20332306
De raad van de gemeente
Delft;
gelezen het voorstel van
het College van burgemeester en wethouders van
18 september 2007;
gelet op artikel 228 van de
Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Bestuur en Werk;
b e s l u i t
vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing
en de invordering van precariobelasting 2008
(Verordening precariobelasting Delft 2008).
Artikel 1
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze verordening wordt
verstaan onder:
a. openbare gemeentegrond: de gemeentegrond, waaronder begrepen
gemeentewater, voor de openbare dienst bestemd;
b. jaar: een kalenderjaar;
c. maand: een kalendermaand;
d. week: een kalenderweek;
e. dag: een tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te
00.00 uur.
f. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een
gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon
een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond mag hebben.
Onder de naam
"precariobelasting" wordt een belasting geheven ter zake van het
hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond.
De precariobelasting wordt
geheven van degene die, al dan niet met vergunning, voorwerpen heeft onder, op
of boven openbare gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die
voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond worden aangetroffen.
Artikel 4 GRONDSLAG EN
MAATSTAF VAN HEFFING
De precariobelasting wordt
geheven naar de maatstaven, opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel.
Artikel 5 TARIEVEN
1. De precariobelasting wordt geheven naar de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een
in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.
3. In geval van samenloop van tariefbepalingen wordt slechts één
tarief toegepast en wel het voor de belastingplichtige voordeligste tarief.
4. De tarieven worden verhoogd met omzetbelasting indien het
gehanteerde tarief betrekking heeft op een activiteit die door het Ministerie
van Financiën wordt aangemerkt als een belaste prestatie.
Het belastingtijdvak is
gelijk aan een dag, week, maand of jaar, naar gelang de duur van het belastbare
feit.
1. De precariobelasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende
schriftelijke kennisgeving, aanslag of bij voldoening op aangifte. Als
voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het aanmeren in
werking stellen van de passantenautomaat op de daartoe bestemde wijze en met
inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde
voorschriften.
2. vervallen.
3. vervallen.
1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak
of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt,
bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt,
is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt,
wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de
beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4.
De in dit artikel bedoelde regeling geldt voor zover de belasting wordt
geheven voor een heffingstijdvak van een jaar.
1. De precariobelasting moet worden betaald binnen twee maanden na de
dagtekening van het aanslagbiljet of gedagtekende schriftelijke
kennisgeving.
2.
In afwijking van het eerste lid
geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet
verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag
bevat het bedrag daarvan, meer is
dan € 100,-- doch minder is dan € 2.500,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische
incasso kunnen worden afgeschreven, dat
de aanslagen moeten worden betaald in 10 (nagenoeg) gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand
na de dagtekening van het aanslagbiljet en
elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3.
Bij voldoening op aangifte moet de belasting overeenkomstig de aangifte
bij aanvang van het belastbare feit worden betaald.
De precariobelasting wordt
niet geheven voor:
a. wegwijzers en dergelijke
voorwerpen van de Algemene Nederlandse Wielrijdersbond en overeenkomstige
instellingen;
b. halteborden voor tram- en autobusondernemingen;
c. rijwielrekken;
d. het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond,
waarvoor krachtens een andere heffingsverordening of op grond van een
overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk
een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;
e. over openbare gemeentegrond opendraaiende voorwerpen welke krachtens
wettelijk voorschrift of wanneer dit van gemeentewege wordt geëist naar
buiten openslaand worden gemaakt;
f. rails, tramdraden, spandraden, palen, masten en elektrische geleidingen
en kabels ten behoeve van openbare middelen van vervoer;
g. zonneschermen, hijsbalken of luifels;
h. balkons, erkers, schoorstenen en andere uitbouwsels, welke op 1
januari 1932 aanwezig waren;
i. het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare
gemeentegrond ten behoeve van activiteiten welke een niet-commercieel
karakter dragen en worden georganiseerd in het kader van "promoting Delft";
j.
het hebben van voorwerpen door of vanwege de gemeente.
Artikel 11 NADERE
REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Het college van
burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de
heffing en de invordering van de precariobelasting.
Deze verordening kan worden
aangehaald als de ‘Verordening precariobelasting Delft 2008’.
Artikel 13 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALING
1. De verordening precariobelasting Delft 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid
genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich vóór de datum van ingang van de
heffing hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag
na die van bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.
