LEESWIJZER  

 

Centraal in dit meerjarenplan Dienstverlening staat het “droombeeld” dienstverlening 2015: Waar gaat het allemaal uiteindelijk toe leiden?

Dat is ook het begin van de nota. Dit droombeeld is vooral bedoeld om in de organisatie gelijke beelden te laten ontstaan over te maken stappen en de eindsituatie.

Vervolgens wordt het bereiken van dat droombeeld op langere termijn geconcretiseerd voor de eerste fase: wat moet er nu gebeuren om het droombeeld mogelijk te maken? Dit gaat nog niet verder dan het aangeven van een aantal grote lijnen, waarover nu een besluit nodig is om voort te kunnen. Er worden zo een aantal concrete voorstellen aan het GMT voorgelegd. Na goedkeuring van eindbeeld en concrete hoofdlijn moet de nadere uitwerking/implementatie op onderdelen nog plaatsvinden. Hierin worden de acties, die in 2007 zijn opgestart, meegenomen.

 

Het is de bedoeling om zo ieder jaar de situatie van dat moment te toetsen aan het eindbeeld. Het is goed mogelijk dat het eindbeeld in de loop van de jaren nog wijzigingen zal ondervinden op basis van voortschrijdend inzicht en onvoorziene ontwikkelingen. Op dit moment is heel gemeentelijk Nederland bezig om de dienstverlening te verbeteren. De kennis die daarmee wordt opgedaan zal zonder twijfel nog tot aanpassingen leiden.

 

Belangrijke input voor dit meerjarenplan zijn geweest de gemeentelijk nota KCC en het boekje Gemeente geeft Antwoord van de VDP/VNG, waarbij uitgegaan wordt van maximaal renderen van het Deltaprogramma.

Met dit Meerjarenplan wordt een concrete slag gemaakt naar het implementeren van een dienstverleningsconcept, waarbij een gemeentelijk dienstverleningscentrum, dat voor de gehele gemeente (of zelfs overheid) als ingang fungeert, het overgrote deel van de vragen en verzoeken snel, goed en in één keer afhandelt en regie voert op het restant. Bouwstenen liggen er genoeg, nu gaat het om de implementatie




DROOMBEELD 2015    

 

 

 

 

 



 

“Wat ben ik verrast zeg! Ik ga binnenkort verhuizen naar de gemeente Delft en heb mijn gezin online, via de gemeentelijke website, ingeschreven. Ik kreeg dezelfde dag een bevestigingsmail waarin ze ook nog een aantal basisscholen voor mijn twee jongste en een middelbare school voor mijn oudste in de buurt noemden. Tot mijn stomme verbazing attendeerde de gemeente mij er ook nog op dat mijn paspoort over een half jaar verloopt. Nadat ik hun vraag of ik een auto had positief had beantwoord, kreeg ik ook de informatie over de parkeervergunning die ik nodig heb. Eén keer klikken op Ja en het was geregeld. Dat is nog eens service!”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

80 % van de klantcontacten snel, goed en gemakkelijk door het StadsPunt afgehandeld

Het is zomer 2015, een nieuwe stadskantoor in de spoorzone in Delft is nu een jaar open. Ook het StadsPunt (een betere naam moet er nog steeds komen; in het verleden wel KCC genoemd) heeft hierin een plaats gekregen.

Het StadsPunt heeft voor elkaar gekregen dat 80 % van alle klantcontacten van de gemeente Delft op een voor de klanten logische, snelle, juiste wijze direct wordt afgehandeld. Van het overblijvende deel pakt men vanuit het StadsPunt de regie op snelheid, volledigheid en begrijpelijkheid van afhandeling. Het StadsPunt is eigenaar van de klantvraag. Daardoor heeft de burger of het bedrijf sneller, beter en makkelijker een oplossing in handen.

 

 

De stad waardeert dat. De tevredenheid over de gemeente is duidelijk toegenomen. Aan de ene kant kan de gemeente dat aantonen met het halen van de gestelde servicenormen. Aan de andere kant blijkt uit Klanttevredenheidsonderzoeken (KTO’s) dat mensen zich echt ontvangen voelen bij het StadsPunt, het gevoel hebben dat er aandacht is voor hun vraag of probleem en de echte wil om (pro-actief) mee te denken of tot oplossingen te komen. De trainingen, die de medewerkers op dit gebied gekregen hebben, betalen zich dus uit.  De dienstverlening voorziet echt in de behoefte van de klanten.

 

Er wordt ingespeeld op de toenemende individualisering in de samenleving door aanbieden van meer flexibiliteit en mogelijkheden.. De burger, die graag zelf aan zet is, voelt zich geholpen door de informatie en werkwijzen van het StadsPunt. Maar dat geldt ook voor de groep Delftenaren, die behoed worden voor achterstandssituaties en die meer behoefte hebben aan een helpende hand van de overheid.

 

Het aantal vragen dat gesteld wordt is de afgelopen jaren wel toegenomen. Doordat mensen zich vooraf goed kunnen informeren door de duidelijke en logische informatievoorziening van de gemeente, zijn de vragen die het callcenter van het StadsPunt te verwerken krijgt, complexer geworden.

 

 

 

 

 

 

In het StadsPunt voel je je “thuis”

Het StadsPunt is een grote open ruimte die uitnodigt tot binnenlopen. Het aantal balies ten opzichte van 10 jaar geleden is veel minder. Duidelijk merkbaar is nu dat de burgers van Delft steeds meer vanuit huis, via internet, hun zaken afhandelen. Het baliebezoek is duidelijk verminderd. Dit wordt enigszins opgeheven, doordat ook de niet-Delftenaar het StadsPunt een representatief en prettig portaal voor alle overheidsdiensten vindt om snel producten te halen en vragen te stellen.

Nu vinden gesprekken plaats in de ruimte met sta- en vergadertafels. Medewerkers kunnen tijdens deze gesprekken de computers raadplegen die in de tafels verwerkt zijn. Dat werkt snel en handig. In de ruimte houden wethouders soms spreekuur of vinden er themadiscussies plaats. Soms worden deze georganiseerd in het infocentrum. Natuurlijk zijn er ook af te sluiten ruimten voor gesprekken die meer privacy vereisen.

 

Werkzoekenden vinden aan de grachtkant van de ruimte de beursvloer. De samenwerking van de gemeente met zijn partners in dit werkveld heeft hier verder gestalte gekregen.

 

De digitale balie (met identificatie-, betaal- en printopties) is een nieuw element. De burgers van Delft kunnen hier zelfstandig hun producten afnemen en informatie verkrijgen. Ze kunnen bij het gebruiken van deze balies altijd terugvallen op de in de stadshal aanwezige gastvrouwen en –heren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Alle afdelingen met klantcontacten samengebracht in het StadsPunt

Er is veel werk verzet in de afgelopen jaren om het Stadspunt te krijgen waar het nu is. Alle afdeling van de clusters PuZa en WSZ die contacten onderhielden met burgers, bedrijven of instellingen, hebben hun plek gevonden in het StadsPunt:

de frontoffice van de keten Werk & Inkomen, de sector Inwonerszaken, het Infopunt Stadsbeheer, het Startpunt Zorg en de vele contactpersonen die klantcontacten onderhouden (denk aan het wijkwerk, de accountmanager, de binnenstadsmanager, de trajectbegeleider, e.d.). Kortom: alle functies die op reguliere basis contact onderhouden met de burgers en bedrijven van de gemeente werken nu vanuit het StadsPunt. Hierdoor ontstaat een meer integrale gemeentebrede benadering.

