Voorwoord
Voor u ligt het jaarverslag van de Adviescommissie voor
bezwaarschriften over het jaar 2007.
Ten opzichte van het jaar 2006 is het totaal aantal
ingediende bezwaarschriften van 809 naar 672 gedaald. Een specifieke
oorzaak is hiervoor niet aan te geven, behalve wellicht dat er geen besluit ter
discussie stond waartegen een zeer groot aantal individuele bezwaarschriften
waren ingediend.
Aan het eind van het jaar stonden er 215 bezwaarschriften open. Bij een
dergelijke hoeveelheid is er sprake van een normale werkvoorraad. Doelen als
tijdigheid en kwaliteit kunnen dan gehaald worden.
Speciale aandacht verdient de gemiddelde duur van een
bezwaarschrift in de gemeente Delft. Het streven is er naar om dit binnen de
wettelijke termijn van 14 weken te doen. In zijn algemeenheid is de commissie
in staat om ruim binnen de 14 weken te adviseren. Kamer I kent een gemiddelde
behandelingstijd van 8,8 weken.
Bij Kamer II gaat het om een gemiddelde van 10,9. Mede gelet
hierop worden bij Kamer II 80 % van de bezwaarschriften binnen de wettelijke
termijn afgedaan.
Bij de Kamers III en IV gaat het ook om vergelijkbare
gemiddelden. Het huidige commissiemodel maakt het dus zonder meer mogelijk,
mits een ieder in de keten zijn taak nakomt, om binnen de wettelijke termijn
een bezwaarschrift af te doen.
Een woord van waardering en dank aan een ieder die aan dit
succes zijn of haar steentje heeft bijgedragen is op zijn plaats.
De voorzitter van de Adviescommissie voor bezwaarschriften
mr. J.H.Potter
Adviescommissie
voor bezwaarschriften
Jaarverslag 2007
inhoudsopgave
1 Algemeen
1.1 Inleiding 3
1.2 Samenstelling Commissie
5
1.3 Algemene conclusies en tendensen 6
1.4 Voorzittersoverleg en secretariaat
9
1.5 Toekomstige ontwikkelingen 9
2 Kamer I 10
3 Kamer II 14
4 Kamer III 17
5 Kamer IV 19
6 Commissie in cijfers
6.1 Algemeen 21
6.2 Kamer I 22
6.3 Kamer II 24
6.4 Kamer III 26
6.5 Kamer IV 28
Bijlagen
1.
Beschrijving procedure behandeling bezwaarschriften 31
2.
Tekst Verordening Adviescommissie voor bezwaarschriften 34
1. Algemeen
1.1 Inleiding
Bij
het besturen van een gemeente hoort dat het bestuur besluiten neemt waarmee de
inwoners van een gemeente te maken krijgen. Als deze besluiten een
publiekrechtelijk karakter hebben en door de inwoners moeten worden opgevolgd,
dan bestaat de wettelijke mogelijkheid om tegen dit soort besluiten bezwaar te
maken. De bezwaarschriftprocedure biedt de mogelijkheid om het besluit in al
zijn aspecten opnieuw te bezien en te heroverwegen. Het horen van de indiener
van een bezwaarschrift en eventuele andere betrokkenen is daarbij een
belangrijk element.
De bezwaarschriftprocedure kan op verschillende manieren
worden ingericht. De gemeente Delft heeft ervoor gekozen om bezwaarschriften
ter beoordeling voor te leggen aan een onafhankelijke Adviescommissie voor
bezwaarschriften (verder aangeduid met Commissie). De Commissie heeft tot
taak het bestuursorgaan (burgemeester, raad of college) te adviseren over de te
nemen beslissing op het bezwaar. Het is aan het beslissende bestuursorgaan om
het advies al dan niet te volgen. Indien wordt afgeweken van het advies, dan is
het een wettelijk vereiste dat dit in de te nemen beslissing op het
bezwaarschrift uitgebreid wordt gemotiveerd.
Het bestuursorgaan streeft er naar om binnen de daarvoor
gestelde termijn van maximaal veertien weken na ontvangst van een bezwaarschrift
een beslissing te nemen. Vooral uit oogpunt van klantvriendelijkheid is het
wenselijk om zoveel als mogelijk in de pas te lopen met de in de
Algemene wet bestuursrecht opgenomen termijnen. Aan de kwaliteit van de
advisering en de uiteindelijke besluitvorming mag echter geen afbreuk worden
gedaan.
Samenstelling en werkwijze van de Commissie zijn geregeld in
de Verordening Adviescommissie voor
bezwaarschriften (verder te noemen verordening). Deze verordening
bevat ook een regeling van de competentie van de Commissie. Enkele categorieën
bezwaarschriften zijn uitgezonderd van behandeling door de Commissie, waaronder
bezwaarschriften op het gebied van de gemeentelijke belastingen en de
milieuwetgeving. De commissie behandelt in beginsel alle bezwaarschriften
waarvoor ze competent is. De commissie hoort alle betrokken partijen op een
daarvoor belegde hoorzitting. De behandeling van het bezwaarschrift op een
hoorzitting vindt in de regel plaats in volgorde van binnenkomst en binnen zes
weken na ontvangst ervan. Voorwaarde is wel dat een zaak geschikt is voor
behandeling. Ingekomen bezwaren lenen zich immers niet altijd om direct op
zitting te worden behandeld. Het komt voor dat eerst nog nadere informatie moet
worden opgevraagd bij één of meer partijen, of dat betrokkenen om aanhouding of
uitstel van behandeling van het bezwaarschrift verzoeken.
De Commissie is onderverdeeld in
vier Kamers, te weten:
v
Kamer I voor zaken op het terrein van bouwen, wonen en
verkeer
v
Kamer II voor zaken op het terrein van werk, inkomen en zorg
v
Kamer III voor zaken, anders dan genoemd onder I, II en IV
v
Kamer IV voor rechtspositiezaken van gemeentelijk personeel.
Op grond van artikel 24 van de verordening
zendt de Commissie jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden aan de
burgemeester, college en de gemeenteraad. Met dit verslag wordt aan deze
verplichting voldaan.
In het jaarverslag zullen, zoals van
oudsher bekend, de cijfers te zien zijn van de termijnen van afhandeling van
het bezwaarschrift tot en met het moment dat de Adviescommissie voor
bezwaarschriften advies heeft gegeven. In 2007 is er weliswaar (gemeentebreed)
een digitaal systeem (DIS) in werking getreden. Echter, met dit systeem is het
niet mogelijk gebleken om te kijken naar het totale proces van afdoening van
bezwaarschriften vanaf datum binnenkomst bij de gemeente tot aan het moment van
beslissing op bezwaar door het betreffende bestuursorgaan.
De indeling van het jaarverslag is
als volgt.
In dit hoofdstuk worden de
samenstelling van de Commissie en enige algemene conclusies en bevindingen
weergegeven. De hoofdstukken 2 tot en met 5 bevatten de jaarverslagen per
Kamer. In hoofdstuk 6 is een overzicht van de Commissie in cijfers opgenomen.
Ten slotte zijn als bijlagen opgenomen een beschrijving van de bezwaarschriftprocedure
bij de Commissie, de actuele tekst van de verordening en de tekst van het
statuut voor de ambtelijk secretarissen.
1.2 Samenstelling Commissie
De Kamers I, II en III van de
Commissie zijn samengesteld uit drie leden: twee externe leden, met deskundigheid
en ervaring op juridisch gebied, en één afgevaardigde door de gemeenteraad. De twee externe leden fungeren als voorzitter
en plaatsvervangend voorzitter, waardoor de onafhankelijkheid van het
zogenaamde 'gemengde model' (raadsleden en niet-raadsleden) is benadrukt. Kamer
IV heeft in verband met de aard van de zaken een afwijkende samenstelling en
bestaat uit drie leden van buiten de gemeentelijke organisatie. De voorzitter
van Kamer I is tevens voorzitter van de Commissie als geheel. Elke Kamer wordt
bijgestaan door één (of meer) ambtelijk secretaris(sen), die met betrekking tot
de werkzaamheden voor de Commissie uitsluitend verantwoording verschuldigd is
(zijn) aan de Commissie. Een teamleider is als operationeel (hiërarchisch) leidinggevende
verantwoordelijk voor de planning en coördinatie van - en de controle op een
effectieve en efficiënte uitvoering van de uitvoerende zowel als de
beleidsmatige werkzaamheden van de secretariaten van de verschillende Kamers.
De secretarissen zijn niet per Kamer benoemd, maar voor de Commissie als
geheel, met het oog op flexibiliteit, onderlinge uitwisselbaarheid en
vervanging.
De samenstelling van de Commissie
was in 2007 als volgt.
Algemeen
Voorzitter mr.
J.H. Potter
mw. C. van Kol
Kamer I
(bouwen, wonen, verkeer)
externe leden:
dhr. mr. J.H. Potter (voorzitter),
dhr. mr. J. van den Bergh
mw. mr. A.L.P. van Os-Ravesloot
(plv.lid)
mw.
W.C. Steffen-Hoogendoorn
dhr. B.
v.d. Pot (plv)
secretarissen:
mw. mr. S.M. Gena
dhr. mr. M.G.O. de Lange
mw. B.C. Ritzen
Kamer II (werk, inkomen en zorg)
mw. mr. C.M.E. Buter-de Haas (voorzitter)
mw. mr. J.W. Ahlers (plv. voorzitter)
dhr. mr. P. Oudkerk (plv. voorzitter)
dhr. mr. J.C. Punt (plv. voorzitter)
dhr. mr. H.A. den Besten (plv.)
dhr. drs. P.A. de Graaf (plv.)
dhr H.F.M. de Kok
dhr mr. H.J. Hangelbroek
dhr mr. drs R.J.R. Hazen
dhr mr. F.M. van Veen
dhr. R.H.R. van Wingerde
dhr. C.
Tas
mw. C.E.
Thoolen
dhr.
A.S.A. van Leeuwen
dhr. A.
van der Pot
secretarissen:
dhr. mr. G.H. Clemens
mw. mr. J. Dekkers
mw. Y.S. Man
mw. M.L. Rebel
mw. drs. A.T. Tran
dhr. M. Roodhorst
Kamer III (overige zaken)
externe leden:
dhr. mr. A.K. Visser (voorzitter)
mw. mr. A.L.P. Van Os-Ravesloot
(plv. voorzitter)
mw. mr. C.M.E. Buter-de Haas (plv.
lid)
uit/namens de raad:
dhr. A.
van der Pot
mw. M.D.Th.M. de Jong
secretaris:
dhr. mr. M.G.O. de Lange
mw. mr. J. Dekkers (plv.)
Kamer IV (rechtspositie ambtelijk
personeel)
externe leden :
dhr. mr. F. Ester (voorzitter)
dhr. mr. P.J.M. van Iersel
mw. mr. R.G.M. Sijm
mw. mr. M.A. Balbi (plv.)
secretaris:
mw. mr. S. M. Gena
mw. B. C. Ritzen
1.3 Algemene conclusies en
tendensen
1.3.1 Totaal cijfers
In het verslagjaar 2007 zijn in
totaal 672 nieuwe bezwaarschriften ingediend. Dit is een lager aantal dan in
2006 toen (809) bezwaren binnenkwamen.
