

 

 

Hoofdstuk 2 .Taak en samenstelling van de commissie

 

Artikel 2. Taak commissie

1.  Er is een commissie die het bestuursorgaan ad­viseert over de beslissing die genomen zal worden op bezwaarschriften die ingediend zijn bij het bestuursorgaan op grond van de Algemene wet be­stuursrecht of enige andere wettelijke regeling.

2.  Van het bepaalde in lid 1 zijn uitgesloten bezwaar­schriften betreffende:

.             de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

.             de Milieuwetgeving, met uitzondering van de Lozingsverordening en de Afvalstoffenverordening

.             de Onteigeningswet;

.             de heffing en invordering van gemeen­telijke belastin­gen als genoemd in artikel 219 van de Ge­meentewet;


 

.             de waardering van onroerende zaken als bedoeld in de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ);

.             de regeling Functioneel Leeftijdsontslag (FLO), de regeling Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU), de Suppletieregeling, de bovenwettelijke WW-regeling en de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders gemeente Delft 1992.

3.  De uitzondering genoemd in artikel 2 sub a geldt niet ten aanzien van bezwaar­schriften ingediend tegen een beslissing op een verzoek om vrijstelling op basis van de artikelen 17 t/m 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en tegen voorbereidingsbesluiten op grond van artikel 21 van de WRO.

4.  De commissie adviseert niet over een gevraagde vergoeding op grond van de Wet kosten bestuurlijke voorprocedures.

 

Artikel 3. De kamers

1.       De commissie bestaat uit vier kamers:

       I.      een kamer belast met zaken op het gebied van bouwen, wonen en verkeer;

       II.     een kamer belast met zaken op het gebied van werk, inkomen en zorg;

       III.    een kamer belast met zaken, anders dan genoemd onder I, II en IV.

IV.   een kamer belast met zaken betreffende de rechtspositie van gemeentelijk personeel en betreffende de indicatie in het kader van de Wet sociale werkvoorziening.

2.       Bepalingen in deze verordening betreffende de werkwijze van de commissie zijn van overeenkomstige toepassing op de kamers.

 

Artikel 4. Samenstelling en benoeming leden

1.       De commissie heeft in totaal zestien leden:

-        de kamers I en III bestaan elk uit twee externe leden, waaronder de voorzitter van de kamer, en een raadslid dan wel een commissielid/niet-raadslid;

-        kamer II bestaat uit vijf externe leden, waaronder de voorzitter van de kamer, en twee raadsleden dan wel commissieleden/niet-raadsleden;

-        kamer IV bestaat uit drie externe leden, waaronder de voorzitter van de kamer.

2.       De externe leden van de commissie, waaronder de voorzitters, worden door de burgemeester, het college en de raad per kamer benoemd.

3.       De burgemeester, het college en de raad benoemen tevens per kamer een genoegzaam aantal plaatsvervangende externe leden. Plaatsvervangende leden kunnen in meerdere, doch ten hoogste twee kamers benoemd worden. Een extern lid als bedoeld in het tweede lid van dit artikel kan tevens benoemd worden als plaatsvervangend extern lid in één andere kamer.

4.       De burgemeester, het college en de raad benoemen uit het midden van de raad of uit de commissieleden/niet-raadsleden het aantal desbetreffende leden zoals in lid 1 van dit artikel per kamer is bepaald en een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

5.   Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met de betrekking van:

a.           lid van het college;

b.           ambtenaar of werknemer in dienst van de gemeente Delft;

c.      adviseur dan wel lid van een adviesorgaan dat de gemeente adviseert over zaken die ingevolge artikel 2 tot de competentie van de commissie behoren.

 

Artikel 5. (Plaatsvervangend) voorzitterschap

.           Als voorzitter van de commissie treedt op de voorzitter van kamer I. De voorzitters van de kamers II, III en IV zijn tevens plaatsvervangend voorzitter van de commissie, in volgorde van hun benoeming.

.           Als plaatsvervangend voorzitter van de kamers I, II, III en IV treden op de externe leden, respectievelijk de plaatsvervangende externe leden, die in de betreffende kamer zijn benoemd.


 

Artikel 6. Benoemingstermijnen

1.       De externe leden als bedoeld in artikel 4 lid 2, worden in een kamer benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen twee keer in dezelfde of een andere kamer worden herbenoemd voor een periode van vier jaar. Van deze twee herbenoemingen kan er slechts één een herbenoeming zijn als zittend lid. Plaatsvervangend leden als bedoeld in artikel 4 lid 3 worden in een kamer benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen twee keer herbenoemd worden in dezelfde of een andere kamer als plaatsvervangend lid of als zittend lid.

