Inhoud

 

De nota

 

 

BIJLAGE

1.      Inleiding

2         Achtergronden

3         Gebruik en beperkingen van de schuldhulpverlening in Delft

4         Visie en uitgangspunten

5         Doelgroepen waaraan we prioriteit geven

6         Wat willen we bereiken?

7         Wat gaan we er voor doen?

8         Wat mag het kosten?

9         Beslispunten

 

 

 

Bijlage 1     Wat is armoede?

Bijlage 2     Schuldhulpverlening en begrippen

Bijlage 3     Het huidige aanbod van schuldhulpverlening en budgethulp in Delft

 

 

 


De nota

 

Hierbij bieden wij u het vierjarenbeleidsplan ‘Aanpak Schuldhulpverlening 2007 – 2010’ aan.

Steeds meer inwoners van Delft worden geconfronteerd met een toenemende schuldenproblematiek. Daar gaat de gemeente actief op in spelen door samenwerking met externe hulporganisaties te versterken en meer instrumenten, gericht op verschillende doelgroepen, in te zetten. Kern is dat de voorzieningen laagdrempelig, effectief en duurzaam zijn.

 

De bestaande schuldhulpverlening die de gemeente aanbiedt via de Budgetwinkel richt zich voornamelijk op schuldregeling in financieel-technische zin. Burgers krijgen hulp bij het tot stand brengen van een regeling met schuldeisers, die als regel 36 maanden duurt. Vanwege de gedragscode van de NVVK die moet worden gehanteerd is deze voorziening in de praktijk hoogdrempelig, waardoor een omvangrijke groep mensen daarmee niet (meer) kan worden geholpen. Ondermeer deze situatie leidt tot wachtlijsten bij een externe schuldhulpverleningsinstantie als STOED.

Naast schuldhulpverlening is er ook behoefte aan een ‘mildere’ vorm van budgethulp, waarbij de schulden op een snellere manier kunnen worden gesaneerd.

 

Bij problematische schulden is veelal sprake van een verwevenheid van psychosociale en financiële oorzaken en gevolgen. Schuldhulpverlening vergt dan ook een integrale aanpak, waarbij naast financiële oplossingen, de aandacht gericht wordt op de achterliggende problematiek.

Dat betekent ook dat er diverse partijen bij de schuldhulpverlening zijn betrokken, professionele instanties en diverse vrijwilligersorganisaties. Essentieel is een goed functionerend samenwerkingsverband met duidelijke rollen en werkafspraken.

 

Naast het aanbieden van instrumenten die de schuldenproblematiek en de achterliggende problematiek moeten aanpakken, zet de gemeente verschillende preventieve instrumenten in ter voorkoming van schulden.

Hieronder zetten wij ze voor u op een rij.

Vanuit haar zorgplicht stelt de gemeente de instrumenten van schuldhulpverlening open voor ieder burger van Delft. Prioriteit legt de gemeente bij mensen met een laag inkomen en bij jongeren. Onder hen onderscheiden we verschillende doelgroepen. Het accent van de hulp ligt op maatwerk, dat wil zeggen dat iedereen de hulp krijgt die hij of zij nodig heeft op basis van zijn / haar problematiek.

 

Schuldhulpverlening is een arbeidsintensief proces met vele raakvlakken naar andere beleidsterreinen en hulporganisaties binnen en buiten de gemeente. Samenwerking vormgeven, instrumenten uitwerken en implementeren, en effecten meten vraagt tijd. 2007 en 2008 zullen vooral in het teken staan van bouwen, uitwerken en implementeren; in 2009 en 2010 zullen vooral evaluaties plaatsvinden en leerpunten worden verwerkt.

Voor de sturing op het beleid schuldhulp en voor de uitvoering ervan claimen we nu 2,2 fte; waarvan 1 fte (sturing) voor een periode van 4 jaren.(1.2 fte DUIT). Daarnaast starten we in mei met een pilot aanvullende multi-disciplinaire dienstverlening voor klanten, die instromen bij de Budgetwinkel.(3 fte). Voor een deel van de instrumenten zijn de consequenties, nog niet geheel te overzien. Daarom wordt voorgesteld:

  1. een implementatieplan voor de realisatie op te stellen en
  2. de eventuele financiële consequenties in afzonderlijke besluitvorming aan de orde te hebben.

Na de zomer 2007 komen we met een eerste bestuurlijke voortgangsrapportage over dit vierjarenplan.  

Overzicht van de instrumenten, die daarin aan de orde zullen komen:

 

Instrument

Doelgroep

Tijdpad

 

Preventie

 

 

1

Signalering - meldpunt

Iedere burger

2007 / 2008

2

Budgetlessen op school

Jongeren

2007 / 2008

3

Voorlichting in de wijken

Prioritaire geroepen

2007 / 2008

4

Budgetscreening bij aanvraag WWB uitkering

Aanmelders WWB-uitkering

2007 / 2008

5

Preventief budgetbeheer

Mensen met een WWB-uitkering

2007 / 2008

6

Hulp bij invullen formulieren

Mensen met een laag inkomen

2007 en verder

7

Incassokosten verlagen

Mensen met een laag inkomen, met betalingsachterstanden

2007 en verder

8

Inkomensondersteunende voorzieningen

Mensen met een laag inkomen

2007 en verder

 

Zorg

 

 

9

Pilot bestrijding uitval Budgetwinkel.

Mensen met een laag inkomen.

2007.

10

Frontoffice

Mensen die hulp vragen

2007 / 2008

11

Budgethulp en -begeleiding

Mensen met een laag inkomen, met net-niet problematische schulden

2007 / 2008

12

Budgethulp en -begeleiding

Jongeren

2007 / 2008

13

Budgettraining

Mensen is een schuld- of budgethulptraject

2007 / 2008

14

Budgetbeheer en -begeleiding

Mensen met een WWB-uitkering, als onderdeel van het re-integratietraject

2007 en verder

15

Budgetbegeleiding aan huis

Prioritaire groepen, met meervoudige problematiek

2007 / 2008

16

Voorlichting en budgethulp

Zelfstandigen met een laag inkomen

2007 / 2008

17

Schuldenregeling

Burgers van Delft, in het bijzonder prioritaire groepen

2007 en verder

18

Schuldhulpfonds

Cliënten van de Budgetwinkel

2007 en verder

 

Nazorg

 

 

19

Nazorg

Mensen die aan het einde zijn van hun hulpverleningstraject

2007 en verder

 

Beslispunten:

Het college stemt in met:

  1. Het beleid schuldhulpverlening 2007 – 2010, zoals verwoord in deze nota.
  2. Het ter hand nemen van de instrumenten, zoals beschreven in hoofdstuk 7 van de BIJLAGE.
  3. De dekking van de kosten, zoals beschreven in hoofdstuk 8 van de BIJLAGE, om de schuldhulpverlening in Delft in de komende jaren vorm te geven.

BIJLAGE 1.

 

1          Inleiding

 

Delft spant zich in deze bestuursperiode nog sterker in om de armoede te bestrijden. Dit doet de gemeente door een actief beleid te voeren. Speerpunten van dit beleid zijn economische zelfstandigheid, ‘meedoen’ in de samenleving en versterking van de eigen kennis en kracht van de Delftse burgers.

 

In september 2006 is een anti-armoede conferentie gehouden, waar de aandacht werd gevestigd op de financiële, sociale en maatschappelijke problematiek van lage inkomens. Op de conferentie zijn ondermeer de resultaten gepresenteerd van de recent afgeronde Monitor Lage Inkomens Delft.

Vertegenwoordigers van vele professionele instellingen en vrijwilligersorganisaties, die werken op het terrein van financiële dienstverlening en schuldhulpverlening, waren aanwezig.

Conferentie en monitor beoogden input te leveren voor een krachtig anti-armoedebeleid. En dat is gelukt: de conferentie heeft veel nieuwe inzichten en inspiratie opgeleverd. Ook voor een belangrijk onderdeel van het anti- armoedebeleid, namelijk de schuldhulpverlening.

 

In deze nota[1] wordt het beleid geformuleerd, dat de gemeente Delft wil voeren op het terrein van de schuldhulpverlening.

 

Waarom nu beleid formuleren

Het terrein van de schuldhulpverlening is niet nieuw; door diverse professionele instellingen en vrijwilligersorganisaties in de stad wordt hulp bij schuldensituaties geboden, of bij het voorkomen ervan.

·   Ervaringsgegevens wijzen echter uit dat meer mensen in schuldensituaties geraken en dat de schulden hoger en complexer worden. Daarnaast stelt de bestaande schuldhulpverlening voorwaarden aan de hulp en sluit daarbij dus ook weer mensen uit. Het effect is dat de aanwezige hulp niet toereikend is. Niet alle mensen, die hulp vragen, kunnen geholpen worden, of in elk geval niet nu / op korte termijn.

·   Van een effectief integrale aanpak, waarin de verschillende instellingen en organisaties vanuit hun eigen rol samenwerken en zo maatwerkhulp kunnen bieden aan Delftse burgers, is nog geen sprake.

 

Daarom is het tijd voor een verbreding van het instrumentarium en nemen we het initiatief om samenwerking te versterken.

 

Een vierjarenplan

Schuldhulpverlening is een arbeidsintensief proces met vele raakvlakken naar andere beleidsterreinen en hulporganisaties binnen en buiten de gemeente. Samenwerking vormgeven, instrumenten uitwerken en implementeren, en effecten meten vraagt tijd. 2007 en 2008 zullen vooral in het teken staan van bouwen, uitwerken en implementeren; in 2009 en 2010 zullen vooral evaluaties plaatsvinden en leerpunten worden verwerkt. De voorbereiding en realisatie van de verschillende instrumenten zijn divers van aard. Daarom gaan we ook werken met voortgangsrapportages, opdat de realisatie van de ambities goed in beeld komt.

 

Kern van de nota

Met een verbreding van het instrumentarium en bouwen aan een versterkte samenwerking wil de gemeente een nieuwe impuls geven aan het voorkomen en terugdringen van schuldensituaties onder burgers van Delft.

 

2          Achtergronden

 

Mensen kunnen in schulden raken doordat zij - langdurig - een laag inkomen hebben.

Daarnaast treffen we veel schuldensituaties, die niet enkel het gevolg zijn van een laag inkomen of een financiële tegenvaller, maar waar meerdere problemen achter schuil gaan. Hier kan niet volstaan worden met het aanbieden van financieel-technische schuldhulpverlening alleen.

Het hebben van een schuldenproblematiek is voor veel mensen maar één van de problemen. Veelal is sprake van een mix van factoren die ten grondslag ligt aan een schuldensituatie en het is dan ook noodzakelijk de achtergronden van de leefsituatie bij de aanpak te betrekken.

 

Verarming - als gevolg van schulden -  kan tot een ontwrichting van de totale leefsituatie van mensen leiden, hetgeen vaak gepaard gaat met lichamelijke en psychische problemen, huisvestingsproblemen en relatieproblemen. Niet zelden komen mensen met schulden in een neerwaartse spiraal terecht, waardoor uiteindelijk gedeeltelijke of totale uitsluiting uit de maatschappij dreigt. De gevolgen van problematische schulden zijn ernstig voor de mensen die het betreft én voor de samenleving. (Zie ook bijlage 2 ’Wat is armoede?’).