Het aantal bezwaarschriften binnen
Kamer I vertoont een bijzondere grilligheid. Waar 2005 een extreme stijging van
de instroom kende (667), is het in 2006 genormaliseerd (146) en in 2007 licht
gedaald (137). Ook in de andere Kamers is sprake van daling van het aantal
ingediende bezwaarschriften.
Van de 488 adviezen die de
Commissie in 2007 heeft uitgebracht (tegen 748 in 2006; 1255 in 2005; 563 in
2004) waren er 66 gegrond, 61 geheel of gedeeltelijk gegrond, 296 ongegrond en
65 niet-ontvankelijk.
Aan het eind van het verslagjaar
kan geconstateerd worden dat het aantal openstaande bezwaarschriften in dit
verslagjaar afgenomen is ten opzichte van vorig jaar, namelijk van 233 aan het
begin van het jaar tot 214 aan het eind van het jaar. Bij een hoeveelheid van
215 openstaande bezwaarschriften is sprake van een normale werkvoorraad. De
capaciteit van het rechtsbeschermingsbedrijf is op deze normale 'ijzeren'
voorraad afgestemd. De doelen betaalbaarheid, tijdigheid en kwaliteit kunnen dan gehaald worden.
Het stabiliseren van de instroom
van bezwaarschriften, het doorvoeren van de in de (evaluatie) nota FHIRBB
aanbevolen maatregelen en formatieve uitbreiding hebben tot een kwantitatieve
en kwalitatieve impuls geleid binnen het rechtsbeschermingsbedrijf.
1.3.2 Oorzaken
gegrondverklaringen
In totaal heeft de Commissie in 127 zaken (26% van de
adviezen) geadviseerd tot gehele of gedeeltelijke gegrondverklaring. Het
percentage (gedeeltelijk) gegrond verklaarde bezwaarschriften is licht gestegen
ten opzichte van 2006. Toen bedroeg dat 21% (in 2005 39%). Het percentage
(deels) gegronde bezwaarschriften geeft inzicht in de mate waarin primaire
besluiten van de bestuursorganen geen stand houden. Dit kan iets zeggen over de
kwaliteit van het beleid en de besluitvorming. Voor een globale toets van de
kwaliteit van de primaire besluitvorming dient tevens meegenomen te worden het
percentage bezwaarschriften dat herzien wordt zonder dat een advies van de
commissie daaraan ten grondslag ligt.
Het blijft een lastige zaak om een volledig overzicht te geven van de
oorzaken van de gegrondverklaringen. In de meeste gevallen gaat het om een
combinatie van factoren. De onderstaande cijfers zijn dan ook indicatief.
Globaal kunnen de volgende geregistreerde oorzaken worden onderscheiden:
1. Onjuiste
primaire besluitvorming
(52 zaken, 41% van de gehele of gedeeltelijke gegrondverklaringen)
Dit percentage is ten opzichte van
het vorige verslag jaar gedaald (van 51% naar 41%)
Hieronder de cijfers van de
categorieën die hierbij worden onderscheiden:
|
K I |
K II |
K III |
K IV |
Totaal |
Onjuiste toepassing van
regelgeving en beleid |
- |
24 |
3 |
1 |
28 |
Onzorgvuldige voorbereiding |
10 |
13 |
1 |
- |
24 |
|
|
|
|
|
|
Totaal |
|
|
|
|
52 |
2. Een
andere afweging/interpretatie
(46 zaken, 37% van de gehele of gedeeltelijke gegrondverklaringen)
In dit verslagjaar is - evenals in 2006 -
een aanzienlijk deel van de gegrondverklaringen veroorzaakt door het feit dat
de Commissie na afweging van alle feiten, omstandigheden en belangen c.q. een
andere interpretatie van de regelgeving tot een andere conclusie kwam dan het
bestuursorgaan (in 2006 39%). Dit doet zich met name voor als een wettelijke
regeling open normen bevat. Hieronder de cijfers van de categorieën:
|
K I |
K II |
K III |
K IV |
Totaal |
Andere afweging van feiten en
omstandigheden |
4 |
33 |
- |
1 |
38 |
Andere afweging van belangen |
- |
2 |
2 |
- |
4 |
Andere interpretatie van
regelgeving en beleid |
1 |
3 |
- |
- |
4 |
|
|
|
|
|
|
Totaal |
|
|
|
|
46 |
3. Motiveringsgebreken
(3 zaken, 2% van de gehele of gedeeltelijke gegrondverklaringen)
Dit percentage is in 2007 net als in 2006 (3%) laag. Ten opzicht van
eerdere jaren een aanmerkelijke daling, in 2005 was dit namelijk 31%.
4. Nieuwe
feiten en omstandigheden
(4 zaken, 3%)
Bij Kamer I deed deze categorie
zich 1 keer voor, bij Kamer III 3 keer in 2007.
1.3.3 Dissenting
opinions
Het kan voorkomen dat binnen een Kamer geen overeenstemming
wordt bereikt over het uit te brengen advies. In dat geval wordt in het advies
melding gemaakt van een afwijkend standpunt van een of meer van de
commissieleden ('dissenting opinion').
In 2007 was hiervan geen sprake.
1.3.4 Behandelingsduur
bezwaarschriften
Artikel 7:10 Awb bepaalt dat het
bestuursorgaan, indien er een adviescommissie voor bezwaarschriften is, binnen
tien weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslist. Het bestuursorgaan kan
de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Dit zijn overigens geen
fatale termijnen. Toch is er een groeiende aandacht, vanuit zowel de burger als
het gemeentebestuur zelf, voor het afhandelen van bezwaarschriften binnen deze
wettelijke termijn van 14 weken. Het belang van tijdige afhandeling wordt nader
onderstreept gelet op mogelijke ontwikkelingen in toekomstige regelgeving: het wetsvoorstel
"Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen".
Het Rechtsbeschermingsbedrijf streeft ernaar bezwaarschriften
tijdig, kwalitatief en efficiënt af te handelen. De (evaluatie)nota FHIRBB
heeft tot een veranderde werkwijze en samenwerking op het gebied van de
afhandeling van bezwaarschriften geleid. De positieve effecten die in 2005 en
2006 zijn ingezet, hebben zich voortgezet in 2007. Over het algemeen zijn de
doelen tijdigheid, kwaliteit en betaalbaar afhandelen van bezwaarschriften in
2007 gerealiseerd. De vanaf 2005 ingevoerde verbetervoorstellen hebben geleid
tot efficiencywinst voor alle Kamers van het Rechtsbeschermingsbedrijf.
Kamer II heeft medio januari 2007 haar ijzeren werkvoorraad (van 145) bereikt en heeft ca. 80% van de bezwaarschriften binnen de wettelijke termijnen kunnen afhandelen.
Voor Kamer II geldt dat de doorlooptijden fors zijn teruggelopen van 35,2 weken in 2005, naar 19,7 weken in 2006 tot 10,9 in 2007.
De
Commissie is grotendeels in staat om ruim binnen de 14 weken te adviseren. Het
komende jaar zal de Commissie er naar streven om dit aandeel binnen haar eigen
mogelijkheden nog verder te vergroten.
Kijkend naar de ACB en de lijn kan
vastgesteld worden dat ook daar belangrijke stappen zijn gezet die bijdragen
aan het tijdig afhandelen van bezwaarschriften. Het tijdig beslissen op
bezwaar, het heroverwegingsbesluit, is de laatste fase in de keten. De behandeling van een bezwaarschrift
blijft echter een keten, en de keten is zo sterk (en zo snel) als de zwakste
schakel. Dit betekent dat ook de vakteams in de lijn aan deze keten blijvende
aandacht moeten besteden aan o.a. de termijn waarbinnen een verweerschrift moet
zijn ingediend en aan de termijn waarbinnen beslist wordt in heroverweging naar
aanleiding van het advies.
1.4 Voorzittersoverleg en secretariaat
De verordening schrijft voor dat
de voorzitters van de Kamers ten minste tweemaal per jaar bijeen komen voor
overleg, wat inderdaad gebeurt in het voorjaar en in het najaar. Met dit
voorzittersoverleg wordt beoogd eenheid in de behandeling van de
bezwaarschriften door de verschillende Kamers te bevorderen. Ook komen tijdens
het voorzittersoverleg algemene ontwikkelingen en tendensen in de
bezwaarschriftafhandeling aan de orde. De secretarissen van de Kamers
overleggen maandelijks. In het secretarissenoverleg worden ervaringen
uitgewisseld, knelpunten behandeld, procedures en werkwijzen afgestemd. Voorts
wordt aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering. De secretarissen zijn
ondergebracht bij het Vakteam Juridische Zaken van de gemeente Delft.
1.4.1 Bezetting
secretariaat
De
afhandelingscapaciteit van het rechtsbeschermingsbedrijf is mede door de
uitbreiding in formatie in eerdere jaren steeds beter afgestemd op het
afhandelen van het aantal bezwaarschriften. De secretariscapaciteit is berekend
op een ijzeren voorraad van 215 bezwaarschriften.
1.5 Toekomstige ontwikkelingen
Wetsvoorstel dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
Zeer recent heeft de wetgever bericht dat de
inwerkingtreding van het wetsvoorstel is vertraagd. Niettemin dient de gemeente
en in het bijzonder de ACB dit wetsvoorstel zeer scherp in de gaten te houden.
Naar verwachting treedt in 2010 het wetsvoorstel in werking. Dit wetsvoorstel
geeft burgers een effectiever rechtsmiddel tegen te trage besluitvorming door
het bestuur. Deze wet straft het bestuur door het opleggen van een dwangsom bij
het niet naleven van de wettelijk voorgeschreven beslistermijnen. De burger kan
bij het uitblijven van een besluit (aanvragen en beslissingen op bezwaar) de
gemeente in gebreke stellen en na verloop van twee weken automatisch een
dwangsom incasseren (van maximaal 1260 euro per geval). Op het moment dat de
dwangsom gaat lopen kan de burger daarnaast naar de rechter stappen om een
beslistermijn af te dwingen plus eventueel een door de rechter te bepalen
passende dwangsom (beroep schorst dwangsom niet). Het wetsvoorstel over de
dwangsom treedt zoals gezegd waarschijnlijk op 1 januari 2010 in werking. Het
bestuursorgaan kan er voor kiezen te anticiperen op deze wet. Het is dus van
belang om de organisatie rondom de afwikkeling van bezwaarschriften zodanig in
te richten, dat het aantal bezwaarschriften, dat buiten de wettelijke termijn
wordt afgehandeld, wordt voorkomen.
1.6 Aandachtspunten
Per kamer is aangegeven welke specifieke aandachtspunten er
zijn. In zijn algemeenheid behoeft feedback bijzondere aandacht. Temeer daar
dit een onderdeel is voor zowel de ACB als de lijn om in de keten van
bezwarenafhandeling, alsook in de PDCA-keten (plan do check act) maatregelen te
nemen. Tevens is dit onderdeel van belang om de regie op de keten te houden.
·
De Commissie hecht groot belang aan terugkoppeling van
verweerder van wat met betrekking tot de door de Commissie gedane aanbevelingen
wordt gedaan;
·
De Commissie acht het tevens van belang dat zij in alle
gevallen een gedateerd en ondertekend heroverwegingsbesluit ontvangt.
