Regeling mandaatverstrekking, machtiging en volmachtverlening aan de SVB

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft, c.q. de burgemeester,

 

 

Gelet op artikel 7, vierde lid, van de Wet werk en bijstand,

 

 

Besluit:

 

Artikel 1        Begripsbepaling

 

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. WWB:  Wet werk en bijstand;

b.     65-plussers:  personen van 65 jaar en ouder en de leden van hun gezin bedoeld in artikel 4, sub c van de WWB;

  1. Algemene bijstand: de algemene bijstand bedoeld in artikel 5, aanhef en sub b, van de WWB;
  2. AOW:  Algemene Ouderdomswet;
  3. Awb: Algemene wet bestuursrecht;
  4. SVB: de Sociale verzekeringsbank;
  5. Raad van bestuur van de SVB: de Raad van bestuur van de SVB zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 3 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. 

 

Artikel 2        Omvang van het mandaat

 

    1. Het college van burgemeester en wethouders mandateert aan de Raad van bestuur van de SVB de uitvoering van de WWB voor zover het betreft de algemene bijstand van de 65-plussers die in de gemeente woonachtig zijn (of in het geval van adreslozen) de 65-plussers die zich in de gemeente bevinden. Dit mandaat strekt zich tevens uit tot de afhandeling van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures.
    2. Hert mandaat strekt zich niet uit tot de in de WWB genoemde ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en de daarop gerichte voorzieningen, behoudens het opleggen van de arbeidsverplichting of het opleggen van een maatregel. De SVB zal eventuele bezwaar- en beroepsprocedures over deze besluiten eveneens afhandelen.

 

Artikel 3        Beleidsregels

 

  1. Het college van burgemeester en wethouders verleent aan de Raad van bestuur van de SVB de bevoegdheid om in overleg met de gemeente beleidsregels op te stellen ter zake van de in artikel 2 bedoelde uitvoering van de WWB.
  2. De in lid 1 genoemde beleidsregels treden in de plaats van de beleidsregels die door het college van burgemeester en wethouders zijn opgesteld.

 

Artikel 4        Ondermandaat

 

Het college van burgemeester en wethouders verleent aan de Raad van bestuur van de SVB de in artikel 10:9 van de Awb vereiste toestemming om voor de in artikel 2 bedoelde uitvoering ondermandaat te verlenen aan ondergeschikten.

 

Artikel 5        Uitvoeringsregeling

 

Het in artikel 2 genoemde mandaat is nader uitgewerkt in een uitvoeringsregeling

 

Artikel 6        Instemming SVB

 

De SVB verleent door mede-ondertekening van dit besluit de in artikel 10:4 van de Awb bedoelde instemming.

 

Artikel 7        Machtiging en volmacht

 

  1. In aanvulling op de in artikel 2 bedoelde mandaatverstrekking verleent de burgemeester aan de Raad van bestuur van de SVB een volmacht om privaatrechterlijke handelingen te verrichten en een machtiging om feitelijke handelingen te verrichten en besluiten te nemen anders dan bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.
  2. De in dit lid genoemde volmacht en machtiging is beperkt tot handelingen die in het kader van de uitvoering van de WWB zoals omschreven in artikel 2, noodzakelijk zijn.

 

Artikel 8        Inwerkingtreding

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2008

 

Artikel 9        Citeertitel

 

Dit besluit wordt aangeheeld als de regeling mandaatverstrekking, machtiging en volmachtverlening aan de SVB.

 

 

Gemeente Delft, dd.

 

 

Het college van burgemeester en wethouders, c.q. de burgemeester,

 

 

 

Secretaris,                                                     de burgemeester

H.G.L.M. Camps                                               G.A.A. Verkerk

 

 

 

De raad van bestuur van de SVB,

 

 

 

 

Toelichting op de regeling mandaatverstrekking

 

Algemeen

 

Op 1 januari 2004 is de WWB ingevoerd. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente heeft krachtens deze wet opdracht om algemene bijstand te verstrekken aan rechthebbenden van 65 jaar en ouder. De SVB heeft krachtens de AOW de opdracht AOW te verstrekken aan rechthebbenden van 65 jaar en ouder.

Veel rechthebbenden van een gekorte AOW-uitkering hebben ook recht op algemene bijstand. Er si derhalve sprake van een overlap in de rechthebbenden krachtens de WWB en de AOW. De gemeente en de SVB hebben de wens te zoeken naar samenwerking teneinde de dienstverlening aan deze rechthebbenden te verbeteren. In vervolg op een verkennend onderzoek heeft de SVB samen met een aantal gemeenten het initiatief genomen om een project te starten waarbij de uitvoering van de algemene bijstand van 65-plussers wordt geconcentreerd bij een loket: de SVB.

Primaire doelstelling is om met de inzet van de bestaande infrastructuur  van de SVB de dienstverlening aan de burger te verbeteren. Subsidiair dient het niet-gebruik van de WWB teruggedrongen te worden door het actief benaderen van 65-plussers met informatie over het recht op aanvullende bijstand. Daarnaast dient een vermindering van de uitvoeringskosten gerealiseerd te worden.