 

Ook het beheer van de internetsites van de gemeente is onder het StadsPunt gebracht. Een team van een aantal medewerkers verzorgt het contentbeheer voor alle gemeentelijke informatie, die op internet gepubliceerd wordt. Men krijgt input vanuit de organisatie, maar een groot deel van de informatie wordt automatisch uit de vele systemen op de internetsite geplaatst. Deze werkwijze lijkt in niets meer op de situatie van 7 jaar geleden. Internetredacteur is nu een aparte functie binnen de gemeente. De verschillende redacteurs hebben daarbij ieder een apart aandachtsveld. Hierdoor wordt de gehele organisatie bereikt.

 

Alle kanalen waarmee de gemeente Delft te bereiken is (post, e-mail, internet, telefoon, balie) vallen onder het StadsPunt. De postregistratie is daar een voorbeeld van. Gezien de schaal van Delft en de verwevenheid van de werkzaamheden is er voor gekozen om registratie samen met archivering  te houden. Dat betekent dat hier ook het bijhouden van het belangrijke basissysteem Verseon (DMS) tot het takenpakket behoort.

Ongeveer 30 % van de binnenkomende post wordt in de systemen van het StadsPunt vastgelegd. De overige post (uitnodigingen, reclame, e.d.) wordt doorgestuurd binnen de organisatie. Ook andere taken zoals het versturen van ontvangstbevestigingen zijn in het pakket van het StadsPunt opgenomen.

De post wordt na registratie in de meeste gevallen ook meteen afgehandeld of verwerkt binnen het StadsPunt. Is informatie of advies vanuit de verdere organisatie nodig, dan wordt dit ook geregistreerd.  In een aantal gevallen heeft men een pragmatische insteek gekozen om te bepalen of onderdelen in het StadsPunt  geplaatst werden of niet. B.v. de grootte van de organisatie en het aantal medewerkers dat op een bepaald taakgebied werkzaam is heeft dan een rol gespeeld bij de bepaling van hun werkplek. Het heeft dan niet altijd zin om bij kleine teams een rigoureus onderscheid te maken tussen front- en backofficetaken.  De logica van de klant staat bij deze keuzen altijd voorop.

 

 

Samenwerking tussen StadsPunt en vakafdelingen bij de afhandeling van klantvragen en het geven van de juiste antwoorden

De werkzaamheden in het StadsPunt gaan verder dan intake en doorgeleiding naar de interne organisatie.  Natuurlijk wordt het intakeproces volledig in het StadsPunt afgehandeld. Hier komen zaken binnen, worden ze geregistreerd en als het even mogelijk is afgedaan. Kan dat vanwege complexiteit niet, dan vindt doorgeleiding plaats naar de interne organisatie. Bij alle processen is inmiddels bepaald waar de voor de klant handige of logische knip ligt tussen afdoen in het StadsPunt of doorverwijzen naar de interne organisatie.

 

Vanuit het BVG is de Beursvloer met alle processen, die in bijgaand model groen gemarkeerd zijn, in het StadsPunt opgenomen. Dat betekende dat ook de consulenten binnen de StadsPunt-organisatie een plek hebben gevonden. Inderdaad slaagt men er nu in om 80 % van de vroeger aan de keten Werk & Inkomen gerelateerde werkzaamheden snel, volledig en goed binnen het StadsPunt uit te voeren.

 

Processen, die vaak voorkomen en eenvoudig zijn, worden natuurlijk als eerste in het StadsPunt afgehandeld. Dit geldt voor informatieve vragen. Maar dat geldt ook voor wat moeilijker zaken, die wel vaak voorkomen. Denk b.v. aan (bezwaarschriften op) belastingaanslagen, producten Werk & Inkomen, zorgproducten en bepaalde vergunningaanvragen in de woonomgeving.

Bij de afhandeling wordt wel onderscheid gemaakt tussen de eerste lijn (intake en direct af te handelen processen) en een tweede lijn. Daarin vallen de overige taken van het StadsPunt.

Alleen de gespecialiseerde afhandeling worden doorgestuurd naar de interne organisatie. Dat is de 20 % van de klantcontacten, die niet meteen kan worden afgehandeld. Het StadsPunt bewaakt wel of de afhandeling binnen de gestelde servicenormen wordt uitgevoerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Investeringen in systemen ondersteunen het grip krijgen op klantcontacten

Er wordt veel geregistreerd binnen het StadsPunt. Registreren is de basis van managementinformatie. Eigenlijk wordt alle inkomende informatie over alle kanalen in de systemen vastgelegd. Veelal gebeurt dat automatisch. Ook telefoongesprekken kunnen, indien dat nodig is, worden vastgelegd en doorgestuurd naar specialisten in de organisatie voor verdere behandeling. Productinformatie wordt voortdurend aangepast. Klanten worden zo pro-actief mogelijk benaderd op basis van o.a. klantprofielen en gegevens worden éénmalig vastgelegd en veelvuldig in de organisatie gebruikt.

 

Een aantal  administraties hebben hun plek gevonden binnen het StadsPunt.

Het gaat dan voornamelijk om de basisadministraties Personen, Bedrijven, Documenten en Adressen.  Voor de medewerkers in het StadsPunt is het van groot belang dat deze gegevens goed beheerd worden. Zij vormen immers de basis van de gegevensbestanden, waarop het StadsPunt bouwt. Op die gegevens moet te allen tijde vertrouwd kunnen worden.

Welk kanaal (internet, email, post, telefoon, balie) de klant ook kiest, de processen er achter zijn dezelfde. Dat betekent dat ook de afhandeling kanaalonafhankelijk is geworden. De klant kiest zijn wijze van communicatie met de gemeente, het antwoord is altijd gelijk.

 

De informatievoorziening heeft een belangrijke stap vooruit gemaakt doordat nu gewerkt wordt met matrixmodellen. Hierin worden producten, doelgroepen en thema’s op een logische wijze met elkaar in verband gebracht. Op een snelle manier kan de burger zo juist die informatie krijgen die hem op dat moment interesseert. Een buurtbewoner vindt b.v. meteen een overzicht van stremmingen, onderhoud en lopende vergunningen. Iemand die zorg zoekt krijgt de voor zijn situatie belangrijke producten (met snelle aanvraag als dat nodig is) op het scherm.

Via deze matrices wordt tevens nieuwe beleidsinformatie verwerkt. Het is dan zeker dat wijzigingen en vernieuwingen meegenomen worden. De informatie is zo altijd up-to-date.

