Raadsvoorstel                                                                 

 

Aan de gemeenteraad

 

Van                 : college van B&W[JMP1]             

Datum              : 18 maart 2008[JMP2] 

Pfh.                 : G.A.A. Verkerk[JMP3] G.A.A. Verkerk                        

Steller              : [JMP4]  E. Moesker                   

tel.nr.               : [JMP5]  2602408

e-mail               :  [JMP6] emoesker@delft.nl

Programma        :  [JMP7] n.v.t                 

Registratie nr.     : [JMP8] 

Stuk                 : [JMP9]                        

 

Onderwerp     : [JMP10] Wijziging Kaderverordening subsidies gemeente Delft 2008 i.v.m. Bibob  fase III

                          (subsidies)        

 

Gevraagde beslissing:

De Kaderverordening subsidies gemeente Delft 2008 te wijzigen als volgt:

I.

A.

aan lid 1 van artikel 10, dat betrekking heeft op weigeringsgronden, wordt een nieuw onderdeel  toegevoegd, dat luidt als volgt:

 

f)        er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 3 van die wet in deze verordening mede wordt verstaan degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met een aanvrager van subsidie gelijk kan worden gesteld.                    

 

B.

In het huidige lid 2 van artikel 10, dat betrekking heeft op intrekkingsgronden wordt de zinsnede

‘a tot en met e’ vervangen door ‘a t/m f’.

 

C.

Aan artikel 10 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd met de volgende inhoud:

 

3.               Voordat toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onderdeel f, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het college om een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet Bibob worden gevraagd.

 

II.

Deze wijzigingen in werking te doen treden per 1 juli 2008.

 

Samenvatting

Het college is voornemens het Bibob beleid van toepassing te verklaren op het beleidsterrein subsidies (Bibob fase III).Teneinde in dit verband over een aanwijsbare juridische grondslag te beschikken is het belangrijk de Kaderverordening subsidies gemeente Delft 2008 (die in werking is getreden per 1 januari 2008) aan te passen. Inwerkingtreding per 1 juli 2008.[JMP11] 

 

 

1.       Aanleiding

[JMP12] Het Bibob beleid in de gemeente Delft wordt fasegewijs ingevoerd. Fase I (betrekking hebbend op horeca c.a.) trad in werking per 1 januari 2006. Fase II (aanbestedingen) werd van kracht per 1 juli 2007. Tijdens de bespreking van de nieuwe opzet van de subsidieregelgeving op 26 juni 2007, heeft de commissie bestuur en werk aangegeven dat men het bestuurlijk wenselijk zou vinden als Bibob fase III te kiezen voor het beleidsterrein subsidies. Tijdens de betreffende commissievergadering is namens het college toegezegd dat de betreffende fase zal worden voorbereid en dat er naar gestreefd wordt deze in werking te doen treden, tegelijkertijd met de nieuwe subsidieregelgeving, d.w.z. per 1 januari 2008.

Tijdens de voorbereiding van fase III is gebleken dat de keuze van beleidscriteria en werkbare toetsmomenten verdere doordenking en afweging vergden. Dat is de reden dat een beleidsvoorstel Bibob fase III wat later in procedure wordt gebracht.

 

 

2.       Bevoegdheid

[JMP13] Het ontwikkelen van Bibob beleid is een bevoegdheid van de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders. Beleidsvoornemens worden vooraf besproken met de betreffende raadscommissie. De raad is krachtens artikel 149 van de Gemeentewet het bevoegde bestuursorgaan om, indien aan de orde, terzake een verordening vast te stellen, respectievelijk deze, zoals in dit geval, te wijzigen.

 

 

3.       Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces

[JMP14] Fase III van het Bibob beleid is de door het gemeentebestuur wenselijk en noodzakelijk geachte volgende fase.

 

4.       Wat willen we bereiken? (Beoogd effect)

[JMP15] Het college wil voorkomen dat subsidiegelden door de ontvangers benut worden voor oneigenlijke doeleinden.

 

 

5.       Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen)

Het college gaat in die gevallen waarbij signalen ontvangen zijn dat er mogelijk een oneigenlijk gebruik gemaakt zal worden van ontvangen subsidiegelden, een Bibob toets hanteren en de daaruit voortvloeiende stappen zetten. Dat kan betekenen dat een subsidieverzoek geweigerd wordt of dat een verleende subsidie wordt ingetrokken. Waar nodig wordt het landelijk Bureau Bibob ingeschakeld.[JMP16] 

 

 

6.       Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf )

[JMP17] In het door het college gekozen model kunnen de vereiste werkzaamheden binnen de bestaande formatie en het beschikbare budget verricht worden.