 

Juist die complexiteit van oorzaak en gevolg, en de toenemende omvang van het probleem vereisen een aanpak op meerdere terreinen, waarbij samenwerking tussen verschillende instellingen geboden is.

 

 

3          Het gebruik en de beperkingen van de schuldhulpverlening in Delft

 

Vele Delftenaren met schulden kloppen voor hulp aan bij de Budgetwinkel. De Budgetwinkel maakt deel uit van de gemeente, sector Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) en werkt, omdat zij is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), volgens de NVVK-gedragscode.

De laatste jaren is het aantal huishoudens met problematische schulden dat zich aanmeldt bij de Delftse Budgetwinkel aanzienlijk toegenomen, van 224 in 2001 tot 490 in 2005 (tot 700 in 2006) en is de gemiddelde hoogte van het schuldbedrag per cliënt in dezelfde periode aanmerkelijk gestegen van

€ 5000 naar € 18.000[2]. Het aantal mensen dat daadwerkelijk geholpen kan worden is (door de hoogte, of de complexiteit van de schuld) echter teruggelopen. Dit heeft ondermeer te maken met de de NVVK- gedragscode. Die brengt met zich mee, dat lang niet alle aanmelders ook daadwerkelijk voor een schuldhulpverleningstraject in aanmerking komen, onder andere door meervoudige problematiek van de aanvrager, niet-saneringsrijpe schulden (dat wil zeggen schulden die bijvoorbeeld niet binnen 36 maanden in te lossen zijn, of waar een te gering besteedbaar inkomen tegenover staat), fraudeschulden en openstaande boetes bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau.

Het aantal geslaagde schuldregelingstrajecten volgens de NVVK-methode (zie bijlage 2) is daarbij sterk afgenomen, van 223 in 2001 tot 107 in 2005[3], onder andere doordat schuldeisers zich steeds minder bereid tonen mee te werken aan een minnelijke regeling. Daarbij heeft de NVVK tot nu toe voor een vrij instrumentele / procesmatige benadering van de schuldhulpverlening gekozen, die hoge eisen stelt aan de klant.

Inmiddels werkt men binnen de NVVK – omdat men zelf ook niet tevreden is over het slagingspercentage – aan verandering van werkwijze[4]; van procesgericht naar klantgericht. Er komt aandacht voor de wensen en mogelijkheden van de klant. De behoefte om aan een stabilisatie van de situatie van de klant te werken als start voor een schuldhulpverleningstraject wordt onderkend. Daarnaast mag een (te) laag inkomen geen reden meer zijn om geen hulpverleningsaanbod te doen. Tot slot wordt door de NVVK gepropageerd om meer dan nu het geval is direct over te gaan tot financieel beheer.

 

Van het aantal huishoudens dat een traject volgt bij de Budgetwinkel Delft heeft 70% een inkomen beneden 120 % van de bijstandsnorm, waaronder 8% werkenden. Van het totaal aantal trajectcliënten heeft 80% enigerlei vorm van uitkering. Een ruime meerderheid van 56% van de huishoudens in traject heeft een niet-Nederlandse achtergrond. Voor de aanmelders is dit percentage zelfs 70%.

 

Bij het Instituut Sociaal Raadslieden Delft (ISR – ook onderdeel van de gemeente) waren er in 2005 347[5] contacten direct in verband met schulden en andere budgettaire problemen, van de in totaal 5.015 contacten. Ruim een kwart van alle contacten viel in de categorie sociale zekerheid en ruim een kwart van de contacten betroffen wonen en belastingen samen.

Ook bij het ISR worden de beperkingen van de Budgetwinkel ervaren.

De burgers die naar het ISR toekomen vormen evenals de klanten van de Budgetwinkel zeker geen dwarsdoorsnede van de Delftse bevolking: minder dan een kwart heeft werk en tweederde heeft een uitkering. 26% van de mensen is van Nederlandse herkomst en hiermee is driekwart van buitenlandse afkomst.

 

Binnen Delft biedt de Stichting Onder Een Dak (STOED) budgetbegeleiding en budgetbeheer voor mensen uit de sociale pensions en woonvoorzieningen van de Stichting Woonbegeleiding /Maatschappelijke Opvang. En daarnaast voor mensen die op eigen initiatief hulp komen vragen. Sinds september 2005 zijn de activiteiten uitgebreid in het kader van het convenant Bijzondere Aandacht Woonproblematiek (BAW). In de periode tot augustus 2006 zijn via de BAW 137 mensen aangemeld[6]. Van hen zijn 85 opgenomen in het budgetbeheerprogramma – 5 dossiers zijn nog in behandeling. In 47 gevallen heeft de klant besloten niet deel te nemen. Met de Stichting Kwadraad zijn inmiddels afspraken gemaakt om deze uitval terug te dringen, via begeleiding en motivering.

STOED heeft in eerste instantie de inschatting gemaakt dat de mensen in het BAW traject voldoende geholpen zouden zijn met budgetbeheer. Vrij snel na de start werd echter duidelijk dat de problematiek van de betrokkenen te omvangrijk en te complex is: naast psychosociale / psychiatrische problemen blijkt er altijd sprake van verschillende schuldeisers en veelal is er sprake van onvoldoende inkomen.

Dit leidt tot een intensievere hulp en een grotere tijdsinvestering van STOED in verband met het BAW.

Tegelijk wordt STOED geconfronteerd met een toename van hulpvragen van mensen, die zich zelfstandig aanmelden voor budgetbegeleiding en budgetbeheer.

Met elkaar leidt dit ertoe dat meer mensen een beroep doen op STOED dan zij aankan en is een wachtlijst ontstaan voor 50 niet-BAW-klanten. Inmiddels is bekend dat STOED zijn capaciteit begin 2007 uitbreidt met 3 medewerkers.

 

4          Visie en uitgangspunten

 

De navolgende visies en uitgangspunten van de gemeente vormen de basis van waaruit de voorgestelde instrumenten voor schuldhulpverlening worden beschreven en waarmee gewerkt kan worden aan een effectieve en duurzame oplossing.

 

We zetten in op economische zelfstandigheid

Het beleid van de gemeente richt zich op economische zelfstandigheid, ‘meedoen’ in de samenleving en op versterking van eigen kennis en kracht van de burgers.

Dit uitgangspunt is richtinggevend bij ondersteuning, begeleiding en hulpverlening bij schulden; vooral ook hierom zetten we in op preventie.

Het gaat erom mensen sterker te maken. Dat betekent dat mensen met respect worden behandeld, niet blijvend afhankelijk worden gemaakt van hulpverlening, en dat zij worden ondersteund en geholpen met het doel ze in staat te stellen hun eigen budgetregie (weer) te voeren.

Het betekent ook dat belemmeringen voor de weg naar werk en om te blijven werken worden weggenomen. De gemeente verplicht mensen met een WWB uitkering in beginsel om zo snel mogelijk te re-integreren naar de reguliere arbeidsmarkt en te komen tot economische zelfstandigheid. Het beleid rondom het reïntegratie-instrumentarium wat hierbij wordt ingezet is vastgelegd in de Nota Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie 2007-2010, reg.nr: 20163790. In het kader van maatwerk en duurzaamheid wordt het inzetten van schuldhulpverleningsinstrumenten voor mensen met een WWB-uitkering nadrukkelijk gezien in het perspectief van de re-integratie naar werk. Belangrijke stap is nu het verankeren van schuldhulpverlening in de re-integratieverordening en daarmee samenhangend de maatregelen-verordening.

 

We gaan uit van de eigen kracht en kennis van burgers

Inzet van het gehele instrumentarium is om de kracht van mensen te versterken. Zelfredzaamheid, in dit geval zelfstandig een gezonde financiële huishouding voeren, is het doel. Om effectief hulp te kunnen bieden is het van belang om gebruikers van de hulp duidelijk te maken, dat de hulp vrijwillig is, maar niet vrijblijvend. Wederzijdse verwachtingen zullen helder,  uitgesproken en begrepen moeten zijn. Tegelijk is het van belang dat de hulp aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de hulpvragers.

Overigens geldt voor mensen met een WWB uitkering een medewerkings-plicht aan het re-integratietraject / activeringstraject. Als schuldhulpverlening hiervan onderdeel uitmaakt, geldt die verplichting om mee te werken ook hier!

 

We ontsluiten hulp voor burgers

De gemeente heeft een zorgplicht en wanneer iemand niet in staat is / wordt geacht zijn schuldenproblematiek zonder hulp op te lossen zal de gemeente die hulp bieden, die zij toereikend acht en die binnen haar bereik ligt.

 

We kiezen voor een Integrale benadering

Delft kiest voor een benadering van de schuldenproblematiek die onderdeel is van het integrale beleid van de gemeente op het gebied van werk, inkomen, zorg en onderwijs; die afstemming vraagt met het werk van externe hulporganisaties – goede samenwerking en een heldere rolverdeling.

Schuldhulpverlening omvat de elementen schuldregeling, budgethulp, psychosociale hulp, preventie en nazorg. Deze onderdelen tezamen vormen de kern van de integrale schuldhulpverlening.

 

We kiezen  voor maatwerk

De complexiteit van de schuldenproblematiek noodzaakt tot het ontwikkelen van algemene én specifieke instrumenten om de schuldenproblematiek, zowel curatief, als preventief aan te pakken.

Schuldhulpverlening is maatwerk, de gemeente biedt gerichte ondersteuning en dat  betekent: mensen krijgen wat nodig is op basis van de individuele problematiek en / of gericht op de doelgroep. Dat vraagt van de schuldhulpverleners om alert te zijn op ‘de vraag achter de vraag’ en om buiten bestaande kaders te kunnen denken.

 

We investeren in preventie, zorg en nazorg

Belangrijk is het voorkomen van schulden. Signalering beschouwen we als een belangrijk instrument van preventie. Budgetvoorlichting en budgetcursussen worden gericht op diverse kwetsbare groepen.

Zorginstrumenten – denk aan schuldhulp en budgethulp – worden verbreed, zodat zij beschikbaar komen voor meer mensen dan nu het geval is.

Effectief beleid voeren betekent ook dat we meer aandacht gaan geven aan de nazorg van cliënten die een schuldhulpverleningstraject hebben afgerond. Te vaak blijkt dat het schuldenvrij zijn slechts tijdelijk is. Nazorg dus, om terugval te voorkomen.

 

We bieden laagdrempelige voorzieningen waarmee we op de juiste plek de juiste doelgroep kunnen bereiken

Uitgangspunt is dat nieuwe vormen van schuldhulpverlening, inclusief preventie, laagdrempelig zijn en dus zoveel mogelijk aansluiten bij reeds bestaande voorzieningen waar de doelgroepen komen. Waar mogelijk wordt de hulpverlening dan ook ondergebracht bij bestaande voorzieningen.

 

We gaan het gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen optimaliseren

De gemeente zal een nog actiever beleid voeren om het gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen voor alle groepen die daar recht op hebben te bevorderen. Daarbij zal ook gelet worden op het vereenvoudigen van de toekenningsprocedures. Aan het inrichten van een snelbalie voor het afhandelen van eenvoudige aanvragen bijzondere bijstand wordt gewerkt.