 

 

Zonder investering in systemen en techniek had het StadsPunt zich niet zo kunnen ontwikkelen. De vele inspanningen die de afgelopen jaren in die techniek zijn gestoken hebben zich inmiddels terugverdiend. Door verregaande standaardisatie in systemen, processen en producten kan met minder mensen meer op de burgers en bedrijven toegesneden worden gewerkt. Dit proces is nooit af. Vandaar dat ook in de huidige situatie nog veel aandacht besteed wordt aan het onderhoud en de doorontwikkeling van de meer technische basisvoorzieningen.

 

 

Gekwalificeerde generalisten bieden superservice

De medewerkers van het callcenter zijn erg alert op verbeteringen, die bereikt kunnen worden. Alle intakeprocessen en gevoerde gesprekken, waarbij geconstateerd wordt, dat er nog niet of onvoldoende adequaat gereageerd kan worden, worden voorgelegd aan de verbetermanager. Diens enige taak, met hulp van een team coaches,  is ervoor te zorgen dat de gewenste verbetering inderdaad wordt ingevoerd. Op deze manier is een voortdurende kwaliteitsverbetering geborgd. Deze rol blijft naar verwachting nog een paar jaar nodig.

 

Uitgaande brieven worden in een aantal vooraf bepaalde en met de organisatie afgesproken processen, getoetst door de medewerkers in het StadsPunt. Dat zijn gevallen waarin duidelijkheid en/of leesbaarheid cruciaal is. Zijn aanpassingen volgens het StadsPunt nodig, dan moet de betreffende brief door de organisatie worden herschreven. De resultaten laten inmiddels zien dat onze klanten dit waarderen.  De resultaten laten inmiddels zien dat burgers en bedrijven dit waarderen.  Ook het aantal informatieve vragen, klachten en zelfs bezwaarschriften zijn  ten opzichte van een aantal jaar geleden al behoorlijk gedaald.

 

Zeker de accountmanagers, die vanuit het StadsPunt de gesprekken voeren met de vakafdelingen binnen de gemeente, hebben kwaliteitsverbetering hoog in het vaandel staan. In die gesprekken wijzen zij de medewerkers in de verschillende backoffices op zaken, die verbeterd kunnen worden en proberen ze in samenwerking tot een betere situatie te komen. Maar eigenlijk zorgen ze er in hun gesprekken vooral voor dat het StadsPunt in contact blijft met de interne organisatie en dat alle medewerkers van de gemeente Delft er vooral zijn voor de burgers en bedrijven van Delft. De interne noden komen op het tweede plan. De bedrijfsvoering sluit daar ook bij aan. Specialisten kijken over de grenzen van het eigen vakgebied heen.

Deze werkwijze heeft de afgelopen jaren ertoe geleid dat veel processen versimpeld of zelfs afgeschaft zijn. Dat heeft tot een grote vermindering van bureaucratie geleid. Een proces dat nog steeds doorgaat.

Aan de vermindering van de bureaucratie draagt ook het klantenforum bij. Regelmatig overlegt de leiding van het StadsPunt hier met een aantal vertegenwoordigers van burgers, organisaties en bedrijven. Tijdens dit overleg zien belangrijke verbeterinitiatieven het licht. Simpeler, sneller en beter blijkt door deze externe aansturing op veel gebieden mogelijk te zijn. Natuurlijk wel met behoud van zorgvuldigheid, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid e.d. Die zekerheid heeft de burger.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VAN DROOM NAAR DAAD

 

  1. Organisatie

Na de zomer 2007 is de Stuurgroep Dienstverlening opgericht. Onder leiding van de voor dienstverlening verantwoordelijke directeur Fenny de Graaf worden hier de lijnen uitgezet voor de totale verbetering van de gemeentelijke dienstverlening. De uitvoering van de programma’s Dienstverlening (visie/strategie en organisatie) en Delta (infrastructuur) komen hier samen.

De stuurgroep bestaat uit een aantal zeer nauw betrokken (sector)hoofden uit alle clusters en de programmamanager. De samenstelling kan wijzigen, afhankelijk van het moment en de voortgang.

 

Het droombeeld 2015 is in de stuurgroep besproken. Er was brede ondersteuning voor het geschetste eindbeeld. Daarmee ligt er een heldere stip aan de horizon waar nu naartoe gewerkt kan worden.

 

Inmiddels is ook een helder overzicht beschikbaar van de huidige situatie als (tussen)resultaat van het project Opzet en inrichting KCC, waarvan de afgelopen maanden de eerste 2 fasen zijn uitgevoerd. Hierdoor bestaat nu een goed beeld van de situatie bij de gemeente Delft in het perspectief van een KCC in 2010. Het wordt daardoor mogelijk om de juiste stappen te zetten.

 

Dienstverlening wordt gezien als core-business van de gemeente. Zoals het in het GMT-streefbeeld wordt gezegd: Dienstbaarheid, ontmoeting en wil tot verbeteren staan centraal: in onze organisatie staan de waarden ‘dienstbaarheid’, ‘ontmoeting’ en ‘de wil tot verbeteren’ centraal. ‘Dienstbaarheid’ betekent dat we burgers, bedrijven en bestuur voortdurend, tijdig, actief en duidelijk willen helpen, met goede kwaliteit en service

Logisch, de gemeente is vooral een dienstverlenende organisatie en ontleent hier haar bestaansrecht aan. Daarbij wordt een brede optiek aangehouden. Dienstverlening wordt gezien als vanuit het perspectief van de klant (burger, bedrijf, instelling) gemeentebreed bieden van logische oplossingen en diensten. Begrippen als klantgerichtheid, transparantie, toegankelijkheid, leren van derden en behulpzaamheid vallen binnen die brede definitie. Dat omvat dus ook (integrale) handhaving en vermindering bureaucratie / tegenstrijdige regelgeving.  Voor deze aspecten worden wel aparte projecten uitgevoerd.

Concreet

Toewerken naar realisatie van het droombeeld 2015

Deze uitwerking blijven volgen door jaarplannen, waarin de realisatie en de vervolgstappen steeds worden vermeld.

 

 

  1. Hoe staat Delft er voor?

Kortgeleden is door EGEM-i een scan uitgevoerd naar de situatie in de Haaglandengemeenten volgens het in het boekje Gemeente geeft Antwoord gepresenteerde model. Daarin wordt gewerkt met een score van 1 tot en met 5. Bij 1 heeft de gemeente aparte loketten voor verschillende onderdelen van dienstverlening en voor verschillende kanalen. Bij 4 is er sprake van een KCC, dat gemeentebreed het overgrote deel van de vragen en informatieverzoeken direct afhandelt.