4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde,
blijft, indien de datum waarop deze verordening in werking treedt ligt na de in
het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de in het eerste lid
genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode
plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van
de precariobelasting in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in de
openbare raadsvergadering van 8 november 2007.
De voorzitter,
De griffier,
TARIEVEN PRECARIOBELASTING DELFT
2008
Hoofdstuk 1 Algemeen tarief
Hoofdstuk 2 Stoepen, trappen, keldergangen en
dergelijke
Hoofdstuk 3 Palen en dergelijke
Hoofdstuk 4 Benzine- en andere pompen en automaten
Hoofdstuk 5 Benzine- en andere tanks
Hoofdstuk 6 Putten
Hoofdstuk 7 Leidingen, kabels, kokers, buizen en
dergelijke
Hoofdstuk 8 Verkoopinrichtingen
Hoofdstuk 9 Overslag en opslag van goederen
Hoofdstuk
10 Loodsen, keten en bouwmaterialen
Hoofdstuk
11 Schuttingen
Hoofdstuk
12 Balkons, erkers en dergelijke
Hoofdstuk
13 Automaten
Hoofdstuk
14 Transportbanen, viaducten en dergelijke
Hoofdstuk
15 Circussen
Hoofdstuk
16 Terrassen en terrasboten
Hoofdstuk
17 Vaartuigen in openbaar gemeentewater
Hoofdstuk 1 |
Algemeen tarief
|
|
|
1.1 |
Het
tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven
openbare gemeentegrond (inclusief openbaar gemeentewater), behoudens
de in deze tarieventabel vermelde bijzondere tarieven, per vierkante meter
oppervlakte gemeentegrond: |
|
|
1.1.1 |
per dag |
€ |
0,60; |
1.1.2 |
per week |
€ |
1,80; |
1.1.3 |
per maand |
€ |
4,41; |
1.1.4 |
per jaar |
€ |
41,94. |
1.2 |
Het aantal vierkante meters, ter zake van
vaartuigen als bedoeld in artikel 1 Verordening openbaar gemeentewater Delft
1996, wordt berekend door vermenigvuldiging van de lengteas met de breedteas
van het vaartuig gemeten vanuit het midden van het vaartuig. |
|
|
1.3 |
Het totaal berekende bedrag ter zake van het
hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond kent een
minimum van |
€ |
20,47. |
Hoofdstuk 2 |
Stoepen,
trappen, keldergangen en dergelijke |
|
|
2.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een stoep,
stoeptreden, een trap, een kelderingang en dergelijke, voor zover deze meer
dan 25 centimeter vóór de gevel uitsteken, per vierkante decimeter
horizontale oppervlakte per jaar |
€ |
0,82. |
Hoofdstuk 3 |
Palen en
dergelijke |
|
|
3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een paal of
dergelijk voorwerp per paal en dergelijke: |
|
|
3.1.1 |
buiten verband van een steiger: |
|
|
3.1.1.1 |
per maand |
€ |
0,93; |
3.1.1.2 |
per jaar |
€ |
10,43. |
Hoofdstuk 4 |
Benzine- en
andere pompen en automaten |
|
|
4.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een benzine-,
olie-, petroleum-, gas-, lucht-, waterpomp c.q. -automaat of andere pomp, per
pomp per jaar |
€ |
210,61. |
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 |
Benzine- en
andere tanks |
|
|
5.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een benzine-,
petroleum-, gas- of andere tank, met daarbij behorende leidingen of buizen,
per 1000 liter inhoud per tank per jaar |
€ |
33,74. |
Hoofdstuk 6 |
Putten |
|
|
6.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een put per put per jaar |
€ |
39,75. |
Hoofdstuk 7 |
Leidingen,
kabels, kokers, buizen en dergelijke |
|
|
7.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een elektrische
of andere leiding, een kabel, een buis of een koker, met uitzondering van die
welke bestemd zijn voor de afvoer van afval- en of hemelwater, dan wel de
buizen als bedoeld in 5.1, per strekkende meter per jaar |
€ |
3,34. |