2. Jaarverslag
Kamer I
2.1 Competentie
Kamer I is belast met de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van burgemeester en wethouders of van de gemeenteraad die betrekking hebben op het gebied van bouwen, wonen en verkeer. De meest voorkomende wetten en regelingen waarover Kamer I adviseert zijn:
v
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
v
Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening, Besluit
bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, Wet op de
Ruimtelijke Ordening (WRO)
v
Huisvestingsverordening Stadsgewest Haaglanden
v
Bomenverordening Delft 1998
v
Monumentenwet en Monumentenverordening
v
Parkeerverordening gemeente Delft 2001
v
Wegenverkeerswetgeving
2.2 Conclusies en bevindingen 2007
In 2007 heeft Kamer I 25 keer vergaderd, meestal in vaste
bezetting. Een enkele keer was een vast lid niet aanwezig; in de meeste
van die gevallen is gehoord door twee leden en heeft het derde (vaste) lid
achteraf meeberaadslaagd. Twee keer is een plaatsvervangend lid ingeschakeld.
Vanwege het vertrek van de administratieve medewerkster bij
Kamer I hebben de secretarissen gedurende de periode 23 februari 2007 tot 1
juli 2007 zelf zorg gedragen voor de administratie. Vanaf 1 juli 2007 beschikt
Kamer I weer over secretariële en administratieve ondersteuning (voor 20 uur
per week).
Er zijn 98 adviezen uitgebracht; 23 bezwaarschriften zijn op
andere wijze afgehandeld.
Instroom
In
2007 heeft Kamer I 137 nieuwe bezwaarschriften ontvangen. Ten opzichte van 2006
(146 bezwaarschriften) is dit een lichte daling.
Een
overzicht van de instroom bezwaarschriften per onderwerp:
In
tegenstelling tot voorgaande jaren, waarin telkens sprake was van een daling
van het aantal ingekomen bezwaarschriften tegen (veelal weigering van)
sociaal/sociaal-medische urgenties, is het aantal ingekomen bezwaarschriften
met dit onderwerp in 2007 gestegen: 36 in 2007, tegen 29 in 2006 (en tegen 34
in 2005).
De instroom van het aantal bezwaarschriften tegen het bouwen
(verleende dan wel geweigerde bouwvergunningen, sloopvergunningen,
monumentenvergunningen) is gedaald: 35 in 2007 tegen 51[1]
in 2006 (en 194 in 2005). Van de 35 ingekomen bezwaarschriften in 2007
zijn er 5 gericht tegen de verleende bouwvergunning voor het verbouwen en
deels uitbreiden van een bestaande vleugel van een verpleegtehuis tot medisch
centrum aan de Beukenlaan 2.
Kappen
Ook de instroom van het aantal bezwaarschriften tegen
verleende dan wel geweigerde kapvergunningen is fors gedaald: 8 in 2007 tegen
20 in 2006 (en 320[2] in 2005).
De instroom van het aantal bezwaarschriften tegen verkeersbesluiten is licht gestegen; 14 in 2007 tegen 6 in 2006 (en tegen 83 in 2005).
Met betrekking tot de 137 bezwaarschriften die in 2007 zijn ontvangen kan verder nog worden opgemerkt dat er daarvan 8 zijn gericht tegen het besluit dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het perceel Surinamestraat 1 te Delft. Voorts zijn 6 van de 137 bezwaarschriften gericht tegen separate besluiten tot afwijzing van diverse verzoeken om planschade als gevolg van het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan Zuidpoort.
Werkvoorraad/doorlooptijden
De werkvoorraad op 1 januari 2008
bedraagt 53 en ligt dus iets boven de normale (ijzeren) werkvoorraad van 50.
Echter, van de 53 bezwaarschriften die op 1 januari 2008 openstaan zijn er 8
gericht tegen het besluit dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het
perceel Surinamestraat 1. Met inachtneming hiervan kan gesteld worden dat de
werkvoorraad op 1 januari 2008 een normale hoogte heeft.
Er zijn in 2007 121
bezwaarschriften afgehandeld; 98 door middel van een advies van de Commissie en
23 doordat het bezwaarschrift is ingetrokken dan wel anders is afgehandeld.
In 2007 is bijna 85% van de
bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn van 14 weken afgehandeld.
Over alle bezwaarschriften die in
2007 zijn afgehandeld, bedraagt de tijd tussen de ontvangst van het
bezwaarschrift en de datum waarop het bezwaarschrift is afgehandeld (advies
uitgebracht, ingetrokken of anders afgehandeld) gemiddeld 8,8 weken. Ten
opzichte van 2006 betekent dit een sterke verbetering; toen bedroeg de
gemiddelde doorlooptijd nog 14,87 weken.
Daarbij moet nog wel worden
opgemerkt dat het in 2006 (systeemtechnisch) niet mogelijk was om de termijn
van aanhouding in mindering te brengen op de afhandelingstermijn. Over 2007 is
dit wel mogelijk en is dus een zeer realistisch beeld te geven van de termijn
waarbinnen bezwaarschriften door de Commissie worden afgehandeld.
Los van het voorgaande kan in
ieder geval worden geconcludeerd dat de nieuwe werkwijze - die zijn grondslag
vindt in de nota fundamentele herbezinning op de inrichting van het
rechtsbeschermingsbedrijf en is doorgevoerd sinds 2006 - ook op langere
termijn ruimschoots zijn vruchten afwerpt en heeft geleid tot
efficiencywinst.
Gelet op de hoogte van de
instroom in 2007 en de werkvoorraad op 1 januari 2008 kan gesteld worden dat
Kamer I de instroom zeer goed het hoofd kan bieden en erin slaagt
bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn van een advies te voorzien en
vrij te geven voor een heroverwegingsbesluit van het College.
2.3 Prognose 2008
Er worden
geen grote aantallen bezwaarschriften tegen een bepaald besluit verwacht.
Van het vakteam Bouw- en woningtoezicht is
vernomen dat - in het kader van de actualisering van bestemmingsplannen
- gestart is met een inventarisatie van illegale bouwwerken in de verschillende
wijken van de stad. Wellicht zou dit kunnen leiden tot een toename in het
aantal handhavingszaken.
Op
het gebied van het Ruimtelijk Bestuursrecht staan er een aantal ontwikkelingen
te gebeuren. De invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo),
die gepland stond voor 1 januari 2008, heeft vertraging opgelopen. Thans wordt
uitgegaan van inwerkingtreding op 1 januari 2009.
In
de toekomstige Wabo krijgt de zogenaamde omgevingsvergunning zijn wettelijke
basis. De omgevingsvergunning maakt het mogelijk om voor alle bouwactiviteiten
in één keer een vergunning aan te vragen bij één loket. Er komt één procedure,
één besluit en één procedure van rechtsbescherming.
Hoewel
de Wabo - waarschijnlijk - pas per 1 januari 2009 in werking zal treden, zal
Kamer I waarschijnlijk al eerder de gevolgen ondervinden van andere, met de
Wabo samenhangende, wetswijzigingen. Per 1 juli 2008 zullen de gewijzigde
artikelen 46 en 49 van de Woningwet in werking treden, tegelijk met de nieuwe
Wet ruimtelijke ordening (Wro). De wijzigingen van de Woningwet houden in dat
bouwvergunningen waarvoor een vrijstelling moet worden verleend op grond van de
Wro overeenkomstig afdeling 3.4. van de Awb dienen te worden voorbereid. Dit
betekent dat die bouwvergunningen niet meer onderhevig zullen zijn aan een
bezwaarschriftenprocedure.
De
verwachting is dan ook de instroom van het aantal bezwaarschriften met het
onderwerp bouwen in (de tweede helft van) 2008 zal dalen.
2.4 Aandachtspunt
De Commissie is op de hoogte van een aantal gevallen waarbij het
College het advies van de Commissie niet heeft gevolgd. De Commissie beschikt
echter niet over exacte cijfers van het aantal contraire besluiten van het
College, aangezien de toezending van heroverwegingsbesluiten door de
verweervoerende vakteams - ondanks herhaaldelijk gevraagde aandacht daarvoor -
nog steeds te wensen overlaat. De Commissie vraagt hiervoor dan ook blijvende
aandacht.
2.5 Aanbevelingen
Vergunningen & Ontheffingen
Ĝ
Het strekt tot aanbeveling om een hardheidsclausule in de
Verordening ontheffingverlening autoluw-plusgebied 2005 op te nemen, om
rekening te kunnen houden met de specifieke omstandigheden van een geval.
Programma
Wonen, Zorg en Welzijn
Ĝ
De Commissie beveelt aan om bij een aanvraag om urgentie
eventuele andere mogelijkheden van een aanvrager om aan andere woonruimte te
komen, reeds in het DTV-advies en/of besluit op de aanvraag, mee te nemen.
Voorbereiding
Ĝ
De Commissie doet de aanbeveling aan verweerder om aan te
geven waar, binnen de marges van de nota De juiste boom op de juiste plaats,
de vrijheid van verweerder zit om af te wijken van het advies van de deskundige
die het vakteam Voorbereiding adviseert naar aanleiding van een aanvraag om
kapvergunning.
Bouw- en
Woningtoezicht
Ĝ
Het strekt tot aanbeveling om, in de gevallen waarin een
sloopvergunning is verleend aan de gemeente Delft, de termijn voor het indienen
van een bezwaarschrift af te wachten voordat men met de sloop begint.
Ĝ
Volgens de Commissie strekt het tot aanbeveling om ter
voorkoming van een schrijnende situatie op gezette tijden de bouwactiviteiten
van vergunninghouders te controleren alsmede, indien sprake is van overtreding
van de bouwvoorschriften, direct over te gaan tot handhavend op te treden en in
dit verband niet af te wachten totdat een klacht is ingediend door een derde.
3.1 Competentie
In Kamer
II worden de bezwaarschriften behandeld waarvan de primaire beschikking namens
burgemeester en wethouders door de Sector Werk, Inkomen en Zorg (hierna te
noemen: WIZ) is afgegeven.
Voor een
specificatie van het aantal ingekomen bezwaarschriften per wet/regeling, zie
hoofdstuk 6.3, tabel 3.
3.2 Conclusies en bevindingen 2007
In 2007
zijn 469 nieuwe bezwaarschriften ingekomen. Dit is een daling, te weten met 86
(15%), ten opzichte van de 555 in 2006 ingekomen bezwaarschriften.
De Wmo, die per 1 januari 2007 in werking is getreden, heeft in 2007
nog niet veel bezwaarschriften op het gebied van hulp bij het huishouden
voortgebracht, doordat de gemeente 2007 als een overgangsjaar heeft bestempeld,
waarin de hulp bij het huishouden die men had onder de AWBZ, in beginsel
ongewijzigd is voortgezet.
Op 1
januari 2007 waren 165 bezwaarschriften nog niet (geheel) afgehandeld.
Er zijn in
het afgelopen jaar 489 bezwaarschriften afgehandeld; 348 door middel van een
advies van de Commissie en 141 doordat het bezwaarschrift is ingetrokken,
veelal nadat WIZ het bestreden besluit had herzien.
Op 31
december 2007 waren er nog 145 bezwaarschriften in behandeling.