Het gemiddelde van de Haaglandengemeenten ligt op dit moment op niveau 1 met kleine opstapjes naar 2. Delft scoort vrijwel in zijn geheel op niveau 2 en behoort daarmee tot de voorlopers (zie figuur 1). Toch wordt er meerwaarde gezien in samenwerking met anderen. Niet alleen in regioverband, maar ook op rijksniveau in andere samenwerkingsverbanden. Door samenwerken leren we van elkaar en kunnen we goede initiatieven ook in Delft implementeren. We zullen ons hier dan ook voor blijven inzetten. Dat Delft hier momenteel al de vruchten van plukt in het Deltaprogramma (o.a. de ANDEZ-aanbesteding) is bekend, maar ook binnen het programma Dienstverlening beginnen dergelijke uitwerkingen plaats te vinden.

 

De situatie in Delft op een andere wijze weergegeven vindt u terug in bijlage 1. Dit is het eerste tussenresultaat van het project Opzet en uitvoering KCC Delft dat de afgelopen maanden is uitgevoerd. In dit project is als eerste,  met het model uit het boekje Gemeente geeft Antwoord (VDP/VNG) als basis en achtergrond, nagegaan welke acties in Delft wel, niet of gedeeltelijk zijn uitgevoerd. Zo ontstaat een beeld waar Delft nu staat (bijlage 1). Het droombeeld uit dit Meerjarenplan geeft aan waar Delft naartoe wil. Door huidige situatie en eindbeeld met elkaar te verbinden komt de “marsroute” in beeld. De in bijlage 1 geformuleerde vragen blijven een rol spelen in de komende jaarplannen. De scorecard (figuur 1) speelt op de achtergrond een grote rol bij het bepalen van  het soort activiteiten, de maatregelen en de volgtijdelijkheid hiervan in de komende jaren.

 

 

  1. Model samenwerking tussen front- en backoffice

De doelstelling voor 2010 is eerder vastgelegd in de nota KCC: 70 % van alle klantverzoeken aan de gemeente snel, goed en in één keer afhandelen in het KCC. De overige verzoeken worden in regie vanuit het KCC afgehandeld.

Daarmee is eigenlijk al meteen duidelijk dat er sprake zal zijn van grote veranderingen om dit te bereiken, waarbij taken vanuit de backoffice naar het KCC zullen verplaatsen. Anders is het immers niet mogelijk om het gevraagde volume van 70 % met de beoogde kwaliteit te bereiken.

 

De logica van de klant staat daarbij voorop, niet het gemak voor de gemeentelijke organisatie. Dit vereist dat er voor alle producten van de gemeente op basis van de hieraan ten grondslag liggende productieprocessen, wordt nagegaan waar de logische knip in het proces tussen front- en backoffice moet worden gelegd. Waar lussen in het proces de kwaliteit van de dienstverlening ten goede komen en dit niet strijdig lijkt te zijn met de logica van de klant, worden deze op voorhand niet uitgesloten.

 
De knip ligt niet voor alle producten op het zelfde niveau. In een simpel schema weergegeven, zou men kunnen zeggen dat in het maximale geval de werkzaamheden in de drie groen aangegeven vakjes binnen het KCC worden uitgevoerd.

Dat zal natuurlijk niet voor alle werkzaamheden gelden. Eenvoudige werkzaamheden die vaak voorkomen zullen als eerste binnen het KCC worden uitgevoerd. Maar naargelang het product, het vaak voorkomen daarvan en het daarbij behorende specialisme zullen ook uit de beide andere groene vakjes onderdelen over gaan naar het KCC.

Als dat gebeurt, is het omdat onze klanten hierdoor beter en/of sneller geholpen worden.

 

 

Tekstvak:  
Figuur 2 T-model

Zo ontstaat een T-model (zie figuur 2), waarbij op onderdelen veel (tot alles) binnen het KCC wordt uitgevoerd en op andere onderdelen veel eerder overdracht naar de backoffice zal plaatsvinden. Vanuit het KCC zal men altijd de afhandeling blijven regisseren, waarbij het duidelijk zal zijn dat dit niet op inhoud is, maar op snelheid, begrijpelijkheid, e.d.

Het eigenaarschap van de klantvraag blijft binnen het KCC.

Naar verwachting zal dit in latere fasen van de inrichting een frontoffice opleveren met een eerste en een twee lijn. De tweede lijn zal dan vooral belast worden met de regie over (meervoudige/complexe) klantvragen door de gemeente heen. Met de opdracht om sneller met een eenduidiger, afgeconcludeerd antwoord te komen. Omdat de uitwerking hiervan niet in 2008 te verwachten is, wordt hier in hoofdstuk 4 geen verdere aandacht aan gegeven. In een later jaarplan komt dit wel aan de orde.

 

Dit model kan ook nog op een andere wijze worden weergegeven (figuur 3).

 

Tekstvak:  
Figuur 3 Werkzaamheden KCC

Via de diverse kanalen komen de (aan)vragen binnen in het KCC. Daar vindt (in de toekomst) registratie plaats van alle verzoeken en vragen.

Na registratie vindt bij veel verzoeken ook de rest van de intake binnen het KCC plaats. Waar dat niet mogelijk is, wordt de backoffice ingeschakeld. Het KCC behoudt daarbij de regie en de backoffice weet wat er wanneer terugverwacht wordt.

Een zelfde lijn wordt gevolgd bij de stappen be- en afhandeling. Zo wordt het duidelijk dat de knip tussen de werkzaamheden van de front- en backoffice voor de diverse producten op een verschillend niveau ligt.

 

Binnen dit model wordt er van uitgegaan dat binnen het KCC in de eerste opvang en registratie een aantal kanaalsgewijs georganiseerde teams zullen ontstaan. Met de kennis van dit moment is het meest waarschijnlijke een verdeling in post (incl. registratie in Verseon, zie hierna), balie en mail/internet/telefoon (incl. registratie in Klantvolgsysteem en incl. verzoeken aan de backoffice. Deze wijzigingen gaan natuurlijk wat  voor de betrokken medewerkers betekenen.

 

 

 

  1. Eerste stappen

Het is in dit stuk (nog) niet de bedoeling om tot in alle details op de voorgestelde punten in te gaan. Gevraagd wordt in eerste instantie steun voor de uitgezette marsroute. Binnen dat pad worden dan later de uitwerkingen opgepakt met de betrokken vakteams.

Om de dienstverlening te verbeteren, zal de samenwerking binnen de gemeente verder moeten groeien. Dat is een cultuurverandering, die naar verwachting een aantal jaren in beslag zal nemen.  Om de slagkracht te vergroten wordt verder in dit stuk dan ook voorgesteld om een aantal voor het functioneren van het KCC cruciale zaken direct bij het KCC onder te brengen.

 

Uitgangspunten zijn verder:

  1. gebruik maken van (internet)technologie;
  2. 1 telefoonnummer (14015);
  3. mail- en telefoonverkeer verminderen, meer elektronische formulieren op de website;
  4. standaardiseren en digitaliseren van werkwijzen binnen de gemeente (op basis van een breed vastgesteld procesmodel).

