Inleiding
Hoofdstuk 1 Delftse Visie op Armoede
Hoofdstuk 2 Resultaten
2007
Hoofdstuk 3 Inkomensondersteunende voorzieningen
3.1. Wat willen we bereiken
3.2 Wat gaan we er voor doen
3.3. Wat mag het kosten
3.4 Beslispunten
Armoede is een veelomvattend en complex probleem en
kent vele ontstaansgronden en verschijningsvormen. In de week tegen armoede (17
t/m 22 september 2007) is dit volop onder de aandacht gebracht. Per dag heeft
een thema centraal gestaan (werk, laag geletterdheid, participatie, niet
gebruik inkomensondersteunende voorzieningen etc). De gezamenlijke
verantwoordelijkheid armoede te bestrijden is terug te vinden in het ‘Pact
tegen Armoede’. Met het ondertekenen van dit pact hebben organisaties
aangegeven dat zij gaan samenwerken aan het bestrijden van armoede en sociale
uitsluiting in Delft. Dit wordt de
komende periode onder leiding van de gemeente opgepakt.
In deze nota wordt kort de Delftse visie op armoede
beschreven. Daarna worden voorstellen
gedaan m.b.t. een deelaspect van armoede: het effectief financieel ondersteunen
van mensen met een laag inkomen om armoede te bestrijden en participatie te
bevorderen.
De anti-armoedeconferenties van 2006 en 2007, de
Monitor lage Inkomens Delft 2006 en het verdiepingsonderzoek Rondkomen van
Weinig (verdiepingsonderzoek Monitor lage Inkomens Delft) hebben belangrijke
input geleverd aan de voorstellen in deze nota.*
* Met deze nota wordt gelijk instrument 8 uit de
nota Aanpak Schuldhulpverlening kenmerk 20213525 vorm gegeven
De gemeente Delft ziet armoede als een
veelomvattend probleem met verschillende oorzaken en gevolgen.
Voor de omschrijving van armoede sluit de gemeente
aan bij de brede definitie zoals geformuleerd door StimulanSZ in de publicatie
‘Gemeentelijk Armoedebeleid’ (SGBO/StimulanSZ, 2005): “Armoede is een complex
verschijnsel met veelal samenhangende dimensies (inkomen, maatschappelijke
participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en
leefomgeving), waarin het toekomstperspectief een belangrijk onderscheidend
kenmerk is, vooral in situaties waarin niet of nauwelijks uitzicht is op werk
of verandering van leefsituatie. Armoede in deze brede betekenis is sociale
uitsluiting”. Bestrijding of het verkleinen van armoede dient dan ook breder te
worden gezien dan het verstrekken van een financiële tegemoetkoming.
In het Delftse beleid staat het streven naar
economische zelfstandigheid van burgers en maatschappelijke participatie
centraal. Deze economische zelfstandigheid is door diverse omstandigheden niet
altijd voor iedereen mogelijk. Uitgaande van de eigen kracht en kennis
ondersteunt de gemeente burgers bij het bereiken van economische
zelfstandigheid door het inzetten van re-integratietrajecten. Werk is een
belangrijk instrument om armoede te voorkomen of er aan te ontsnappen. Armoede
kan een oorzaak of gevolg zijn waardoor economische zelfstandigheid niet wordt
bereikt.
De focus in deze nota ligt op een specifiek
onderdeel van armoedebestrijding namelijk: inkomensondersteunende voorzieningen
die overigens ook weer toegang bieden tot bijvoorbeeld gezondheidszorg en
meedoen. In deze nota komen niet soort of de hoogte van het (basis) inkomen, de
weg naar werk (voor sommigen een weg om uit armoede te geraken),
schuldhulpverlening, gezondheid, laaggeletterdheid, wonen en onderwijs aan de
orde. Elementen die een belangrijke rol spelen bij het bestrijden van armoede
en ook in samenhang (soms via een eigen traject) met elkaar worden
opgepakt.(zie nota Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie en nota Aanpak
schuldhulpverlening 2007-2010. Deze nota bevat voorstellen om mensen met een
laag inkomen effectief financieel te ondersteunen en hiermee armoede te
bestrijden, te voorkomen dat mensen in schuldensituaties terechtkomen en
participatie te bevorderen.
