Stuk
27 I Delft,
12 maart 2007.
20202260
Onderwerp:
2e
wijziging van de legesverordening in verband met de
wijziging
van leges voor bouwvergunningen.
Aan
de gemeenteraad.
Geachte
dames en heren,
Aan
u wordt aangeboden een voorstel tot wijziging van de Legesverordening Delft
2007. Het betreft de tweede wijziging van deze verordening en ziet op de leges
voor bouwvergunningaanvragen.
Bij
het onderzoek naar de tarieven is tevens gebleken dat een
enkelvoudig tarief voor bouwleges zoals dat nu in de legesverordening staat,
bij grote bouwprojecten een onevenredige lastendruk ten gevolge heeft.
De
huidige verhouding is te verklaren door het feit dat de zogenaamde terugverdiencapaciteit
van Delft -in
tegenstelling tot vergelijkbare andere gemeenten- zeer hoog is (benchmark
Bouw&Woningtoezicht 2005 = 175%). Dit houdt in dat 90% van de
legesinkomsten komt uit 10% van de aanvragen, hetgeen weer betekent dat de
legesinkomsten zeer afhankelijk zijn van grote bouwplannen.
De
komende jaren zal de ontwikkeling van grote bouwplannen doorgaan (TU-TNO
terrein, herstructurering Poptahof, Spoorzone, Technopolis, Harnaschpolder).
Over 10-15 jaar zal het aantal bouwplannen van deze omvang echter afnemen,
omdat de
stad dan is volgebouwd. De verhouding tussen kosten en opbrengsten zal dan
opnieuw bezien moeten worden.
In
de tussentijd dient een degressieve tariefopbouw te zorgen voor een betere
verhouding tussen kosten en opbrengsten bij bouwplannen met een hoge investering.
Getrapte
tariefstelling
Naarmate
de bouwkosten oplopen, stijgen ook de verschillen tussen de gemeentelijke
kosten en de legesopbrengsten. Daarom is gekozen voor de tariefstelling met de
gekozen percentages, zoals die nu wordt voorgesteld. De effecten
zijn het meest zichtbaar bij de plannen met een investering van 5 tot 20
miljoen. In deze categorie wordt -relatief gezien- het grootste aantal plannen
aangevraagd.
Stuk
27 I pag.
2.
Getraptheid
in bouwplannen met een investering vanaf 1 miljoen bewerkstelligen
op de langere termijn 100% kostendekkendheid, waardoor een effectieve en
verantwoorde tariefstelling van bouwleges in het leven wordt geroepen. De
huidige tariefstelling voor bouwleges kent dat niet, waardoor de
kostendekkendheid -juridisch
gezien- niet gemotiveerd onderbouwd kan worden indien de tariefstelling wordt
aangevochten.
De
investeringen in de bouw laten zich voor de korte en middellange termijn
redelijk voorspellen. Dat maakt het mogelijk de kostendekkendheid van de bouwleges
-beschouwd over een periode van tien jaar- binnen de wettelijke grenzen te
houden. De
meerjarenraming bouwleges is hierop aangepast. Uiteraard
kunnen economische ontwikkelingen van invloed zijn op het al dan niet doorgaan
of het temporiseren van bouwplannen. Na voltooiing van in-, uitbreiding en
herstructurering van de stad, zal het accent verschuiven van bebouwen naar beheer van
die omgeving. De verhouding tussen kosten en opbrengsten wordt dan opnieuw
bezien.
Voorstel:
Wij
stellen u voor:
1.
akkoord
te
gaan met de aanpassing van de meerjarenraming van kosten en opbrengsten
bouwleges;
2.
met
het voorgaande de 2e
wijziging op de Legesverordening Delft 2007 vast te stellen alsmede
3.
vast
te stellen de 11e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
Hoogachtend,
Het
college van burgemeester en wethouders van Delft,
mr.
drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr.
drs. H.G.L.M. Camps ,secretaris.
