Stuk 184 I Delft,
15 oktober 2007.
20321981
Onderwerp: Update van
de Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
De verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften
Delft heeft – met de vaststelling van uw raad ervan – in 28 maart 2004 een
laatste wijziging ondergaan.
In het kader van integraal beheer, mede
geďnstigeerd door de (evaluatie-)nota FHIRBB leggen wij u thans ter
vaststelling het concept-besluit van de
gewijzigde verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften voor.
Om u inzicht te geven in de veranderingen die bij
de actualisering zijn aangebracht in de verordening Adviescommissie voor
bezwaarschriften is een overzicht van wijzigingen gemaakt. In dit overzicht
wordt artikelsgewijs aangegeven wat de voorgestelde verandering is.
Bij de actualisering zijn wij van het volgende
uitgegaan:
Wij stellen voor bijgaande, in concept
voorliggende, gewijzigde verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften vast
te stellen.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester
en wethouders van Delft,
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M.
Camps ,secretaris. .
Stuk 184 II
20321981
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 4
september 2007;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,
b e s l u i t :
vast te stellen de navolgende wijzigingen van de
verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften:
·
Artikel 1 komt te luiden:
De commissie adviseert het bestuursorgaan over de beslissing op alle tegen
besluiten van gemeentelijke bestuursorganen ingediende bezwaarschriften als
bedoeld in artikel 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
·
Artikel 2, lid 2 sub g komt
te luiden:
Onderwijswetgeving, voor zover het besluiten betreft tot schorsing, tot de verwijdering
van school of de uitsluiting van verdere deelname aan een examen.
·
Artikel 2 lid 3 komt te
luiden:
lid 2 sub a
·
Artikel 4 lid 1 komt te
luiden:
De kamers van de commissie bestaan uit:
a.
de kamers I en III bestaan
elk uit twee externe leden, waaronder de voorzitter van de kamer, en een
raadslid dan wel een commissielid/niet-raadslid;
b.
kamer II bestaat uit vijf
externe leden, waaronder de voorzitter van de kamer, en twee raadsleden dan wel
commissieleden/niet-raadsleden;
c.
kamer IV bestaat uit drie
externe leden, waaronder de voorzitter van de kamer.
·
Artikel 4 lid 4 komt te
luiden:
De burgemeester, het college en de raad benoemen uit het midden van de raad of
uit de commissieleden/niet-raadsleden dan wel uit personen die in de periode
van tien jaar voorafgaande aan de benoeming lid waren van de gemeenteraad ten
minste het aantal desbetreffende leden zoals in lid 1 van dit artikel per kamer
is bepaald en een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.
·
Artikel 6 lid 2b komt te
luiden:
De leden blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.
·
Artikel 8 lid 2 komt te
luiden:
Voor het optreden als voorzitter van de vergaderingen van de commissie of een
kamer ontvangt het betreffende (plaatsvervangende) externe lid een hogere
vergoeding als bedoeld in het eerste lid.
·
Artikel 10 lid 2 komt te
luiden:
Het college wijst ook een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan;
·
Artikel 13 lid 2 komt
te luiden:
Alle gemeentelijke organen, bestuurders, commissies
en ambtenaren zijn verplicht aan een verzoek van of namens de voorzitter om
inlichtingen binnen een door hem te bepalen termijn te voldoen.
·
Artikel 13 lid 4 komt te luiden:
Als er voor het bestuursorgaan een wettelijke verplichting bestaat of indien
er een wens bestaat, alvorens op een bezwaarschrift te beslissen, tevens
advies in te winnen van een andere instantie dan de adviescommissie voor
bezwaarschriften, dan wacht laatstgenoemde commissie, alvorens tot behandeling
van een bezwaarschrift in het kader van deze verordening over te gaan, dit
advies af en betrekt het bij de behandeling en het uit te brengen advies.
·
Artikel 13 lid 5 komt
te luiden:
Het bestuursorgaan verzoekt in een geval als bedoeld in lid 4 aan de secretaris
om aanhouding en informeert de secretaris aan welke instantie om advies is
gevraagd, welke vragen zijn voorgelegd en op welke termijn dat advies dient te
worden uitgebracht;
·
Artikel 14 lid 2 komt
te luiden
artikel 2:1 lid 2;
·
Artikel 14 lid 3 komt
te luiden:
De voorzitter kan de bevoegdheden genoemd in dit artikel en in artikel
11 lid 3, artikel 13 lid 1 en lid 2, artikel 15 lid 1 en artikel 16 overdragen
aan een plaatsvervangend-voorzitter en mandateren aan de secretaris van de
commissie.
·
Artikel 15 lid 1 komt
te luiden;
De voorzitter van de commissie bepaalt
plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend
orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
·
Artikel 15 lid 2 komt te
luiden;
De voorzitter kan bepalen dat, gelet op artikel 7:3 Awb, afgezien wordt van het
horen van belanghebbenden. Indien de voorzitter van het horen afziet, doet hij
daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.
·
Artikel 15 lid 3 komt te
luiden;
Het horen geschiedt in beginsel door drie leden van de commissie, waarvan in
beginsel twee externe leden en een lid als bedoeld in artikel 4 lid 4. De
voorzitter kan besluiten dat het horen geschiedt door een of twee leden van de
commissie.
·
Artikel 16 lid 2 komt te
luiden:
Een bezwaarmaker of het verwerend orgaan die wijziging wenst van het tijdstip
van de zitting, kan daartoe, onder opgaaf van redenen, binnen drie dagen na de
uitnodiging een verzoek indienen bij de voorzitter.
·
Artikel 16 lid 3 komt te
luiden:
De beslissing van de voorzitter op een verzoek genoemd in het tweede lid, wordt
zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.;
·
Artikel 20 lid 3 komt te
luiden:
Het advies wordt vastgesteld bij meerderheid van stemmen
·
Artikel 25 komt te luiden:
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de voorzitter.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 1 november 2007.
,burgemeester.
,griffier.