2.       De zittingsduur van de leden van de commissie als be­doeld in artikel 4, vierde lid, is gelijk aan die van de raad. Zij zijn terstond herbenoembaar.

 

Artikel 7. Beëindiging lidmaatschap

1.       Het lidmaatschap van de commissie eindigt, zonder dat hiertoe een besluit van de burgemeester, het college of de raad is vereist, in geval van

-        het aflopen van de benoemingstermijn als bedoeld in artikel 6

-        opzegging

-        overlijden.

2.       De burgemeester, het college en de raad gezamenlijk kunnen besluiten een lid van de commissie vóór het aflopen van de benoemingstermijn als bedoeld in artikel 6 ontslag te verlenen als het betreffende lid niet naar behoren functioneert. Voordat het besluit genomen wordt, wordt het betreffende lid in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te geven op het voornemen tot het verlenen van ontslag.

 

Artikel 8. Vergoedingen (plaatsvervangende) externe leden en voorzitters

1.       De (plaatsvervangende) externe leden en de commissieleden/niet-raadsleden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de com­missie en andere noodzakelijke bijeenkomsten, krachtens de regeling die in artikel 96 van de Gemeen­te­wet is vastgesteld.

2.       Voor het optreden als voorzitter van de vergaderingen van de commissie of een kamer ontvangt het betreffende (plaatsvervangende) externe lid een dubbele vergoeding als bedoeld in het eerste lid.

3.       Overige kosten terzake van andere werkzaam­heden of bemoeiingen ten behoeve van de commissie worden vergoed op basis van de werkelijk gemaakte en aantoonbare kosten.

 

Artikel 9. Het voorzittersoverleg

De voorzitters van de kamers komen ten minste tweemaal per jaar bijeen voor overleg.

 

Artikel 10. Het secretariaat

.          Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door een of meer ambtenaren die door het college zijn aangewezen.

.          Elke kamer wordt bijgestaan door een secretaris. Het college stelt terzake nadere regels vast.

.          De secretaris is in de uitoefening van zijn functie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie. Het college stelt terzake nadere regels vast.

.          De secretarissen van de kamers komen ten minste twee maal per jaar bijeen voor overleg.

 

 

Hoofdstuk 3. Werkwijze van de commissie

 

Artikel 11. Ontvangst bezwaarschrift

.          Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

.          Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de commissie.

.          Als in het bezwaarschrift gesteld wordt dat het is ingediend namens of mede namens een andere (natuurlijke of rechts)persoon kan de voorzitter de indiener verzoeken een schriftelijke machtiging van die andere (natuurlijke of rechts)persoon over te leggen.

 

Artikel 12. Verplichting verwerend orgaan

Het verwerend orgaan is verplicht tijdig aan de commissie alle stukken over te leggen die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het bezwaarschrift.

 

Artikel 13. Inlichtingen en adviezen inwinnen

.          De voorzitter van de commissie is in verband met de voorberei­ding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste in­lichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

.          De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen op de hoorzitting te ver­schijnen.

.          Als er voor het bestuursorgaan een wettelijke ver­plichting bestaat of indien er een wens bestaat, alvo­rens op een bezwaarschrift te beslissen, tevens advies in te winnen van een andere commissie dan de adviescommissie voor bezwaarschriften, dan wacht laatstgenoemde commissie, al­vorens tot be­handeling van een bezwaarschrift in het kader van deze verordening over te gaan, dit advies af en betrekt het bij de behandeling en het uit te brengen advies.

 

Artikel 14. Bevoegdheden voorzitter

1.       De voorzitter stelt de indiener in de gelegenheid het verzuim als bedoeld in de artikelen 6:5 en 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen een bepaalde termijn te herstellen.

2.       Tevens oefent de voorzitter de bevoegdheden uit als bedoeld in de volgende artikelen van de Awb:
-    6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;
-    7:4, lid 2 en lid 6
-    7:6, lid 2 en lid 4.

3.       De voorzitter kan de bevoegdheden genoemd in dit artikel en in artikel 11 lid 3, artikel 13 lid 1 en lid 2, artikel 15 lid 1 en artikel 16 mandateren aan de secretaris van de commissie.

 

Artikel 15. Hoorzitting

.          De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijd­stip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld in persoon of bij ge­machtigde door de commissie gehoord te worden.

.          De voorzitter kan een gemachtigde die ter zitting verschijnt verzoeken een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging te overleg­gen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschre­ven of de belanghebbende zelf met hem verschijnt.