Stuk
27 II
20202260
De raad van de gemeente Delft;
gelezen
het voorstel van het college van 6 februari 2007;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en
onderdeel b, van de Gemeentewet;
gezien
het advies van de commissie Bestuur en Werk;
b e
s l u i t
vast
te stellen de
2e
wijziging van de (tarieventabel behorende bij) de Legesverordening
gemeente Delft 2007.
Aan
artikel 8 Vrijstelling wordt het volgende lid f toegevoegd:
f. het in behandeling nemen van
bouwvergunningaanvragen door of (mede) vanwege
de gemeente, waarbij de bouwkosten uitstijgen boven 30 miljoen en waarvoor
op andere wijze betaling van met de vergunningverlening verbandhoudende kosten
geschiedt..
Hoofdstuk
5.2 van de tarieventabel komt als volgt te luiden:
5.2 |
Bouwvergunning |
|
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in
behandeling nemen van
een aanvraag tot het verkrijgen van |
|
|
5.2.1 |
een lichte bouwvergunning,
als bedoeld in artikel 1 eerste lid onderdeel q van de Woningwet: |
|
2,50% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van |
|
75,00; |
5.2.2 |
een reguliere
bouwvergunning, als
bedoeld in artikel
1 eerste lid onderdeel p van de Woningwet, bestaat uit de som van een vast
deel en een variabel deel die conform de onderstaande tariefgroepindeling
worden bepaald. Het variabele deel bestaat uit het bij de tariefgroep
genoemde percentage van het deel van de bouwkosten dat het
aanvangsbedrag van de betreffende tariefgroep, waarin het bouwplan op grond
van de bouwkosten valt, overstijgt. |
|
|
|
Het
minimumtarief van een bouwvergunning
bedraagt |
|
75,00 |
|
Bouwkosten tariefgroep I: > 0,00 en
≤ 1.000.000,00 |
|
|
|
Vast |
|
0,00 |
|
Variabel |
|
2,50
% |
|
Bouwkosten tariefgroep II: >
1.000.000,00 en ≤ 5.000.000,00 |
|
|
|
Vast |
|
25.000,00 |
|
Variabel |
|
2,30
% |
|
Bouwkosten tariefgroep III: >
5.000.000,00 en ≤
20.000.000,00 |
|
|
|
Vast |
|
117.000,00 |
Stuk
27 II pag.
2.
|
Variabel |
|
2,10
% |
|
Bouwkosten tariefgroep IV: >
20.000.000,00 en ≤ 50.000.000,00 |
|
|
|
Vast |
|
532.000,00 |
|
Variabel |
|
1,90
% |
|
Bouwkosten tariefgroep V: >
50.000.000,00 |
|
|
|
Vast |
|
1.002.000,00 |
|
Variabel |
|
1,30
%; |
5.2.3 |
een reguliere bouwvergunning 1e
fase,
als bedoeld in artikel 46 lid c van de Woningwet: van de leges die op grond van 5.2.2 (aanvraag
reguliere bouwvergunning) in rekening moeten worden gebracht met een
minimumtarief van: |
|
60% 75,00 |
5.2.4 |
een reguliere bouwvergunning 2e
fase,
als bedoeld in artikel 46 lid c van de Woningwet: van de leges die op grond van 5.2.2 (aanvraag
reguliere bouwvergunning) in rekening moeten worden gebracht met een
minimumtarief van: |
|
55% 75,00. |
Deze
verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van
bekendmaking.
,burgemeester.
,griffier.
Stuk 27 II pag.
3.
op
de tweede wijziging van de Legesverordening Delft 2007
Gebleken is daarnaast, dat een enkelvoudige
tariefstelling een relatief grote lastendruk op grote bouwprojecten ten gevolge
heeft. Zo staat bijvoorbeeld een
legesopbrengst voor een nieuwbouwproject van 20 miljoen niet
in een acceptabele verhouding tot de legesopbrengst voor een dakkapel van
10.000, gelet op de gemeentelijke kosten die met de behandeling van de
vergunningaanvraag zijn gemoeid. Om deze reden is een getrapt tarievenstelsel
geοntroduceerd,
dat meer recht doet aan deze verhouding.