Geacht college,

 

 

  1. Inleiding

 

Voor inwoners van Nederland, ouder dan 65 jaar bestaat een speciale inkomensvoorziening, namelijk de Algemene Ouderdomswet (AOW). De AOW biedt een basis inkomensvoorziening ter hoogte van de norm in de Wet Werk en Bijstand (WWB).

 

Het recht op een AOW-uitkering wordt jaarlijks opgebouwd. Om in aanmerking te komen voor een volledige AOW-uitkering moet men na het vijftiende levensjaar, tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd onafgebroken in Nederland woonachtig zijn. Voor elk jaar dat men niet in Nederland verbleef wordt een korting van 2% toegepast.

 

Dit betekent dat er inwoners zijn die, bijvoorbeeld omdat zij zich pas na hun vijftiende levensjaar in Nederland gevestigd hebben, een onvolledig recht hebben op AOW en daarmee een inkomen hebben dat lager is dan de WWB-norm. Indien men niet de beschikking heeft over andere inkomsten, zoals pensioen, lijfrente of inkomen uit arbeid, en indien men niet beschikt over een bepaald vermogen, kan als aanvulling op de AOW-uitkering een beroep worden gedaan op de WWB. Niet iedereen die hiervoor in aanmerking komt is hiervan op de hoogte. Ook zijn er mensen die geen beroep willen doen op bijstand.

 

Op dit moment zijn er binnen Delft ca. 230 huishoudens die een aanvullende uitkering krachtens de WWB –ontvangen die voor een overdracht naar de SVB in aanmerking komen. In totaal betreft het ca. 275 personen.

 

Uit onderzoek is gebleken dat veel ouderen niet op de hoogte zijn van de mogelijkheid om een aanvullende WWB-uitkering aan te vragen. Om het gebruik van de WWB door ouderen te stimuleren heeft de Raad middels een motie (november 2006, nr. 195) de wens uitgesproken om de AOW en de WWB-uitkering door één en dezelfde instantie te laten uitvoeren. Om die reden wordt de uitvoering van de WWB voor deze cliënten overgedragen aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

 

  1. Reikwijdte van het project

 

Het project betreft de uitvoering van de algemene bijstand door de SVB voor personen van 65 jaar en ouder en hun partner. Ook als de partner jonger is dan 65 jaar wordt de uitkering overgedragen aan de SVB. 

 

Daarbij gaat het om gehele proces: het informeren van (potentiële) rechthebbenden, de bevordering van aanvragen, het in ontvangst nemen van gegevens en verwerking van aanvragen, de beoordeling en vaststelling van het recht, het uitbetalen van de uitkering, het verwerken van mutaties, de controle op naleving van de aan de bijstand verbonden verplichtingen, het in voorkomende gevallen opleggen van maatregelen, de terugvordering van ten onrechte uitgekeerde bijstand, het beslissen op bezwaar en de vertegenwoordiging van de gemeente in beroepsprocedures. De SVB kent ook haar eigen klachtenprocedure. Indien een cliënt zich meldt bij de gemeente met een klacht over de bijstandsverstrekking door de SVB zal deze doorverwezen moeten worden. Wel zal de gemeente in een dergelijk geval contact opnemen met de SVB om er zorg voor te dragen dat de klacht naar behoren wordt afgehandeld.

 

De uitvoering van de bijzondere bijstand, net als de uitvoering van andere inkomensondersteunende maatregelen, behoort niet tot het project. Dit blijft een taak van de gemeente.

 

Ook het re-integreren van een jongere partner blijft een taak van de gemeente.

 

3.      Doelen en resultaten van het project

 

a.     Optimaliseren van de dienstverlening

Het optimaliseren van de dienstverlening voor ouderen staat voorop. Hiervoor is een dienstverleningsconcept ontwikkeld waarin transparantie en administratieve lastenvermindering centraal staan.

 

De oudere bijstandsgerechtigde ontvangt maandelijks één geïntegreerd bedrag en één jaaropgave. Gegevens worden nog maar één keer uitgevraagd en gecontroleerd. Dit betekent voor AOW-gerechtigden met aanvullende bijstand een belangrijke bron van irritatie en betutteling minder.[1]

 

b.     Stimulering van het gebruik / terugdringing niet gebruik

Stimulering van het gebruik van sociale voorzieningen door ouderen is een belangrijk sociaal thema. Niet-gebruik van voorzieningen als (aanvullende) bijstand, bijzondere bijstand en de WMO is een teken én oorzaak van maatschappelijk isolement.

 

Door de overdacht bevorderen SVB en gemeenten samen de benutting van (lokale) regelingen om de kwetsbare positie van ouderen met een minimum inkomen te verbeteren. Dit kan onder meer worden gerealiseerd doordat ouderen met onvolledige AOW- inkomsten al op 64,5 jarige leeftijd door de SVB worden benaderd en worden gewezen op een mogelijk recht op aanvullende bijstand. Eventueel wordt de schriftelijke aanvraag aangevuld met een huisbezoek.