7.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van leidingen ten
behoeve van collectieve woningverwarmingssystemen per leidingpaar (heen- en
retourleidingen), per strekkende meter retourleiding per jaar |
€ |
3,34. |
Hoofdstuk 8 |
Verkoopinrichtingen |
|
|
8.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een tent, een
kraam, een kiosk, een open tafel of andere inrichting tot verkoop van
bloemen, eet- of andere koopwaren: |
|
|
8.1.1 |
indien een vergunning wordt verleend voor een
periode van een jaar of langer, waarbij de vergunning
geldig is voor dezelfde dag(en) van iedere week, per
vierkante meter of gedeelte hiervan per jaar: |
|
|
8.1.1.1 |
voor 1 dag in de week |
€ |
38,00; |
8.1.1.2 |
voor 2 dagen in de week |
€ |
56,89; |
8.1.1.3 |
voor 3 dagen in de week |
€ |
75,90; |
8.1.1.4 |
voor 4 of meer dagen in de week |
€ |
94,79; |
8.1.2 |
indien een vergunning wordt verleend voor één of
meer dagen, |
|
|
8.1.2.1 |
voor activiteiten tot 20 vierkante meter per dag |
€ |
160,63; |
8.1.2.2 |
voor activiteiten vanaf 20 vierkante meter per
dag |
€ |
321,39; |
8.1.2.3 |
tot verkoop van kerstbomen of oliebollen en
aanverwante artikelen, per vierkante meter per dag |
€ |
0,87. |
Hoofdstuk 9 |
Overslag en
opslag van goederen |
|
|
9.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van: |
|
|
9.1.1 |
voorwerpen, goederen of waren, anders dan bedoeld
in hoofdstuk 10, per vierkante meter per jaar |
€ |
39,54; |
9.1.2 |
voorwerpen ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf (uitstallingen en dergelijke), per
vierkante meter per jaar |
€ |
39,54; |
9.1.3 |
voorwerpen ten behoeve van de uitoefening van een
bedrijf (uitstallingen en dergelijke) in een door
burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen gebied, per vierkante meter per jaar |
€ |
79,07. |
9.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van: |
|
|
9.2.1 |
voorwerpen, goederen en waren ten behoeve van de
op- en overslag van goederen aan de gemeentelijke loswal en kaden, per
vierkante meter per jaar |
€ |
19,77; |
9.2.2 |
een kraan ten behoeve van de overslag van goederen
aan de gemeentelijke loswal en kaden, per dag |
€ |
6,31. |
Hoofdstuk 10 |
Loodsen,
keten en bouwmaterialen |
|
|
10.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een loods of een
keet bij bouwverrichtingen en voor het plaatsen van bouwmaterialen en
gereedschappen, zoals een steiger en stelling of enig ander werktuig ten
dienste van bouwwerken, per vierkante meter per week |
€ |
0,98. |
Hoofdstuk 11 |
Schuttingen |
|
|
11.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van: |
|
|
11.1.1 |
een schutting, welke openbare gemeentegrond
omsluit, waarop een trottoir of bestrating is aangelegd,
per vierkante meter ingesloten grond per week |
€ |
1,80; |
11.1.2 |
een schutting, welke openbare gemeentegrond
omsluit, waarop nog geen trottoir of bestrating is
aangelegd, per vierkante meter ingesloten grond per week |
€ |
0,72. |
Hoofdstuk 12 |
Balkons,
erkers en dergelijke |
|
|
12.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een balkon,
erker, schoorsteen of ander bouwsel, per vierkante meter horizontale
oppervlakte per jaar |
€ |
0,00 |
Hoofdstuk 13 |
Automaten |
|
|
13.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een automaat
voor elke 0,25 m breedte in horizontale projectie gemeten, per jaar |
€ |
23,76. |
Hoofdstuk 14 |
Transportbanen,
viaducten en dergelijke |
|
|
14.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een
transportbaan of een dergelijke inrichting, per vierkante meter overdekte
gemeentegrond per jaar |
€ |
33,74. |
|
|
|
|
Hoofdstuk 15 |
Circussen |
|
|