 

We maken optimaal gebruik van ICT en gemeenschappelijke basisregistraties

De werkprocessen worden zo georganiseerd dat maximaal gebruik wordt gemaakt van ICT. Er wordt op gelet dat administratieve systemen zoveel mogelijk aan elkaar gekoppeld kunnen worden – denk hierbij ook aan de toenemende mogelijkheden van het Inlichtingenbureau, voor de eigen informatievoorziening. Hiermee kan de dienstverlening naar cliënten worden verbeterd (meer signaleringsmogelijkheden, minder formulieren).

De inputgegevens worden gebruikt voor managementrapportages en resultaatmetingen.

 

5          Doelgroepen waaraan we prioriteit geven

 

De gemeente stelt hulp bij schuldenproblematiek open voor alle inwoners van Delft.

Afgaand op het gebruik dat wordt gemaakt van de bestaande schuldhulpverlening geven we prioriteit aan mensen met een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm  -  en hun kinderen.

Kinderen die in gezinnen met een  - langdurig – laag inkomen opgroeien hebben het vaak extra moeilijk. Ze willen ook graag meedoen met de aanlokkelijke dingen die de consumptiemaatschappij biedt, maar daar is onvoldoende geld voor. De situatie heeft ook invloed op hun schoolcarrière en hun sociaal-emotionele ontwikkeling en daarmee op hun kansen voor de toekomst.

 

Binnen deze categorie mensen met een laag inkomen onderscheiden we de volgende doelgroepen.

 

A. Werkende armen

De groep ‘werkende armen’, kleine zelfstandigen en werknemers in loondienst is een kwetsbare groep, temeer omdat deze groep niet goed in beeld is, maar wel vaak een inkomen heeft onder de 120% WWB -norm. Van de werknemers is dat 4%, van de zelfstandigen zelfs

13%[7]. Zij maken weinig gebruik van (inkomens)ondersteunende voorzieningen, vooral omdat ze de weg er naar toe niet kennen. Het is van belang deze groep beter te bereiken.

 

B. Mensen met een WWB-uitkering

Eveneens een kwetsbare groep, die tegelijk goed zichtbaar is en bereikt wordt door de gemeente. Einde 2006 zijn er in Delft zo’n 2800 uitkeringen verstrekt[8]. Bijna 2000 kinderen leven in een huishouden met een WWB-uitkering.[9]

Hier kan bij (dreigende) schulden een, overigens niet vrijblijvend, aanbod aan schuldhulpverlening worden gedaan.

Centraal beleidsuitgangspunt bij het uitvoeren van de WWB is dat betaald werk boven een uitkering gaat. Dat betekent dat in beginsel aan alle mensen met een bijstanduitkering een re-integratie-aanbod wordt gedaan. Schuldhulpverlening is één van de onderdelen van dit aanbod en wordt ingezet in het perspectief van re-integratie.

Onder de mensen met een WWB-uitkering onderscheiden we in het bijzonder:

 

B.1. Eenoudergezinnen

Eenoudergezinnen, meestal met een vrouw als gezinshoofd, vormen een kwetsbare groep omdat ze vaker in deeltijd werken (minder gemakkelijk beschikbaar zijn in verband met de zorg voor hun kinderen), minder verdienen, vaak een lagere opleiding hebben en vaker een WWB-uitkering hebben.

In Delft heeft 32% van alle eenoudergezinnen een laag inkomen, tegen 8% van de tweeoudergezinnen. In deze eenoudergezinnen leven 1213 kinderen[10].

 

B.2. Ouderen

Alhoewel ouderen boven de 65 jaar vaak minder te maken hebben met schuldenproblematiek dan de jongere leeftijdscategorieën, behoren ze in bepaalde gevallen toch tot een kwetsbare groep. Ouderen hebben vaker een laag inkomen. Tevens neemt naarmate men ouder wordt in het algemeen de zelfredzaamheid af. Zij hebben ook vaker te maken met psycho-geriatrische problemen, waardoor het moeilijker is de financiële huishouding op orde te houden. Ouderen zijn ook minder vaak op de hoogte van inkomensondersteunende voorzieningen, of maken hier uit schaamte geen gebruik van.

 

B.3. Mensen van niet-Nederlandse herkomst

Ruim 20 % van alle Delftse huishoudens heeft een niet-Nederlandse achtergrond, van de mensen met een bijstandsuitkering heeft 56% een niet-westerse herkomst. Hun inkomenspositie is vaak slechter dan die van autochtonen, met name omdat ze minder vaak werk hebben. Daarbij moet gelet worden op de inkomenspositie van oudere allochtonen, die door slechts gedeeltelijke AOW- en pensioenopbouw onder de lage inkomensgrens raken.

Het is van belang verder te kijken naar achtergrondkenmerken van huishoudens met problematische schulden. Cultuurbepaald gedrag of een taalprobleem kan mede een oorzaak zijn van schulden. Dit te weten maakt een gerichte aanpak mogelijk.

De relatief grootste groepen allochtone huishoudens, in volgorde van grootte vinden hun herkomst in Turkije, Suriname, de Antillen, Marokko, Irak en Afghanistan.

 

In de schuldhulp wil de gemeente nadrukkelijk aandacht geven aan preventie, het voorkomen van financiële problemen. Daarom geven we tot slot prioriteit aan de categorie jonge mensen, de nieuwkomers als het gaat om economische zelfstandigheid en het voeren van een eigen huishouding. Met veel uitdagingen en wensen en met als grote valkuil de kleine ruimte van de portemonnee.

 

C. Jongeren

Jongeren moeten worden beschouwd als een bijzondere aandachtsgroep, voor wie het vaak moeilijk is om weerstand te bieden aan de aanschaf van allerlei consumptiegoederen. Dat geldt vooral voor jongeren die laag zijn opgeleid en die zich in een lage sociaal-economische positie bevinden.

80% van de jongeren met een uitkering heeft schulden. Voorkomen moet worden dat zij ‘creatieve oplossingen’ gaan zoeken om hun financiën te vergroten. Vaak blijkt dat achter een financieel probleem nog andere problemen schuilgaan, op school, met ouders of op het werk.

 

6          Wat willen we bereiken?

 

Centrale doelstelling van het gemeentelijk schuldhulpverleningsbeleid is om te voorkomen dat Delftse burgers in problematische schuldensituaties geraken en om problematische schuldensituaties die er al zijn te bestrijden.

 

Mensen die niet in staat zijn op eigen kracht uit een problematische situatie te komen hebben gerichte hulp nodig, met als doel ze zo snel mogelijk weer in staat te stellen zelf het stuur over te nemen.

 

Voor 2010 formuleren we de volgende outputdoelstellingen:

·        Terugdringen van - de hoogte van - schulden.

·        Een integraal hulpaanbod doen aan iedere burger die om schuldhulpverlening vraagt, waarin sprake is van een heldere en versterkte samenwerking met externe instanties, werkzaam op het gebied van schuldhulpverlening in brede zin.

·        Het aantal geslaagde schuldhulpverleningstrajecten verhogen - van 21,8% in 2005 via een glijdende schaal tot 75% in 2010 - voor zover dat binnen ons vermogen ligt.
Dit is een zeer ambitieuze doelstelling, waarvan de realisatie ook afhankelijk is van de bereidheid van schuldenaars en schuldeisers. Wij zullen periodiek de achtergrond en omvang van de uitval nader analyserenen hierover rapporteren.

·        Wachtlijsten terugdringen.

·        Helderheid voor burgers brengen in het aanbod van schuldhulpverlening.

·        De kwaliteit van de schuldhulpverlening borgen.

 

7          Wat gaan we er voor doen?

 

Instrumenten inzetten gericht op het voorkomen en terugdringen van de schuldenproblematiek

 

In onderstaande voorstellen onderscheiden we de instrumenten voor schuldhulpverlening in drie typen: preventieve instrumenten, curatieve instrumenten en nazorg. Deze indeling is gehanteerd vanwege de helderheid; het gaat om een pakket van elkaar versterkende activiteiten. Omdat we ons richten op maatwerk voor de klant, is het mogelijk dat meerdere instrumenten per klant worden ingezet.

 

A. Preventie

De meeste preventieve activiteiten gaan over voorlichting, advies en informatie of het maken van afspraken met derden ter voorkoming van schulden. Het doel is mensen te helpen hun eigen financiële huishouding te voeren en alert te zijn op valkuilen. Het verkrijgen van inzicht, vaardigheden en gedragsverandering om schulden te voorkomen is de rode draad.

Ander belangrijk instrument, dat de gemeente ten dienste staat, wordt gevormd door de inkomensondersteunende voorzieningen. Het verhogen van de draagkrachtgrens voor de bijzondere bijstand, het vinden van nieuwe vormen voor (leen)bijstand, het vergemakkelijken van het aanvragen en het actief informeren van burgers over hun mogelijkheden verruimt de financiële mogelijkheden van meer burgers en helpt daarmee schulden te voorkomen.

De preventieve activiteiten zijn gratis voor Delftse burgers.

Uitvoering vindt plaats door de gemeente en door samenwerkende instanties.

 

 

1. Signalering

Inhoud:

Een belangrijke vorm van preventie is vroegtijdige signalering van dreigende schuldenproblematiek en attentie voor de gevolgen ervan.

In principe kunnen er vele plekken, instellingen en organisaties van hulpverleners zijn die signalen ontvangen dan wel ze actief opsporen.

De ministeries van SZW en Vrom hebben een samenwerkings-overeenkomst ondertekend met vijf landelijke organisaties die actief gaan meedoen aan het aanpakken van de schuldenproblematiek[11].

Zo gaan zorgverzekeraars, woningcorporaties en energiebedrijven betalingsachterstanden signaleren en de gemeente vroegtijdig informeren. De thuiszorg kan signaleren dat iemand bijvoorbeeld de post niet meer openmaakt. De sociale dienstverlening, het maatschappelijk werk (thuis en op scholen), de thuiszorg, het ISR, Jongerenloket, Jongeren Informatie Punt, vrijwilligers-organisaties, kerken en moskeeën maar ook werkgevers kunnen alert zijn op dreigende schuldproblemen.

In de gemeente Delft hebben de consulenten van WIZ en de adviseurs van DUIT, doordat ze huisbezoeken afleggen en voorlichtingsbijeenkomsten houden een belangrijke signaalfunctie.

Doelgroepen:

Alle burgers van Delft, in het bijzonder de prioritaire groepen.

Beoogd resultaat:

Het  voorkomen van (ergere) schuldenproblematiek door vroegtijdige signalering en mensen in een vroeg stadium de weg wijzen naar hulpverleningsmogelijkheden.

Voorkomen van huisuitzetting, energieafsluiting, of onverzekerd zijn voor ziektekosten.

Plan van aanpak:

Delft maakt werk van deze signaalfunctie en geeft het een hoge prioriteit.

- Voorbereidingen treffen voor één Delfts meldpunt – Bezorgd? -, dat een centrale loketrol vervult in het innemen en doorgeleiden van signalen van schuldenproblematiek naar professionele hulpverlening. Hierachter moet de versterkte samenwerking vorm krijgen.

- Voorbereiden van een in de WIZ / ISR organisatie zelf te realiseren  adequate overdracht van signalen van financiële problematiek.

- Voor haar eigen / ISR consulenten en adviseurs in de dienstverleningsrol opnemen: ‘oren en ogen open en er iets mee doen’. Signaaltraining aanbieden aan de betrokken medewerkers. Belangrijk is dat zij

met hun signalen daadwerkelijk iets kunnen doen.