 

 

 

Een logische eerste stap op kortere termijn is het bij elkaar brengen van de nu binnen de gemeente aanwezige grotere frontoffices. Dit betreft Publieksbalie, InfoPunt Stadsbeheer, BVG en WMO-loket. Publieksbalie en Infopunt worden binnenkort organisatorisch samengevoegd. Dit was al eerder besloten op basis van de nota KCC. Dat moment zal aangegrepen worden om binnen PuBa een scheiding aan te brengen tussen callcenter en balie. Dat is nu nog niet het geval. Het callcenter zal dan tevens intensiever dan nu belast worden met registreren van binnenkomende vragen en verzoeken.

Concreet 2008/2009:

1. Samenvoegen Publieksbalie en Infopunt Stadsbeheer binnen PuBa.

2. Binnen PuBa scheiding callcenter en balies aanbrengen

 

Een volgende stap is het samenbrengen van PuBa/Infopunt en BVG. Als eerste door het synchroniseren van de werkwijzen en het bepalen van de logische knip tussen front- en backoffice voor de producten Werk & Inkomen. Als laatste belangrijke frontoffice kan vervolgens het WMO-loket hieraan toegevoegd worden. Bij zowel BVG als WMO speelt dat men intensief samenwerkt binnen de gemeente en in de keten. Beiden hebben te maken met een veelheid van partners ook buiten de gemeente. Voor de klanten speelt dat onderscheid in het algemeen geen rol. Ze zijn geïnteresseerd in de kwaliteit van een eindproduct, niet in de aanbieder. Ook in de ketenprocessen met ketenpartners, zal de knip bepaald moeten worden op basis van de logica van de klant.

Het doel bij dit alles is op zich niet het samenbrengen in één organisatie, maar veeleer het beter delen van gegevens op basis waarvan een zo veel mogelijk gelijke, betere, en soms ook pro-actievere dienstverlening tot stand kan komen. En dat met zo min mogelijk organisatorische hobbels.

Daarmee is een belangrijk deel van de eerste lijn dienstverlening binnen de frontoffice bij elkaar gebracht. Daarna kan de aandacht zich ook gaan richten op de tweede lijn dienstverlening binnen de frontoffice,  Zoals de functie van accountmanager bedrijven, de ‘BVG-consulent’, etc. In een volgend jaarplan kan daar op teruggekomen worden.

Concreet 2008/2009:

Na het samenbrengen van PuBa en Informatiepunt SB een volgende slag maken door hieraan de frontoffice WIZ/BVG toe te voegen.

 

Een tweede stap is het binnen het KCC verenigen van alle kanalen. Einddoel is het snel, goed en in één keer behandelen van het overgrote deel van de aan de gemeente gestelde vragen en verzoeken. Dat betekent concentreren van alle inkomende informatie over alle kanalen met de bijbehorende registratie. Die registratie wordt ook benut voor managementinformatie, verbeteracties en daadwerkelijk voeren van regie. Het KCC is immers eigenaar van de klantvraag. Zo ontstaat het onderstaande model.

 

Concreet betekent dit het binnen het KCC registreren en archiveren van alle binnenkomende post en dus het overbrengen van deze functie incl. menskracht naar het KCC i.o.  Er zijn nog meer basisregistraties waarvoor het goed beheren en bijhouden van eminent belang is voor het goed functioneren van het KCC. In aanleg wordt daarbij gedacht aan Personen (GBA), Adressen (BAG) en Bedrijven (NHR). Voorgesteld wordt om  voor in aanleg deze registraties nader te onderzoeken hoe het beheer ervan binnen het KCC kan worden uitgevoerd.

Concreet 2008/2009:

1. Het Postkanaal binnen het KCC onderbrengen incl. menskracht (mens volgt taak), incl. het beheer van het documentair managementsysteem.

2. Onderzoeken welke basisregistraties binnen het KCC een plek zouden moeten vinden. In aanleg wordt dit onderzoek gericht op de basisregistraties Personen (GBA), Adressen (BAG), Bedrijven (NHR) en Documenten (Verseon).

 

Overigens zullen alle frontofficemeldingen en -verzoeken, meer dan dit in de meeste gevallen nu gebeurt, moeten worden vastgelegd. Registratie is het begin van regie voeren en reageren.

Na de zomer 2008 komen de eerste onderdelen van het KlantcontactSysteem (KCS) beschikbaar. Daarmee kan bij klantcontacten snel de status van bijbehorende aanvragen bekeken worden, evenals reeds afgedane verzoeken en aanvragen. Door dit systeem aan steeds meer backofficegegevens te koppelen (zoals de bedoeling is in het midofficeproject) kunnen zaken steeds beter met elkaar in verband gebracht worden.

 

Tevens was het de bedoeling om in 2008 ook met een op bedrijven gericht KCS-systeem, gekoppeld aan de midoffice, te starten. Doordat de binnen het ANDEZ-verband wordt opgepakt, vergt dit een langere voorbereiding. Omdat naar verwachting door deze samenwerking wel een beter eindresultaat binnen bereik komt, wordt deze vertraging voor lief genomen en zal dit project in 2009 in uitvoering komen. Voor de tussenperiode zal een werkbare oplossing, die beter de afspraken die met bedrijven worden gemaakt in beeld brengt, worden gezocht.

Concreet in 2008/2009:

Een KCS voor bedrijven/instellingen op eenvoudige wijze inrichten, vooruitlopend op realisatie van een KCS Bedrijven in ANDEZ-verband.

 

Tekstvak:  
Figuur 4 Matrix producten - doelgroepen - thema's

 
Een tweede kanaal waar op korte termijn actie ondernomen dient te worden is het internetkanaal. De geplande vernieuwingen aan de gemeentelijke websites in de tweede helft van 2008 zijn een mooie gelegenheid om dit mee te nemen. Geconstateerd moet worden dat de informatie op externe en interne websites op onderdelen onvoldoende of zelfs onjuist is of ontbreekt. Gezien de in het verleden gekozen wijze van contentbeheer mag dat nauwelijks een verrassing zijn. Het beheer van de informatie is versnipperd in de gemeentelijke organisatie belegd, meestal als deeltaak. De interne werkprocessen maken voor het overgrote deel geen gebruik van de informatie. Daardoor vind verversing en aanpassing van de informatie in onvoldoende mate plaats of het kost naar verhouding veel te veel tijd.

Om dit te verbeteren wordt voorgesteld om het beheer te centraliseren door hier een aantal fulltime redacteurs voor aan te stellen. Dit is inmiddels verder uitgewerkt in een nota van vakteam Communicatie. Omdat het van belang geacht wordt om alle kanalen rechtstreeks vanuit het KCC aan te sturen, wordt er vanuit gegaan dat deze functies binnen het KCC een plek krijgen.

 

Om werkprocessen in de organisatie en informatie beter op elkaar af te stemmen zal er meer vanuit systemen moeten worden gedacht en gewerkt en minder met mondelinge informatieoverdracht. Als eerste stap moet goed nagedacht worden over de manieren waarop de informatie benaderd moet kunnen worden en de verbanden tussen deze verschillende benaderingen.

Concreet in 2008/2009:

Het contentbeheer van de website(s) centraliseren binnen het KCC (eveneens incl. menskracht) en daarbij de aangegeven verbeterslagen uitvoeren.