De SVB kent door haar verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de AOW álle ouderen met een onvolledig AOW pensioen en heeft hierdoor een voorsprong op de gemeente. Doordat de bijstand en de AOW gezamenlijk worden aangevraagd bij hetzelfde loket wordt een van de drempels om (aanvullende) bijstand aan te vragen weggenomen.

 

c.     Kostenbesparing voor de gemeente

De SVB kan door het administratieve karakter van haar organisatie en schaalvoordelen de (aanvullende) WWB tegen lagere kosten uitvoeren dan gemeenten.  In paragraaf 7 vindt u hierover meer informatie.

 

4.      De juridische basis

 

Artikel 7 lid 5 van de WWB biedt het College de mogelijkheid om de uitvoering van back office activiteiten uit te besteden aan derden. Dit artikel bepaalt voorts dat het College de beoordeling van het recht op bijstand en het vaststellen van de rechten en plichten van de belanghebbende kan mandateren aan een zelfstandig bestuursorgaan.  De SVB is zo’n zelfstandig bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

Het mandaat is bestuursrechterlijk geregeld in artikel 10:1 en verder van de Awb.  De mandaatverlening doet geen afbreuk aan de (financiële) verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de aanvullende bijstand van het College. Het College blijft verplicht zich tegenover het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) te verantwoorden over de uitvoering van de (aanvullende) WWB.

 

De SVB heeft toestemming van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de WWB voor oudere cliënten uit te voeren.

 

5.      De formaliteiten

 

a.     Mandatering

De uitvoering van de WWB voor personen van 65 jaar en ouder door de SVB vereist op grond van artikel 7 lid 5 WWB een mandaatbesluit van het College. Het mandaat strekt zich uit over het gehele proces: communicatie en voorlichting aan (potentiële) rechthebbenden, bevordering en verwerking van de aanvraag, het uitbetalen van de uitkeringen, klachtafhandeling, de controle op naleving van de aan de bijstand verbonden verplichtingen, het verwerken van mutaties, de afhandeling van bezwaarschriften, de vertegenwoordiging van de gemeente in (hoger) beroepsprocedures en in cassatie en tot slot het formuleren en vaststellen van beleidsregels. 

 

De afhandeling van bezwaarschriften door de SVB vereist een ondermandaat. Een bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat (binnen het bestuursorgaan) moet expliciet worden geregeld. Dit betreft een activiteit binnen de SVB. Dit geldt ook voor het formuleren en vaststellen van beleidsregels.  De SVB heeft dit geregeld in overeenstemming met de Algemene wet bestuursrecht.

Over de wijze waarop het proces wordt vormgegeven, alsmede de formulering en vaststelling van de beleidsregels vindt vanzelfsprekend overleg plaats met de gemeenten.

 

Mede ten behoeve van de regeling van het mandaat hebben de SVB en de deelnemende gemeenten wederzijdse afspraken over de rechten en plichten vast gelegd in een uitvoeringsregeling. 

 

In de huidige maatregelenverordening van de gemeente Delft is vastgelegd dat, bij het niet nakomen van opgelegde verplichtingen, maatregelen (in de vorm van een tijdelijke verlaging van de uitkering) kunnen worden opgelegd. Met de overdracht van deze verantwoordelijkheid voor de oudere WWB-clienten naar de SVB betekent dit dat de maatregelenverordening moet worden aangepast. De maatregelen die door de SVB worden opgelegd beperken zich feitelijk tot het niet naleven van de informatieplicht.

De maatregelen die door de SVB worden opgelegd zijn gematigder dan de maatregelen die  WIZ zou opleggen.

 

In een andere verordening is vastgelegd dat alle bezwaarschriften worden afgehandeld door de Delftse Advies commissie voor bezwaar (ACB). Door de overdracht van bezwaar- en beroep met betrekking tot de algemene bijstand voor 65-plussers naar de SVD moet deze verordening worden aangepast.

 

b.     Uitvoeringsregeling

Gelet op het unieke en ingrijpende karakter van het project is een uitvoeringsregeling opgesteld. Deze uitvoeringsregeling onderstreept enerzijds de bijzonderheid van het samenwerkingsverband tussen de deelnemende gemeenten en SVB en sluit anderzijds zoveel mogelijk uit dat partijen tussentijds voor onvoorziene omstandigheden komen te staan. Ten behoeve van de regeling van het mandaat is een besluit van het College van burgemeester en wethouders vereist. De uitvoeringsregeling bevat onder andere bepalingen over de gegevensuitwisseling, de financiering en de monitoring.

 

De uitvoeringsregeling bevat ook afspraken over de volgende thema’s: frequentie en tijdstippen van evaluatie en overleg, verantwoording en rapportage, wijze van uitwisseling, procedure probleemafhandeling, klachten, procedure bezwaar en beroep, overzicht met contactpersonen en beveiligingsaspecten. 

