Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening

 

 

De raad van de gemeente Delft,

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 mei 2008.

 

Gelet op artikel 7, tiende lid, van de Wet sociale werkvoorziening;

 

Overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het verstrekken van Persoonsgebonden budgetten.

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening

 

Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening

 

Artikel 1        Begripsomschrijvingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.               College; het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <>;

b.               De wet: de Wet sociale werkvoorziening;

c.               Periodieke subsidie; de loonkostensubsidie en overige aan de werkgever te verstrekken vergoedingen voor structurele kosten.

d.               Persoonsgebonden budget begeleid werken: een reguliere dienstbetrekking onder aangepaste omstandigheden aangedragen door de geďndiceerde zelf of begeleidingsorganisatie zoals bedoeld in artikel 7 van de Wsw.

 

Artikel 2   De hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten

 

Combiwerk is de uitvoeringsorganisatie voor de gemeenten Delft, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland en Midden-Delfland. Combiwerk dient op objectieve wijze uitvoering te geven aan het Persoonsgebonden budget. Het college stelt elk jaar de hoogte vast van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten voor elk te verstrekken persoonsgebonden budget voor het daarop volgende kalenderjaar. De hoogte van het bedrag komt ten goede aan de uitvoeringsorganisatie en is minimaal kostendekkend voor de uitvoering van de verschillende taken zoals genoemd in artikel 3 lid 3 van deze verordening. De hoogte komt ten goede aan en is minimaal kostendekkend van de uitvoeringskosten per Persoonsgebonden budget is minimaal

€ 5.000 per jaar van de rijkssubsidie per SE.

 

Artikel 3        Invulling voorwaarden adequate werkplek

 

  1. Het college verstrekt op aanvraag aan iedere Wsw-geindiceerde die daar recht op heeft een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw, indien werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de arbeidsplaats voor de Wsw-geďndiceerde adequaat wordt ingevuld.
  2. De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:
    1. De onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
    2. De aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet op de indicatiestelling en mogelijkheden van de Wsw-geďndiceerde, als passend aan te merken.
    3. De onderneming voert een ARBO-beleid en kan een arbo risico inventarisatie overleggen.
    4. Er is een begeleidingsverantwoordelijke benoemd.
    5. De duur van het dienstverband bedraagt ten minste 6 maanden, met een mogelijkheid tot verlenging.
    6. Bij beëindiging van het dienstverband wordt de wettelijke ontslagprocedure gevolgd.
  3. De uitvoeringsorganisatie heeft namens de gemeente de volgende taken in het kader van het invullen van een Persoonsgebonden budget:

a.     Communiceert actief naar de Wsw-geďndiceerde over de mogelijkheid van een Persoonsgebonden budget.

b.     Verwerkt en toetst de aanvraag voor een persoonsgebonden budget aan de hand van deze verordening.

c.     Bepaalt de hoogte van de subsidie aan begeleidingsorganisatie op inzichtelijke wijze.

d.     Bepaalt de hoogte van de loonkostensubsidie aan de werkgever aan de hand van arbeidsproductiviteit.

e.     Bewaakt procedures. De procedures zijn conform de systematiek bij begeleid werken.

f.      Bewaakt het proces van een tijdige herďndicatie.

g.     Draagt zorg voor de administratieve verplichtingen.

  1. De begeleidingsorganisatie voldoet aan de volgende vereisten:
    1. De begeleidingsorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
    2. De begeleidingsorganisatie en/of haar medewerkers zijn gekwalificeerd voor het begeleiden van de doelgroep, c.q. de sw-geindiceerde voor wie het persoonsgebonden budget is bestemd.
    3. De begeleidingsorganisatie heeft aantoonbare kennis en ervaring in het werkveld, bijvoorbeeld door het bezit van het keurmerk ‘Blik op Werk’ van brancheorganisatie Boa-Borea of een vergelijkbare waarborg (bv. referenties).
    4. Aantoonbaar zorgdragen voor een ordentelijk P&O-beleid: gemeten in realistisch takenpakket, onderbouwd productiviteitspercentage op genoemd takenpakket, uitgevoerd werkplekonderzoek en rapporteren over de geschiktheid van de werkplek.
    5. De begeleidingsorganisatie draagt jaarlijks zorg voor een begeleidingsplan met kostenoverzicht en rapporteert over uitgevoerde begeleiding.
    6. De begeleidingsorganisatie levert tijdig documenten aan ten behoeve van de herďndicatie van de SW’er.
    7. Aantoonbaar begeleiding/coaching bieden aan de begeleid werker, de werkgever en de collega’s.