 

Figuur 4 geeft hiertoe een aanzet in de vorm van een matrixbenadering. De gemeente heeft vele honderden producten. Niet alle producten zijn voor alle doelgroepen van belang. Hier kan dus een eerste bundeling plaatsvinden. Een zelfde actie kan plaatsvinden met een thematische insteek.

Tekstvak:  
Figuur 5 Toegangsmogelijkheden website

Door bij het opbergen van de (nieuwe) informatie het bovenstaande als meta-informatie mee te geven, ontstaat een systeem waar bij elkaar horende informatie altijd is terug te vinden. En dat zichzelf ook voortdurende vernieuwd.

 

Als vervolgens de informatie, b.v. op de internetsite van de gemeente wordt opgeroepen, zijn er een aantal ingangen mogelijk, die –afhankelijk van de persoonlijke situatie van de informatiezoeker- snel tot het gewenste resultaat leiden. Dit is schematisch weergegeven in figuur 5 en moet als volgt gelezen worden. De website kent verschillende ingangen. Vanuit het individuele product, vanuit de persoonlijke situatie (doelgroep) of vanuit een thema. Door dit nog verder te personaliseren (waarbij de vrijheid bestaat om als gebruiker zelf combinaties te maken, die tegemoet komen aan de eigen behoefte) ontstaat een voor iedereen op maat toegesneden informatievoorziening. Voorgesteld wordt om deze gedachte ook uit te werken bij de upgrade van de gemeentelijke website later in 2008. Het spreekt vanzelf dat dit ook binnen de gemeente kan worden toegepast op de internetsite.

 

Op deze wijze kan meer kennis uit hoofden gehaald worden en in systemen worden geborgd. Naar de toekomst toe de enige manier om een goede dienstverlening te garanderen.

Door de implementatie van het nieuwe Document Management Systeem Verseon is de gemeente overgegaan naar een digitale manier van werken. Stukken kunnen nu vanaf het eerste concept in Verseon worden geborgen en dus worden voorzien van meta-informatie. Dit is een belangrijke voorwaarde tot de hiervoor gepresenteerde manier van omgaan met kennis binnen de organisatie.

 

Er wordt bij dit alles van uitgegaan dat binnen het Deltaprogramma de uitgezette lijnen worden uitgevoerd en dat de ingezette standaardisering op het gebied van hard-, software, processen en informatiebeheer worden doorgezet.

 

Om met klanten afspraken te maken over de afhandeling van hun verzoeken, zijn er servicenormen nodig. Bij delen van de organisatie wordt hier al enige tijd mee gewerkt. Toch is het beeld dat hier binnen de gemeente Delft nog verbeteringen mogelijk zijn. Bijvoorbeeld op het terrein van een meer generieke, meer productonafhankelijke en meer op processen gerichte aanpak. Klantwaardering en de wijze van meting daarvan ligt hier tegenaan. In 2008 zal hier verder uitwerking aan worden gegeven.

Concreet in 2008/2009:

Een meer generieke aanpak voor servicenormen ontwikkelen en deze implementeren.

 


 

  1. Cultuur

Medewerkers van de gemeente zijn er om de burgers en bedrijven van Delft verder te helpen. De manier waarop ze dat doen is bepalend voor het beeld dat er van de dienstverlening van de gemeente bestaat.

Tekstvak:  
Figuur 6 Gewenste cultuur dienstverlening

Dat geldt niet alleen voor de baliemedewerker, maar net zo goed voor de groenmedewerker. De manier waarop deze laatste vragen van burgers behandelt en de houding, het plezier en interesse die hij daarbij uitstraalt, kunnen het verschil maken tussen “gemak en gedoe”, tussen tevredenheid en ontevredenheid.

Men zou trots moeten zijn op de dienstverlening, zoals Delft die uitvoert en dat impliceert dat je pro-actief meedenkt met de burgers en bedrijven.

 

Natuurlijk worden andere eisen aan houding en gedrag gesteld als je bij voortdurend en direct contact hebt met klanten dan wanneer je meer indirect vragen behandelt. In het eerste geval gaat het vooral om interesse tonen, verplaatsen in de situatie van de klant  (empathie) , voor de klant daadwerkelijk het verschil maken. In het laatste geval komt het meer aan op snelheid, duidelijkheid, transparantie, e.d.

 

Het zal nodig zijn om deze abstracte begrippen in gesprekken met de medewerkers helder neer te zetten. Wat betekent het voor de betreffende medewerker in zijn/haar werksituatie? Wat mogen we van hem/haar verwachten? Zo kunnen verwachtingen omgezet worden in duidelijke afspraken. Dit vraagt visie en  leiderschap van het management van de gemeente.  Een nadere concretisering hiervan zal nog plaats moeten vinden.

 

 

Een ander aspect, waar de samenleving steeds meer mee te maken krijgt, is dat veranderingen meer en meer de norm worden. Ontwikkelingen komen steeds vaker en steeds sneller voor, al dan niet onder druk van de vergroting van elektronische mogelijkheden.

Dit vraagt steeds meer flexibiliteit en wendbaarheid, niet alleen van de medewerker, maar van de organisatie als geheel. Voorbeelden in dit verband zijn bijvoorbeeld het benoemen van medewerkers met een taakopdracht voor een bepaalde tijd; het met meerdere organisatie tegelijkertijd benutten van kwaliteiten van medewerkers, het goed kunnen matchen van kwaliteiten met op dat moment optredende noden vanuit de organisatie, e.d.

 

Het is de bedoeling om de hiervoor aangestipte aspecten verder uit te werken in een strategisch P&O-plan als eerste voor Publiekszaken

Vanuit het programma Dienstverlening zal in de eerste fase vooral worden ingezet op communicatieve aspecten en het “vertellen van het verhaal”. Zo kunnen programma en plan op elkaar aansluiten en elkaar aanvullen.

Concreet in 2008/2009:

In overleg met P&O stappen ondernemen om te komen tot een meer op dienstverlening gerichte cultuur en werkhouding in de gehele organisatie met een concrete vertaling van het daarbij behorende verwachtingspatroon.

 

Daarnaast zal de inbedding in de organisatie niet zonder de nodige communicatie tot stand kunnen komen. Hiertoe zal een communicatieplan worden opgesteld, dat uitgaat van de dagelijkse praktijk en zo veel mogelijk zal aansluiten bij al bestaande initiatieven en mogelijkheden.

Concreet in 2008/2009:

Uitwerking in een communicatieplan dat ook ruimte moet bieden voor gesprekken/discussie binnen de organisatie.

 

 

6. Wat merkt de medewerker er van?

Medewerkers van de gemeente Delft zullen in hun dagelijks werk dus steeds meer gaan merken dat de enige zekerheid in het ambtelijk bestaan verandering is. Er zal een steeds flexibeler inzet gevraagd worden in de komende jaren. Een pro-actieve houding van de individuele medewerker is daarbij een  must. Dat betekent  creatief inspelen op situaties en verbeteringen bespreken en doorvoeren.