 

Ten behoeve van de overdracht heeft het college besloten de uitvoering van de algemene bijstand aan de SVB te mandateren. Artikel 7, vierde lid van de WWB biedt de juridische grondslag voor dit mandaat. Uit dit artikel volgt dat het college de uitvoering van deze wet door derden kan laten verrichten. Uit dit artikel blijkt tevens dat de vaststelling van de rechten en plichten van de belanghebbende en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van diens omstandigheden alleen aan een bestuursorgaan kan worden gemandateerd.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1

In dit artikel worden enkele begrippen gedefinieerd. Deze definities behoeven geen nadere toelichting.

 

Artikel 2

De omvang van het mandaat betreft het gehele proces: aanvraagafhandeling; bestandsbeheer en betaling; de afhandeling van bezwaarschriften; het verrichten van afdrachten, inhoudingen en doorbetalingen; vertegenwoordiging in rechte bij (hoger) beroep en cassatie; handhaving, opsporing en incasso (inclusief het terugvorderen van ten onrechte betaalde algemene bijstand); klachtenafhandeling; klantcommunicatie; uitvraag van gegevens; verantwoording en rapportage.

 

Ten aanzien van de afhandeling van bezwaarschriften wordt nog het volgende opgemerkt. Uit artikel 10:3, derde lid van de Awb volgt dat het mandaat tot beslissen op bezwaar niet mag worden verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen. In geval van een mandaat aan een bestuursorgaan brengt dit met zich mee dat niet dezelfde persoon binnen het bestuursorgaan zowel in primo als in bezwaar mag beslissen. Uit de literatuur blijkt dat in een besluit tot ondermandaat geregeld moet worden dat beslissingen op bezwaar ook daadwerkelijk door een ander worden genomen. Voorts blijkt uit jurisprudentie dat degene die op het bezwaar beslist niet ondergeschikt mag zijn aan degene die in primo heeft beslist. Het ondermandaat besluit van de SVB zal overeenkomstig deze wetgeving en jurisprudentie worden opgesteld.

 

Artikel 3

Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de regeling het niet praktisch achtte om de bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels door de mandataris (in casu: de SVB) te verbieden. Voorwaarde is wel dat bij de mandaatverlening expliciet bepaald wordt dat de mandataris deze bevoegdheid heeft. Artikel 3 eerste lid, voorziet in deze bepaling. Om onduidelijkheid ten aanzien van het geldende beleid te voorkomen is in het tweede lid van artikel 3 bepaald dat de beleidsregels van de SVB in plaats treden van de beleidsregels die door het college van burgemeester en wethouders zijn opgesteld.

 

Artikel 4

Onder ondermandaat wordt verstaan de bevoegdheid van de mandataris om de gemandateerde bevoegdheid aan een ander door te mandateren. Uit artikel 10:9, eerste lid, van de Awb blijkt dat voor ondermandaat de toestemming van de oorspronkelijke mandans( in casu: het college van burgemeester en wethouders) noodzakelijk is. Deze toestemming kan onmiddellijk bij de mandaatverlening worden toegekend. Artikel 4 voorziet in deze toestemming.

 

De raad van bestuur van de SVB zal ondermandaat verlenen middels het Organisatievolmacht en mandaatbesluit SVB (OVM) overeenkomstig de aan haar opgedragen uitvoeringstaken van de AOW.

 

Artikel 5

De uitvoeringsregeling is als bijlage toegevoegd aan de Regeling mandaatverstrekking aan de SVB. In de uitvoeringsregeling worden in ieder geval ten aanzien van de volgende aspecten afspraken vastgelegd: frequentie en tijdstippen van evaluatie en overleg; verantwoording en rapportage; wijze van uitwisseling van gegevens; klachten; procedure bezwaar en beroep; overzicht met contactpersonen; beveiligingsaspecten; kwaliteitsaspecten.

 

Artikel 6

Artikel 10:4 van de Awb schrijft voor dat de mandaatverordening aan niet-ondergeschikten de instemming van de gemandateerde en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt, behoeft. De SVB is niet ondergeschikt aan het college van burgemeester en wethouders en zal derhalve moeten instemmen met de mandaatverlening. Door deze instemming onderwerpt de SVB zich aan de verplichtingen die voor gemandateerden uit de Awb voortvloeien.

 

Artikel 7

De mandaatverstrekking is beperkt tot de bevoegdheid om besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb te nemen. Dit volgt uit artikel 10:1 van de Awb waarin mandaat wordt omschreven als ‘de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen’. Ten behoeven van een goede uitvoering van de WWB moet de SVB in enkele gevallen oom privaatrechtelijke rechtshandelingen of feitelijke handelingen kunnen verrichten.

Voorbeelden van privaatrechtelijke handelingen zijn de privaatrechtelijke rechtshandelingen die in het kader van een beslaglegging moeten worden verricht en de terugvorderingen die op artikel 6:203 van het BW moeten worden gebaseerd (in geval van een doorgeschoten betaling na het overlijden van de uitkeringsgerechtigde of als de uitkering per ongeluk op een onjuiste rekening wordt gestort). De behandeling van klachten en de vertegenwoordiging in rechte zijn voorbeelden van feitelijke handelingen die zich in het kader van de WWB kunnen voordoen.

 

Dit betekent dat de burgemeester in aanvulling op de mandatering als bedoeld in artikel 2 de Raad van bestuur van de SVB een volmacht, c.q. machtiging moet verlenen voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen c.q. het nemen van besluiten anders dan bedoeld in artikel 1:3 van de Awb (zie artikel 171 van de gemeentewet). Artikel 7 voorziet in de verlening van deze volmacht en machtiging.

 

Artikelen 8 en 9

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.