.          De voorzitter kan bepalen dat, gelet op artikel 7:3 Awb, afgezien wordt van het horen van belanghebbenden; daarvan wordt mededeling gedaan aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

.          Het horen geschiedt in beginsel door drie leden van de commissie, waarvan in beginsel twee externe leden en een lid als bedoeld in artikel 4 lid 4. De voorzitter kan besluiten dat het horen geschiedt door een of twee leden van de commissie.


 

 

Artikel 16. Aankondiging hoorzitting; verzoek om uitstel

1.       De voorzitter deelt belanghebbenden en het verwe­rend orgaan tijdig voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld door de commissie gehoord te worden.

2.       Een belanghebbende of het verwerend orgaan die wijzi­ging wenst van het tijdstip van de zitting, kan daartoe, onder opgaaf van redenen, een verzoek indienen bij de voorzitter.

3.       De beslissing van de voorzitter op een verzoek genoemd in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk aan de betrokkene meegedeeld.

4.       De voorzitter ziet erop toe dat tijdig al hetgeen op basis van het bepaalde in artikel 7:4 Awb aan de commissie is kenbaar gemaakt, be­kend is bij alle betrokken partijen.

 

Artikel 17. Niet deelnemen aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

 

Artikel 18. Openbaarheid hoorzitting

.          De hoorzitting is openbaar.

.          De deuren worden gesloten als de voorzitter van de commis­sie of één van de aanwezige leden het nodig oor­deelt, of de in­diener van het bezwaarschrift daarom verzoekt.

.          Als de meerderheid van de aanwezige commissieleden vervolgens beslist dat zwaarwegende be­langen zich tegen openbaarheid van de zitting verzet­ten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

.          In afwijking van het hiervoor in de leden 1, 2 en 3 bepaalde zijn de zittingen van de kamers II en IV niet openbaar.

 

Artikel 19 Nader onderzoek

.          Als na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

.          De informatie die uit het nader onderzoek is verkregen wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende toegezonden.

.          De voorzitter beslist of het noodzakelijk is een nieuwe hoorzitting te beleggen.

.          Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 20. Beraadslaging en advisering

.          De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het advies dat aan het bestuursorgaan wordt uitgebracht.

.          De beslissing over het advies wordt genomen door drie leden.

.          De commissie beslist over het uit te brengen advies met meer­derheid van stemmen.

.          Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies mel­ding gemaakt als die minderheid dit verlangt.

.          Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel aan het bestuursorgaan voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

.          Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie onderte­kend.

 

Artikel 21. Uitbrengen advies

Het advies wordt samen met het verslag van de hoorzitting tijdig aan het bestuursorgaan uitgebracht.

De indiener van het bezwaarschrift en overige belanghebbenden ontvangen hiervan te zelfder tijd een afschrift.


 

 

Artikel 22. Toezending beslissing op bezwaarschrift

.          De commissie ontvangt een afschrift van de beslissing op het bezwaarschrift.

.          Van het bepaalde in lid 1 kan op verzoek van de commis­sie worden afgewe­ken.

.          Voor zover sprake is van overige belanghebbenden, anders dan bedoeld in de artikelen 7:12 en 7:26 van de Algemene wet bestuursrecht, ontvangen ook zij een afschrift van de beslissing op het bezwaarschrift.

 

Artikel 23. Vervolgprocedures

De commissie ontvangt een afschrift van rechterlijke uitspraken in vervolgprocedures.

 

Artikel 24. Jaarverslag

De commissie zendt jaarlijks een verslag van haar werk­zaamheden aan de burgemeester, het college en de raad.

 

 

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

 

Artikel 25

De Verordening commissie voor de beroep- en bezwaarschriften wordt ingetrokken.

 

Artikel 26

Op de (plaatsvervangende) externe leden die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening reeds zitting hebben in de commissie is lid 1 van artikel 6 van toepassing.

 

Artikel 27

Deze verordening treedt zes weken na bekendmaking in werking.

 

Artikel 28

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Adviescom­missie voor bezwaarschriften.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 maart 2004.

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot                                     ,burgemeester

 

 

 

R. de Groot                                                      ,griffier.

 

Bekendgemaakt 28 maart 2004. Inwerkingtreding 10 mei 2004.

 

 

 



[1] waarvan 12 ingekomen in 2006, en 1 in 2005

* Aangehouden dagen niet meegerekend.

[2] Tegen sommige besluiten zijn veel bezwaarschriften ontvangen; deze aantallen geven een vertekend beeld voor het gemiddeld aantal behandelde bezwaarschriften ter zitting.

[3] Waarvan 11 ingetrokken en 4 doorgezonden