Al in het
begin van het afgelopen jaar liep het aantal nog af te handelen
bezwaarschriften terug tot een normale (ijzeren) voorraad van ongeveer 145
bezwaarschriften. Daardoor kon in 2007 bijna 80% van de bezwaarschriften
binnen de Awb-termijn worden afgehandeld. Over alle bezwaarschriften die in 2007 zijn afgehandeld, bedraagt de
tijd tussen de ontvangst van het bezwaarschrift en de datum waarop het
bezwaarschrift is afgehandeld (advies uitgebracht, ingetrokken of anderszins
afgehandeld) gemiddeld 10,9 weken. Op het punt van het tijdig (binnen de
Awb-termijn van uiterlijk 14 weken) afhandelen van de bezwaarschriften heeft
Kamer II in 2007 een grote vooruitgang gerealiseerd in vergelijking met
voorgaande jaren. Deze sterke verbetering is mede een gevolg van de
verbeterpunten die in het kader van de fundamentele herbezinning op de
inrichting van het rechtsbeschermingsbedrijf zijn doorgevoerd, welke hebben
geleid tot efficiëntiewinst en tot het bekorten van de afhandelingsduur.
De langdurige ziekte van de administratieve medewerkster
heeft het secretariaat van Kamer II wel behoorlijk parten gespeeld, maar na
enige tijd kon een tijdelijke vervangster van een uitzendbureau worden ingezet.
Naast de
jaarlijkse evaluatievergadering met alle leden, vergaderden ook dit jaar de
vijf voorzitters van Kamer II met de secretarissen enige malen ten behoeve van
evaluatie en onderlinge afstemming.
Inhoud adviezen
Van de 348 adviezen die Kamer II in 2007 heeft uitgebracht, was er bij 210 bezwaarschriften (60%) sprake van ongegrondverklaring, bij 92 (27%) van gegrond- of gedeeltelijk gegrondverklaring en bij 46 (13%) van niet-ontvankelijkverklaring.
In vergelijking met 2006 is het percentage (gedeeltelijk) gegrondverklaringen gelijk gebleven.
Er zijn geen 'contraire' besluiten van B. en
W. op de in 2007 uitgebrachte adviezen ter kennis van de Commissie gebracht,
maar wellicht beraadt het College zich met betrekking tot enige
adviezen nog op de vraag of het deze wel of niet zal overnemen.
In
2007 zijn, naast bovenvermelde aantallen, 141 bezwaarschriften ingetrokken. In
54 gevallen vond de intrekking plaats nadat WIZ het bestreden besluit had
herzien na tot het inzicht te zijn gekomen dat het bestreden besluit niet in
stand kan blijven.
Indien
laatstbedoelde 54 bezwaarschriften worden opgeteld bij de geheel of
gedeeltelijk gegrond verklaarde bezwaarschriften, komt het percentage van de
gevallen waarin de indiener van een bezwaarschrift geheel of gedeeltelijk
succes heeft gehad op circa 30, te weten (54 +92) : (348+141).
Alhoewel
dit 5% lager is dan in 2006, kan de Commissie zich nog steeds niet aan de
indruk onttrekken dat met verbetering van de kwaliteit van de primaire
besluitvorming nog veel winst behaald kan worden, met name tevredenheid bij
de cliënten en minder bezwaarschriften.
Voor
inzicht in de verschillende redenen voor de 92 (gedeeltelijk)
gegrondverklaringen wordt verwezen naar tabel 5 van hoofdstuk 6.3.
Opgemerkt
moet nog worden dat Kamer II bezwaarschriften tegen besluiten waarin een
onjuiste motivering en/of wettelijke grondslag is vermeld, maar welke besluiten
op andere gronden wel in stand kunnen blijven, als ongegrond
kwalificeert. Dit komt betrekkelijk veel voor.
3.3 Prognose voor 2008
Zoals
bij 3.2 al is opgemerkt, heeft de gemeente voor het
uitvoeren van de Wmo het jaar 2007 als een overgangsjaar bestempeld, waarin de
hulp bij het huishouden die men had onder de AWBZ, in beginsel ongewijzigd is
voortgezet. Per 1 januari 2008 vindt echter wel een herindicatie plaats.
Aangezien hulp bij het douchen en aankleden, evenals structureel noodzakelijke
hulp bij het organiseren van de huishouding nog steeds onder de AWBZ
valt, zullen betrokkenen het als een achteruitgang ervaren als het aantal uren
hulp bij het huishouden dat de gemeente in het kader van de Wmo toekent, lager
is dan het aantal uren dat men onder de AWBZ gewend was. De Commissie verwacht
dat deze operatie van herindicaties tijdelijk een extra instroom van
Wmo-bezwaarschriften zal veroorzaken.
Desondanks verwacht Kamer II dat de instroom aan nieuwe bezwaarschriften in 2008 niet zodanig hoog zal zijn dat er achterstanden in de afhandeling zullen ontstaan. De afhandeling zal voor het grote merendeel van de bezwaarschriften dan ook binnen de Awb-termijn kunnen plaatsvinden.
3.4 Aandachtspunten
Kamer II
heeft in 2007 18 signaleringen of aanbevelingen opgenomen in het verslag van de
zitting. De Commissieverslagen worden, zodra deze zijn vastgesteld, verspreid
onder alle vakteamhoofden van WIZ. Voorts worden na afloop van ieder kwartaal
de signaleringen gebundeld ter kennis gebracht van het adjunct-sectorhoofd van
WIZ, alsmede het hoofd van het Kwaliteitsbureau en van de medewerker Interne
Controle van WIZ.
Het
adjunct-sectorhoofd van WIZ geeft vervolgens een schriftelijke reactie op de
signaleringen.
Enige voorbeelden zijn:
-
De beschikkingen waarmee WIZ cliënten informeert over de
arbeidsverplichtingen die - naar aanleiding van een advies van de GGD over de
arbeidsgeschiktheid worden opgelegd, zijn vaak onvoldoende duidelijk. Zo ook
wekt de mededeling dat belanghebbende volledig arbeidsgeschikt is verklaard,
vaak een misverstand op. WIZ bedoelt daarmee dat de arbeidsverplichtingen
worden opgelegd voor een volledige werkweek, maar belanghebbende
begrijpt (ten onrechte) uit de woorden volledig arbeidsgeschikt dat er geen
rekening wordt gehouden met bepaalde beperkingen die voor betrokkene gelden
ten aanzien van het soort werk.
In zijn
reactie op deze signalering heeft WIZ aangegeven dat extra aandacht zal worden
besteed aan de duidelijkheid van dit soort beschikkingen.
-
In de beschikkingen inzake de sportregeling wordt
onvoldoende uitleg gegeven over o.a. de maximale vergoeding die een cliënt in
een kalenderjaar kan krijgen, hoeveel vergoeding over dat jaar al is ontvangen,
respectievelijk welk resterend bedrag nog over dat jaar kan worden verstrekt.
In zijn
reactie heeft WIZ aangegeven de standaard-beschikking te zullen aanpassen.
-
In de folder Sportregeling staat: Wanneer u sport op
basis van een medische
indicatie, kunt u geen vergoeding
uit de Sportregeling ontvangen. U kunt dan wel een tegemoetkoming in de kosten
aanvragen via de Bijzondere Bijstand.
Een aanvraag om bijzondere
bijstand voor kleding die nodig is voor medisch sporten leidt echter in
beginsel niet tot resultaat voor de cliënt.
WIZ heeft meegedeeld zich te
zullen beraden op aanpassing van het beleid.
-
Herindicaties voor huishoudelijke hulp worden vaak slechts
telefonisch uitgevoerd. De Commissie ziet wel in dat deze wijze van indiceren
een besparing van tijd (en dus geld) oplevert, maar zij acht het, gelet op het
belang van de zorgvuldigheid, in ieder geval wenselijk dat een voorgenomen
telefonische indicatie vooraf bij betrokkene wordt aangekondigd onder
vermelding van het doel van het gesprek en van de vragen die gesteld zullen
worden. Bovendien zou, naar de mening van de Commissie, in voorkomende gevallen
overgegaan moeten worden tot een nader onderzoek.
Omdat deze signalering in december
jl. is uitgebracht, heeft WIZ hierop nog niet kunnen reageren.
4. Jaarverslag
Kamer III
4.1 Competentie
Kamer III is restkamer en behandelt bezwaarschriften die
op grond van de verordening ter advisering aan de Commissie moeten worden
voorgelegd en die niet behoren tot de competentie van de Kamers I,II en IV. De
onderwerpen van de bezwaarschriften zijn zeer gevarieerd. Het gaat bijvoorbeeld
om bezwaarschriften op grond van de volgende regelingen:
v
Verordening Openbaar Gemeentewater Delft 1996
v
Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten
v
Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
v
Exploitatieverordening Horeca
v
Wet openbaarheid van bestuur
v
Verordening leerlingenvervoer
v
Wet voorkeursrecht gemeenten
v
Afvalstoffenverordening
v
Algemene plaatselijke verordening
v
Reclameverordening
4.2 Conclusies en bevindingen 2007
In 2007 zijn 42 nieuwe bezwaarschriften ontvangen en 26
adviezen uitgebracht.
In 32 gevallen zijn de betrokken partijen alsnog onderling
tot een oplossing gekomen en zijn de bezwaarschriften ingetrokken.
Het aantal nog af te handelen bezwaarschriften per 31
december 2007 bedroeg 6. Ten opzichte van eind 2006 is dit een aanzienlijke
afname. Dit houdt onder meer verband met de toegenomen vergaderfrequentie van
Kamer III en het feit dat de capaciteit binnen deze Kamer goed is afgestemd op
de hoeveelheid bezwaarschriften die jaarlijks binnenstroomt.
Over alle bezwaarschriften die in
2007 zijn afgehandeld, bedraagt de tijd tussen de ontvangst van het
bezwaarschrift en de datum waarop het bezwaarschrift is afgehandeld (advies
uitgebracht, ingetrokken of anders afgehandeld) gemiddeld 9,7 weken.
Inhoud adviezen
Kamer III heeft van de 26 uitgebrachte adviezen in 17
gevallen geadviseerd tot ongegrondverklaring en in 6 gevallen tot
gegrondverklaring. Daarnaast is in 3 gevallen geadviseerd tot niet-ontvankelijk
verklaring.
4.3 Prognose 2008
In 2007 zijn er 42 bezwaarschriften ontvangen tegen
50 in 2006 en 63 in 2005. Vanaf juli 2007 is het aantal binnengekomen
bezwaarschriften aanzienlijk afgenomen. Begin 2008 is het aantal binnengekomen
bezwaarschriften weer enigszins aangetrokken.
4.4 Aanbevelingen
Evenals
in voorgaande jaren moet wederom worden vastgesteld dat de motivering van de
bestreden besluiten in veel gevallen te wensen over laat. Met name op het
gebied van subsidie zijn in dit verband aanbevelingen gedaan.
Volgens de Commissie strekt het tot aanbeveling om bij
subsidiezaken na te gaan in hoeverre er bij de subsidieregelen op een aantal
terreinen sprake is van zodanig sluitende bijzondere (speciale)
subsidieverordeningen, dat er op die beleidsterreinen geen ruimte meer aanwezig
moet worden geacht om als college buiten die speciale subsidieregelen om en
zonder besluit van de gemeenteraad daartoe, nog financiële bijdragen te
verstrekken.
Verder
strekt het tot aanbeveling om een schriftelijke en naar behoren ingediende
aanvraag ten grondslag te leggen in het kader van de subsidieverstrekking.