- Ontwikkelen en samenstellen voorlichtingsmateriaal voor de verschillende doelgroepen en in samenspraak met (vertegenwoordigers) van de diverse doelgroepen.

- Afspraken maken / bestendigen met de instanties, waarmee in Delft samenwerkingsverbanden zijn: Eneco, woningbouwcorporaties in de BAW en de DSW.

Investering:

Voor 2007 – 2010 extra arbeidscapaciteit aantrekken ten behoeve van het Programma Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie om de signaleringsrol vorm te geven.

Tijdsplanning:

Voorbereiden centraal meldpunt: 2007; verdere planontwikkeling 2008.

Voorbereiden in WIZ: 2007; implementatie 2008

Dienstverleningsconcept: opnemen in de WIZ-professionaliseringsslag van 2007 en verder

Signaaltraining: starten in 2007

Voorlichtingsmateriaal: 2007

Afspraken: 2007 en verder

 

 

 

 

 

 

2. Budgetvoorlichting en budgetlessen op scholen

Inhoud:

Een belangrijk instrument dat nu al wordt ingezet ter voorkoming van het ontstaan van schulden is het op jonge leeftijd leren omgaan met geldkwesties. Met name jongeren met een lage opleiding vormen een risicogroep voor het maken van schulden. Momenteel wordt door medewerkers van DUIT budgetvoorlichting gegeven op een aantal scholen van het voortgezet onderwijs. In de productovereenkomst die de gemeente met Mondriaan heeft afgesloten zijn budgetlessen opgenomen, in het kader van volwasseneneducatie en gericht op jongeren. Ook aandacht vragen voor oefenen met sparen. Belangrijk is dat inhoud en vorm van de voorlichting aansluit op de leefwereld van de jongeren en dat jongeren om te beginnen enthousiast worden gemaakt voor het thema ‘omgaan met geld’. Hiervoor heeft Mondriaan speciaal wervingsmateriaal gemaakt.

In verband met het verduurzamen van de kennis die wordt overgedragen is het belangrijk dat budgetlessen op termijn geïntegreerd worden in de reguliere lesprogramma’s, conform de motie van de raad bij de begroting 2007 m.b.t. het actiepunt Jeugd en Brede school.

Doelgroepen:

Jongeren, op scholen.

Beoogd resultaat:

Door het verkrijgen van inzicht in budgettering, het gevaar van verleidingen, het maken van afwegingen en keuzes, spaarmogelijkheden e.d, aan  jongeren al in een vroeg stadium leren verantwoord om te gaan met een (klein) budget.

Plan van aanpak:

Hier wordt al aan gewerkt en het houdt prioriteit.

- Het huidige aanbod voorlichtingsactiviteiten op scholen dat uitgevoerd wordt door DUIT voortzetten.

- De budgetlessen die door Mondriaan worden uitgevoerd voortzetten.

- De werving van jongeren door Mondriaan ondersteunen.

- Samen met het programma Jeugd & Brede School een plan ontwikkelen uitvoering te geven aan de motie om budgetlessen op het voortgezet onderwijs uit te breiden naar alle scholen in Delft, te beginnen bij het VMBO (vanaf 12 jr). Inclusief de wie- en de hoe-vraag.

- Plan maken om in de toekomst budgetlessen te starten op basisscholen in groep 8 (11,12jr).

Investering:

DUIT toerusten met voldoende capaciteit om in elk geval in 2007 de voorlichtingsactiviteiten voort te zetten.

De bestaande beleidscapaciteit Volwasseneneducatie en Jongeren inzetten om de contractovereenkomst met Mondriaan voort te zetten en te actualiseren.

Met de aan te trekken arbeidscapaciteit schuldhulpverlening in WIZ (zie instrument 1.) in WIZ samenwerking vinden met het programma Jeugd & Brede School.

Tijdsplanning:

Voorlichtingsactiviteiten: 2007 (en verder)

Budgetlessen: 2007 (en verder)

Werving ondersteunen: 2007

Plan met programma Jeugd&Brede School ontwikkelen: 2007

Plan tbv basisscholen ontwikkelen: 2008 / 2009

 

3. Voorlichting en budgetcursussen in buurthuizen, jongerencentra e.d.

Doel:

Het geven van voorlichting en budgetcursussen, waarin vaardigheden worden aangeleerd over omgaan met geld en het voorkomen van schulden, wordt op een vergelijkbare manier als op de scholen georganiseerd worden in wijkcentra / buurthuizen en jongerencentra of andere ontmoetingsplekken van de doelgroepen, vooral in de wijken waar zich veel huishoudens met lage inkomens bevinden. Buurten met een hoog aantal huishoudens met lage inkomens vinden we met name in Buitenhof, Voorhof, Voordijkshoorn en Vrijenban. In Buitenhof en Voorhof vinden we ook de meeste allochtonen.

De rol van de gemeente is hier informerend en ondersteunend / faciliterend. Projectmatig neemt de gemeente initiatieven.

Doelgroepen:

Mensen met een laag inkomen, kwetsbare groepen hierbinnen, en jongeren.

Beoogd resultaat:

Een verminderd risico op het ontstaan van schulden realiseren bij een brede groep mensen met lage inkomens door vergroting van de zelfredzaamheid.

Versterken van wijk- en zelforganisaties van specifieke doelgroepen.

Plan van aanpak:

Klein beginnen, met budgetvoorlichting, en een groeimodel hanteren.

- Starten met aansluiten bij bestaande initiatieven. Zoeken naar een vorm van netwerk opzetten.

- De eigen rol van de gemeente uitwerken, waaronder de rol van ‘train de trainer’. Dat wil zeggen doen aan periodieke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers- en zelforganisaties.

- Voor verschillende doelgroepen specifieke versies van de voorlichting maken, rekening houdend met hun competenties en culturele achtergrondkenmerken (zie instrument 1).

- Bijdragen aan het ontwikkelen van cursussen, in samenwerking met  branche- en zelforganisaties.

-Voor mensen met een verstandelijke beperking een aangepaste budgetcursus laten maken.

Investering:

Voor de periode 2007 - 2010 arbeidscapaciteit aantrekken (zie instrument 1.) ten behoeve van het Programma Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie om deze activiteit vorm te geven.

Tijdsplanning:

Netwerk: 2007

Eigen rol: 2007

Voorlichtingsmateriaal (zie instrument 1): 2007

Cursusontwikkeling: na 2007

 

4. Budgetscreening en –voorlichting voor mensen met een WWB uitkering

Inhoud:

Lage inkomensgroepen worden het meest bedreigd door schulden. Bij WIZ komen mensen die geen / geen toereikend inkomen uit werk hebben een beroep doen op een bijstandsuitkering. Naast de signaalfunctie die de consulenten van Sociale Dienstverlening (SDV) hebben (zie 1) is de inkomenspositie standaard onderwerp van aandacht.

Doelgroep:

Aanmelders voor een WWB-uitkering.

Beoogd resultaat:

Het in een vroeg stadium herkennen van mogelijke budgetproblemen en waar nodig direct aanpakken, of verwijzen.

Plan van aanpak:

- Bij de intake voor een aanvraag WWB-uitkering wordt standaard voorlichting gegeven en een budgetscreening uitgevoerd.

- Als er een dreigend schuldenprobleem is gesignaleerd, wordt DUIT / SDV consulent Inkomen ingeschakeld om op huisbezoek te gaan. Zij geven advies over inkomensondersteunende voorzieningen en brengen eenmalig de financiële administratie op orde. Daarbij adviseren zij de SDV consulent Werk over de wenselijkheid om op korte termijn een verplichte preventieve budgetcursus in te zetten (maakt onderdeel uit van het op te stellen re-integratieplan, zie instrument 13.). Zonodig wordt verwezen naar professionele hulpverlening.

Investering:

Voor de periode 2007 - 2010 arbeidscapaciteit aantrekken ten behoeve van het Programma Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie (zie instrument 1.) om de nieuwe werkwijze in de sector WIZ vorm te geven.

De arbeidscapaciteit bij DUIT uitbreiden.

Tijdsplanning:

Standaard voorlichting: 2007 / 2008

DUIT inzetten: nader te bepalen in verband met de WIZ organisatieontwikkeling

SDV inzetten: nader te bepalen in verband met de WIZ organisatieontwikkeling

Plan maken voor standaard budgetscreening: 2007 / 2008

Preventieve cursus: 2008

 

5. Preventief budgetbeheer

Doel:

Het tijdig in budgetbeheer nemen van klanten van de sociale dienstverlening kan (dreigende) schulden, dan wel een oplopende schuldenlast voorkomen. De WWB biedt de mogelijkheid om verplicht budgetbeheer toe te passen. Voor de klant is er een preventieve of curatieve budgetcursus beschikbaar met een verplichtend karakter.   

Doelgroep:

Mensen met een WWB-uitkering, waarvan via budgetscreening of op andere wijze is geconstateerd dat ze betalingsachterstanden hebben vanaf 2 maanden.

Beoogd resultaat:

Schuldenproblematiek voorkomen voordat het uit de hand loopt en een schuldhulpverleningstraject moet worden ingezet.

Preventieve maatregel ter bevordering van de re-integratiedoelstelling.

Plan van aanpak:

- Via de WWB-uitkering worden de huur, de energielasten, de premie zorgverzekering en de aflossing van schulden van de klanten met (dreigende) schuldenproblematiek / een betalingsachterstand vanaf 2 maanden maandelijks door de sociale dienst automatisch overgemaakt, van het daartoe gereserveerde deel van de WWB-uitkering.

- Met de klant wordt een ontwikkelingsplan opgesteld om zo spoedig mogelijk weer een eigen financiële huishouding te voeren.

Investering:

Combineren met instrument 4.

Tijdsplanning:

Rechtstreekse betalingen: 2007 en verder

Ontwikkelingsplan voor alle klanten: 2008 / 2009

 

6. Hulp bij belastingteruggave; invullen van formulieren in het algemeen

Doel:

Tijdens de anti-armoedeconferentie kwam ondermeer naar voren dat veel mensen met lage inkomens geen belastingteruggave aanvragen, terwijl ze daar vaak wel recht op hebben (o.a. bij hoge ziektekosten).

Daarom wordt er hulp geboden bij het invullen van belastingformulieren / formulieren in het algemeen.

Doelgroepen:

Burgers van Delft met een laag inkomen.

Beoogd resultaat:

Het aantal rechthebbenden op belastingteruggave / andere voorzieningen vergroten waardoor hun besteedbaar (lage) inkomen minder daalt en zodoende een bijdrage wordt geleverd aan het voorkomen van schulden.

Plan van aanpak:

- Hulp bij het invullen van formulieren door de Formulierenbrigade voortzetten (DUIT, het ISR kunnen hier gericht naar verwijzen).

- Mogelijkheden onderzoeken om een aparte voorziening te creëren voor hulp bij het invullen van belastingformulieren.

Investering:

Bestaande beleidscapaciteit in de sector WIZ inzetten om de Formulierenbrigade te ondersteunen en het onderzoek te doen.

Tijdsplanning:

Uittvoering hulp: 2007 en verder

Onderzoek: 2007 / 2008

 

7. Incassokosten, aanmaningskosten verlagen

Als regel zijn incassokosten en aanmaningskosten een fors onderdeel van een betalingsachterstand, dat veelal niet in verhouding staat tot de (voorschot)tarieven.

