Om fraude op het gebied
van uitkeringen tegen te gaan heeft de Raad in januari 2006 het Beleidsplan
Hoogwaardig Handhaven 2006-2009 (stuk nr. 818011) vastgesteld. Van de
activiteiten die plaatsvinden in het kader van dit handhavingsbeleid verschijnt
jaarlijks een verslag.
Hoogwaardig Handhaven
omvat activiteiten in zowel repressieve
als in preventieve zin. Een goed evenwicht tussen preventie en repressie vormt
de kern van een goed, effectief en efficiënt handhavingsbeleid.
In het kader van dit
beleid wordt jaarlijks gerapporteerd over de voortgang en de resultaten van
Hoogwaardig Handhaven. De activiteiten van de sociale recherche maken deel uit
van het totale handhavingsbeleid. Hierbij bieden we u een kort verslag over de
resultaten van het handhavingsbeleid in 2007.
Het jaar 2007 wordt
gekenmerkt door een veranderingsproces binnen de organisatie. Een onderscheid
is gemaakt tussen consulenten werk en consulenten inkomen. Deze nieuwe functies
betekenen nieuwe functiebeschrijvingen; voor veel consulenten een nieuwe rol
binnen de organisatie met nieuwe taken en bevoegdheden. Ook zijn nieuwe
klantenteams geformeerd. De organisatie van het frontoffice is aangepast
(balie, call-centre en klantenservice). De verhuizing naar Werkplein, met alle
voorbereidingen heeft ook veel tijd en energie gekost.
De continuïteit van het
primaire proces (de afhandeling van aanvragen levensonderhoud en bijstand etc.)
kreeg daarbij de absolute prioriteit.
2.a. Preventie
Ook zijn er in 2007
stappen gezet in het handhavingsbeleid. Zo is per klantenteam een
researchconsulent aangesteld die samen met de consulenten huisbezoeken aflegt.
Doel is ook dat de researchconsulent bijdraagt aan de deskundigheidsbevordering
en fraudealertheid van de consulent.
De klantenmap is in 2007
weer verbeterd. Er is een nieuwe folder gemaakt over rechten en plichten met
betrekking tot huisbezoeken, waarbij rekening is gehouden met de laatste
ontwikkelingen op het gebied van jurisprudentie.
Bij de anti-armoedeconferentie
werd vanuit verschillende hoeken aangegeven dat de door de gemeente gebruikte
formulieren voor een deel van de cliënten te ingewikkeld is. Dit signaal
is opgepakt, en gestart is met het
screenen van alle formulieren die op dit moment in omloop zijn.
Het verbeteren van de
dienstverlening, het wegnemen van onnodige drempels is aanleiding voor de Wet
eenmalige gegevensuitvraag. Met het totstandkomen per 1-1-2008 van het Digitaal
Klantendossier (DKD), waarin alle noodzakelijke gegevens van de cliënt worden
opgenomen, wordt in belangrijke mate tegemoet gekomen aan een verbetering van
de dienstverlening.
In 2007 is vanuit de
gemeente gewerkt aan alle voorbereidingen. Omdat de gemeentelijke gegevens
(m.n. die van WIZ) beschikbaar komen voor andere instanties is het noodzakelijk
dat de in het DKD opgenomen gegevens correct zijn. Veel energie is hierin
gestoken.
Het DKD biedt de cliënt
de mogelijkheid om zelf zijn eigen klantgegevens te raadplegen. Indien hij van
mening is dat onjuiste gegevens zijn opgenomen is het zijn eigen
verantwoordelijkheid om aanpassing te vragen. Uit preventief oogpunt is dit van
belang omdat vaststaat dat de klantgegevens correct zijn.
De in het DKD opgenomen
gegevens gelden als brondocument voor alle aangesloten organisaties. Het maakt
onderzoeken naar vermeende fraudes eenvoudiger. Het DKD vormt een verbindende
schakel tussen enerzijds een verbeterde dienstverlening, en anderzijds de
handhaving.
Met het beschikbaar komen
van het DKD heeft de gemeente direct beschikking over gegevens van andere
organisaties. Dit zal de controle op de naleving vereenvoudigen.
Een van de indicatoren om
het effect te meten van een verbeterde communicatie en dienstverlening is het
aantal ingediende bezwaarschriften. Uit onderstaande tabel blijkt dat het
aantal in 2007 indiende bezwaarschriften ten opzichte van 2006 substantieel is
afgenomen. Het aantal gegrond (of
gedeeltelijk gegrond) verklaarde bezwaarschriften is wel toegenomen.
Onderstaande tabel geeft
een overzicht.
Doelstelling
beleidsplan |
Indicator |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
Betere informatie leidt
tot minder ingediende bezwaarschriften |
Aantal ingediende
bezwaarschriften WWB |
449 |
517 |
505 |
409 |
|
% stijging of daling
tov voorgaande jaar |
|
15% |
-2% |
-20% |
Betere scholing leidt
tot minder gegrond verklaarde bezwaarschriften |
Aantal gegrond
verklaarde bezwaarschriften WWB |
44 |
74 |
64 |
88 |
|
% gegrondverklaring |
10% |
14% |
13% |
21% |
Bron: jaarverslag 2006 en
kwarap 2007, vierde kwartaal
In 2007 is de
samenwerking tussen verschillende vakteams verbeterd met als doel de klant
beter te helpen. Dit heeft mede geleid tot de betere resultaten.
Van dit project, dat in 2008 wordt gecontinueerd
worden de nodige resultaten verwacht.
2.b. Controle
Het naleven van de
regels, de opgelegde verplichtingen geschiedt op veel manieren. De controle is
zodanig ingericht dat in eerste instantie de cliënt niet wordt belast. Gestart
wordt met een administratief onderzoek; wat is bekend bij de gemeente? Wat is
bekend bij andere organisaties, zoals bijvoorbeeld het UWV, het kadaster, de
Rijksdienst voor het wegverkeer etc? Pas als blijkt dat er een vermoeden
ontstaat van fraude wordt het onderzoek geïntensiveerd, door bijvoorbeeld een
huisbezoek of het inschakelen van de sociale recherche.
2.b.1. Huisbezoeken
Huisbezoeken worden
afgelegd door consulenten van WIZ. In een aantal gevallen samen met een
researchconsulent ter controle. In andere situaties worden huisbezoeken
afgelegd vanuit een dienstverleningsoogpunt. Er zijn situaties waarin beide
vormen worden gecombineerd.
In 2007 is besloten, mede ingegeven door uitspraken
van de Centrale Raad van Beroep dat huisbezoeken ter controle alleen
plaatsvinden indien er een concrete aanleiding toe is, met andere woorden er
moet sprake zijn van een duidelijke twijfel over de door de cliënt aangeleverde
informatie. Waar mogelijk wordt middels een nader intern, onderzoek bezien of de twijfel kan worden
weggenomen, zodat een huisbezoek als controle kan worden voorkomen.
Een huisbezoek wordt ook afgelegd bij cliënten die
een aanvraag indienen voor inrichtingskosten. In dit laatste geval gaat het
niet alleen om de noodzaak en het vaststellen van het recht, maar ook vanuit
een dienstverleningsoogpunt. Op welke gebieden kan de gemeente nog meer hulp
bieden?
Voorheen werden, in het
kader van “streng aan de poort” huisbezoeken afgelegd bij iedereen die een
aanvraag indiende om bijstand. Dit principe is, zonder dat de gemeente minder
“streng een de poort” is geworden losgelaten.
Zoals eerder werd
aangegeven zijn er door alle veranderingen binnen de klantenteams, en het feit
dat er nu een concrete aanleiding moet bestaan minder huisbezoeken afgelegd. De
onderstaande tabel geeft u een overzicht.
|
2005 |
2006 |
2007 |
Aantal
afgelegde huisbezoeken
|
807 |
1088**) |
542 |
Bron: Kwarap
**) Dit is inclusief de
huisbezoeken die werden afgenomen in het kader van een pilot om bij iedere
aanvraag om bijstand voor levensonderhoud een dergelijk bezoek af te leggen.
Huisbezoeken ter controle
worden afgelegd door de researchconsulent, samen met de consulent van de
cliënt. Huisbezoeken, in het kader van pro-actieve dienstverlening worden door
de consulent afgelegd.
2.b.2. Sociale recherche
In 2007 heeft de sociale
recherche 166[1] onderzoeken
naar vermeende fraude afgerond. De sociale recherche komt pas in beeld op het
moment dat er een concreet vermoeden bestaat van fraude, en meer onderzoek
noodzakelijk is, anders dan een louter administratief onderzoek.
Niet in alle gevallen kan
fraude worden aangetoond. In bijna alle gevallen had de vermeende fraude
betrekking op de WWB. In 119 (73%) zaken werd inderdaad fraude aangetoond.
In de meeste gevallen is
het bedrag waarvoor de gemeente is benadeeld betrekkelijk gering. In 62 (52%)
gevallen van de geconstateerde fraudes blijft het benadelingsbedrag beneden de
€ 3000,00. In 21 (17%) gevallen was het benadelingsbedrag zodanig dat,
overeenkomst de richtlijn van het Openbaar Ministerie, aangifte werd gedaan.
Het totale bedrag in
zaken waarbij fraude werd aangetoond was bijna 1 miljoen euro, namelijk €
967.633,00.
In principe worden alle
ten onrechte ontvangen gelden teruggevorderd. In de praktijk blijkt echter dat
niet al deze gelden daadwerkelijk (kunnen) worden terugbetaald door de
betrokkene.
De meest geconstateerde
vormen van fraude vind u in onderstaande tabel.
Soort fraude |
Aantal |
Verzwegen ‘witte
inkomsten’ |
41 |
Verzwegen ‘zwarte
inkomsten’ |
21 |
Verzwegen vermogen of
inkomsten uit vermogen |
10 |
Onjuiste opgave
woonsituatie |
5 |
Partnerfraude |
23 |
Overig |
66 |
Een van de doelstellingen
van hoogwaardig handhaven is het beperken van de duur van de fraude. Doel is
dat fraude zo snel mogelijk wordt ontdekt. Daarmee blijven de gevolgen voor
zowel de burger als de gemeente beperkt. Dit gegeven werd niet eerder
geregistreerd, zodat een trend hierin nog niet kan worden ontdekt.
Tabel 4 geeft u een kort
overzicht.
Tabel 4: duur van de vastgestelde fraude in
2007
Duur van de fraude |
Aantal |
Korter dan 1 maand |
24 |
1 – 6 maanden |
34 |
6 – 12 maanden |
12 |
1 – 2 jaar |
13 |
Langer dan 2 jaar |
20 |
Niet bekend |
63 |
Uit de tabel kan worden
afgeleid dat veel fraudes binnen een relatief korte periode worden vastgesteld.
Het constateren van
fraude heeft uiteraard gevolgen voor de uitkering van de betrokkene. In 33
gevallen werd de uitkering beëindigd. Het merendeel van de geconstateerde
fraudes werd afgedaan met (naast uiteraard de terugvordering van het ten
onrechte uitgekeerde bedrag) een bestuurlijke boete.
2.b.3. Themaonderzoek
Jaarlijks wordt door WIZ
een controleplan vastgesteld. In dit plan wordt vastgelegd welke acties, zowel
wat betreft interne acties zoals werkprocessen e.d., en welke speerpunten in
het daadwerkelijke onderzoeken worden gehanteerd.
In 2007 heeft de gemeente Delft deelgenomen aan het
project Waterproof. In het kader van dit onderzoek werden woningen geselecteerd
met een extreem laag waterverbruik. Daarna werd nader onderzoek gedaan,
bijvoorbeeld door een controle op het energieverbruik en het afleggen van een
huisbezoek. Dit onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot 8 processen verbaal, en
tot een terugvordering van in totaal € 776.040,-. (zie bijlagen)
2.b.4. Totaal resultaat
Handhaven is een onderdeel van het totale
uitkeringsproces. Handhaven vindt plaats binnen alle vakteams van WIZ.
Onderzoeken naar vermeende fraude vinden ook plaats binnen verschillende
vakteams. Het totaal resultaat vindt u in de onderstaande tabel.
Tabel 5: totaal resultaat
handhaven[2]
|
2005 |
2006 |
2007 |
Behandelde zaken |
434 |
437 |
260 |
% stijging of daling |
32% |
1% |
-
40% |
Totaal teruggevorderd
bedrag |
2.007.927 |
2.066.532 |
1.884.600 |
% stijging of daling |
34% |
3% |
-
9% |
Ondanks de aanzienlijke
daling van het aantal behandelde fraudezaken is het totaal teruggevorderde
bedrag per fraudezaak gestegen van ca.
€ 4.700,- naar ca. €
7.200,-.
Algemeen kan gesteld
worden:
-
er meer preventief wordt gehandeld wat een daling
van het aantal fraudezaken kan verklaren;
-
vermogenszaken uit voorgaande jaren zijn weer
opgepakt. Dit zijn zeer arbeidsintensieve zaken. In een aantal gevallen zal het
bedrag van de terugvordering pas in 2008 bekend worden;
-
het waterproof project kende 32 meldingen, waar
uiteindelijk € 700.000,00 mee is
opgespoord. Dit zijn relatief weinig zaken waarmee wel een hoog bedrag
teruggevorderd wordt. Dit betekent echter niet dat het bedrag ook (volledig)
inbaar is.
In 2006 is gestart met
hoogwaardig handhaven. In eerste instantie lag de nadruk enerzijds op de
interne werkprocessen en anderzijds op de informatieverstrekking aan de cliënt.
In 2007 is dit, ondanks alle inspanningen met betrekking tot de
organisatieverandering en de verhuizing van WIZ zo veel mogelijk gecontinueerd.
Het jaar 2008 zal vooral
worden gekenmerkt door preventie. De invoering van het DKD, het invoeren van de
noodzakelijke gegevens, het verifiëren en valideren hiervan, werkt in eerste
instantie preventief. Misverstanden worden voorkomen. Het proces van
afhandeling van aanvragen wordt eenvoudiger. De rechtmatigheid kan, zowel bij
de afhandeling van een aanvraag, als ook gedurende de gehele uitkeringsperiode
eenvoudiger worden vastgesteld.
In 2008 is gestart met het project Matchpoint. Dit project komt
voor uit een regionale samenwerking (RCF initiatiefnemer). Doel is gemeenten
een concrete en praktische kwaliteitsimpuls te geven op het gebied van
hoogwaardig handhaven. Dit project vindt plaats onder leiding van het RCF en is
een samenwerkingsverband tussen Alphen a/d Rijn, Delft, Gouda, Leidschendam/Voorburg,
Westland en Zoetermeer en richt zich enerzijds op het operationele proces en
anderzijds op het gedrag en de houding van de consulent. Dit project kan
plaatsvinden binnen de bestaande structuren.
In 2008 zal gestart
worden met een training van de medewerkers van de verschillende klantenteams en
het vakteam Invordering en Bijzonder Onderzoek om hen de noodzakelijke kennis
en vaardigheden bij te brengen. Naast de noodzakelijke technische kennis wordt
ook aandacht besteed aan het constateren van mogelijke fraude, het confronteren
van de klant daarmee en de noodzakelijke gesprekstechnieken. Dit zal binnen de
gemeente gefaseerd worden ingevoerd. De kosten voor de noodzakelijke cursussen
worden geraamd op een bedrag van € 25.000,00.
Aandachtpunt daarbij is
het feit dat de medewerkers zich zowel moeten richten op het verlenen van
bijstand, en anderzijds oog moeten hebben voor fraude en misbruik.
Vanaf 1 januari 2008 kan
de gemeente de keuze maken voor toezichthoudersschap. Toezichthouderschap is
een nieuw instrument binnen de fraudebestrijding. Een toezichthouder beperkt
zich in zijn controleactiviteiten tot bestuursrechterlijke bevoegdheden. Indien
zaken worden geconstateerd die vallen onder het strafrecht, dan wordt dit
overgedragen aan de (sociale) recherche.
De gemeente moet eind
2008 de keuze maken of het toezichthouderschap daadwerkelijk wordt ingevoerd.
Wanneer deze keuze positief is, moet ook de keuze gemaakt worden waar deze
toezichthouders binnen de organisatie worden geplaatst; welke medewerker(-s)
hiermee belast gaan worden; welke bevoegdheden deze toezichthouders gaan
krijgen, en hoe zij hiertoe opgeleid gaan worden. De kosten van de opleidingen worden
vooralsnog geraamd op een bedrag van € 10.000,-.
Voor 2008 wordt geen
speciaal themaonderzoek gestart. In plaats daarvan wordt een project gestart
waarbij meldingen die door Bijzonder Onderzoek worden ontvangen eerst worden
teruggekoppeld naar de consulent. Op basis van aanwezige informatie in het
dossier, de gemeentelijke basisadministratie en het computersysteem wordt eerst
beoordeeld in hoeverre de informatie bekend is, en anderzijds of een nader
onderzoek noodzakelijk is. Dit project heeft als doel de signalen nader te
beoordelen zodat de juiste signalen worden onderzocht. Dit moet leiden tot een
kwaliteitsverbetering. Ander doel is de fraudealertheid van medewerkers te
bevorderen.
Het Ministerie heeft in
het kader van het Bestuurlijk Akkoord extra middelen ter beschikking gesteld
voor het verder verankeren en borgen van de handhaving in de gemeentelijke
beleids- en uitvoeringspraktijk (Programmatisch Handhaven). Voor Delft is er in
2008 en volgende jaren een bedrag beschikbaar van € 35.457,00.
Voorgesteld wordt dit
bedrag aan te wenden voor de invoering project Matchpoint en indien daartoe
besloten wordt het invoeren van toezichthouders.
Voorgesteld wordt:
a. Kennis
nemen van dit verslag Hoogwaardig Handhaven over 2007;
b. De
door het Rijk beschikbaar gestelde middelen (ad. € 35.457,00) ter beschikking
stellen voor de invoering van het project Matchpoint en het
toezichthouderschap.
c. Het
verslag ter kennisname zenden aan de raad.