Klachtrecht

De Algemene Wet Bestuursrecht bevat wettelijke kaders voor de klachtenbehandeling; een ieder heeft er recht op dat bestuursorganen (of individuele leden daarvan) op correcte manier met hem of haar omgaan. Dat geldt dus ook voor de raad, zijn individuele leden, en zijn ondersteunende ambtelijke organisatie. Indien geen correcte behandeling heeft plaatsgevonden, kan bij het betrokken bestuursorgaan een klacht worden ingediend.

 

De behandeling van een klacht kan ‘getrapt’ zijn:

 

-eenvoudige klachten (die ook mondeling ingediend kunnen worden) kunnen informeel behandeld worden, bijv. via een rechtstreeks door de griffier, de burgemeester of een betrokken raadslid met de klager op te nemen contact.

-voor meer ingewikkelde klachten wordt een zwaardere wettelijk voorgeschreven procedure gevolgd. Enkele door de AWB bepaalde regels daarvoor zijn:

a.      Schriftelijk bevestigen klaagschrift

b.   Tijdige afhandeling van de klacht (niet door een bij de klacht  betrokken persoon)

c.    Horen van de klager

d.   Verstrekken van een gemotiveerd antwoord aan de klager.

 

De wet geeft geen regels voor de wijze waarop het bestuursorgaan het klachtenonderzoek uitvoert. De gemeenteraad heeft op 3 oktober 2002 de adviescommissie ‘klachtbehandeling’  ingesteld. Deze adviescommissie verricht voor de officiële klachten het onderzoek (met hoor en wederhoor) en brengt hierover advies uit aan de gemeenteraad. In deze adviescommissie werden op 3 oktober 2002 de volgende leden benoemd:

mevrouw J.M.J. Schoone, de heer A.H.J. Meeuwis en de heer H.M.C.M. van Oorschot (burgemeester en voorzitter adviescommissie).. Als plaatsvervangend lid werd de heer C.A. Mensinga benoemd. Op 29 oktober 2002 werd de heer P.R.M. Rensen eveneens benoemd als plaatsvervangend lid. Op 27 november 2002 werd de heer N.J.A.M. van Doeveren benoemd als lid en plaatsvervangend voorzitter. De (plaatsvervangend) leden werden benoemd voor onbepaalde tijd.

 

 

 

Werkwijze Adviescommissie Klachtbehandeling

Werkgebied en werkwijze van de adviescommissie klachtbehandeling (ACK) zijn nader uitgewerkt in het Reglement Adviescommissie Klachtbehandeling (raadsbesluit 19 december 2002). De werkwijze is kort samengevat als volgt:

 

·                 Het bestuursorgaan beoordeelt eerst zelf (d.m.v. de adviescommissie ‘klachtbehandeling’) of de klacht wel/niet ontvankelijk is. Het gaat bij een klacht om een gedraging, die als onbehoorlijk wordt ervaren. De normstelling hiervan kan ontleend worden aan de door de gemeenteraad vastgestelde gedragscode, alsmede de behoorlijkheidsnormen, zoals die door de Nationale Ombudsman geëxpliciteerd zijn. Het gaat daarbij om begrippen als zorgvuldigheid in de procesgang, zorgvuldigheid m.b.t. de aanwezigheid van voorzieningen op het vlak van de organisatie en zorgvuldigheid in houding en gedrag door organen en personen. Het zal in de regel om klachten van de laatste categorie gaan. Er kan geen klachtprocedure ingesteld worden voor die zaken waar de klager een bezwaarschrift tegen een gemeentelijk besluit kan indienen.

 

·         Indien de klacht ontvankelijk wordt bevonden wordt beoordeeld of de klacht gegrond is en er correctie moet plaatsvinden (de interne -eerstelijns- klachtafhandeling). De gemeenteraad stelt het eindoordeel over de klacht vast, waarbij het raadslid in kwestie zich onthoudt van stemming. Klager en beklaagde krijgen het advies van de adviescommissie en het eindoordeel van de raad. Als een klager niet in het gelijk wordt gesteld, heeft hij de mogelijkheid zich tot de Nationale Ombudsman te wenden (als eindstation van de klachtbehandeling). De Gemeentelijke Ombudscommissie is per 1 januari 2006 opgeheven.