1.      Bijdragen aan arbeidsontwikkeling en loopbaanplanning begeleiden.

2.      Bij dreigende uitval: interventies plegen, werkgever en werknemer coachen.

3.      Bij uitval: nieuwe werkplek zoeken gedurende maximaal 3 maanden, indien niet gelukt is, dient de kandidaat overgedragen worden aan de gemeente.

 

 

Artikel 4 De wijze van vaststelling van de loonkostensubsidie aan de werkgever

 

1.      Het college stelt op voorstel van de Wsw-geindiceerde de hoogte van de subsidie aan de werkgever vast.

2.      De hoogte van de loonkostensubsidie aan de werkgever wordt berekend aan de hand van de arbeidsproductiviteit met een maximum € 12.000,- per jaar. Dat is inclusief eventuele reiskostenvergoeding.

3.      Indien bij toepassing van het vorige lid het college gerede twijfel heeft aan de juiste hoogte van de loonkostensubsidie vindt, in afwijking van het vorige lid, een loonwaardeonderzoek plaats, op basis waarvan de hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld. Daarbij kan een externe deskundige worden ingeschakeld.

 

Artikel 5        Herziening van de loonkostensubsidie

 

  1. Op verzoek van de werkgever kan een loonkostensubsidie worden herzien als hier, gelet op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is.
  2. De loonkostensubsidie kan ambtshalve worden gewijzigd als hier gerede aanleiding toe is.

 

Artikel 6        De vergoeding aan de begeleidingsorganisatie

 

  1. De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie en de omvang van het aantal uren begeleiding wordt door partijen in onderling overleg vastgesteld in het trajectplan. Tussentijdse aanpassingen hierin zijn mogelijk indien partijen dit vooraf overeenkomen.
  2. De kosten van een begeleidingsorganisatie in verband met het zoeken van een begeleid werkenplaats komen alleen voor vergoeding in aanmerking als dit leidt tot het tot standkomen van een arbeidsovereenkomst.
  3. De kosten voor de begeleiding bedragen maximaal € 1.340,- per kwartaal oftewel € 5.360,- per jaar.

 

Artikel 7       Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht.

 

1.      Het college kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht. Om in aanmerking te komen voor het vergoeden van een eenmalige aanpassing van de werkplek dient de werkgever de aanpassing schriftelijk aan te vragen waarbij de noodzaak wordt aangetoond.

2.      Als uit de aanvraag blijkt dat aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, deze persoonsgerelateerd zijn en het niet redelijk is dat deze kosten door de werkgever worden gedragen wordt overgegaan tot verstrekken van de eenmalige kosten.

3.      Kosten voor aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten voortvloeiend uit arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken komen niet in aanmerking voor de vergoeding van het college.

4.      Een vergoeding wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een dienstverband van minimaal 6 maanden.

5.      Aanpassingen waarvan de kosten hoger zijn dan € 3.000,- komen niet voor een vergoeding in aanmerking. In dat geval wordt de arbeidsplaats niet als passend beschouwd.

6.      Het college regelt de wijze van uitbetaling van de vergoeding.

 

Artikel 8        Indienen van de aanvraag

 

  1. De aanvraag voor een persoonsgebonden budget wordt ingediend door middel van een volledig ingevulde aanvraag. De aanvraag wordt mede-ondertekend door de werkgever en de begeleidingsorganisatie.
  2. Het college kan ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier vaststellen.

 

Artikel 9        Beslistermijn

 

1.      Het college besluit over de aanvraag binnen zes weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

2.      Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

 

Artikel 10      Het besluit tot verlenen van de periodieke subsidie

Het besluit tot verlening van een periodieke subsidie bevat in ieder geval:

  1. de hoogte van de periodieke subsidie en de wijze waarop deze kan worden aangepast;
  2. de wijze van bevoorschotting van de subsidie;
  3. de verplichtingen van de werkgever.

 

Artikel 11      Het vaststellen van de periodieke subsidie

  1. De werkgever verstrekt binnen zes weken na afloop van het kalenderjaar aan het college een schriftelijke opgave van het door hem in het voorgaande jaar betaalde bruto CAO-loon van de Wsw-geindiceerde, vermeerderd met alle werkgeverslasten.
  2. Het college stelt de periodieke subsidie binnen zes weken na ontvangst van deze opgave vast.

 

Artikel 12      Verrekening met de voorschotten

De subsidie wordt overeenkomstig de vaststelling binnen zes weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

 

Artikel 13      Verplichtingen van de werkgever

De werkgever doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de subsidie.

 

Artikel 14      Citeertitel en inwerkingtreding

  1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening.

 

  1. Zij treedt in werking op 1 juli 2008.

 

Aldus vastgesteld in de Gemeenteraadsvergadering van de gemeente Delft van 26 juni 2008.

 

                   ,burgemeester.

 

 

                   ,griffier.