15.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van een circus: |
|
|
15.1.1 |
op een terrein tot 5.000 m², per dag |
€ |
309,37; |
15.1.2 |
op een terrein van 5.000 m² en meer, per dag |
€ |
618,76. |
Hoofdstuk 16 |
Terrassen
en terrasboten |
|
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van |
|
|
16.1.1 |
een terras, per vierkante meter |
|
|
16.1.1.1 |
per dag |
€ |
0,72; |
16.1.1.2 |
per week |
€ |
2,08; |
16.1.1.3 |
per maand |
€ |
5,03; |
16.1.1.4 |
per jaar |
€ |
47,94; |
16.1.2 |
een terrasboot, per vierkante meter |
|
|
16.1.2.1 |
per dag |
€ |
0,82; |
16.1.2.2 |
per week |
€ |
2,52; |
16.1.2.3 |
per maand |
€ |
6,12; |
16.1.3 |
een terras in een door burgemeester en wethouders
als zodanig aangewezen gebied, per vierkante meter |
|
|
16.1.3.1 |
per dag |
€ |
0,82; |
16.1.3.2 |
per week |
€ |
2,52; |
16.1.3.3 |
per maand |
€ |
6,12; |
16.1.3.4 |
per jaar |
€ |
57,45. |
Hoofdstuk 17 |
Vaartuigen
in openbaar gemeentewater |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor vaartuigen als bedoeld
in artikel 1 van de Verordening openbaar gemeentewater Delft 1996 ter zake
van: |
|
|
17.1.1 |
recreatieve zeil- en/of motorjachten kleiner dan
16 m² en op spierkracht voort te bewegen kleine vaartuigen, zoals
waterfietsen, roeiboten, kano’s en dergelijke, per vaartuig |
|
|
17.1.1.1 |
per jaar |
€ |
61,15; |
17.1.1.2 |
per maand |
€ |
6,12; |
17.1.2 |
een recreatief zeil- en/of motorjacht van meer
dan 16 m², per m²: |
|
|
17.1.2.1 |
per jaar |
€ |
3,82; |
17.1.2.2 |
per maand |
€ |
0,38; |
17.1.3 |
een woonschip, per m² per jaar |
€ |
5,14; |
17.1.4 |
een dekschuit, ponton, vlot of beunbak, per m² |
|
|
17.1.4.1 |
per dag |
€ |
0,15 |
17.1.4.2 |
per week |
€ |
0,46 |
17.1.4.3 |
per maand |
€ |
1,09 |
17.1.4.4 |
per jaar |
€ |
10,49 |
17.1.5 |
overige vaartuigen, per m² |
|
|
17.1.5.1 |
per dag |
€ |
0,60; |
17.1.5.2 |
per week |
€ |
1,80; |
17.1.5.3 |
per maand |
€ |
4,36; |
17.1.5.4 |
per jaar |
€ |
41,94. |
17.2 |
het aangemeerd hebben van een vaartuig aan de
passantensteiger in de Zuidkolk, per 24 uur |
€
|
8,00 |
17.3 |
Het aantal vierkante meters zoals bedoeld in
hoofdstuk 17 wordt berekend door vermenigvuldiging van de lengteas met de
breedteas van het vaartuig, gemeten vanuit het midden van het vaartuig. |
|
|
Behoort
bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 8 november 2007 tot vaststelling
van de Verordening precariobelasting Delft 2008.
op de verordening precariobelasting Delft 2008
In
artikel 1 is een omschrijving van het begrip ‘vergunning’ (onderdeel f)
opgenomen.
Artikel
10, onderdeel i, heeft een kleine grammaticale wijziging ondergaan. Voor de
wijziging zou via tekstuele interpretatie van dit onderdeel de opvatting
gehuldigd kunnen worden dat de twee in het onderdeel genoemde criteria
zelfstandig kunnen worden toegepast. Hoewel dit uitdrukkelijk nooit de
bedoeling is geweest, is om misverstanden te voorkomen de redactie van het
onderdeel aangepast.
Lid
2 en 3 van artikel 7 zijn komen te vervallen. Lid 2 regelde de zogenoemde
efficiencyvrijstelling voor aanslagen van minder dan € 9,-. Deze vrijstelling
wordt niet meer gehanteerd. Lid 3 regelde de uitzondering op deze vrijstelling
en is derhalve eveneens komen te vervallen.
Tarieventabel
De
tarieven van de precariobelasting zijn verhoogd met het voor 2008 vastgestelde
algemene prijsstijgingspercentage van 2,4%.
Het tarief uit hoofdstuk 17.1.4.1. wordt niet verhoogd,
omdat de technische afronding na verhoging met het prijsstijgingspercentage van
2,4% hieraan in de weg staat.
Het
tarief 17.2 is niet verhoogd. Een verhoging naar € 8,19 is uit praktisch
oogpunt op dit moment niet gewenst.