Doel:

Voorkomen dat de vorderingen van de gemeentelijke belastingdienst, woningcorporaties en energiebedrijven op mensen met een betalingsachterstand sterk verhoogd moeten worden door incasso- of aanmaningskosten.

Doelgroep:

Mensen met een laag inkomen, met betalingsachterstanden.

Beoogd resultaat:

Het voorkomen van extra oplopende betalingsachterstanden en (dreigende) schulden als gevolg van incasso- en aanmaningskosten. 

Plan van aanpak:

Door afspraken te maken met de gemeentelijke belastingdienst en via de convenanten met woningcorporaties (BAW) en energiebedrijf (Eneco) kan een zodanig incassobeleid worden gevoerd waardoor een betalingsachterstand of (dreigend) schuldbedrag niet extra oploopt.

Investering:

De gemeentelijke contactpersonen hiermee belasten.

Tijdsplanning:

Afspraken: 2007

Convenanten: 2007 en verder

 

8. Inkomensondersteunende voorzieningen

Inhoud:

De gemeente heeft zich tot doel gesteld om in de huidige collegeperiode de draagkrachtgrens voor de bijzondere bijstand in stappen te verhogen van 110% naar 130%. Mensen met een WWB uitkering worden over deze verhoging – eerste stap naar 120% – op verschillende manieren geïnformeerd. Aan de informatievoorziening aan alle burgers van Delft wordt gewerkt. De anti-armoede conferentie heeft ook opgeleverd dat nieuwe vormen van bijzondere bijstandsverlening / leenbijstand van grote waarde kunnen zijn voor mensen met een laag inkomen.

Andere belangrijke inkomensondersteunende voorziening wordt gevormd door de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voor mensen met een inkomen tot het wettelijk vastgesteld maximum van 100% van de bijstandsnorm.

Doelgroepen:

Burgers van Delft met een laag inkomen.

Beoogd resultaat:

Doel is om de inkomenspositie van burgers met een laag inkomen te versterken en hiermee bij te dragen aan het voorkomen van financiële nood.

Plan van aanpak:

De gemeente maakt hier werk van en geeft het hoge prioriteit.

- Als eerste in het nieuwe jaar is de draagkrachtgrens verhoogd naar 120%.

Volgende stap is de voorbereiding ter hand te nemen van verhoging naar de draagkrachtgrens met ingang van januari 2009.

- Burgers informeren over deze verhoging via de WIZ informatie, via belangenorganisaties en rechtstreeks.

- Het beleid ondersteunende voorzieningen actualiseren.

- De kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voortzetten, de procedure vereenvoudigen en waar mogelijk ambtshalve kwijtscheldingen verlenen.

Investering:

De bestaande beleids- en uitvoeringscapaciteit in WIZ en bij Belastingen inzetten om het plan van aanpak te realiseren.

Tijdsplanning:

Voorbereiden 130% invoeren: met ingang van 1 januari 2009

Informeren: 2007 en verder

Nota ‘Inkomensondersteunende voorzieningen’ schrijven: 1e helft 2007

Kwijtschelden: 2007 en verder

 

B. Curatieve instrumenten

Naast de bestaande instrumenten voor de schuldhulpverlening, zoals de Budgetwinkel, STOED, het CAV en de GKB en Kwadraad die momenteel uitvoeren, zijn er twee speerpunten in het nieuwe beleid.

Ten eerste een gerichte, persoonlijke aanpak van psychosociale en meervoudige problematiek in combinatie met budgetbegeleiding of een schuldenregeling. Kortom: hulpverlening op maat.

Ten tweede een uitbreiding van het aanbod van schuldenregeling / budgetbegeleiding voor:

- net niet-problematische schulden

- fraude- en boeteschulden

- té problematische schulden

Aan schuldenregeling zijn kosten verbonden voor burgers. Deze worden direct opgenomen in de schuldenregeling zelf; burgers betalen hier geen aparte nota voor.

Aan budgetbegeleiding en budgetbeheer zijn ook kosten verbonden voor burgers. Mensen met een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm krijgen deze volledig vergoed in het kader van de bijzondere bijstand. Daar waar budgetbegeleiding / budgetbeheer onderdeel uitmaakt van een re-integratietraject, worden de kosten gefinancierd uit het werkdeel van de WWB.

De uitvoering van de curatieve instrumenten ligt bij de gemeente, bij STOED, het CAV en de GKB en Kwadraad. Daarnaast bij overige externe organisaties. .

 

9. Pilot aanvullende multi-disciplinaire dienstverlening voor klanten instroom Budgetwinkel.

Inhoud:

Opvang uitval klanten Budgetwinkel.

Bij een evaluatie van  de selectieprocedure bij de Budgetwinkel Poortwachter (c.q. Front-office) is vastgesteld dat er een groeiende groep klanten buiten de boot valt. Deze groep wordt voortijdig beëindigd  wegens het niet voldoen aan de gestelde criteria. Bij deze voortijdige beëindiging ontvangen de klanten adviezen, waarbij na opvolging van deze adviezen een verzoek tot heropening van het dossier bij de Budgetwinkel tot de mogelijkheden behoort. Het is echter in een groot aantal gevallen de vraag of de klant in staat is de adviezen op te volgen. Dit kan worden veroorzaakt door het ontbreken van een gerichte begeleiding.

 

Om de hoge uitval tegen te gaan zal een pilot worden opgestart. We gaan in het kader van de intake vanaf 1 april werken met een multi- disciplinair team. 

Daarmee bieden we aanvullende dienstverlening voor klanten, die op dit moment niet voldoen aan de voorwaarden voor de Budgetwinkel. In  het nieuwe team is het voorstel aanvullende ondersteuning/ capaciteit in te zetten vanuit gemeente, het Algemeen Maatschappelijk Werk (Stichting Kwadraad) en/ of Maatzorg - De Werven (gespecialiseerde gezinszorg) (tegenwoordig : Careijn).  Met dit voorstel wordt feitelijk vooruitgelopen op latere voorstellen omtrent een nieuwe organisatie van de schuldhulpverlening, waar in deze nota meer over is aangekondigd.

 

De aan te bieden hulp hangt af van de van tevoren vastgestelde (on) mogelijkheden bij de betreffende klant. Met behulp van een Plan van Aanpak wordt de klant voorbereid op een schuldsaneringstraject bij de Budgetwinkel.  (Het zgn. ‘ saneringsrijp maken’ )  Daarnaast wordt voor de klant uiteraard direct  budgetbeheer gerealiseerd.

Doelgroep:

Burgers van Delft met een laag inkomen.

Beoogd resultaat:

Een lager uitval aan het begin van het traject, zodanig dat de Budgetwinkel een grotere doelgroep van dienst kan zijn.

Investering:

  1. Er wordt ingezet op het ‘aan de hand  meenemen ‘ van schuldenaren  teneinde hen ‘saneringsrijp’ te maken, met behulp van een multi-disciplinair team.
  2. Dit wordt gerealiseerd  vanuit een extra gezamenlijke inzet van expertise van ketenpartners. ( 3 fte).
  3. Tegelijkertijd wordt ingezet op budgetbeheer (teneinde de klant in elk geval te beschermen c.q. te stabiliseren)
  4. Bovenstaande onder regie van de Budgetwinkel 

Tijdsplanning:

Met ingang van 1 april 2007

 

10. Frontoffice

Inhoud:

Omdat schuldproblemen vanuit meerdere invalshoeken manifest kunnen worden is het gewenst te investeren in een laagdrempelige, integrale intakevoorziening waar de cliënt met zijn hulpvraag terecht kan. Dat kan door het instellen van een frontoffice. Voorstel is om de frontoffice te combineren met het centrale meldpunt (zie instrument 1).

Doelgroepen:

Burgers van Delft die hulp vragen bij een schuldenprobleem, in het bijzonder de prioritaire groepen.

Beoogd resultaat:

Een laagdrempelige voorziening waar iedereen eerst advies en informatie krijgt en waar vervolgens een analyse en diagnose van de achtergronden  van iemands schuldenprobleem wordt gemaakt, waarbij passende trajecten en methodieken worden aangeboden om zowel de schuldenproblematiek als de achterliggende / voortvloeiende problemen op te lossen.

Plan van aanpak:

-De frontoffice wordt bezet met specifiek gekwalificeerd personeel, dat naast kennis van budget- en schuldhulpverlening ervaring heeft met het indiceren van meervoudige problematiek.

- Een consulent beoordeelt bij welke vorm(en) van hulp de aanvrager het meest gebaat is, en bij welke instanties. Het schuldenvraagstuk wordt daarmee niet geïsoleerd benaderd, maar in de context van de leefsituatie van de klant. Naar gelang de diagnose wordt bepaald hoe een  hulpverleningstraject eruit gaat zien.

- Om te voorkomen dat mensen met teveel verschillende instanties of personen te maken krijgen, zorgt de frontoffice consulent direct zelf voor aanmelding bij de juiste interne en externe hulpverleners. Hij hanteert een ‘volg je vraag’ methodiek en onderneemt zonodig actie.

Diagnostische vaardigheden en kennis van de sociale kaart van Delft / de samenwerkingsverbanden zijn voorwaarden om klanten op de juiste weg te zetten.

Investering:

De extra arbeidscapaciteit 2007 – 2010 inzetten om dit frontoffice concept uit te werken, in samenwerking met het betrokken veld.

Tijdsplanning:

Klein beginnen en een groeimodel hanteren.

- Voorbereiding frontoffice: 2007 / 2008

 

11. Budgethulp en - begeleiding

Inhoud:

Het ondersteunen van Delftenaren met net-niet-problematische schulden (zie bijlage 2) door een combinatie van budgethulp, budgetbegeleiding en budgetbeheer. Doelstelling is om het traject binnen een jaar af te ronden. Verplichte voorwaarde is dat budgetbeheer wordt toegepast.

Doelgroepen:

Mensen met een laag inkomen, met net-niet problematische schulden.

Beoogd resultaat:

Een ‘mildere’ en snellere vorm van schuldhulpverlening aan te bieden met behulp van een saneringskrediet via de Kredietbank (GKB).

Binnen een periode van 1 jaar (dan wel een langere periode met een lager aflosbedrag per maand) een schuldenvrije situatie te bereiken voor een groep mensen voor wie de huidige NVVK-gedragscode onvoldoende soelaas biedt.

Wachtlijsten oplossen.

Plan van aanpak:

In samenwerking met de Budgetwinkel, STOED, het CAV en de GKB, het plan voor een methodiek van budgethulp, budgetbegeleiding en budgetbeheer uitwerken in concrete stappen.

Investering:

Arbeidscapaciteit (zie 1.) aantrekken om dit plan uit te werken.

Tijdsplanning:

Plan maken: 2007 / 2008

                       

12.  Budgethulp en –begeleiding voor jongeren

Inhoud:

Uit ervaringen van onder andere het Jongerenloket blijkt dat jongeren tussen 15 en 23 jaar in toenemende mate met schulden kampen. Een saneringsregeling is voor deze groep nog niet aan de orde. Vaak betreft het openstaande boetes en achterstallige premies zorgverzekering.

Doelgroep:

Jongeren van 15 - 23 jaar met een laag inkomen.

Beoogd resultaat:

Het vergroten van inzicht en zelfredzaamheid bij financiële problemen.

Plan van aanpak:

Een proef opzetten met ca. 10 jongeren, waarin begeleiding van achtergrondproblematiek alsmede het oplossen en voorkomen van schulden zijn geïntegreerd. 

