Het college van B&W
heeft bij brief van 4 juni jl. een reactie gegeven op het advies inzake de
nieuwe werkwijze van de raad (bijlage 1).
Zoals afgesproken hebben
het presidium en het college op 10 juni jl., ter voorbereiding van de commissie-
en raadsbehandeling, met elkaar gesproken over de nieuwe werkwijze.
Het presidium heeft naar
aanleiding van de collegereactie en het genoemde constructieve gesprek, een
reactie opgesteld d.d. 11 juni 2008 die kan worden betrokken bij de verdere behandeling.
Naast de collegebrief is
ook de aanvullende notitie van de griffier bijgevoegd met een nadere
onderbouwing van de voorgestelde formatie-uitbreiding van de griffie (bijlage
2).
De voorzitter van het
presidium en de griffier zullen bij de commissiebehandeling aanwezig zijn om
desgewenst een nadere toelichting te geven en vragen te beantwoorden.
Algemeen
Het presidium is het
college erkentelijk dat zij wil meedenken over de verdere professionalisering
van het politieke besluitvormingsproces tussen raad en college. Het presidium waardeert
bovendien het positieve
oordeel van het
college over de
uitvoerbaarheid van de nieuwe werkwijze. Presidium en cCollege en presidium zijn het dan ook op
hoofdlijnen eens.
Beide partijen hebben
aangegeven dat een nieuwe werkwijze een leerproces zal zijn voor raad en
college. De griffier en de gemeentesecretaris zullen zaken goed op elkaar
afstemmen bij de praktische uitwerking van de nieuwe werkwijze.
De nieuwe werkwijze zal
verder een jaar na de inwerkingtreding worden geëvalueerd door het presidium.
Het presidium geeft de
raad verder de volgende de opmerkingen mee naar aanleiding van de
collegereactie.
Aanleveren stukken bij
het college
Het college heeft zorg
over het feit dat het advies zich uitspreekt over de aanlevertermijnen bij het
college.
Het advies beoogt echter
geen uitspraak te doen over de aanlevertermijnen bij het college. Het voorbeeld
dient louter als illustratie wat de invoering van de procedurevergadering voor
praktische gevolgen heeft voor het aanleveren van stukken bij de raad (i.c. de
griffie). Ter verduidelijking voor de ambtelijke organisatie is de voorgaande
stap (aanlevering bij het college) in het schema opgenomen om aan te geven met
welke minimale doorlooptijden rekening moet worden gehouden. Uiteraard
bepaalt het college die termijnen zelf.
In het eindstuk aan de raad zal dit voorbeeld, dat blijkbaar verwarring wekt,
voor alle duidelijkheid worden aangepast.
Adressering en
ondertekening stukken
Het college geeft aan dat
het zelf kiest op welke wijze zij met wie correspondeert. Dat is juist, evenals het
juist is dat de raad
dat evenzeer zelf bepaaltd. Het
presidium stelt voor hier verder geen discussie over te voeren.
Voor stukken die het
college ter informatie naar de raad of commissie stuurt, zal standaard een
aanbiedingsbriefje worden opgesteld. Dan is het voor de raad duidelijk wat het
college met het stuk beoogt. De raad kan uiteindelijk zelf bepalen – via de
procedurevergadering – of zij nog over het stuk wil spreken.
Het college vraagt zich
verder af wat de toegevoegde waarde is van het getekend aanleveren van
collegestukken. In het gesprek is benadrukt dat het aanleveren van de juiste
stukken een verantwoordelijkheid is van de gemeentesecretaris.
Het presidium stelt voor
dit punt nu te laten rusten en hier vooralsnog geen wijziging in aan te
brengen.
Mededelingen
Het college stelt voor om mededelingen mogelijk te
blijven houden om in dringende gevallen de commissie ter vergadering te kunnen
informeren.
In het advies is voorgesteld de
informatieverstrekking tussen college en raad schriftelijk te laten verlopen.
Het doen van mededelingen leidde namelijk geregeld tot ongeplande en
onvoorbereide discussies.
Het presidium wil tegemoet komen aan het verzoek
van het college door als uitzondering op de regel het doen van mededelingen toe
te staan. Uitgangspunt is dat mededelingen feitelijk en niet-beleidsmatig van
aard zijn en niet bedoeld om op dat moment een discussie te starten. Daar ligt
ook een taak voor de commissievoorzitter.
Het agendapunt mededelingen verschuift verder naar
het einde van de agenda, en het collegelid zal vooraf aan de
commissievoorzitter of commissiegriffier melden dat hij/zij een mededeling wil
doen.
Externe oriëntaties
Het college lijkt
impliciet te stellen dat een versterking van het instrument ‘externe
oriëntatie’ minder wenselijk zou zijn, omdat het college bij de
beleidsvoorbereiding deze contacten al legt waardoor doublures kunnen ontstaan.
Het presidium vindt het
een goede zaak dat de raad bij majeure dossiers eerder wordt betrokken, maar
verder hebben college en raad daar een eigen taak en verantwoordelijkheid. De
raad bepaalt zelf hoe zij haar volksvertegenwoordigende rol invult. Daarbij is
het doel om aanvullende informatiebronnen aan te boren en niet op zoek te gaan
naar al bekende informatie.
Presidium en college
hebben afgesproken om elk vanuit de eigen rol de verwachtingen van externe
partijen goed te managen, zodat helder is wie, in welke fase, welke
verantwoordelijkheid heeft.
Versterking raadsondersteuning
Tot slot neemt het
presidium kennis van de kanttekeningen die het college plaats bij een
versterking van de raadsondersteuning door middel van annotaties en een het
aanstellen van een administratieve medewerker.
De annotaties zullen uiteraard
geen dubbeling zijn van collegestukken, maar bestaan uit bestuurlijk-juridische
en financiële aandachtspunten die naar de mening van de griffie bijdragen aan
goede besluitvorming.
Het presidium
onderschrijft verder op basis van de notitie een verdere professionalisering
van de raadsondersteuning. Daarbij verwijst het presidium naar het recente
VNG-onderzoek ‘Van werklast naar werklust’. De commissie stelt onder meer:
“Raden moeten zichzelf
een goede griffie gunnen en daar budget voor vrijmaken. De griffie is niet de
sluitpost op de begroting, maar een belangrijke voorwaarde om het raadswerk
goed te kunnen vervullen’.
Het presidium
onderschrijft die conclusie en meent dat met de nieuwe werkwijze en de
voorgestelde formatie-uitbreiding de raad zichzelf de ondersteuning verschaft
die een stad als Delft verdient. In de bijgevoegde notitie is dat nader
toegelicht (bijlage 2).
Het presidium adviseert
de raad deze brief en de collegereactie te betrekken bij de komende bespreking
van de nieuwe werkwijze.
Namens het presidium,
De voorzitter, De
griffier,