In het onderzoek
‘Rondkomen van weinig’ komen mensen met een laag inkomen zelf aan het woord.
Kenmerkend voor anti-armoedebeleid is dat er vaak wordt gesproken over de
doelgroep, maar niet met de doelgroep.
Juist de inbreng van “ervaringsdeskundigen” is belangrijk om goede
ondersteuning te bieden, risico’s op armoede te verkleinen en duurzame
oplossingen te vinden. Het bij elkaar brengen van de 2 werelden die van de
burger en die van de overheid is essentieel. Maar ook inzet van
(maatschappelijke) organisaties is van belang. Het Pact tegen Armoede biedt
hiervoor mogelijkheden.
In de monitor, het
verdiepingsonderzoek, tijdens de
anti-armoedeconferenties en de resultaten van het afgelopen jaar is specifiek
aandacht gegeven aan de volgende aandachtsgroepen:
·
Kinderen uit huishoudens met een laag inkomen
·
Werkende armen, inclusief zelfstandigen
·
Chronisch zieken en gehandicapten
·
65+
·
Mensen die tussen wal en schip vallen
·
Mensen met schulden
Hoofdstuk 2 Resultaten 2007
In 2007 is op het gebied
van inkomensondersteuning het volgende gerealiseerd:
·
Ophoging van de geldende bijstandsnorm van 110%
naar 120%
·
Verhoging van de vergoeding van de Sportregeling
met € 25,- per jaar n.a.v. onderzoek Rondkomen van Weinig
·
Een campagne om via de sportverenigingen de
sportregeling te promoten
·
Schoolkostenregeling
·
Voorstellen gereed inzake het overdragen
verstrekking aanvullende WWB-uitkering naar de SVB voor 65+ers per 01-01-2008
waardoor de doelgroep beter wordt bereikt
Het aanpassen van het
anti-armoedebeleid aan de actualiteit is een continue proces. Delft maakt
onderdeel uit van de landelijke benchmark
Armoedebeleid. Door deze benchmark is het mogelijk het Delftse beleid te
vergelijken met en te leren van andere gemeentes en het beleid indien nodig aan
te passen.
Hoofdstuk 3
Inkomensondersteunende voorzieningen
3.1 Wat willen we
bereiken
Het stimuleren dat
Delftse burgers met een laag inkomen gebruik kunnen en willen maken van de
inkomensondersteunende voorzieningen die er voor hen zijn om:
·
mee te kunnen doen in de samenleving
·
financiële
nood te voorkomen
Het vergroten van het
gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen kan worden bereikt door
aandacht te hebben voor de volgende punten:
·
Hoogte van (het bedrag) van de voorzieningen
·
Inhoud van de voorzieningen
·
Bereik van de voorzieningen (o.a. communicatie,
doelgroep)
·
Vorm van de voorzieningen (lening, geld, korting,
natura)
Iedere
inkomensondersteunende voorziening (bestaand of nieuw) moet afhankelijk van wat
we ermee willen bereiken op basis van bovenstaande punten tegen het licht
worden gehouden, waarbij ook nadrukkelijk gebruik wordt gemaakt van de
resultaten van Rondkomen van Weinig. Het accent voor 2008 en in deze nota ligt
niet op het uitbreiden van voorzieningen maar op het vergroten van het gebruik
ervan door zoveel mogelijk belemmeringen weg te nemen en de doelgroep te vergroten.
3.2 Wat
gaan we daarvoor doen?
Activiteit |
Tijdpad |
Ophogen van de
draagkrachtgrens van de geldende
bijstandsnorm en de inkomensgrens van minima-beleid van 120% naar 130% |
Januari 2008 |
Bestandskoppeling.
Actieve benadering van de klant door een
bestandskoppeling. Bestanden van ( o.a. gemeentelijke
kwijtscheldingen, AV Delft, Delftpas, woningcorporaties etc) klanten koppelen
om te zien of deze klanten ook voor andere regelingen in aanmerking komen.