Investering:

Aan te trekken arbeidscapaciteit en bestaande beleidscapaciteit Jongeren de proef laten voorbereiden.

Tijdsplanning:

Voorbereiden proef: 2007

Uitvoeren: 2007 / 2008

 

 

 

 

 

13.  Budgettraining in combinatie met schuldhulpverleningstraject of budgethulptraject

Inhoud:

Aan klanten die een schuldhulpverlenings- of budgethulptraject volgen bij de Budgetwinkel wordt een budgettraining in Delft aangeboden, met de nadruk op het leren rondkomen van een laag inkomen en het voorkomen van terugval.

Het huidige aanbod betreft de Nibud–cursus in Den Haag. Die is inhoudelijk goed, maar voor de doelgroep te moeilijk en bovendien te duur. Gevolg is dat er weinig gebruik van wordt gemaakt.

Doelgroep:

Mensen in een schuld-, of budgethulptraject

Beoogd resultaat:

De cliënt direct en in de buurt een handvat bieden om de opgedane kennis en vaardigheden tijdens zijn traject in te zetten, waardoor uitval en terugval kunnen worden tegengegaan.

Plan van aanpak:

Uit ervaringen bij andere gemeenten (o.a. Dordrecht, Tilburg) kan geleerd worden dat de opzet en uitvoering van zo’n cursus het beste in eigen huis en door eigen medewerkers kan worden gegeven. De medewerkers van DUIT hebben hier al de nodige ervaring mee. De consulenten SDV en Budgetwinkel kunnen hier een meerwaarde in betekenen.

- Een plan ontwikkelen voor het realiseren van een laagdrempelige budgettraining in de buurt van Delftse burgers.

Investering:

De aan te trekken arbeidscapaciteit dit plan laten opzetten in samenwerking met betrokken WIZ partijen.

Tijdsplanning:

Plan: 2007 / 2008

 

14. Budgetbegeleiding en -beheer in combinatie met een re-integratietraject

Inhoud:

Een belangrijke randvoorwaarde voor het kunnen werken aan een arbeids-perspectief is dat schuldenproblematiek beheersbaar wordt en blijft. De budgetbegeleiding inclusief budgetbeheer vormt een onderdeel van het re-integratietraject / activeringstraject.

Doelgroep:

Mensen met een WWB-uitkering, met een schuldenprobleem.

Beoogd resultaat:

Bevorderen van de zelfredzaamheid door het verbeteren van vaardigheden voor eigen inkomensbeheer.

Oplossen van financiële problemen en voorkomen van onbeheersbare schulden.

De slagingskans van een re-integratie- of activeringstraject traject vergroten.

Plan van aanpak:

- In de voorbereidingen van het nieuwe dienstverleningsconcept van WIZ (de Expeditie) dit instrument bij wijze van pilot uitproberen, een duaal traject van budgetbeheer / begeleiding, en re-integratieactiviteiten. De budgetbegeleiding is een verplicht onderdeel van het re-integratietraject / activeringstraject.

- Verankeren van schuldhulpverlening in de re-integratieverordening en daarmee samenhangend de maatregelenverordening.

Investering:

Dit ingekochte instrument uitproberen en evalueren, met bestaande arbeidscapaciteit.

Verankeren idem.

Tijdsplanning:

Verankeren: 1e helft 2007

Uitproberen en evalueren: 1e helft 2007

Vervolg: 2e helft 2007

 

15. (Budget)begeleiding aan huis

Inhoud:

Uit diverse ervaringen, ondermeer van Maatzorg (thuiszorgorganisatie), blijkt dat  ‘buddy’hulp aan huis – naast schuldhulpverlening – een sterk positief effect sorteert voor mensen met meervoudige problematiek. Dit is een arbeidsintensieve vorm van begeleiding, omdat, wil het effectief zijn, in ieder geval maatwerk op basis van een integrale benadering is vereist.

Doelgroepen:

Mensen met een laag inkomen, met meervoudige problematiek.

Beoogd resultaat:

Door vertrouwen te leren herwinnen, het aanleren van regelmaat en discipline wordt een fundamentele bijdrage geleverd aan het structureel oplossen van de psychosociale problematiek in samenhang met de schuldenproblematiek.

Plan van aanpak:

- In het kader van de versterkte samenwerking – meldpunt en frontoffice – samen met professionele instellingen een plan maken om een vorm van begeleiding op maat te organiseren, waarbij zowel de meervoudige problematiek als de begeleiding voor het budget- of schuldenprobleem wordt aangepakt.

- Een pilot buddyhulp starten met als oogmerk een duurzame financiële stabilisatie van de klant en op termijn een geslaagd schuldenregelingstraject

Investering:

Voor de periode 2007-2010 arbeidscapaciteit aantrekken ten behoeve van het Programma Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie om dit plan op te stellen en te implementeren, in samenwerking met externe hulporganisaties.

Uitvoeringscapaciteit voor de pilot uit de bestaande formatie van de Budgetwinkel inzetten.

Tijdsplanning:

Plan maken: 2007

Pilot: 2007 / 2008

 

16. Voorlichting en budgethulp voor kleine ondernemers/ zelfstandigen

Inhoud:

Uit de Monitor Lage Inkomens Delft is gebleken dat kleine zelfstandigen vaak een laag inkomen hebben en daarmee een risicogroep vormen voor schuldenproblematiek. De achtergronden en omstandigheden zijn over het algemeen echter verschillend van die van particulieren.

Omdat momenteel niet goed in beeld is welke behoeften aan advies en schuldhulpverlening er zijn, is het voorstel deze eerst in kaart te brengen.

Op basis daarvan kan de gemeente een laagdrempelige voorziening creëren voor advies en schuldhulpverlening aan kleine ondernemers.

Het ministerie van Economische Zaken geeft overigens samen met het Nibud het Geldboek voor ondernemers uit, dat is ontwikkeld voor kleine (startende) ondernemers.

Voorts beschikt het WIZ- bureau zelfstandigen over een voorziening voor advies en schuldhulpverlening aan ondernemers. ( via bijstandverstrekking in de vorm van een rentedragend krediet.). Ook hiervan kan meer gebruik gemaakt worden. Het ligt in het voornemen deze mogelijkheid breder bekend te maken onder de potentiële doelgroep. Daartoe zal ook samen met de Kamer van Koophandel een laagdrempelige voorziening worden gecreëerd.

Doelgroep:

Zelfstandig ondernemers met een laag inkomen.

Beoogd resultaat:

Voorkomen van schuldensituatie door voorlichting en advies.

Minder faillissementen door tijdige sanering.

Plan van aanpak:

Klein beginnen en werken volgens een groeimodel.

- De groep in kaart brengen met gebruikmaking gegevens Kamer van Koophandel, MKB Delft en VNO / NCW Delft.

- Een plan de campagne maken, met als onderdelen:

* Voorlichting en advies, kan een plaats krijgen bij het Service Centrum Bedrijven. Of via MKB service desk.

* Schuldhulpverlening voor kleine ondernemers, vereist een andere aanpak dan voor particulieren, omdat het veelal ‘niet natuurlijke personen’ betreft.

* Als preventief onderdeel hiervan de mogelijkheid van ‘kleine kredieten’ uitwerken.

* Deze vorm van advies en schuldhulpverlening inkopen bij een gespecialiseerd bedrijf.

Investering:

De aan te trekken arbeidscapaciteit maakt in samenwerking met de consulenten Bbz (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) het plan de campagne.

Tijdsplanning:

Doelgroep in beeld brengen: 2007

Plan de campagne: na 2007.

 

17. Schuldenregeling

Inhoud:

Schuldregeling in de vorm van schuldbemiddeling en schuldsanering wordt uitgevoerd door de Budgetwinkel, in samenwerking met de GKB te Den Haag. De Budgetwinkel combineert de schuldregeling met budgetbeheer en budgetbegeleiding.

Indien noodzakelijk worden verklaringen voor de WSNP (wet schuldsanering natuurlijke personen) afgegeven.

Extra aandacht moet uitgaan naar het begeleiden van schuldenaren die een ‘niet regelbaar’ schuldenpakket hebben. Dit zijn schuldenaren met te veel boetes, fraudeschulden en te recent veroorzaakte schulden. Hiervoor is begeleiding in de vorm van budgetbeheer, naast afspraken met schuldeisers een mogelijkheid om op afzienbare termijn alsnog een stabiele situatie te krijgen. Gezien de problematische aard van betreffende klanten kan niet in alle gevallen een aanvaardbare situatie voor deze schuldenaren worden gecreëerd.

Doelgroepen:

Burgers van de Delft, in het bijzonder de prioritaire groepen, met problematische schulden, fraude- en boeteschulden, en té problematische schulden.

Beoogd resultaat:

Een duurzame gezonde financiële huishouding realiseren.

Plan van aanpak:

In WIZ, met de Budgetwinkel, hiervoor op korte termijn een uitvoeringsplan voor opstellen.

Investering:

Door Beleid en Management van WIZ.

Tijdsplanning:

Plan ontwikkelen en vaststellen: 2007

 

18. Schuldhulpfonds

Inhoud:

De Budgetwinkel heeft de mogelijkheid te putten uit een zogenaamd schuldhulpfonds, die leningen verstrekt om ‘onmogelijke’ situaties recht te trekken met het oogmerk een schuldenregeling alsnog mogelijk te maken. Dit schuldhulpfonds wordt tot nu toe enkel ingezet voor eenoudergezinnen, in verband met een energiebetalingsachterstand.

Het is de bedoeling de doelgroep te verbreden en de criteria voor verstrekkingen te verruimen.

Met dit fonds worden schuldenaren in noodsituaties met relatief kleine bedragen snel geholpen.

Doelgroep:

Cliënten van de Budgetwinkel met té problematische schulden.

Beoogd resultaat:

Dit instrument, dat het mogelijk maakt alsnog een schuldenregeling te realiseren, beschikbaar stellen voor een bredere doelgroep.

Plan van aanpak:

Het fonds vergroten.

Investering:

Geld, zie hoofdstuk 8.

Tijdsplanning:

Na de voorbereiding starten: 2007

 

C. Nazorg

 

Omdat veel mensen na afloop van een schuldhulpverlenings- of budgetbegeleidingstraject wederom in een schuldensituatie komen, is het van groot belang de vinger nog enige tijd aan de pols te houden.

Nazorg opnemen in de methodiek van hulpverlenen, om terugval te voorkomen. In het eerste jaar / de eerste twee jaar na het afsluiten van een schuldhulpverleningstraject wordt ieder kwartaal een nazorggesprek gehouden. Dat kan telefonisch, per e-mail, dan wel dat de cliënt wordt uitgenodigd voor een gesprek.

Uitvoering vindt plaats door de uitvoerders van de curatieve instrumenten.

Voor burgers zijn hier geen kosten aan verbonden.

 

Tot slot

Als laatste, maar zeker niet als minst belangrijke, punt willen we de kwaliteit van de schuldhulpverlening borgen. De versterkte samenwerking, methodiekontwikkeling, evaluatie en effectmeting moeten hieraan bijdragen. Het kabinet stelt voor de komende drie jaren 77 miljoen euro beschikbaar voor goede samenwerking in de schuldhulpverlening.