Daarnaast dient een belanghebbende in de gelegenheid te
worden gesteld om zijn aanvraag aan te vullen in het geval dat wordt besloten
om zijn aanvraag niet in behandeling te nemen.
Ten slotte
beveelt de Commissie aan om zorg te dragen voor een behoorlijke dossiervorming.
Dit geldt met name in het geval dat er sprake is geweest van mondelinge en
telefonische contacten tussen de gemeente en een belanghebbende.
5. Jaarverslag
Kamer IV
5.1
Competentie
Kamer IV behandelt bezwaarschriften
van werknemers van de gemeente voor zover zij ambtenaar zijn in de zin van
artikel 1 van de Ambtenarenwet.
Als gevolg van het bepaalde in
art. 8:1, 2e lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt met een besluit
gelijkgesteld (citaat) "een andere handeling van een bestuursorgaan ten
aanzien van een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de ambtenarenwet als
zodanig (..), hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgenden. Dit
betekent dat een bezwaar dat door een ambtenaar is ingediend niet noodzakelijkerwijs
gericht hoeft te zijn tegen een schriftelijk besluit zoals dat in de Awb in
artikel 1:3 wordt gedefinieerd. Ook een bezwaar tegen een mondeling
medegedeelde beslissing kan worden behandeld, mits met de beslissing een rechtsgevolg
voor betrokkene wordt beoogd. Uiteraard is ook in dergelijke gevallen de door
de Awb in artikel 6:3 gestelde beperking van kracht dat besluiten die zijn
genomen in het kader van de voorbereiding van een besluit uitgesloten zijn van
beroep en dus ook van bezwaar.
5.2 Conclusies en bevindingen 2007
Aard van de
bezwaren en wijze van afhandeling
In 2007 heeft Kamer IV 6 keer vergaderd, in wisselende bezetting. Een plaatsvervangend lid is vanaf eind 2007 niet meer inzetbaar voor Kamer IV. Vanaf medio 2007 heeft Kamer IV geen beschikking meer over secretariële en administratieve ondersteuning.
In 2007 heeft Kamer IV 24 bezwaarschriften ontvangen. Ten
opzichte van 2006 (58 bezwaarschriften) kan geconstateerd worden dat er sprake
is van een forse daling.
Op
1 januari 2008 bedraagt de werkvoorraad 10 bezwaarschriften en dat is ook de
ijzeren werkvoorraad.
In 2007 zijn er 23 bezwaarschriften afgehandeld. De Commissie heeft 16 adviezen uitgebracht en 7 bezwaarschriften zijn ingetrokken.
Over alle bezwaarschriften die in 2007 zijn afgehandeld,
bedraagt de tijd tussen de ontvangst van het bezwaarschrift en de datum waarop
het bezwaarschrift is afgehandeld (advies uitgebracht, ingetrokken of anders
afgehandeld) gemiddeld 8 weken.
Ten opzichte van 2006 is er sprake van een verbetering; toen bedroeg de gemiddelde doorlooptijd nog 11 weken. Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat het systeem waarmee er gewerkt werd in 2006 de aangehouden periodes niet in mindering kon brengen op de afhandelingstermijn.
Over 2007 is dit wel mogelijk en is er een duidelijker beeld te geven van de afhandelingstermijn van een bezwaarschrift.
Het overgrote deel van de uitgebrachte adviezen had
betrekking op bezwaren tegen het intrekken van leeftijdsverlof.
In 2006 hadden de meeste adviezen van Kamer IV betrekking op
bezwaarschriften tegen vastgestelde functiebeschrijvingen en waarderingen,
namelijk 19. In 2007 heeft de Commissie slechts eenmaal geadviseerd met
betrekking tot een bezwaar tegen een functiebeschrijving en waardering.
Ten opzichte van 2006 is er dus sprake van een forse daling
voor wat voornoemd onderwerp betreft.
Andere
onderwerpen kwamen slechts incidenteel voor, bezoldigingen en
(eervol)ontslag waarover elk 3 bezwaarschriften
- nog het meest.
redenen van
gegrondverklaring
In
de adviezen die Kamer IV in 2007 heeft uitgebracht, is in 1 geval tot
gegrondverklaring geadviseerd op grond van andere afweging van feiten en
omstandigheden, in 1 geval op grond van onjuiste toepassing van regelgeving en
beleid en één keer was er sprake van een motiveringsgebrek.
In
7 gevallen is om overige redenen tot gegrondverklaring geadviseerd.
de beslissingen
naar aanleiding van de adviezen
Op grond van artikel 22 van de Verordening Adviescommissie
voor bezwaarschriften behoort de Commissie een afschrift te ontvangen van de
beslissing op een bezwaar. Kamer IV heeft in 2007 in
16 zaken een heroverwegingsbesluit ontvangen.
In 10 zaken adviseerde de Commissie tot gehele of
gedeeltelijke gegrondverklaring. In 8 van deze zaken heeft het college van
burgemeester en wethouders het advies gevolgd.
5.3 Prognose 2007
Er zijn geen ontwikkelingen binnen de gemeente Delft bij
Kamer IV bekend op grond waarvan zou kunnen worden verwacht dat er in 2008
aanzienlijk meer bezwaarschriften zullen worden ingediend dan het afgelopen
jaar.
De verwachting is dan ook dat het beeld bij kamer IV naar
alle waarschijnlijkheid niet zal afwijken ten opzichte van 2007, in ieder geval
wat het aantal nieuwe bezwaarschriften betreft en daarmee samenhangend het
aantal uitgebrachte adviezen.
5.4 Aandachtspunten
Geen bijzonderheden
6. Commissie
in cijfers
6.1 Algemeen
In 2007
zijn bij de Commissie in totaal 672 nieuwe bezwaarschriften ingediend.
De
ontwikkeling van het aantal nieuw ingediende bezwaarschriften per jaar vanaf
1996 en de verdeling over de verschillende Kamers is als volgt:
verslagjaar |
1997 |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
Kamer I |
128 |
100 |
106 |
124 |
195 |
312 |
167 |
243 |
667 |
146 |
137 |
Kamer II |
649 |
530 |
788 |
404 |
414 |
501 |
430 |
570 |
604 |
555 |
469 |
Kamer III |
25 |
39 |
31 |
43 |
53 |
33 |
43 |
56 |
63 |
50 |
42 |
Kamer IV |
22 |
21 |
19 |
18 |
49 |
38 |
28 |
31 |
28 |
58 |
24 |
Totaal |
824 |
690 |
944 |
589 |
711 |
884 |
668 |
900 |
1362 |
809 |
672 |
Niet alle
ingediende bezwaarschriften leiden tot een advies van de Commissie. Veel
bezwaarschriften worden ingetrokken vóórdat een hoorzitting over de zaak
plaatsvindt, hetzij omdat het bestuursorgaan in de bezwaren al meteen
aanleiding ziet het besluit te herzien, hetzij omdat de reclamant ervan af ziet
om de zaak door te zetten. Ook leidt de hoorzitting over een zaak er nogal eens
toe dat partijen alsnog overeenstemming bereiken en de Commissie geen advies
meer hoeft uit te brengen.
Een
overzicht van de inhoud van de adviezen van de Commissie over de laatste vijf
jaar, geeft het volgende beeld:
inhoud adviezen |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
(deels)
gegrond |
145
(24%) |
152
(27%) |
494
(39%) |
173
(23%) |
127(26%) |
ongegrond |
359
(58%) |
326
(58%) |
560
(45%) |
508
(68%) |
296(61%) |
niet-ontvankelijk |
112
(18%) |
85 (15%) |
201
(16%) |
67 (9%) |
65(13%) |
Totaal |
616 |
563 |
1255 |
748 |
488 |
Tussen 1 januari en 31 december 2007 zijn in totaal 691
bezwaarschriften afgehandeld:
488 door middel van een advies en 203 doordat het
bezwaarschrift is ingetrokken of het primaire besluit is herzien.
in- en
uitstroom bezwaarschriften 2007 |
K I |
K II |
K III |
K IV |
Totaal |
Werkvoorraad per 1 januari 2007 |
37 |
165 |
22 |
9 |
233 |
Bij: nieuw ingekomen in 2007 |
137 |
469 |
42 |
24 |
672 |
Af: uitgebrachte adviezen in 2007 |
98 |
348 |
26 |
16 |
488 |
Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies |
23 |
141 |
32 |
7 |
203 |
Werkvoorraad per 31 december 2007 |
53 |
145 |
6 |
10 |
214 |
Een
afwijking in de cijfers kan geschieden doordat één bezwaarschrift zich richt
tegen meerdere besluiten.
6.2 Kamer I
Verslagjaar |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Aantal
vergaderingen |
25 |
25 |
36 |
31 |
41 |
Gemiddelde
vergaderduur |
3,5 uur |
3,5 uur |
3,5 uur |
3,5 uur |
3,5 uur |
Gemiddeld
aantal zaken per vergadering |
4 |
8,12 |
15,25[3] |
5 |
5 |
Status |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Werkvoorraad
op 1 januari |
37 |
137 |
103 |
53 |
199 |
Bij:
nieuw ingekomen |
137 |
146 |
667 |
243 |
167 |
Af:
advies uitgebracht |
98 |
208 |
6063 |
154 |
231 |
Af:
ingetrokken/afgehandeld zonder advies |
23 |
38 |
25 |
39 |
82 |
Nog in
behandeling op 31 december |
53 |
37 |
139 |
103 |
53 |
Onderwerp |
Aantal |
Soc/soc.med.
urgentie |
36 |
Bouw-,
sloop-, monumentenvergunning |
35 |
Handhaving
|
9 |
Kapvergunning |
8 |
Verkeersbesluit (incl
gehandicaptenparkeerplaats) |
14[4] |
Gehandicaptenparkeerkaart |
10 |
Voorbereidingsbesluit |
8 |
Overig |
17 |
Totaal |
137 |
Onderwerp |
Gegrond |
Ongegrond |
Gegrond/ ongegrond |
Niet- ontvankelijk |
Totaal |
Soc/soc.med.urgentie |
4 |
19 |
1 |
3 |
27 |
Bouw-, sloop-, mon-vergunning |
5 |
25 |
|
5 |
35 |
Handhaving |
1 |
4 |
1 |
|
6 |
Kapvergunning |
5 |
2 |
|
4 |
11 |
Verkeersbesluit (incl. GPP) |
|
4 |
|
|
4 |
Gehandicapt.parkeerkaart |
|
7 |
|
|
7 |
Voorbereidingsbesluit |
|
|
|
|
|
Overig |
2 |
2 |
|
4 |
8 |
Totaal |
17 |
63 |
2 |
16 |
98 |
Omschrijving |
Aantal |
Nieuwe feiten en omstandigheden |
1 |
Andere afweging van feiten en
omstandigheden |
4 |
Andere afweging van belangen |
|
Onjuiste toepassing van
regelgeving en beleid |
|
Andere interpretatie van
regelgeving en beleid |
1 |
Onzorgvuldige voorbereiding |
10 |
Gerechtvaardigde verwachtingen
niet gehonoreerd |
|
Motiveringsgebrek |
1 |
Overig |
2 |
Totaal |
19 |
Inhoud advies |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Gegrond |
17 |
19 |
305 |
34 |
37 |
Gedeeltelijk gegrond |
2 |
7 |
15 |
5 |
18 |
Ongegrond |
63 |
170 |
163 |
91 |
125 |
Niet-ontvankelijk |
16 |
12 |
123 |
24 |
51 |
Totaal |
98 |
208 |
606 |
154 |
231 |
6.3 Kamer II
2Verslagjaar |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Aantal
vergaderingen |
56 |
63 |
74 |
61 |
45 |
Gemiddelde
vergaderduur |
4 uur |
4,5 uur |
4,5 uur |
5 uur |
5 uur |
Gemiddeld
aantal zaken per vergadering |
6 |
7,5 |
8 |
6 |
7 |
Status |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Werkvoorraad
op 1 januari |
165 |
217 |
380 |
297 |
383 |
Bij:
nieuw ingekomen |
469 |
555 |
604 |
570 |
430 |
Af:
advies uitgebracht |
348 |
465 |
595 |
337 |
327 |
Af:
ingetrokken/afgehandeld zonder advies |
1411 |
149 |
184 |
154 |
195 |
Nog in
behandeling op 31 december |
145 |
165 |
217 |
380 |
297 |
1 Van de 141 bezwaarschriften die zijn
ingetrokken/afgehandeld zonder advies zijn er 54 ingetrokken na een herziening
door de Sector WIZ.