 

·         De hoorzittingen van de adviescommissie dragen een vertrouwelijk karakter. Dit geldt dan evenzeer voor de beraadslagingen inclusief besluitvorming in de gemeenteraad (besloten). Het raadsbesluit (advies van de commissie, eindoordeel, besluit over vervolg) wordt vervolgens openbaar  gemaakt

 

Klachten

Sinds de instelling van de ACK in 2002 heeft de raad in 3 zaken advies gevraagd over ingediende klachten: 

 

·        2002 zaak 1: klacht burger over gedrag raadslid

Leden adviescommissie: burgemeester van Oorschot, de heer A.H.J. Meeuwis, mevrouw J.M.J. Schoone.

Uitkomst: klacht tijdens de procedure ingetrokken door klager

 

·        2003 zaak 2: klacht gemeentesecretaris over gedrag raadslid

Leden adviescommissie: de heren N.J.A.M. van Doeveren (plv. voorzitter), A.H.J. Meeuwis en C.A. Mensinga

Uitkomst: uitspraak raad 26 juni 2003 waarin de klacht deels gegrond werd verklaard en het raadslid dringend werd verzocht het gedrag waarop de klacht betrekking had achterwege te laten.

 

·        2005 zaak 3: klacht gemeentesecretaris over gedrag raadslid

Leden adviescommissie: de heren C.A. Mensinga (voorzitter), A.H.J. Meeuwis en mevrouw J.M.J. Schoone.

Uitkomst: uitspraak raad 30 juni 2005 waarin een deel van de klacht gegrond werd verklaard en het raadslid werd gemaand het gedrag waarop de klacht betrekking had te corrigeren (artikelen van site verwijderen) en het gedrag voortaan achterwege te laten.

 

In alle gevallen werd de commissie bijgestaan door de griffier als ambtelijk secretaris.

 

Evaluatie en aanbevelingen

In de afgelopen jaren heeft de ACK over het algemeen goed gefunctioneerd. Echter, vanuit de leden van de ACK kwam, met name in het advies over zaak 2, de klacht dat het horen van betrokkenen en opstellen van het advies veel tijd heeft gekost. Mede om deze reden hebben de externe leden van de ACK in zaak 3 conform adviescommissies van het college en commissieleden/ niet raadsleden vacatiegeld ontvangen.

Aanbeveling: vacatiegelden expliciet opnemen in het reglement

 

 

In zaak 2 gaf de burgemeester als voorzitter van de commissie aan niet deel te nemen aan de adviesprocedure wegens zijn werkrelatie met de klager. Zijn taak als voorzitter werd overgenomen door de plaatsvervangend voorzitter. In zaak 3 gaven zowel de burgemeester (voorzitter) als plaatsvervangend voorzitter aan het onwenselijk te achten deel te nemen aan de adviesprocedure wegens de werkrelatie met de beklaagde, zijnde een raadslid. Aangezien de  kans groot is dat een klacht een raadslid betreft is het daarom wenselijk de ACK louter uit externe leden te laten bestaan en deze voor een bepaalde tijd te benoemen.

Aanbeveling: alleen externe leden benoemen voor bepaalde tijd

 

Toevoegen aan Reglement Adviescommissie Klachtbehandeling:

Artikel 2A Samenstelling Adviescommissie klachtbehandeling

1.       De commissie bestaat uit drie externe leden, door de raad benoemd voor een periode van vier jaar, waar onder de voorzitter.

2.       De raad benoemt tevens twee plaatsvervangende leden voor dezelfde periode.

3.       De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie is conform de vergoedingen voor commissieleden zoals vastgelegd in de Verordening voorzieningen fracties, raad- en commissieleden 2006.

 

 

 

Vervallen: Artikel 4.2.1. Samenstelling

Per klacht wordt de samenstelling van de behandelende adviescommissie bepaald.

 

In artikel 5.1 van het Reglement Adviescommissie Klachtbehandeling wordt verwezen naar de Gemeentelijke Ombudscommissie. Aangezien deze niet meer bestaat moet deze verwijzing worden vervangen door verwijzing naar de Nationale Ombudsman.

 

Vervang in Artikel 5.1: ‘Gemeentelijke Ombudscommissie’ door ‘Nationale Ombudsman’.

 

In een geval heeft een aangeklaagd raadslid aangegeven het onwenselijk te vinden dat de griffier een rol speelt in de procedure. Echter, de griffier zorgt voor het correct volgen van de procedures waardoor zowel de rechten van klager als beklaagde worden geborgd. De ACK is van mening dat de ondersteuning door de griffier gehandhaafd moet blijven.

 

yvd