Daarnaast gaat het Ministerie van SZW op korte termijn subsidie verstrekken om een systeem van certificering op te zetten. Daardoor worden goede bedrijven voor schuldhulpverlening herkenbaar. Dat leidt tot een betere kwaliteit van de schuldhulpverlening, is de achterliggende gedachte. Zodra deze subsidiemogelijkheid zich voordoet, gaat de gemeente van certificering in Delft een actiepunt maken.

 

 

8          Wat mag het kosten

 

De in hoofdstuk 7 genoemde activiteiten brengen deels extra uitgaven met

zich mee; De thans bekende hiervan zijn in onderstaande tabel opegenomen. Voor de jaren 2007 t/m 2010 zijn de meerkosten (uitgesplitst naar personeels –en overige kosten) per instrument en de in totaal beschikbare dekking aangegeven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgaven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

fte

2007

fte

2008

fte

2009

fte

2010

A.

Preventie:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Personeel

2,2

€ 146.800

2,2

€ 146.800

2,2

€ 146.800

2,2

€ 146.800

 

Idem  ivm tijdelijke inhuur

 

€ 15.000

 

 

 

 

 

 

 

Idem "impuls opzet integrale  schuldhulpverlening"

 

€ 150.000

 

 

 

 

 

 

 

Overig - budgetteringscursussen

 

€ 40.000

 

 

 

 

 

 

 

Overig - communicatiekosten

 

€ 10.000

 

 

 

 

 

 

B.

Curatieve instrumenten:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Personeel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overig - schuldhulpfonds

 

€ 20.000

 

€ 20.000

 

€ 20.000

 

€ 20.000

 

Overig - communicatiekosten

 

€ 10.000

 

 

 

 

 

 

C.

Nazorg:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Personeel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overig

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

€ 391.800

 

€ 166.800

 

€ 166.800

 

€ 166.800

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dekking:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gedeelte eenmalige uitkering gemeentefonds 2006 (zie bvf 20162496 dd. 30/11/2006)

 

€ 40.000

 

 

 

 

 

 

 

Tijdelijke subsidieregeling schuldhulpverlening 2006

 

€ 207.184

 

 

 

 

 

 

 

Rijksmiddelen vanaf 2007

 

€ 25.016

 

pm

 

pm

 

pm

 

Nieuw beleid programmabegroting 2007-2010

 

 

 

€ 150.000

 

€ 150.000

 

€ 150.000

 

Budgetoverheveling pva schuldhulpverlening

 

€ 20.000

 

 

 

 

 

 

 

Idem incidentele meevaller afrekening Werkplan (WVA)

 

€ 150.000

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

€ 442.200

 

€ 150.000

 

€ 150.000

 

€ 150.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

verschil (-=tekort)

 

€ 50.400

 

-€ 16.800

 

-€ 16.800

 

-€ 16.800

 

 

 

 

 

Voor de goede orde: de kosten van bestaande capaciteit en de kosten van mogelijke trajecten zijn niet in het overzicht opgenomen omdat dit reguliere activiteiten zijn die binnen de bestaande begrotingen zijn afgedekt. Het streven daarbij is om zoveel mogelijk gebruik te maken van de via het rijk jaarlijkse beschikbaar gestelde middelen (WWB-werk).

Financiële consequenties van de instrumenten, met nummers 10,11, 15 en 17 zijn nog niet meegenomen in dit overzicht. Deze punten worden eerst uitgewerkt. In de komende tijd wordt bezien of en in hoeverre deze dan aan de orde komen in de reguliere besluitvormingscyclus van de programmabegroting.

 

 

9.         Beslispunten

 

Het college stemt in met:

  1. Het beleid schuldhulpverlening 2007 – 2010, zoals verwoord in deze nota.
  2. Het ter hand nemen van de instrumenten, zoals beschreven in hoofdstuk 7 van deze BIJLAGE.
  3. De dekking van de kosten, zoals beschreven in hoofdstuk 8 van deze BIJLAGE (met  uitzondering van de posten die worden meegenomen in voorstellen tot budgetoverheveling, te weten gedeelte eenmalige uitkering ad € 40.000 en pva schuldhulpverlening ad € 20.000) , om de schuldhulpverlening in Delft in de komende jaren vorm te geven.

           
 Bijlage 1

 

Wat is armoede?

 

Armoede in enge zin wordt beschouwd als een tekort aan financiële middelen.

De gemeente is zich er echter van bewust dat armoede een veelomvattend probleem is, met verschillende oorzaken en gevolgen.

Voor de omschrijving van Armoede sluit de gemeente aan bij de brede definitie zoals geformuleerd door StimulanSZ in de publicatie ‘Gemeentelijk Armoedebeleid’ (SGBO/StimulanSZ, 2005): “Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies (inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving), waarin het toekomstperspectief een belangrijk onderscheidend kenmerk is, vooral in situaties waarin niet of nauwelijks uitzicht is op werk of verandering van leefsituatie. Armoede in deze brede betekenis is sociale uitsluiting”.

Voorgaande brede definitie van armoede wil de gemeente Delft combineren met de drie groepen van armen, naar oorsprong, complexiteit en oplossingsrichtingen, die van Rijn onderscheidt (H.van Rijn, Armoede: noodlot of onrecht, 1995, ISBN 90-6222-307-9).[12]

1.       “Geïntegreerde armen”, dat zijn werkenden met een laag inkomen in loondienst, in deeltijd, kleine zelfstandigen, etc. die wel deel uitmaken van de maatschappij en hun sociaal-economische status niet verliezen. Zij leven met weinig zekerheden, vaak onder de armoedegrens en kunnen nergens op terugvallen, behalve op hun eigen (arbeids)kracht. Zij doen zelden een beroep op inkomensondersteunende voorzieningen.

2.       “Gemarginaliseerde armen”, dat zijn de ‘nieuwe armen’, mensen zonder werk: allochtonen, eenoudergezinnen, mensen met psychosociale problemen, verslaafden, dak- en thuislozen, mensen met fraudeschulden, etc., die het risico lopen buiten de structuren te worden geplaatst. Over het algemeen hoeft dit niet te leiden tot een blijvend probleem; er kan met hulp en begeleiding een oplossing worden gevonden.

3.       “Buitengesloten armen”, dat zijn armen die van generatie op generatie op een bestaansminimum leven, die buiten de samenleving worden geplaatst of gehouden en zelfstandig niet uit hun isolement kunnen komen. Deze groep omvat vooral autochtone armen, maar in toenemende mate gaan ook allochtone gezinnen hiertoe behoren. Vaak is er een combinatie van factoren: lage opleiding, een slechte gezondheid (lichamelijke en geestelijk) en continue schuldenproblematiek.

 

Bovenstaande driedeling geeft ons methodische handvatten voor de hulp of voorzieningen, die we voor armoedeproblemen (gaan) inzetten.


Bijlage 2

 

Schuldhulpverlening en begrippen

 

Achtergrond

Eind jaren tachtig vroegen diverse instanties die in ons land bij schuldhulpverlening waren betrokken, zoals sociale diensten, instellingen voor maatschappelijk werk en kredietbanken meer aandacht voor de schuldenproblematiek. Het hebben van problematische schulden werd niet langer als een incident beschouwd. Steeds meer gemeenten zochten daarom naar een structurele aanpak.

In 1992 werd de Commissie Schuldenproblematiek (commissie Boorsma) ingesteld, die met voorstellen moest komen voor een effectievere aanpak. Om een integrale aanpak te stimuleren werden, op advies van deze commissie, in 1994 door de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet ((NVVK) en het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening (LPISHV) opgericht. Daarin zijn verenigd de NVVK, Divosa (vereniging van directeuren van sociale diensten), MO- groep (algemeen maatschappelijk werk) en de VNG (vereniging van nederlandse gemeenten). Het LIPSHV  is een landelijk netwerk, doet onderzoek, werkt aan organisatiemodellen, methodiekontwikkeling, kwaliteitsbevordering, opleidingen, studiedagen en organiseert congressen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is toehoorder en verstrekt subsidies.[13]

In 1998 trad de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen in werking. Doel daarvan was om enerzijds een uitweg te bieden aan mensen die met het ‘minnelijke traject’ niet geholpen konden worden, anderzijds om de druk op schuldeisers te verhogen om mee te werken aan minnelijke regelingen. Bij een geslaagde minnelijke regeling ontvangen de schuldeisers over het algemeen meer geld van hun vorderingen dan als het wettelijk traject wordt gevolgd.  

In 2001, respectievelijk in 2004 heeft de NVVK twee gedragscodes ingevoerd die in belangrijke mate kaderscheppend zijn voor de schuldhulpverlening, waaraan de instellingen die zijn aangesloten bij de NVVK zich hebben gecommitteerd. De codes hebben betrekking op twee onderdelen, namelijk schuldregeling en budgetbeheer.

 

De Budgetwinkel van de gemeente Delft werkt volgens de landelijke gedragscode schuldregeling van de NVVK. Die NVVK- code legt de Budgetwinkel (en alle andere leden) een werkwijze op, waardoor alleen onder zeer stringente (financieel-administratieve) voorwaarden een schuldenregeling mag worden opgestart.

 

Wat is schuldhulpverlening?

Het begrip schuldhulpverlening betekent het helpen van een cliënt bij het vinden van een oplossing voor zijn problematische schuldsituatie, alsmede het voorkomen van terugval in deze situatie.

Te onderscheiden zijn twee typen schulden, namelijk problematische en niet-problematische schulden.

 

 

Problematische schulden

Er is sprake van problematische schulden als men niet meer kan voldoen aan zijn financiële verplichtingen door een combinatie van afbetalingen op goederen en kredieten en achterstanden op vaste lasten en niet (meer) in staat is daar zelfstandig een oplossing voor te vinden. Er kan dan een schuldenregeling volgens de NVVK-gedragscode worden getroffen die tot doel heeft de cliënt in (maximaal) drie jaar schuldenvrij te maken.

 

Niet-problematische schulden

Van een niet-problematische schuldensituatie is sprake als het schulden, of betalingsachterstanden betreft die binnen een kortere termijn kunnen worden afgelost. 

 

Schuldregeling

Een schuldregeling volgens de NVVK-gedragscode volgt een strakke procedure. Als de cliënt zich niet aan de afspraken houdt, wordt de regeling niet gecontinueerd. Het is een financieel-technische regeling die geen rekening houdt met achterliggende oorzaken van het schuldenprobleem.

Bij een schuldregeling bemiddelt de schuldregelende instantie, in Delft de Budgetwinkel, tussen de schuldenaar en de schuldeisers om een oplossing voor de totale schuldenlast te bereiken. De regeling kent twee mogelijkheden, schuldbemiddeling en schuldsanering.

 

Schuldbemiddeling

Schuldbemiddeling  werkt volgens het zogenoemde minnelijk traject, d.w.z als blijkt dat een redelijk percentage van de totale schuldenlast kan worden voldaan, wordt er een voorstel aan de schuldeisers gedaan om met dit percentage akkoord te gaan.  Bij akkoordverklaring treedt het minnelijk traject in werking. In die periode lost de cliënt zoveel mogelijk af. Een eventueel resterende schuld wordt kwijtgescholden. Schuldeisers moeten dus veelal accepteren dat zij niet het gehele bedrag terugkrijgen.

Het inkomen dat de cliënt gedurende het traject zelf ontvangt wordt gesteld op 95% van de WWB-norm als deze een uitkering heeft en op 100% als hij werk heeft. Het restant wordt ingezet om de schulden te betalen, evenals eventuele extra’s die het inkomen verhogen.