Onderwerp |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Wet werk
en bijstand (WWB)/Abw |
390 |
503 |
517 |
449 |
351 |
Besluit
bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz,
annex /WWB) |
6 |
5 |
8 |
8 |
8 |
Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze
werknemers (IOAW) |
1 |
1 |
- |
3 |
1 |
Wet
voorzieningen Gehandicapten (WVG) |
3 |
31 |
54 |
100 |
53 |
Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), huishoudelijke verzorging |
30 |
- |
- |
- |
- |
Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO),
overige voorzieningen |
21 |
- |
- |
- |
- |
Wet
Kinderopvang |
6 |
- |
- |
- |
- |
Sportfonds
(kortingsregeling) |
5 |
7 |
9 |
5 |
3 |
AV-Delft
(collectieve
ziektekostenverzekering) |
1 |
1 |
- |
- |
- |
overig |
6 |
7 |
16 |
5 |
14 |
Totaal |
469 |
555 |
604 |
570 |
430 |
Onderwerp |
Gegrond |
Gedeeltelijk gegrondı |
Ongegrond |
Niet-ontvankelijk |
Totaal |
WWB |
31 |
57 |
185 |
41 |
314 |
WVG/WMO |
1 |
0 |
14 |
2 |
17 |
Overig |
1 |
2 |
11 |
3 |
17 |
Totaal |
33 |
59 |
210 |
46 |
348 |
ı In tegenstelling tot bijvoorbeeld bij Kamer I gaat het hier niet om
een gedeeltelijke gegrondverklaring wegens bijvoorbeeld een motiveringsgebrek,
maar om de situatie dat de indiener bijvoorbeeld een financiële tegemoetkoming
krijgt die lager is dan waar deze meende recht op te hebben, maar hoger dan hem
in het primaire besluit door WIZ was toegekend.
Omschrijving |
aantal |
Nieuwe feiten en omstandigheden |
3 |
Andere afweging van feiten en omstandigheden |
33 |
Andere afweging van belangen |
2 |
Onjuiste toepassing van regelgeving en beleid |
24 |
Andere interpretatie van regelgeving en beleid |
3 |
Onzorgvuldige voorbereiding van het besluit |
13 |
Verkeerde berekening terugvordering |
12 |
Motiveringsgebrek * |
1 |
Overig |
1 |
Totaal |
92 |
* Kamer II
merkt besluiten waarin een onjuiste wettelijke grondslag was vermeld, maar die
op andere gronden wel in stand konden blijven, als ongegrond aan. Die
veel voorkomende gevallen ontbreken dan ook in deze specificatie van de
(gedeeltelijk) gegrondverklaringen.
Inhoud advies |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Gegrond |
33 |
69 |
90 |
56 |
28 |
Gedeeltelijk gegrond |
59 |
56 |
73 |
35 |
39 |
Ongegrond |
210 |
296 |
368 |
203 |
212 |
Niet-ontvankelijk |
46 |
44 |
64 |
43 |
38 |
Totaal |
348 |
465 |
595 |
337 |
327 |
6.4 Kamer III
Verslagjaar |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Aantal
vergaderingen |
7 |
10 |
10 |
11 |
- |
Gemiddelde
vergaderduur |
3 uur |
3 uur |
3uur |
2,5 uur |
|
Gemiddeld
aantal zaken per vergadering |
3 |
3 |
3 |
2 |
|
Status |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Werkvoorraad
op 1 januari |
22 |
30 |
22 |
43 |
51 |
Bij:
nieuw ingekomen |
42 |
50 |
63 |
56 |
43 |
Af:
advies uitgebracht |
26 |
36 |
31 |
40 |
37 |
Af:
ingetrokken/afgehandeld zonder advies |
32 |
22 |
25 |
37 |
14 |
Nog in
behandeling op 31 december |
6 |
22 |
29 |
22 |
43 |
Onderwerp |
Aantal |
Algemene
Plaatselijke Verordening (APV) |
5 |
Drank en
Horecawet
|
- |
Wet
openbaarheid van bestuur |
1 |
Marktverordening
|
- |
Bestuurlijke maatregel |
5 |
Exploitatieverordening
(horeca)
|
1 |
GBA
|
7 |
Reclameverordening
|
- |
Subsidie Gemeentelijke
wateren Afvalstoffenverordening Overig Totaal
|
9 1 1 12 42 |
Onderwerp |
Gegrond |
Ongegrond |
Gegrond/ ongegrond |
Niet- ontvankelijk |
Totaal |
APV |
|
3 |
|
|
|
Marktverordening |
1 |
|
|
|
|
Bestuurlijke
maatregel |
1 |
5 |
|
1 |
|
Exploitatieverordening Horeca |
|
|
|
|
|
GBA |
1 |
3 |
|
|
|
Subsidie |
2 |
4 |
|
|
|
Wvg |
|
|
|
|
|
Gemeentelijke
wateren |
1 |
|
|
1 |
|
Overig |
|
2 |
|
1 |
|
Totaal |
6 |
17 |
|
3 |
26 |
Omschrijving |
Aantal |
Nieuwe feiten en omstandigheden |
- |
Andere afweging van feiten en
omstandigheden |
- |
Andere afweging van belangen |
2 |
Onjuiste toepassing van
regelgeving en beleid |
3 |
Andere interpretatie van
regelgeving en beleid |
- |
Onzorgvuldige voorbereiding |
1 |
Gerechtvaardigde verwachtingen
niet gehonoreerd |
- |
Motiveringsgebrek |
- |
Totaal |
6 |
Inhoud advies |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Gegrond |
6 |
6 |
5 |
11 |
9 |
Gedeeltelijk gegrond |
|
- |
- |
- |
- |
Ongegrond |
17 |
23 |
16 |
14 |
9 |
Niet-ontvankelijk |
3 |
7 |
10 |
15 |
20 |
Totaal |
26 |
36 |
31 |
40 |
38 |
6.5 Kamer IV
Verslagjaar |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Aantal
vergaderingen |
6 |
10 |
9 |
10 |
8 |
Gemiddelde
vergaderduur |
2.30 uur |
3 uur |
2.30 uur |
2.35 uur |
2.50 uur |
Gemiddeld
aantal zaken per vergadering |
2,6 |
3,6 |
2,6 |
2,7 |
3,4 |
Status |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Werkvoorraad op 1 januari |
9 |
5 |
9 |
19 |
23 |
Bij: nieuw ingekomen |
24 |
58 |
28 |
31 |
28 |
Af: advies uitgebracht |
16 |
39 |
23 |
32 |
21 |
Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies |
7 |
15 |
9 |
9 |
11 |
Nog in behandeling op 31 december |
10 |
9 |
5 |
9 |
19 |
Onderwerp |
Aantal |
Aanstelling, bezoldiging e.d. |
4 |
Bevordering |
1 |
Plaatsing; interne plaatsing; functiewijziging Disciplinaire maatregelen (waaronder ontzegging toegang,
schorsing, ontslag) |
1 - |
(Eervol) ontslag |
5 |
Functiebeschrijving en waardering |
4 |
Gratificaties; toeslagen; vergoedingen |
5 |
Verlof |
1 |
Overig |
3 |
Totaal
|
24 |
Onderwerp |
Gegrond |
Ongegrond |
Gegrond/ niet ontvankelijk |
Niet-ontvankelijk |
Totaal |
Aanstelling,
bezoldiging e.d. |
1 |
2 |
- |
- |
3 |
Bevordering |
- |
- |
- |
- |
- |
Plaatsing; interne plaatsing; functiewijziging Disciplinaire maatregelen (waaronder ontzegging toegang,
schorsing, ontslag) |
- - |
- - |
- - |
- - |
- - |
(Eervol) ontslag |
2 |
1 |
- |
- |
3 |
Functiebeschrijving en waardering |
- |
1 |
- |
- |
1 |
Gratificaties; toeslagen; vergoedingen |
- |
1 |
- |
- |
1 |
Verlof |
6 |
- |
- |
- |
6 |
Overig |
1 |
1 |
- |
- |
2 |
Totaal
|
10 |
6 |
0 |
0 |
16 |
Omschrijving |
Aantal |
Nieuwe feiten en omstandigheden |
- |
Andere afweging van feiten en
omstandigheden |
1 |
Onjuiste toepassing van
regelgeving en beleid |
1 |
Andere interpretatie van
regelgeving en beleid |
- |
Onzorgvuldige voorbereiding |
- |
Gerechtvaardigde verwachtingen
niet gehonoreerd |
- |
Motiveringsgebrek |
1 |
Overig Totaal |
7 10 |
Inhoud advies |
2007 |
2006 |
2005 |
2004 |
2003 |
Gegrond (geheel dan wel gedeeltelijk) Ongegrond Niet-ontvankelijk |
10 6 - |
16 19 4 |
6 13 1 |
11 18 3 |
4 14 3 |
Niet-ontvankelijk/ongegrond |
- |
- |
3 |
- |
- |
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
16 |
39 |
23 |
32 |
21 |
Bijlage 1
Beschrijving procedure behandeling bezwaarschriften
bij de Commissie
De procedure voor de
behandeling van bezwaarschriften door de Commissie is in de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) en in de verordening vastgelegd. De verschillende Kamers
volgen in de praktijk over het algemeen dezelfde werkwijze.
Voorprocedure,
ontvangstbevestiging
Een bezwaarschrift
wordt door de postafdeling van de gemeente gestuurd aan de secretaris van de
bevoegde Kamer van de Commissie. Dit betekent dat deze afdeling de inkomende
brief moet herkennen als een bezwaarschrift. In de praktijk levert dit weinig
problemen op. Op de envelop of in de aanhef van de brief vermelden de meeste
indieners van bezwaarschriften (verder aangeduid met 'reclamanten') het woord
bezwaarschrift. In twijfelgevallen wordt de brief in het algemeen voor de
zekerheid aan een van de secretarissen voorgelegd. De postafdeling verstuurt
een eerste korte ontvangstbevestiging.
De secretaris
beoordeelt of het bezwaarschrift volledig is en tijdig is ingediend. Is dat
het geval, dan stuurt de secretaris een ontvangstbevestiging met daarbij
informatie over het verdere verloop van de procedure.