Indien dit het geval is deze klanten actief benaderen |
Eerste kwartaal 2008 |
Bij alle aanvragen van klanten kijken of zij ook
voor andere voorzieningen in aanmerking komen zonder dat zij hier zelf om
moeten vragen (initiatief bij gemeente i.p.v klant).
|
Start november 2007,
daarna continue proces |
Oprichting van een
Noodfonds voor Delftenaren die tussen wal en schip vallen en niet
voldoen aan de voorwaarden van voorzieningen maar wel hulp nodig hebben. Een
nota hierover volgt z.s.m. |
Vierde kwartaal 2007
verkenning mogelijkheden Oprichting 2008 |
Opstellen en starten
met uitvoering van een plan de campagne op het gebied van communicatie waarin
wordt uitgewerkt: 1. het
inzetten van andere netwerken om nieuwe groepen te bereiken en deze netwerken
goed te onderhouden. Het Pact tegen Armoede kan hierbij een rol spelen; . 2. de
manier van voorlichten aanpassen aan de diverse doelgroepen (werkenden,
kleine zelfstandigen, ouderen, zieken/chronische gehandicapten en
allochtonen); 3.
het verspreiden van het geactualiseerde
boekje “Dit geld(t) voor U” met als
doel een naslagwerk te laten zijn voor
doelgroepen en intermediairs en een voorlichtingscampagne
starten; 4. voorlichten van
intermediairs ( bijv. sleutelfiguren,
woningbouwcorporaties) zodat zij in de
contacten met de doelgroep de doelgroep op een
juiste manier op de voorzieningen kunnen
wijzen en eventueel kunnen helpen bij de
aanvraag (train the trainer) en dit een
structureel karakter geven en zoveel mogelijk het
stigma te verwijderen |
December 2007 |
De bijzondere bijstand
en hieraan gekoppelde regelingen kennen de mogelijkheid een klant een
voorschot te verstrekken. Het is daarom niet nodig als gemeente een
startkapitaal te reserveren. Door het verstrekken van voorschotten kunnen
klanten sneller gebruik maken van de regelingen, omdat de mogelijkheid van
het eerst zelf voorschieten niet altijd aanwezig is. Het verstrekken van
voorschotten past in een pro-actief armoedebeleid De mogelijkheid een
voorschot te verstrekken wordt in de praktijk onvoldoende toegepast en brengt
extra uitvoeringskosten met zich mee. Onderzocht wordt wat de extra uitvoeringskosten zijn en hoe
werkprocessen moeten worden aangepast. |
Eerste kwartaal 2008 |
Bestaande regelingen,
voor zover dat nog niet is gedaan,
doorlichten en waar mogelijk makkelijker toegankelijk maken door
de wijze van aanvragen te
vergemakkelijken (servicebalie, internet), voorbeelden hiervan zijn de
Delftpas en de Sportregeling, en de te leveren informatie (digitaal
klantdossier) en doorlooptijd aan te passen en klantvriendelijker maken |
Eerste kwartaal 2008 |
In bovenstaand
onderzoek ook meenemen welke regelingen omgezet kunnen worden naar een vorm
die voor de klant gunstig is inclusief een overzicht van de hieraan verbonden
(structurele) kosten. Bijvoorbeeld een regeling met daaraan gekoppeld een
lening omzetten naar regeling met een
gift in geld of natura (bijvoorbeeld computers en de Bijstand) |
Eerste kwartaal 2008 |
3.3 Wat mag het kosten
Bovenstaande voorstellen leiden tot de volgende
financiële claims welke in de programmabegroting 2008-2011 onder voorbehoud van goedkeuring door de raad worden vastgesteld:
Toenemend gebruik
voorzieningen (jaarlijks) € 130.000,-
Schoolkostenregeling (jaarlijks) € 260.000,-
Bestandkoppeling (2008 en
2010) € 10.000,-
Ophoging 120% naar 130% (2008) € 231.000,-
Extra aanvragen
Sportregeling (minimabeleid)
(jaarlijks) €
16.000,-
Totaal: € 647.000,-
3. 4. Beslispunten
Gevraagd wordt akkoord te
gaan met: