In de nota ‘minder armoede, meer kansen’, inkomensondersteunende voorzieningen  (kenmerk 20343266)  is de oprichting van een noodfonds aangekondigd. Dit noodfonds is bedoeld voor Delftenaren die tussen wal en schip vallen en niet voldoen aan de voorwaarden van voorzieningen maar wel urgent eenmalig financiële hulp nodig hebben. In deze nota treft u de uitwerking hiervan aan. Over de concrete invulling (o.a. deelnemers, giften, statuten, convenant etc) van de stichting wordt u (en de raadscommissie) later geďnformeerd.

 

Inleiding

Ondanks alle regelingen op het terrein van inkomen en bestaanszekerheid kunnen individuele burgers van Delft toch worden geconfronteerd met financiële problemen en daarmee in (ernstige) nood komen. Problemen waarvoor de geldende wet- en regelgeving, zoals de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) en overige voorzieningen in het kader van het gemeentelijke beleid niet of onvoldoende in een oplossing kunnen voorzien. Daarnaast kunnen de procedures die moeten worden gevolgd om voor een bepaalde voorziening in aanmerking te komen er toe leiden dat niet op tijd geholpen kan worden.

Het is gewenst voor die situaties een brede, gelijkwaardige samenwerking op te richten van lokale overheid, het brede veld van hulpverlening, maatschappelijke organisaties en financiers/(nood)fondsen in de vorm van een stichting (een zogenaamde publiek-private samenwerking). 

 

1. Doelstelling stichting

De op te richten stichting heeft als doelstelling:

Het voorzien in materiele noden van personen, indien en voor zover in deze noden niet tijdig en of adequaat kan worden voorzien op grond van de Wet Werk en Bijstand of van enig andere wettelijke regeling.

De beoordeling hiervan is aan het bestuur van de stichting. Het betreft in principe eenmalige hulp.

 

De stichting heeft als taak:

 

 

2. Samenstelling bestuur

Het bestuur van de stichting wordt gevormd door vertegenwoordigers op

persoonlijke titel (zonder last en ruggespraak) uit de kring van:

 

Het daadwerkelijk bieden van de financiële noodhulp vindt niet door het bestuur zelf plaats. Voorgesteld wordt de uitvoering (daadwerkelijk verstrekken van de noodhulp) bij de gemeente (WIZ) onder te brengen. De gemeente neemt hiermee de personeels- en bureaukosten voor haar rekening. Kijkend naar ervaringen in andere gemeenten kost dit ongeveer een halve fte op jaarbasis (circa € 35.000,-) Hierdoor kan 100% van de verleende bijdragen van fondsen en particulieren besteed worden aan de kernactiviteit: hulpverlenen aan mensen in nood.

 

Volgens de nota deelnemingenbeleid moeten gemeentelijke deelnemingen getoetst worden aan de volgende vragen:

Is er sprake van een publiek belang? 

Door middel van het noodfonds kunnen Delftse burgers die tussen wal en schip dreigen te vallen, toch tijdig financiele hulp krijgen waar dit niet (tijdig) kan op grond van de bestaande wet- en regelgeving.

Is volledige eigen interne behartiging van het publieke belang noodzakelijk?: nee, door het oprichten van een stichting wordt  samenwerking met ketenpartners en aanvullende fondsvorming mogelijk.  

Kan de gemeente het publieke belang als opdracht-, subsidie- of als regelgever voldoende behartigen?

nee, er is nu nog geen "opdrachtnemer".

Kan de ontbrekende, maar noodzakelijke, invloed door middel van zeggenschap in een rechtspersoon worden ingevuld?

Ja

Wat is de meest geschikte vorm van zeggenschap? 

Een stichting omdat deze rechtsvorm geen winstoogmerk heeft en gericht is op het maatschappelijk doel.

 

 

3. Kernfuncties partners

Om te kunnen functioneren heeft de stichting partners nodig. Voor 4 groepen partners in de stad zijn kernfuncties weggelegd:

 

4. Oprichting

Voor de operationalisering en oprichting van de Stichting Urgente Noden Delft wordt de directeur van Stichting Samenwerking voor Urgente Noden ingehuurd. Deze stichting heeft ervaring met het oprichten van dit soort stichtingen in diverse steden. De directeur gaat op zoek naar partners (zoals fondsen, bedrijven, maatschappelijke organisaties)  en zorgt voor de daadwerkelijke oprichting van de stichting (inclusief opstellen convenant, statuten, voorbereiden website, aanvraagformulieren, folders etc).

De oprichting van de stichting staat op 9 juni 2008 gepland. Op dezelfde datum werd in 1936 in Delft  het Comité  Bijzondere Noden opgericht.

 

5. Relatie tussen de stichting en de gemeente Delft

De op te richten stichting zal een onafhankelijke stichting zijn.

De samenwerking met de gemeente wordt vastgelegd in een convenant.

Deze structuur wordt ook gebruikt in reeds bestaande stichtingen voor noodhulp elders in het land.

De gemeente draagt zorg voor de uitvoeringskosten en de uitvoering in de vorm van een financiële bijdrage  (uitvoeringskosten) en een bijdrage in natura (een plaats op het Werkplein Delft).

 

 6. Financiën

 In de nota Eenmalige Rijksbijdrage Bijzondere Bijstand (kenmerk 20162496, 2006) is een bedrag van € 175.000,- vastgesteld voor het oplossen van knelpunten welke tijdens de anti-armoedeconferentie 2006 zijn geconstateerd. Als belangrijkste knelpunt kwam naar voren dat mensen met een laag inkomen kosten moeten maken voor voorzieningen die zij pas later vergoed krijgen (bijvoorbeeld gehoortoestel of aanschaf computer). Door het ontbreken van de mogelijkheid het geld voor te schieten zien zij van een aanvraag af. Met een ‘startkapitaal’ binnen de bijzondere bijstand kunnen deze bedragen voor aanvragers worden voorgeschoten.

De bijzondere bijstand en hieraan gekoppelde regelingen kennen echter de mogelijkheid klanten een voorschot te verstrekken. In de nota Inkomensondersteunende Voorzieningen (kenmerk 20343266) is, in het kader van pro-actief armoedebeleid, vastgesteld deze mogelijkheid optimaal te benutten. Het is daarom niet nodig als gemeente een startkapitaal te reserveren zoals in de nota Eenmalige Rijksbijdrage Bijzondere Bijstand is vastgesteld.

 

Voorgesteld wordt dit geld te herbestemmen en te gebruiken voor de kosten van de oprichting van Stichting Urgente Noden Delft (circa € 30.000,-), de benodigde 0,5 fte (circa  € 35.000,-) voor het eerste en tweede jaar en het restant (circa € 75.000,-.) als bijdrage aan de stichting voor het bieden van noodhulp. 

In het kader van de jaarrekening is het budget  van € 175.000,- inmiddels overgeheveld naar 2008/2010.

Eind 2009 een evaluatie van het functioneren van de stichting plaats

(doel, bereik,  resultaat, samenwerking etc). Op basis van deze resultaten kan het vervolg worden bepaald.

 

De bijdrage van de gemeente aan de oprichtingskosten kan lager uitvallen door bijdragen van fondsen o.a. Fonds 1818 waardoor het bedrag voor de noodhulp hoger wordt.

 

7. Beslispunten

Gevraagd te besluiten:

1.      akkoord te gaan met het oprichten van Stichting Urgente Noden Delft en hiermee invulling geven aan het noodfonds;

2.      onderbrengen van de uitvoering, daadwerkelijk verstrekken van de noodhulp, bij de gemeente Delft (WIZ);

3.      het bij de jaarrekening overgehevelde budget ad € 175.000 als volgt in te zetten:

2008           122.500,-

2009                    35.000,-

2010                    17.500,-

4.      het evalueren van het functioneren van de stichting eerste helft 2010 (doel,bereik, resultaatsamenwerking etc) en afhankelijk van de resultaten van deze evaluatie het vervolg voor 2010 en volgende jaren te bepalen.

5.      aan de gemeenteraad het ontwerpbesluit voorleggen voor wensen en bedenkingen conform artikel 160 lid 2 van de Gemeentewet.