 

 

7.       Communicatie

[JMP18] Het college verzorgt tijdig in- en externe communicatie, zoals dat met betrekking tot de fasen I en II gebeurd is. Een uov (= uniforme openbare voorbereidingsprocedure) maakt ook voor het Bibob beleid fase III deel uiit van de procedure.

 

 

8.       Verdere procedure

[JMP19] Na vaststelling van de wijzigingen als voorgesteld, door de raad zullen deze wijzigingen ingevolge artikel 139 Gemeentewet op de gebruikelijke manier bekend gemaakt moeten worden.

 

 

Bijlagen:

·        [JMP20] de nota Bibob fase III.

 

 

 

Hoogachtend,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk                   , burgemeester.

 

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                  , secretaris.

 

 


Raadsbesluit                                                         

 

 

Datum              : [JMP21] 17 april 2008

Registratie nr.     : [JMP22] 

Stuk                 : [JMP23]                        

 

Onderwerp     : [JMP24] Wijziging Kaderverordening subsidies gemeente Delft 2008 i.v.m. Bibob fase III

                          (subsidies)

 

 

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 18 maart 2008

 

BESLUIT:

 

De Kaderverordening subsidies gemeente Delft 2008 te wijzigen als volgt:

 

I.

A.

aan lid 1 van artikel 10, dat betrekking heeft op weigeringsgronden, wordt een nieuw onderdeel  toegevoegd, dat luidt als volgt:

 

f)        er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 3 van die wet in deze verordening mede wordt verstaan degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met een aanvrager van subsidie gelijk kan worden gesteld.                    

 

B.

In het huidige lid 2 van artikel 10, dat betrekking heeft op intrekkingsgronden wordt de zinsnede

‘a tot en met e’ vervangen door ‘a t/m f’.

 

C.

Aan artikel 10 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd met de volgende inhoud:

 

Voordat toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onderdeel f, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het college om een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet Bibob worden gevraagd.

 

II.

De onder I genoemde wijzigingen treden in werking per 1 juli 2008.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 april 2008.

 

                   ,burgemeester.

 

 

 

                   ,griffier.

 

 

 


Pagina: 1
 [JMP1]In de meeste gevallen betreft dit het college van B&W, In sommige gevallen kan een voorstel ook afkomstig zijn van het presidium

Pagina: 1
 [JMP2]Dit betreft de datum van de vergadering van het Presidium, in principe de derde maandag voorafgaand aan de raad. (zie RIS) evt kan dit opengelaten worden dan vult de griffie dit in.

Pagina: 1
 [JMP3]Hier komen de initialen en achternaam van de betreffende portefeuillehouder te staan

Pagina: 1
 [JMP4] Hier vul je de naam van de steller van het stuk in. Raadsleden kunnen contact opnemen met deze persoon over (technisch) inhoudelijke vragen.

Pagina: 1
 [JMP5]Hier staat het telefoonnummer van de steller van het voorstel.

Pagina: 1
 [JMP6] Het e-mail adres van de steller zodat een raadslid evt per mail contact op kan nemen.

Pagina: 1
 [JMP7]Hier komt de naam te staan van het betreffende programma uit de programmabegroting

Pagina: 1
 [JMP8]Het registratienummer dat ook op het besluitvormingsformulier wordt gezet.

Pagina: 1
 [JMP9]Dit betreft het raadsstuknummer, de griffie vult dit nummer in.

Pagina: 1
 [JMP10]Hier komt in zeer korte bewoordingen (max. 3 –4 woorden)het onderwerp te staan. Het gaat om het onderwerp en niet om de procedure, omdat soms slechts onderdelen die voorliggen bij het college doorgeleid worden naar de raad  Dus niet “evaluatie en vaststellen nieuwe legesverordening” maar “vaststellen legesverordening” Dit is in principe de titel die ook op het besluitvormingsformulier staat.

Pagina: 1
 [JMP11]Onder dit kopje wordt in één korte alinea / een paar regels een zelfstandig leesbare samenvatting opgenomen. Hieruit moet iedere lezer (raadslid en burger) direct opmaken waar het onderwerp overgaat en wat er globaal wordt gevraagd. Deze samenvatting wordt in de toekomst gebruikt voor publicatie in de stadskrant en op de agenda van de raad geplaatst. Daarom dient iedere burger deze alinea te kunnen begrijpen.