 

Schuldsanering

Bij schuldsanering wordt het volledige schuldenpakket in één keer afgekocht met de verstrekking van een krediet van de Kredietbank, dat de schuldenaar in drie jaar afbetaalt.

In dat geval is er dus nog maar één schuldeiser.

 

Budgethulp

Bij budgethulp wordt een onderscheid gemaakt tussen budgetadvies, budgetbegeleiding en budgetbeheer.

 

Budgetadvies

Bij budgetadvies wordt advies en informatie gegeven over een breed scala van budgetteringsonderwerpen, gericht op maatregelen tot aanpassing en beheersing van het beschikbare budget. Een budgetadvies kan zowel preventief als curatief van aard zijn.

 

Budgetbegeleiding

Budgetbegeleiding richt zich op het aanleren van vaardigheden in het op een verantwoorde manier omgaan met een (beperkt) budget.

Budgetbeheer

In geval van budgetbeheer zijn er drie vormen, van ‘licht tot totaal’, variërend van het overnemen van de betaling van de vaste lasten tot volledige betaling van alle lasten en rekeningen en het zorgen voor reserveringen. Het beheer van het inkomen wordt dan overgedragen naar een bepaalde instantie. Dat kan zijn de Budgetwinkel, de kredietbank, of de sociale dienstverlening.

 

Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen

De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) biedt schuldsanering via de rechter, die pas aan de orde komt nadat een minnelijke regeling met schuldeisers via de Budgetwinkel niet mogelijk is gebleken. De rechter beslist over het doorgaan van de schuldsanering, de hoogte van het aflossingsbedrag en de duur.

Op deze manier worden de schuldeisers gedwongen alsnog akkoord te gaan met een sanering.

 


Bijlage 3

 

Het huidige aanbod van schuldhulpverlening in Delft

 

Bij budgetproblemen en schulden zijn er voor inwoners in Delft diverse instanties die hulp bieden:

1.       Budgetwinkel, inclusief het Delfts Uitkerings Informatie Team (DUIT)

2.       Sociale Dienstverlening (SDV) en het Jongerenloket

3.       Instituut Sociaal Raadslieden (ISR)

4.       Bijzondere Aandacht Woonproblematiek (BAW)

5.       CAV (Rijswijk)

6.       Gemeentelijke Kredietbank (Den Haag)

7.       De Stichting Onder Een Dak (STOED)

8.       Formulierenbrigade / Stichting Ouderenwerk Delft (SOD)

9.       Verschillende vrijwilligersorganisaties, zelforganisaties, kerkelijke organisaties, zoals Humanitas, Alivio, het Interkerkelijk Sociaal Fonds (ISF) etcetera.

 

De Budgetwinkel en DUIT

De Budgetwinkel is een onderdeel van de sector Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente en biedt de volgende dienstverlening:

-          Persoonlijk budgetadvies

-          Budgetcursussen (preventie)

-          Budgetbegeleiding,

-          Budgetbeheer (CAV)

-          Schuldregeling (minnelijke regeling en schuldsanering via GBK)

 

De Budgetwinkel is lid van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) en is daardoor een officieel erkende instantie voor schuldhulpverlening en bevoegd tot schuldsanering. Via de NVVK worden in het Landelijk Platform Schuldeisers afspraken gemaakt met schuldeisers (woningcorporaties, Nutsbedrijven e.d) over schuldregelingen.

DUIT richt zich primair op voorlichting over inkomensondersteunende voorzieningen en voert daartoe ook huisbezoeken uit.

 

Naast de schuldenregeling conform de NVVK-code, voert de Budgetwinkel nog de volgende begeleidingstaken uit:

-          Budgetbeheer, dat wordt aangestuurd door de Budgetwinkel, maar uitgevoerd door de stichting CAV te Rijswijk;

-          Budgetconsulenten geven voorlichting aan maatschappelijke organisaties, bijvoorbeeld aan oudkomers, vluchtelingenwerk, verenigingen van Antillianen, Somaliërs

-          Het team DUIT geeft ook budgetvoorlichting op scholen, buurthuizen en andere instanties;

-          In bepaalde gevallen wordt hulp aan huis geboden door medewerkers van DUIT of door een budgetconsulent.

 

Sociale Dienstverlening en Jongerenloket

De consulenten van SDV en het Jongerenloketkunnen ingeval van betalingsachterstanden van huur, energie, of ziektenkostenpremie de kosten hiervan rechtstreeks overmaken aan betrokken instanties.

 

Instituut Sociaal Raadslieden

De ISR biedt schuldbemiddeling op beperkte schaal. De sociaal raadsman  of –vrouw  kan bemiddelen bij schuldeisers als er betalingsproblemen zijn of als een cliënt nog in afwachting is van een uitkering.

 

Bijzondere Aandacht Woonproblematiek (BAW)

In september 2005 is het convenant BAW van start gegaan als integraal model voor schuldhulpverlening.

Aan huurders met meervoudige problematiek e/o met kinderen jonger dan 18 jaar, wordt op verschillende terreinen begeleiding geboden, zodat, als de problematiek onder controle is, een duurzame regeling voor de financiële problemen kan worden getroffen, zonder dat de bewoners hun huis worden uitgezet vanwege een huurschuld of overlast.

De contractpartijen van dit convenant zijn de gemeente Delft,  de vier Delftse Woningcorporaties, de Stichting Woonbegeleiding, de Zorgcoördinator (Stichting Kwadraad) en het Budgetteringsbureau (STOED).

 

Centraal Administratiekantoor (CAV)

De Stichting CAV in Rijswijk ondersteunt mensen die door ziekte, leeftijd of andere bijzondere omstandigheden hun financiële zaken niet meer zelfstandig kunnen regelen. Het CAV levert (o.a) budgetadvies,  budgetbegeleiding aan huis, budgetbeheer en schuldhulpverlening.

Het CAV is een onafhankelijke organisatie zonder winstoogmerk en telt momenteel 26 medewerkers. Het CAV is geen lid van de NVVK, maar wel van de branche vereniging Professionele Bewindvoerders (PBI). Deze vereniging garandeert kwaliteit en zorgvuldigheid van haar leden.

 

De cliënt kan de CAV zelf inschakelen, maar ook hulpverlenende instanties die signaleren dat het regelen van de administratie steeds meer problemen oplevert, kunnen het CAV benaderen. Op basis van één telefoongesprek wordt geïnventariseerd in welke mate en wat voor ondersteuning gewenst is. Uiteraard gaat dit in overleg. Samen met de cliënt wordt vervolgens bekeken hoe vaak en wanneer een medewerker langs komt.

De Stichting CAV  biedt sinds kort op verzoek van cliënten ook ondersteuning thuis bij het regelen van hun administratie. De cliënt blijft zelf verantwoordelijk voor de afhandeling, maar kan profiteren van de deskundigheid van een medewerker van de CAV.

 

De Stichting Onder  Een Dak (STOED)

STOED, gevestigd in Maassluis met een dependance in Delft, ondersteunt mensen met een psychiatrische en psychosociale problematiek teneinde hun plaats in de samenleving zo zelfstandig mogelijk te hervinden of te behouden. STOED heeft o.a een afdeling GGZ, dagbesteding, ambulante woonbegeleiding en schuldhulpverlening (budgetadvies, - begeleiding, -beheer en schuldbemiddeling. STOED is één van de partijen in het BAW -convenant .

STOED biedt alleen schuldhulpverlening bij niet-problematische schulden, inclusief budgetbeheer. STOED verwijst voor sanering door naar de Budgetwinkel.

STOED is een organisatie die zich zowel richt op de achterliggende problematiek als op de financiële kant van de schuldhulpverlening.

 

De Gemeentelijke Kredietbank (GKB)

De GBK heeft geen filiaal in Delft. Delftenaren kunnen zich richten tot de GBK in Den Haag. De GBK regelt schuldsanering voor mensen die een minimum aan begeleiding nodig hebben. Zij kunnen er een saneringskrediet afsluiten om hun schulden af te betalen. De kosten van begeleiding worden verhaald op de gemeente Delft. Voorts organiseert de GBK budgetcursussen via het Nationaal Instituut Budgetvoorlichting (Nibud).

De GBK kan ook een verklaring afgeven voor de Wet Sanering Natuurlijke Personen die gericht is aan de rechtbank. In die verklaring staat vermeld welke inspanningen reeds zijn verricht om een minnelijke regeling te treffen. Als de rechter van oordeel is dat de mogelijkheden van het minnelijk traject voldoende zijn benut kan de cliënt toegelaten worden tot de WSNP. Via de WSNP worden schuldeisers en kredietverstrekkers op hun verantwoordelijkheid aangesproken en gedwongen om mee te werken aan een afbetalingsregeling. Zij moeten daarbij als regel een deel van hun vorderingen intrekken.

 

Stichting Ouderenwerk Delft

De SOD biedt mensen van 55 jaar en ouder budgetbegeleiding in de vorm van administratieve thuishulp. Het gaat om het regelen van betalingszaken, bemiddeling met instanties voor budgettering en schuldhulpverlening en het invullen van formulieren. Het Ouderenwerk geeft ook informatie over inkomensondersteunende voorzieningen.

 

Bij de SOD is ook de Formulierenbrigade ondergebracht, die op een viertal  locaties in Delft ondersteuning biedt bij het invullen van formulieren voor de aanvraag van inkomensondersteunende voorzieningen.

Deze hulp richt zich niet alleen op ouderen; iedereen vanaf 18 jaar kan er terecht. Voor belastingzaken richten ze zich wel specifiek op ouderen (55+).

 

En de vele vrijwilligersorganisaties……..

Die vanuit hun eigen cultuur, levensovertuiging, of passie bijdragen aan het voorkomen of oplossen van financiële problemen en schulden.

 



[1] Deze nota Aanpak Schuldhulpverlening in Delft 2007-2010 is een onderdeel van het anti-armoedebeleid en van het gemeentelijk beleid op het gebied van werk, inkomen en zorg. De kern van dit beleid is terug te vinden in het Coalitieakkoord 2006-2010 (hoofdstuk ‘Arbeidsmarkt, inkomen en emancipatie’) en de daaruit voortvloeiende Nota Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie 2007-2010 (sept.2006).

[2] Bron: Budgetwinkel

[3] idem

[4] In 2006 is een pilot ‘nieuwe werkwijze in het minnelijk traject’ gestart in Noordoost Nederland en in Amsterdam. Resultaten worden medio 2007 geëvalueerd.

[5] Bron: ‘Fietsen met een blinddoek voor’, jaarverslag ISR Delft 2005

[6] Bron: periodiek verslag STOED

[7] Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek 2002, bewerking COS

[8] Bron: Kwarap WIZ 3e kwartaal 2006

[9] Bron: Monitor Lage Inkomens Delft, 2006

[10] Bron: Monitor Lage Inkomens Delft, 2006

[11] de koepel van woningsbouwcorporaties (Aedes), EnergieNed Federatie, Zorgverzekeraars Nederland, de VNG en Divosa

[12] De Monitor Lage Inkomens Delft draagt bij aan het zicht dat wij krijgen op de omvang en verdeling van deze groepen in de Delftse samenleving.

[13]bron: Integrale Schuldhulpverlening, StimulanSZ 2004