 

De mandaatovereenkomst en de uitvoeringsregeling zijn bijgevoegd. De wijzigingen in de verordeningen zullen de komende maanden (voor 1-1-12008) worden doorgevoerd.


 

6.      Financiën

 

De SVB is wettelijk verplicht de kosten voor de uitvoering van het project door te belasten naar de gemeente. Zelfstandige bestuursorganen, zoals de SVB zijn gebonden aan een groot aantal financiële regels en beschikken niet over vermogen. Gevolg is dat de SVB de kosten niet mag voorfinancieren en bij de gemeente de werkelijke kosten in rekening moet brengen. Achteraf vindt dan een nacalculatie plaats.

 

De SVB verplicht zich tot een nauwgezette en periodieke verantwoording van de kosten en de kostenontwikkeling.

 

Wat brengt de SVB in rekening:

-        de werkelijke kosten aan verstrekte WWB-uitkeringen (hiervoor wordt maandelijks een factuur verstuurd);

-        de kosten van uitvoering. Hiervoor moet een voorschot worden betaald. De werkelijke kosten worden op basis van nacalculatie vastgesteld. Deze kosten bedragen ca. € 200,00 per dossier per jaar. De ervaring van de SVB is dat gedurende de eerste maanden na de overdracht er sprake is van een geringe groei van het aantal cliënten.

-        overheadkosten. Deze zijn vastgesteld op € 5000,00 per jaar.

 

De kosten voor 2008 die gepaard gaan met de overgang bedragen dus:

-        bij een overdracht van 230 dossiers plus de verwachte groei

                           50.000,00

-    plus overhead                                                            5.000,00

-    totaal                                                                   55.000,00

 

Aan de andere kant betekent de overdracht van deze groep cliënten ook een besparing op de uitvoeringskosten. De besparingen op de uitvoeringskosten, voor alle helderheid, betreffen de algemene bijstand. De bijzondere bijstand blijft een taak van de gemeente.

 

De overdracht betekent een besparing van ca. 1,26 fte, wat neerkomt op een bedrag van € 80.000,00.

 

Dus:

- besparing overdracht                                                80.000,=

- kosten overdracht                                                              55.000,=

besparing                                                                          25.000,=

 

Dit bedrag is reeds als besparing ingeboekt.

 

7.      Verantwoordelijkheidsverdeling

 

De SVB kan de algemene bijstand (bijzondere bijstand blijft bij de gemeente) voor personen van 65 jaar en ouder en hun jongere partner uitvoeren op basis van het mandaat van de gemeente. Het college kan de vaststellingen van de rechten en plichten en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van de omstandigheden mandateren aan de SVB op basis van artikel 7 lid 5 van de WWB. De uitvoering blijft daarmee binnen het publieke domein. De financiële verantwoordelijkheid van het college blijft ongewijzigd. Het college blijft derhalve verantwoording schuldig aan het Rijk en de Raad.

 

Pro-actief armoedebeleid blijft een taak van de gemeente. De SVB zal is samenspraak met de gemeente informatiemateriaal versturen. Regelmatig zullen lijsten met adresgegevens aan de gemeente worden gestuurd, zodat ook de gemeente weet, wie een WWB-uitkering ontvangt van de gemeente. Op die manier kan ook de gemeente haar informatie over de verschillende voorzieningen gericht aan deze doelgroep versturen.

De gegevens van de SVB worden ook gebruikt bij bestandskoppelingen in het kader van het pro-actief armoedebeleid.

Het verstrekken van bijzondere bijstand en andere financiële vergoedingen blijft een taak van de gemeente.

 

8.      Tijdsplanning

 

De globale tijdsplanning is als volgt:

-         september      eerste vergelijking gegevens SVb en WIZ

-         oktober besluit B & W

                             eerste communicatie richting doelgroep

                             herstelacties bestanden WIZ

-         november       vaststellen aangepaste maatregelenverordening

                             ondertekening mandaat en uitvoeringsovereenkomst

-         december       definitieve overdracht cliëntgegevens

                             communicatie vanuit WIZ en de SVB

 

9.      Voorstel

 

Voorgesteld wordt:

a.     ingaande 1 januari 2008 de uitvoering van de WWB overdragen aan de SVB, inclusief alle bijbehorende activiteiten zoals beschreven in deze nota; het mandaatbesluit en de uitvoeringsovereenkomst;

b.     het mandaatbesluit en de uitvoeringsovereenkomst te ondertekenen;

c.     wethouder Bolten te machtigen de onder b genoemde stukken te ondertekenen namens het college;

d.     de maatregelenverordening aan te passen;

e.     de verordening met betrekking tot bezwaar en beroep aan te passen;

f.      deze nota ter kennisgeving door te sturen naar de gemeenteraad;

g.     de betrokken cliënten te informeren over de aanstaande overdracht.

 

 

 

 



[1] Utrecht; 9 juni 2004 ; brief van LOM en het CSO betreffende: Klantvriendelijke controle van AOW- ers met aanvullende bijstand.