Als wel een gebrek
geconstateerd wordt, dan verzoekt de secretaris schriftelijk aan de reclamant
om het gebrek binnen een bepaalde termijn te herstellen. In veel gevallen gaat
het om het ontbreken van een onderbouwing van de bezwaren (dit worden pro
forma-bezwaarschriften genoemd, alvast ingediend om de termijn veilig te
stellen), maar het kan ook het ontbreken van een (bevoegde) ondertekening
betreffen.
De termijn waarbinnen
bezwaar moet worden gemaakt bedraagt zes weken, te rekenen vanaf de datum van
bekendmaking van het besluit waartegen het bezwaar zich richt. Wanneer de
termijn is overschreden, dan wordt de reclamant verzocht de redenen voor de
termijnoverschrijding aan te geven. Als blijkt dat er gegronde redenen zijn,
dan kan toch een inhoudelijke beoordeling van het bezwaarschrift plaatsvinden.
Als het bezwaarschrift
compleet is, dan stuurt de secretaris aan de reclamant een op de situatie
aangepaste ontvangstbevestiging met daarbij informatie over het verdere
verloop van de procedure.
Verzoek
om verweer
Het bestuursorgaan,
door tussenkomst van het vakteam dat het bestreden besluit heeft voorbereid,
ontvangt van de secretaris een schriftelijk verzoek om binnen een bepaalde
termijn een verweerschrift in te dienen en de relevante informatie uit het
dossier mee te zenden. Zodra de secretaris het verweerschrift heeft ontvangen,
kan de zaak geagendeerd worden voor de eerstvolgende hoorzitting.
Juridisch
kader / notitie
In het algemeen maakt
de secretaris ten behoeve van de Commissie een notitie / juridisch kader waarin
opgenomen zijn de relevante feiten, de juridische bepalingen, de eventuele
onduidelijkheden in het primaire besluit en het verweer, en de aan de reclamant
en verweerder tijdens de hoorzitting te stellen vragen.
Hoorzitting
De wet schrijft
dwingend voor dat de reclamant in de gelegenheid wordt gesteld om te worden
gehoord. Slechts in enkele gevallen kan een hoorzitting achterwege blijven. Dit
is het geval bij kennelijke niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift,
bijvoorbeeld wanneer een bezwaarschrift duidelijk te laat is ingediend en
daarvoor geen goede redenen zijn. Kennelijke ongegrondheid kan ook een reden
zijn om de hoorzitting achterwege te laten.
Uit de jurisprudentie
blijkt overigens dat men voorzichtig moet zijn met het kwalificeren van
bezwaren als kennelijk ongegrond. In de praktijk komt het dan ook nagenoeg
nooit voor dat een hoorzitting om deze reden achterwege blijft. Reclamanten
zijn niet verplicht om op de hoorzitting te verschijnen; zij kunnen zelfs
afzien van het recht om te worden gehoord. Wanneer zowel de reclamant als het
bestuursorgaan afzien van de hoorzitting, dan beoordeelt de Commissie de zaak
op basis van de stukken.
Ten minste twee weken
voor de hoorzitting ontvangen de betrokken partijen een uitnodiging.
In de verordening is
geregeld dat de hoorzittingen bij Kamer I en Kamer III in beginsel openbaar
zijn. De commissie kan onder omstandigheden bepalen dat de zitting met
gesloten deuren plaatsvindt. De zittingen van de Kamers II en IV zijn op grond
van de verordening altijd besloten. De hoorzittingen van de Kamers I en III
worden, met vermelding van de onderwerpen, aangekondigd in de Stadskrant, om
geïnteresseerden in de gelegenheid te stellen de hoorzittingen bij te wonen; de
stukken voor de hoorzitting liggen ter inzage bij de Publieksbalie van de
gemeente.
De gang van zaken
tijdens de hoorzitting is als volgt.
De reclamant wordt
uitgenodigd het bezwaarschrift mondeling toe te lichten en te reageren op het
verweerschrift. Daarna is het woord aan de vertegenwoordiger(s) van het
bestuursorgaan. Na de toelichting van beide partijen op hun standpunten kunnen
de commissieleden vragen stellen aan partijen. Ten slotte vraagt de voorzitter
of de aanwezigen nog een afrondende opmerking willen maken.
Beraadslaging
en advies
Na de hoorzitting
beraadslaagt de commissie in beslotenheid over het uit te brengen advies.
De secretaris stelt
vervolgens een concept-advies op en stuurt dit naar de voorzitter (en eventueel
aan de leden). Als de voorzitter met het advies akkoord is, wordt het
ondertekend en verzonden aan de reclamant en aan het bestuursorgaan. De
secretaris verzoekt aan het bestuursorgaan de desbetreffende kamer een kopie
toe te sturen van het uiteindelijke besluit dat het bestuursorgaan, aan de
hand van het advies, heeft genomen.
Alleen de besluiten,
waarin contrair aan het advies van de desbetreffende kamer wordt besloten,
zendt de secretaris in kopie aan de commissieleden toe.
Nieuw
besluit tijdens bezwaarschriftprocedure
Het komt voor dat het
bestuursorgaan in het ingediende bezwaarschrift al direct aanleiding ziet om
het bestreden besluit aan te passen, nog voordat een behandeling bij de
commissie heeft plaatsgevonden. Het staat het bestuursorgaan in beginsel vrij
om in dat geval een nieuw besluit te nemen.
Wanneer een nieuw
besluit is genomen, wordt het bezwaarschrift op grond van de wet geacht mede
gericht te zijn tegen dat nieuwe besluit, tenzij laatstbedoeld besluit aan het
bezwaar of beroep geheel tegemoet komt.
Pas nadat reclamant
schriftelijk of mondeling heeft laten weten dat het nieuwe besluit aanleiding
geeft om het bezwaarschrift in te trekken, is de zaak formeel afgerond en hoeft
geen verdere behandeling plaats te vinden. Wanneer een reclamant een nieuw
besluit heeft ontvangen, dan wordt echter vaak geen reactie van reclamant meer
vernomen. De secretaris van de Commissie verzoekt de reclamant in dergelijke
gevallen schriftelijk aan te geven of deze de bezwaarschriftprocedure wil
voortzetten. Vaak is daarna nog een herinneringsbrief nodig, waarin dan
vermeld staat dat als binnen een bepaalde termijn niets vernomen is, de Commissie
ervan uitgaat dat reclamant het bezwaarschrift heeft ingetrokken.
Bijlage 2
Ia.AVB
De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester
van de gemeente Delft;
ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van het college van 9 maart 2004;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de
Gemeentewet;
b e s l u i t e n:
I
in te trekken de Verordening commissie voor de beroep- en
bezwaarschriften
II
vast te stellen de volgende verordening Adviescommissie voor
bezwaarschriften
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 maart 2004.
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester
R. de Groot ,griffier.
Bekendgemaakt 28 maart 2004. Inwerkingtreding 10 mei 2004.
Gewijzigd bij
raadsbesluit van 1 november 2007.
Bekendgemaakt 25 november 2007.
Laatstelijk
gewijzigd bij raadsbesluit van 29 november 2007. Bekendgemaakt 2 december 2007.
Verordening Adviescommissie voor
bezwaarschriften
Deze verordening verstaat onder:
1. commissie: de
Adviescommissie voor bezwaarschriften als genoemd in artikel 2;
2. verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden
besluit heeft genomen.
3. commissielid/niet raadslid: een lid als bedoeld in
artikel 4, vierde lid, van de Verordening op de raadscommissies.
4. extern lid: een lid van de commissie, geen deel
uitmakend van en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het
bestuursorgaan, niet zijnde commissielid/niet raadslid.
5. het college: het college van burgemeester en wethouders
Artikel 2. Taak commissie
1. De commissie
adviseert het bestuursorgaan over de beslissing op alle tegen besluiten van
gemeentelijke bestuursorganen ingediende bezwaarschriften als bedoeld in
artikel 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
2. De commissie is niet bevoegd
ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond
van:
a. de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
b. de Milieuwetgeving, met uitzondering van de
Lozingsverordening en de afvalstoffenverordening;
c. de Onteigeningswet;
d. de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen
als genoemd in artikel 219 van de Gemeentewet;
e. de waardering van onroerende zaken als bedoeld in de Wet
Waardering Onroerende Zaken (WOZ);
f. de regeling Functioneel Leeftijdsontslag (FLO), de
regeling Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU), de Suppletieregeling, de
bovenwettelijke WW-regeling en de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders
gemeente Delft 1992;
g. Onderwijswetgeving, voor zover het besluiten betreft tot
schorsing, tot de verwijdering van school of de uitsluiting van verdere
deelname aan een examen;
h. het op grond van artikel 22 Wet werk en bijstand
verstrekken van bijstand aan personen ouder dan 65 jaar. Dit artikel is van
kracht vanaf 1 januari 2008.
3. De uitzondering genoemd
in lid 2 sub a geldt niet ten aanzien van bezwaarschriften ingediend tegen een
beslissing op een verzoek om vrijstelling op basis van de artikelen 17 t/m 19
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), tegen voorbereidingsbesluiten op
grond van artikel 21 van de WRO en tegen besluiten op grond van artikel 49 WRO.
4. De commissie adviseert niet
over een gevraagde vergoeding op grond van de Wet kosten bestuurlijke
voorprocedures.
1. De commissie bestaat uit vier kamers:
I. een kamer belast met zaken op het gebied van bouwen, wonen en
verkeer;
II. een kamer belast met zaken op het gebied van werk, inkomen en
zorg;
III. een kamer belast met zaken, anders dan genoemd onder I, II en IV.
IV. een kamer belast
met zaken betreffende de rechtspositie van gemeentelijk personeel en
betreffende de indicatie in het kader van de Wet sociale werkvoorziening.
2.
Bepalingen in deze
verordening betreffende de werkwijze van de commissie zijn van overeenkomstige
toepassing op de kamers.
Artikel 4. Samenstelling en benoeming leden
1. De kamers van de commissie bestaan uit:
a. de kamers I en III bestaan elk uit twee externe leden,
waaronder de voorzitter van de kamer, en een raadslid dan wel een
commissielid/niet-raadslid;
b. kamer II bestaat uit vijf externe leden, waaronder de
voorzitter van de kamer, en twee raadsleden dan wel
commissieleden/niet-raadsleden;
c. kamer IV bestaat uit drie externe leden, waaronder de
voorzitter van de kamer.
2. De externe leden van de commissie, waaronder de
voorzitters, worden door de burgemeester, het college en de raad benoemd.
3. De burgemeester, het college en de raad benoemen tevens
per kamer een genoegzaam aantal plaatsvervangende externe leden.
Plaatsvervangende leden kunnen in meerdere, doch ten hoogste twee kamers
benoemd worden. Een extern lid als bedoeld in het tweede lid van dit artikel
kan tevens benoemd worden als plaatsvervangend extern lid in één andere kamer.
4. De burgemeester, het college en de raad benoemen uit het
midden van de raad of uit de commissieleden/niet-raadsleden dan wel uit
personen die in de periode van tien jaar voorafgaande aan de benoeming lid
waren van de gemeenteraad ten minste het aantal desbetreffende leden
zoals in lid 1 van dit artikel per kamer is bepaald en een genoegzaam aantal
plaatsvervangende leden.
5. Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met de
betrekking van:
a. lid van het college;
b. ambtenaar of werknemer in dienst van de gemeente Delft;
c. adviseur
dan wel lid van een adviesorgaan dat de gemeente adviseert over zaken die
ingevolge artikel 2 tot de competentie van de commissie behoren.
Artikel 5. (Plaatsvervangend) voorzitterschap
1.
Als voorzitter van de commissie treedt op de voorzitter van kamer
I. De voorzitters van de kamers II, III en IV zijn tevens plaatsvervangend
voorzitter van de commissie, in volgorde van hun benoeming.
2. Als
plaatsvervangend voorzitter van de kamers I, II, III en IV treden op de externe
leden, respectievelijk de plaatsvervangende externe leden, die in de
betreffende kamer zijn benoemd.
Artikel 6. Benoemingstermijnen
1.
externe leden ex artikel 4 lid 2
a.
De externe leden als
bedoeld in artikel 4 lid 2, worden in een kamer benoemd voor een periode van
vier jaar. Zij kunnen twee keer in dezelfde of een andere kamer worden
herbenoemd voor een periode van vier jaar. Van deze twee herbenoemingen kan er
slechts één een herbenoeming zijn als zittend lid. Plaatsvervangend leden als
bedoeld in artikel 4 lid 3 worden in een kamer benoemd voor een periode van
vier jaar. Zij kunnen twee keer herbenoemd worden in dezelfde of een andere
kamer als plaatsvervangend lid of als zittend lid.
2.
leden ex artikel 4 lid 4
a. De zittingsduur van de leden van de commissie als bedoeld
in artikel 4, vierde lid, is gelijk aan die van de raad. Zij zijn terstond herbenoembaar.
b. De leden blijven hun functie vervullen totdat in hun
opvolging is voorzien.
1. Het lidmaatschap van de commissie eindigt, zonder dat
hiertoe een besluit van de burgemeester, het college of de raad is vereist, in
geval van
- het aflopen van de benoemingstermijn als bedoeld in
artikel 6
- opzegging
- overlijden.
2. De burgemeester, het college en de raad gezamenlijk
kunnen besluiten een lid van de commissie vóór het aflopen van de
benoemingstermijn als bedoeld in artikel 6 ontslag te verlenen als het
betreffende lid niet naar behoren functioneert. Voordat het besluit genomen
wordt, wordt het betreffende lid in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te
geven op het voornemen tot het verlenen van ontslag.
1. De (plaatsvervangende) externe leden en de
commissieleden/niet-raadsleden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van
de vergaderingen van de commissie en andere noodzakelijke bijeenkomsten,
krachtens de regeling die in artikel 96 van de Gemeentewet is vastgesteld.
2. Voor het optreden als voorzitter van de vergaderingen
van de commissie of een kamer ontvangt het betreffende (plaatsvervangende)
externe lid een hogere vergoeding als bedoeld in het eerste lid.
3. Overige kosten ter zake van andere werkzaamheden of
bemoeiingen ten behoeve van de commissie worden vergoed op basis van de
werkelijk gemaakte en aantoonbare kosten.
De voorzitters van de kamers komen ten minste tweemaal per jaar bijeen
voor overleg.
1. Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door een
of meer ambtenaren die door het college zijn aangewezen.
2. Het college wijst ook een of meer plaatsvervangers van
de secretaris aan.
3. Elke kamer wordt bijgestaan door een secretaris. Het
college stelt terzake nadere regels vast.
4. De secretaris is in de uitoefening van zijn functie
uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie. Het college stelt terzake
nadere regels vast.
5. De secretarissen van de kamers komen ten minste twee
maal per jaar bijeen voor overleg.
Artikel 11. Ontvangst bezwaarschrift
1.
Op het ingediende
bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
2.
Het bestuursorgaan stelt
het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in
handen van de commissie.
3.
Als in het bezwaarschrift
gesteld wordt dat het is ingediend namens of mede namens een andere
(natuurlijke of rechts)persoon kan de voorzitter de indiener verzoeken een
schriftelijke machtiging van die andere (natuurlijke of rechts)persoon over te
leggen.
Artikel 12. Verplichting verwerend
orgaan
Het verwerend orgaan is verplicht tijdig aan de commissie alle stukken
over te leggen die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het
bezwaarschrift.
Artikel 13. Inlichtingen en adviezen
inwinnen
1.
De voorzitter van de commissie is in verband met de
voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks
alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.
2.
Alle gemeentelijke organen, bestuurders, commissies en
ambtenaren zijn verplicht aan een verzoek van of namens de voorzitter om
inlichtingen binnen een door hem te bepalen termijn te voldoen.
3.
De
voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij
deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen op de
hoorzitting te verschijnen.
4.
Als
er voor het bestuursorgaan een wettelijke verplichting bestaat of indien er
een wens bestaat, alvorens op een bezwaarschrift te beslissen, tevens advies
in te winnen van een andere instantie dan de adviescommissie voor
bezwaarschriften, dan wacht laatstgenoemde commissie, alvorens tot behandeling
van een bezwaarschrift in het kader van deze verordening over te gaan, dit
advies af en betrekt het bij de behandeling en het uit te brengen advies.
5.
Het bestuursorgaan verzoekt in een geval als bedoeld in lid 4 aan
de secretaris om aanhouding en informeert de secretaris aan welke instantie om
advies is gevraagd, welke vragen zijn voorgelegd en op welke termijn dat advies
dient te worden uitgebracht.
Artikel 14. Bevoegdheden voorzitter
1. De voorzitter
stelt de indiener in de gelegenheid het verzuim als bedoeld in de artikelen 6:5
en 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen een bepaalde termijn te
herstellen.
2. Tevens oefent de
voorzitter de bevoegdheden uit als bedoeld in de volgende artikelen van de Awb:
·
2:1, lid 2
·
6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de
behandeling door de commissie;
·
7:4, lid 2 en lid 6
·
7:6, lid 2 en lid 4.
3. De voorzitter
kan de bevoegdheden genoemd in dit artikel en in artikel 11 lid 3, artikel 13
lid 1 en lid 2, artikel 15 lid 1 en artikel 16 overdragen aan een
plaatsvervangend-voorzitter en mandateren aan de secretaris van de commissie.
Artikel 15. Hoorzitting
1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip
van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid
worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
2 De voorzitter kan bepalen dat, gelet op artikel 7:3 Awb,
afgezien wordt van het horen van belanghebbenden. Indien de voorzitter van het
horen afziet, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het
verwerend orgaan.
3 Het horen geschiedt in beginsel door drie leden van de
commissie, waarvan in beginsel twee externe leden en een lid als bedoeld in
artikel 4 lid 4. De voorzitter kan besluiten dat het horen geschiedt door een
of twee leden van de commissie.
Artikel 16. Aankondiging hoorzitting;
verzoek om uitstel
1. De voorzitter deelt belanghebbenden en het verwerend
orgaan tijdig voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid
worden gesteld door de commissie gehoord te worden.
2. Een bezwaarmaker of het verwerend orgaan die wijziging
wenst van het tijdstip van de zitting, kan daartoe, onder opgaaf van redenen,
binnen drie dagen na de uitnodiging een verzoek indienen bij de voorzitter.
3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek genoemd
in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het
verwerend orgaan meegedeeld.
4. De voorzitter ziet erop toe dat tijdig al hetgeen op
basis van het bepaalde in artikel 7:4 Awb aan de commissie is kenbaar gemaakt,
bekend is bij alle betrokken partijen.
Artikel 17. Niet deelnemen aan de
behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het
geding kan zijn.
Artikel 18. Openbaarheid hoorzitting
1.
De hoorzitting is openbaar.
2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter
van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt, of de indiener
van het bezwaarschrift daarom verzoekt.
3.
Als de meerderheid van de aanwezige commissieleden vervolgens
beslist dat zwaarwegende belangen zich tegen openbaarheid van de zitting
verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.
4.
In afwijking van het hiervoor in de leden 1, 2 en 3 bepaalde zijn
de zittingen van de kamers II en IV niet openbaar.
Artikel 19 Nader onderzoek
1. Als
na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader
onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op
verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.
2. De
informatie die uit het nader onderzoek is verkregen, wordt in afschrift aan de
leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende toegezonden.
3. De
voorzitter beslist of het noodzakelijk is een nieuwe hoorzitting te beleggen.
4. Op
een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking
hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 20. Beraadslaging en
advisering
1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten
deuren over het advies dat aan het bestuursorgaan wordt uitgebracht.
2.
De beslissing over het advies wordt genomen door drie
leden.
3.
Het advies wordt vastgesteld bij meerderheid van
stemmen.
4.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding
gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.
5.
Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel aan het
bestuursorgaan voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van
de commissie ondertekend.
Artikel 21.
Uitbrengen advies
1.
Het advies wordt samen met het verslag van de hoorzitting tijdig
aan het bestuursorgaan uitgebracht.
2.
De indiener van het bezwaarschrift en overige
belanghebbenden ontvangen hiervan te zelfder tijd een afschrift.
Artikel 22. Toezending
beslissing op bezwaarschrift
1.
De commissie ontvangt van het bestuursorgaan een
afschrift van de beslissing op het bezwaarschrift.
2.
Van het bepaalde in lid 1 kan op verzoek van de commissie
worden afgeweken.
3.
Voor zover sprake is van overige belanghebbenden, anders
dan bedoeld in de artikelen 7:12 en 7:26 van de Algemene wet bestuursrecht,
ontvangen ook zij een afschrift van de beslissing op het bezwaarschrift.
Artikel 23.
Vervolgprocedures
De commissie ontvangt van het bestuursorgaan een afschrift van
rechterlijke uitspraken in vervolgprocedures.
Artikel 24.
Jaarverslag
De commissie zendt jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden aan de
burgemeester, het college en de raad.
Artikel 25. Overige
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de
voorzitter.
Artikel 26. Intrekking oude regeling
De Verordening commissie voor de beroep-
en bezwaarschriften wordt ingetrokken.
Artikel 27. Overgangsrecht
Op de
(plaatsvervangende) externe leden die op het tijdstip van inwerkingtreding van
deze verordening reeds zitting hebben in de commissie is lid 1 van artikel 6
van toepassing.
Artikel 28. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt zes weken na
bekendmaking in werking.
Artikel 29 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Adviescommissie
voor bezwaarschriften.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 maart 2004.
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester
R. de Groot ,griffier.
[1] Waarvan 12 bezwaarschriften
waren gericht tegen de verleende bouwvergunning inclusief vrijstelling voor
het veranderen van een bedrijfsruimte met annexe bovenwoningen, gelegen aan de
Surinamestraat 1, tot dagopvang voor dak- en thuislozen).
[2] In 2005 zijn tegen sommige
besluiten veel bezwaarschriften ontvangen.
[3] Tegen sommige besluiten zijn
in 2005 veel bezwaarschriften ontvangen; deze aantallen geven een vertekend
beeld voor het gemiddeld aantal behandelde bezwaarschriften ter zitting (tabel
1), evenals het aantal uitgebrachte adviezen (tabel 2).
[4] Waarvan 1 bezwaarschrift
betrekking heeft op het autoluw maken (4e fase) van de binnenstad en
1 bezwaarschrift is gericht tegen de afwijzing van een verzoek een
gehandicaptenparkeerplaats aan te wijzen.