 

Mensen zullen naar verwachting steeds meer op basis van hun competenties voor een bepaalde periode in een bepaalde rol geplaatst worden. Kennis en kwaliteiten van de medewerker worden optimaal verbonden aan de te bereiken resultaten en  de daaraan gekoppelde behoeften van de organisatie.

 

Zoals hiervoor al aangegeven zal in de nabije toekomst ook steeds meer kennis vanuit de hoofden van de mensen in systemen geborgd worden. Met het opslaan van gegevens en informatie zijn we daar al een eind mee op weg. De daarmee verkregen kennis is nog onvoldoende geborgd. Het beter delen en benutten daarvan op het goede moment is een volgende stap.

 

Systemen maken het in principe mogelijk om meer werk te verzetten met minder mensen of kosten. Op dit moment wordt vrijvallende capaciteit veelal ingezet voor nieuwe wensen binnen een vakteam.  Een afweging op een hoger niveau wordt niet altijd gemaakt. Door verdergaande standaardisering (processen, systemen, opleidingen, enz)  krijgen we nu de gelegenheid om op een professioneler niveau ons werk uit te voeren.  Door afgewogen keuzes te maken en daaraan vast te houden, ontstaat een verschuiving van menselijk kapitaal naar hardware (zoals in de alinea hiervoor kort aangegeven).

 

Het is niet de vraag of deze ontwikkeling zal plaatsvinden. Het is wel een vraag in welk tempo dat zal gebeuren. Dat tempo is natuurlijk beïnvloedbaar. De consequenties van e.e.a. zullen niet op het zelfde moment binnen de gehele organisatie zicht- en voelbaar worden.

En een aantal dingen blijven gewoon wat ze zijn: we zijn er om de klant op een zo prettig mogelijke manier zo goed mogelijk te helpen, we zijn er trots op dat we werken bij de gemeente en hebben lol in ons werk.

Op al deze aspecten zal in het strategisch P&O-plan verder worden ingegaan

 

 

PROCEDURE

De beweging die de gemeente moet doormaken heeft consequenties voor alle niveaus: producten/kanalen, besturing/processen, systemen/informatie en leiderschap/medewerkers. Daarom wordt de volgende procedure voorgesteld, waarbij besluitvorming voor een deel gelijk op loopt met informatievoorziening en discussie.

 

Als eerste zal de nota in de stuurgroep Dienstverlening worden behandeld.

Het gesprek met de portefeuillehouder is dan ook gestart.

Na goedkeuring kan een begin gemaakt worden met het gesprek met andere onderdelen van de organisatie en de communicatie met medewerkers. In aanleg in de frontoffice, later in de backoffice.

Tegelijkertijd zal het gesprek met de OR aangegaan worden. Naar verwachting zal hier een periode van informeren, discussiëren en reageren uit volgen.

 

Na goedkeuring in het GMT zal meer focus aangebracht kunnen worden door een aantal projecten te concretiseren. Deze moeten samen tot het eerste (tussen)resultaat leiden: een KCC in 2010.

 

Natuurlijk zal na GMT-goedkeuring de gebruikelijke bestuurlijke procedure gevolgd worden. Met jaarlijkse terugkoppeling en bijstelling gaat de gemeentelijke organisatie zo langzaam maar zeker de trap omhoog naar een steeds betere dienstverlening.

 

 

 

 


FINANCIËN

 

Het opheffen van het programma Delta op korte termijn heeft tot gevolg dat de nog lopende taken zullen worden verdeeld tussen het cluster Middelen en het programma Dienstverlening. Daarmee zal een deel van het geld uit het Deltaprogramma toevloeien aan het programma Dienstverlening. Over het grootste deel van dit Deltabudget zijn overigens al afspraken gemaakt t/m 2010. Deze afspraken zullen worden nagekomen.

Bij de verdeling tussen Middelen en Dienstverlening is het volgende aangehouden:

-          alle budgetten en taakstellingen in het kader van aanbesteding Midoffice gaan over naar Middelen;

-          het budget Delta Front Office en de oorspronkelijke taakstelling Delta (€ 1,6 miljoen over 4 jaar) gaan naar Dienstverlening;

-          het resterende budget programmamanagement wordt verdeeld op basis van 75% middelen en 25% dienstverlening

 

Een en ander betekent dat voor dienstverlening het volgende beschikbaar is:

 

Tabel tbv meerjarenplan dienstverlening

 

 

 

 

2008

2009

 

Ontwikkeling Front Office

470.892

 

470.892

Programmamanagement

43.616

69.956

113.573

Beschikbaar

514.508

69.956

584.464

 

Waarbij de verdeling over de jaren in een andere verhouding kan komen te liggen.

 

 

 


BESLISPUNTEN

  1. Akkoord gaan met het toewerken naar realisatie van het droombeeld 2015
  2. Deze uitwerking blijven volgen door jaarplannen, waarin de realisatie en de vervolgstappen steeds worden vermeld.
  3. In 2008/begin 2009 de volgende concrete stappen als eerste verder uitvoeren c.q. uitwerken:
    1. Het Postkanaal binnen het KCC onderbrengen incl. menskracht (mens volgt taak), incl. het beheer van het documentair managementsysteem.
    2. Het contentbeheer van de website(s) centraliseren binnen het KCC (eveneens incl. menskracht) en daarbij de aangegeven verbeterslagen uitvoeren.
    3. Onderzoeken welke basisregistraties binnen het KCC een plek zouden moeten vinden. In aanleg wordt dit onderzoek gericht op de basisregistraties Personen (GBA), Adressen (BAG), Bedrijven (NHR) en Documenten (Verseon).
    4. Een pilot starten met het werken op een KCC-wijze (meer registratie, managementinformatie en verbeteringen in samenwerking FO-BO).
    5. Een KCS voor bedrijven/instellingen op eenvoudige wijze inrichten, vooruitlopend op realisatie van een KCS Bedrijven in ANDEZ-verband.
    6. Een meer generieke aanpak voor servicenormen ontwikkelen en deze implementeren
    7. Na het samenbrengen van PuBa en Informatiepunt SB een volgende slag maken door hieraan de frontoffice BVG toe te voegen.
    8. In overleg met P&O stappen ondernemen om te komen tot een meer op dienstverlening gerichte cultuur en werkhouding in de gehele organisatie met een concrete vertaling van het daarbij behorende verwachtingspatroon.
    9. Het voorgaande uit laten werken in een communicatieplan dat ook ruimte moet bieden voor gesprekken/discussie binnen de organisatie.
  4. Medio 2009 een stand van zaken presenteren met een volgende fase van uitvoering.

BIJLAGE 1: opgave/keuze per bouwsteen referentiemodel Gemeente geeft Antwoord

 

 

Als tussenresultaat van het project Opzet en inrichting KCC Delft is hieronder aangegeven voor welke opgaven  Delft staat en welke keuzes gemaakt moeten worden bij de opzet van een KCC.