Pagina: 1
 [JMP12]Hier wordt de aanleiding weergegeven waarom het voorstel wordt aangeboden aan de raad.

a.      er doet zich een probleem voor

b.      het betreft een cyclisch document

c.      op verzoek van de raad

d.      …..

 

Pagina: 1
 [JMP13]Hier wordt ingegaan op de bevoegdheden. Welk orgaan is bevoegd een besluit te nemen of waarom gaat de informatie naar de raad toe. Dit kan gaan om redenen van bijvoorbeeld:

q    Kaderstelling

q    Budgetrecht

q    Actieve informatieplicht

q    Anders………

Tevens dient aangegeven te worden waarop dat gebaseerd is, bijvoorbeeld voorvloeiend uit:

q    Gemeentewet artikel….

q    Verordening x

q    …….

 

Pagina: 1
 [JMP14]Hier wordt kort ingegaan op de historie van het dossier en de eerdere besluiten genomen. Bovendien wordt, indien relevant, aangegeven welke stap in het proces met het voorliggende besluit wordt genomen.

Pagina: 1
 [JMP15]Wat wordt er beoogd met het voorstel, wanneer is de uitvoering van het voorstel succesvol. Er wordt een relatie gelegd met de beoogde effecten die zijn opgenomen in de programmabegroting. In de meeste gevallen gaat het om een bijdrage die het voorstel levert om het beoogde effect (uit de programmabegroting) te bereiken. Het gaat daarbij om zoveel mogelijk SMART-geformuleerde output informatie.

Pagina: 1
 [JMP16]Er wordt een oplossing voor het probleem voorgesteld. Indien mogelijk, worden eventuele reële alternatieven beschreven. Op deze wijze kan goed beoordeeld worden vanuit welke  verschillende gezichtspunten naar het probleem is gekeken. Achtergrondinformatie dient in een bijlagen worden opgenomen.

Pagina: 1
 [JMP17]In dit deel worden de financiële consequenties beschreven. Het gaat hier om de dekking van het raadsvoorstel. Zijn er extra (structurele/incidentele) middelen voor nodig en waar wordt dat uit gedekt. Financiële afwijkingen ten opzichte van de programmabegroting vergen te allen tijde een beslispunt in het voorstel. Zie bijlage voor verdere specificering.

Pagina: 1
 [JMP18]Ondervinden anderen gevolgen van het besluit, op welke wijze wordt daarover gecommuniceerd. In sommige gevallen is actieve communicatie of publicatie noodzakelijk voor het verdere vervolg.

Pagina: 1
 [JMP19]Hier worden aangegeven welke toekomstige besluiten door wie genomen moeten / kunnen worden.

Pagina: 1
 [JMP20] Stukken die relevant zijn voor de bestuurlijke besluitvorming en tijdens de vergadering een relevante rol kunnen spelen worden hier puntsgewijs benoemd. Op termijn is het de bedoeling om alleen het raadsvoorstel nog fysiek te verzenden naar de raad. Bijlagen worden allen via het RIS aangeboden. In een enkel geval kan een bijlage ter inzage worden gelegd. Dit is als er geen digitaal exemplaar beschikbaar is of indien er geheimhouding is opgelegd door het college. Voor dit laatste gelden strenge eisen die in de wet zijn vastgelegd. Tussen haakje wordt achter de titel van de bijlage gezet of het beschikbaar is via RIS, Ter inzage en of onder geheimhouding valt.

Pagina: 1
 [JMP21]Dit betreft de datum van de vergadering de gemeenteraad.

Pagina: 1
 [JMP22]Het registratienummer dat ook op het besluitvormingsformulier wordt gezet.

Pagina: 1
 [JMP23]Dit betreft het raadsstuknummer, de griffie vult dit nummer in.

Pagina: 1
 [JMP24]Hier komt in zeer korte bewoordingen (max. 3 –4 woorden)het onderwerp te staan. Het gaat om het onderwerp en niet om de procedure, omdat soms slechts onderdelen die voorliggen bij het college doorgeleid worden naar de raad  Dus niet “evaluatie en vaststellen nieuwe legesverordening” maar “vaststellen legesverordening” Dit is in principe de titel die ook op het besluitvormingsformulier staat.