De Stadskrant Delft staat ten dienste van de
doelstellingen van het gemeentebestuur en is een van de uitingen in het kader
van het gemeentelijk communicatiebeleid met als doelen:
·
informatie verstrekken, al dan niet
verplicht
·
verklaren en/of toelichten van beleid
·
inzichtelijk maken van het bestuurlijk
proces
·
burgers betrekken bij het gemeentelijk
beleid
·
de gemeente professioneel presenteren als
herkenbare eenheid
·
aandacht voor gemeentelijke onderwerpen met
een geringe nieuwswaarde, toelichting en achtergronden
(artikel 1 redactiestatuut Stadskrant Delft)
De Stadskrant kan alleen een bijdrage leveren aan
de doelstellingen van het gemeentebestuur, wanneer de ontvangers van de krant
de bereidheid hebben om er kennis van te nemen. De Stadskrant staat immers
volop in concurrentie met andere media en andere manieren waarop ontvangers hun
tijd kunnen besteden. Dit betekent dat, met in achtneming van artikel 1 van het
redactiestatuut, (behoeften en vragen van) de lezers centraal moeten staan. Dat
stelt eisen aan de onderwerpkeuze, aantrekkelijkheid, betrouwbaarheid en
toegankelijkheid van de krant. Het lezersonderzoek van juni 2006 (zie bijlage)
geeft aan hoe de lezers deze (en andere) punten beoordelen.
Uitgangspunt
1: de lezer staat centraal
Lezersonderzoek juni 2006
Elke twee tot drie jaar vindt een lezersonderzoek
plaats naar de Stadskrant. De laatst e
evaluatie dateert van juni 2006. Samengevat zijn de conclusies uit het
kwantitatieve deel van het onderzoek:
-
positief oordeel over verschijnings- en
verspreidingswijze
-
positief oordeel over vorm en inhoud
-
positief oordeel over leesbaarheid,
betrouwbaarheid, vormgeving, fotografie, actualiteit en volledigheid
-
op al deze aspecten ligt de score tussen 6,0 en 7,2
-
met 88% bereik is de Stadskrant op dat moment het
‘grootste’ medium in de stad
Uit het kwalitatieve deel komen de volgende punten:
-
restyling zal de krant aantrekkelijker maken
-
verdere toespitsing op de behoeften van de lezers
is mogelijk
-
daarvoor is onderzoek nodig naar wat een meer doelgroepgerichte
invulling zou kunnen zijn
Het gehele rapport is als bijlage bijgevoegd.
Uitgangspunt
2: het lezersonderzoek toont aan dat de lezer de Stadskrant goed vindt, maar
ook dat het kan beter kan
De Stadskrant is zo’n
tien jaar geleden begonnen. Dat was in het pre-dualisme tijdperk. Inmiddels is
het gemeentebestuur al enige tijd aan het ontdekken hoe het dualisme in de
praktijk het best is vorm te geven. College en raad zoeken nadrukkelijk naar
‘eigen’ kanalen om de inwoners van Delft te informeren en te betrekken. De
Stadskrant is daarin een belangrijk instrument.
Het inzichtelijk maken
van het bestuurlijk proces en het betrekken van burgers is deel van de missie
van de Stadskrant (zie boven). Daarbij speelt dat de burgers van Delft het
bestuurlijk proces naar alle waarschijnlijkheid als één geheel beleven. Het
gaat dan dus om het werk van het college én van de raad.
Zonder deze erkenning
loopt de Stadskrant het risico speelbal te worden tussen college en raad, of
voor geen van beide voldoet. Het ontwikkelen van twee Stadskranten (één van de
raad en één van het college) past hier niet goed bij.
Uitgangspunt 3: de Stadskrant sluit aan bij het dualisme en biedt ruimte
aan onderwerpen/gebeurtenissen waarbij het college meer aan de wieg heeft
gestaan én ook waar de raad het voortouw in heeft.
Organisatie
Voor het maken van de
Stadskrant is binnen het vakteam Communicatie een redactie beschikbaar. Deze
staat onder leiding van een hoofd- en eindredacteur. Er is een redactieraad die
de Stadskrant inhoudelijk toetst aan de eerder genoemde doelen. Daarin zitten
de portefeuillehouder Communicatie, de gemeentesecretaris en een
vertegenwoordiger van de raad.
De redactie heeft een
positie vergelijkbaar met bedrijfsjournalisten. Zij maakt binnen het kader van
de gemeentelijke organisatie en de eerder beschreven doelen voor de Stadskrant
keuzes. Verder zet de redactie haar journalistieke deskundigheid in om de krant
leesbaar, toegankelijk en betrouwbaar te houden. Doelstelling en redactieformule
vormen daarbij het leidend kader. Bij (politiek bestuurlijk) gevoelige
onderwerpen heeft de redactie de verantwoordelijkheid te zorgen voor een
actieve betrokkenheid van de betreffende communicatieadviseur(s).
Toetsing door de
redactieraad vindt achteraf plaats. De redactieraad haalt daartoe de meningen
op bij de respectievelijke ‘achterbannen’ (college, raad, ambtelijke
organisatie).
Uitgangspunt
4: de redactieraad toetst de Stadskrant aan de hierboven genoemde doelen en de
bestaande redactieformule en speelt daartoe een actieve rol
Voorstel
Kennisnemen van de resultaten van het
lezersonderzoek van juni 2006.
In te stemmen met:
-
bovenstaand geformuleerde uitgangspunten;
-
voortzetting van de Stadskrant voor een periode van
twee jaar met de optie om het contract voor opmaak, druk en verspreiding
maximaal twee keer met één jaar te verlengen;
-
de bestaande doelstelling en redactieformule als
uitgangspunten voor het werk van de redactie en als toetsingskader voor de
redactieraad;
-
wijziging van artikel 6.3 van het redactiestatuut
in die zin dat de vertegenwoordiger uit de raad niet per definitie afkomstig is
uit de oppositie;
-
wijziging van artikel 5.2 van het redactiestatuut
in die zin dat de redactie bij (politiek bestuurlijk) gevoelige onderwerpen de
verantwoordelijkheid heeft te zorgen voor een tijdige en actieve betrokkenheid
van de betreffende communicatieadviseur(s);
-
expliciete herbevestiging van de positie van de
redactieraad als actief toetsend orgaan achteraf.
-
ruimte voor verslaglegging uit raad- en
commissievergadering, uitgaande van de hoeveelheid ruimte die nu ook al aan de
raad wordt besteed (maandelijks één kolom en elke twee tot drie weken een
pagina);
-
inpassing van verslaglegging uit raads- en
commissievergaderingen met een eigen herkenbare vormgeving;
-
het lezersonderzoek voor overleg voorleggen aan de
raad.
Willem
van de Ven