Er wordt gebruik gemaakt van het bouwstenenmodel uit ‘Antwoord’.

Bij de keuzes is aangegeven of er al aanzetten of uitspraken hierover zijn opgenomen in dit meerjarenplan (mjp DV) of dat dit nog niet het geval is. Dat wil dus niet zeggen dat het onderdeel al volledig in 2008 zal worden uitgewerkt. Wel dat er in ieder geval een begin mee zal worden gemaakt.

 

Figuur. De bouwstenen van Antwoord moeten elk zijn uitgewerkt om tot een KCC te komen

 

 

 

 

 

 

Bouwsteen 1. producten/diensten en kanalen

De wijze waarop de gemeente de producten en diensten via de verschillende kanalen (balie, telefoon, e-mail, internet, post) aan de burger aanbiedt.

 

·      te maken keuzes

·      mjp DV

·      niet

·      mjp DV

·      niet

·      welke producten en diensten gaat het KCC leveren, bijvoorbeeld wat het WMO-startpunt betreft?

·      hoe ver reikt de dienstverlening voor elk product in elk kanaal?

·      welke uitingsvormen van kanalen worden samengevoegd?

·      wil Delft nieuwe kanalen zoals sms inzetten?

·       producten/ diensten

·      mjp DV


·      mjp DV

·      KCC-inrichting, organisatie en prestaties per reeds in de Publieksbalie aanwezig product(- groep) verbeteren

·      aansluiten van nieuwe vakafdelingen op het KCC

·      kanalen

·      nota KCC

·      vormen beleid op kanaalsturing en uitvoeren

De keuzes en opgave voor Delft voor bouwsteen 1. producten diensten en kanalen

 

 

 


 

 

 

 

 

Bouwsteen 2. processen en besturing

De wijze waarop de gemeente de processen tussen frontoffice en backoffice organiseert en hoe het leveringsproces wordt bestuurd. Binnen de bouwsteen wordt bijvoorbeeld de knip in het proces en besturingsprocessen als het monitoren van de afhandeling van het contact en het managen van de inzet van medewerkers uitgewerkt.

 

·      te maken keuzes

·      mjp DV


·      aanzet mjp DV

·      niet



·      niet



·      mjp DV

·      mjp DV

·      wordt voor de beantwoording van vragen gebruik gemaakt van een tweede lijn voordat de vraag naar de vakafdeling wordt doorgezet

·      hoe richt je de organisatie van het KCC in

·      wat is de positie van het KCC in de gemeentelijke organisatie en waar vallen de klantcontactgerelateerde vakafdelingen onder (bijvoorbeeld Belastingen en de postverwerking)

·      hoe officieel worden de afspraken tussen de vakafdelingen en het KCC vastgelegd en hoe borgt Delft dat het KCC succesvol vakafdelingen op het halen van de servicenormen kan aanspreken

·      moet eigenaarschap van de kanalen en de systemen worden belegd en zo ja bij wie

·      wil Delft prestaties actief uitdragen en daar in een functie tijd voor vrij wil maken

·      processen

·       

·      Delta



·      Mjp DV

·      Niet

·      Mjp DV

·      Niet



·      Niet

·      Nota KCC?

·      opstellen procesbeschrijvingen op hoofdstappen van de afhandeling van de verschillende soorten klantcontacten (en vervolgens mogelijk herinrichten van de processen)

·      registreren van álle klantcontacten voor grip op informatievoorziening en grip op klantcontactproces

·      inrichten contentgerelateerde processen, inclusief de taken bij de vakafdelingen

·      medewerkers gebruiken voor beantwoorden van vragen het kennissysteem (niet uit het hoofd)

·      de uitvoering van het functioneel beheer van KCC-specifieke applicaties en de gebruikersvertegenwoordiging  van algemene applicaties moet nog worden belegd

·      structureel beleggen van de ontwikkelfunctie en de taken

·      afspraken en werkwijze per op het KCC aangesloten vakafdeling herzien

·      besturing

·       

·      niet

·      mjp DV

·      inrichten operationele sturingsprocessen

·      opstellen besturingsmodel

·      organisatie

·      mjp DV

·      opzetten/ inrichten gemeentebrede Antwoord-redactie

De keuzes en opgave voor Delft voor bouwsteen 2. processen en besturing

 

 

 


Bouwsteen 3. systemen en informatie

De functionaliteit (computerapplicaties en -systemen) en de organisatie van de informatiehuishouding die nodig is om prestaties te kunnen leveren. Het gaat bijvoorbeeld om (backoffice) transactiesystemen, kennisbanken, contactregistratiesystemen. Maar ook managementinformatie over burgercontact en de benodigde zogenaamde midoffice-systemen.

 

·      te maken keuzes

·      niet

·      niet

·      Delta

·      uitbreidingen KCS?

·      uitbreidingen contentsysteem?

·      mate en tempo van procesautomatisering zodat meer producten en diensten via internet kunnen worden geleverd en er toenemend sprake is van kanaalintegratie

·      systemen

·      niet

·      niet


·      mjp DV



·      mjp DV

·      mjp DV

·      niet

·      Delta

·      één kennisbank (of contentsysteem) die in alle kanalen wordt ingezet

·      indien gewenst vraagafhandeling ondersteuning (scripts en vraagtrechters die vragen ontleden in deelvragen); mogelijk ook op alle kanalen inzetbaar;

·      loggen vragen, onderwerpen (met eenvoudige hulpmiddelen zodat het de medewerker geen extra tijd kost zoals door analyse van de zoekfunctie, analyse van het gebruik van de scripts)

·      één scherm van waaruit alle zaak- en persoonsgerelateerde informatie is te raadplegen

·      alle processpecifiek functionaliteiten worden vanuit één scherm aangeboden

·      inzicht in af te handelen klantcontacten voor vakafdelingen

·      agendafunctie voor inplannen afspraken

De keuzes en opgave voor Delft voor bouwsteen 3. systemen en informatie

 

 

 

 

 

Bouwsteen 4. leiderschap en medewerkers

De benodigde capaciteit en de competenties van de medewerkers en managers van de frontoffice en de rol van het management in de gemeente. Bijvoorbeeld de veranderende managementstijl gedurende de ontwikkeling van het KCC of het cultuuraspect dat dienstverlening een vak is en dat daaruit eisen aan de medewerkers voortvloeien.

 

·      te maken keuzes

·      is gebeurd

·      generalist of specialist op inhoud en kanaal (keuze is impliciet gemaakt om met generalisten te werken)

·      medewerkers

·      niet

·      niet

·      opstellen formatieplan met functieprofielen

·      zorgen voor structurele kennisoverdracht en onderhoud van kennis

·      leiderschap/ cultuur

·      mjp DV


·      niet

·      cultuurtraject (als onderdeel van de organisatie-ontwikkeling) binnen publieksbalie/ KCC verder uitwerken

·      cultuurtraject per aangesloten vakafdeling starten

De keuzes en opgave voor Delft voor bouwsteen 4. leiderschap en medewerkers