Van : college van B&W[JMP1]
Datum : 22-4-2008[JMP2]
Pfh. : Wethouder Bolten[JMP3]
Steller : Michel Noordermeer, Cherry Prins[JMP4]
tel.nr. : 2195323[JMP5]
e-mail :
mnoordermeer@delft.nl[JMP6]
Programma : Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie[JMP7]
Registratie nr. : 352489[JMP8]
Stuk : [JMP9]84
I
Onderwerp :
Stichting Urgente Noden Delft[JMP10]
Gevraagde
beslissing: Eventuele wensen en
bedenkingen kenbaar te maken ten aanzien van het conceptbesluit van het
college d.d. 22 april 2008 zoals dat in het raadsvoorstel is voorgelegd op
grond van artikel 160 lid 2 van de Gemeentewet. |
Ondanks alle regelingen op het terrein van inkomen
en bestaanszekerheid kunnen individuele burgers van Delft toch worden
geconfronteerd met financiële problemen en daarmee in (ernstige) nood komen.
Problemen waarvoor de geldende wet- en regelgeving, zoals de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet schuldsanering
natuurlijke personen (WSNP) en overige voorzieningen in het kader van het
gemeentelijke beleid niet of niet tijdig in een oplossing kunnen voorzien.
Het is gewenst voor die situaties een brede,
gelijkwaardige samenwerking op te richten van lokale overheid, het brede veld
van hulpverlening, maatschappelijke organisaties en financiers/(nood)fondsen in
de vorm van een stichting (een zogenaamde publiek-private samenwerking).
1. Aanleiding
Ondanks alle regelingen op het terrein van inkomen
en bestaanszekerheid kunnen individuele burgers van Delft toch worden
geconfronteerd met financiële problemen en daarmee in (ernstige) nood komen.
Problemen waarvoor de geldende wet- en regelgeving, zoals de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet schuldsanering
natuurlijke personen (WSNP) en overige voorzieningen in het kader van het
gemeentelijke beleid niet of onvoldoende in een oplossing kunnen voorzien.
Daarnaast kunnen de procedures die moeten worden gevolgd om voor een bepaalde
voorziening in aanmerking te komen er toe leiden dat niet op tijd geholpen kan
worden.
2. Bevoegdheid
Op grond van artikel 160 lid 2 van de Gemeenteraad.
Stuk 84 I pag.
2.
3. Historie
/ relatie met eerdere besluiten/ proces
In de nota ‘minder armoede, meer kansen’, inkomensondersteunende voorzieningen (kenmerk 20343266) is de oprichting van een noodfonds aangekondigd. Dit noodfonds is
bedoeld voor Delftenaren die tussen wal en schip vallen en niet voldoen aan de
voorwaarden van voorzieningen maar wel urgent eenmalig financiële hulp nodig
hebben.
4. Wat
willen we bereiken? (Beoogd effect)
Meer Delftenaren die buiten de boot vallen,
financiële hulp bieden, zodat zij (opnieuw) zelfredzaam en economisch
zelfstandig kunnen leven;
5. Wat
gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen)
Het tot stand brengen van een stichting met als
doelstelling:
Het voorzien in materiele noden van personen,
indien en voor zover in deze noden niet tijdig en of adequaat kan worden
voorzien op grond van de Wet Werk en Bijstand of van enig andere wettelijke
regeling.
De beoordeling hiervan is aan het bestuur van de
stichting. Het betreft in principe eenmalige hulp.
De stichting heeft als taak:
6. Wat
mag het kosten? (Financiële paragraaf )
In de nota Eenmalige Rijksbijdrage Bijzondere
Bijstand (kenmerk 20162496, 2006) is een bedrag van € 175.000,- vastgesteld
voor het oplossen van knelpunten welke tijdens de anti-armoedeconferentie 2006
zijn geconstateerd. Als belangrijkste knelpunt kwam naar voren dat mensen met
een laag inkomen kosten moeten maken voor voorzieningen die zij pas later
vergoed krijgen (bijvoorbeeld gehoortoestel of aanschaf computer). Door het
ontbreken van de mogelijkheid het geld voor te schieten zien zij van een
aanvraag af. Met een ‘startkapitaal’ binnen de bijzondere bijstand kunnen deze
bedragen voor aanvragers worden voorgeschoten.
De bijzondere bijstand en hieraan gekoppelde
regelingen kennen echter de mogelijkheid klanten een voorschot te verstrekken.
In de nota Inkomensondersteunende Voorzieningen (kenmerk 20343266) is, in het
kader van pro-actief armoedebeleid, vastgesteld deze mogelijkheid optimaal te
benutten. Het is daarom niet nodig als gemeente een startkapitaal te reserveren
zoals in de nota Eenmalige Rijksbijdrage Bijzondere Bijstand is vastgesteld.
Stuk 84 I pag.
3.
Voorgesteld wordt dit geld te herbestemmen en te gebruiken voor de kosten van
de oprichting van Stichting Urgente Noden Delft (circa € 30.000,-), de benodigde 0,5 fte (circa € 35.000,-) voor het eerste en tweede jaar
en het restant (circa € 75.000,-.) als bijdrage aan de stichting voor het
bieden van noodhulp.
In het kader van de jaarrekening is het budget van € 175.000,- inmiddels overgeheveld naar
2008/2010.
Eerste helft
2010 vindt een evaluatie van het functioneren van de stichting plaats
(doel, bereik,
resultaat, samenwerking etc). Op basis van deze resultaten kan het
vervolg worden bepaald.
De bijdrage van de gemeente aan de
oprichtingskosten kan lager uitvallen door bijdragen van fondsen o.a. Fonds
1818 waardoor het bedrag voor de noodhulp hoger wordt.
7. Communicatie
Er zijn geen specifieke acties nodig wat betreft
communicatie.
8. Verdere
procedure
Voor de operationalisering en oprichting van de
Stichting Urgente Noden Delft wordt de directeur van Stichting Samenwerking
voor Urgente Noden ingehuurd. Deze stichting heeft ervaring met het oprichten
van dit soort stichtingen in diverse steden. De directeur gaat op zoek naar
partners (zoals fondsen, bedrijven, maatschappelijke organisaties) en zorgt voor de daadwerkelijke oprichting
van de stichting (inclusief opstellen convenant, statuten, voorbereiden
website, aanvraagformulieren, folders etc).
De oprichting van de stichting staat op 9 juni 2008
gepland. Op dezelfde datum werd in 1936 in Delft het Comité Bijzondere
Noden opgericht.
Bijlagen:
·
geen
Hoogachtend,
Datum : 29-05-2008[JMP11]
Registratie nr. : [JMP12]352489
Stuk : 84 II
Onderwerp : Stichting Urgente Noden Delft.[JMP13]
De raad van de gemeente Delft;
Gelezen het voorstel van het college van 22 april
2008;
BESLUIT:
·
Geen wensen en bedenkingen kenbaar te maken ten
aanzien van het conceptbesluit van het college d.d. 22 april 2008 zoals dat in
het raadsvoorstel is voorgelegd op grond van artikel 160 lid 2 van de
Gemeentewet.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 29 mei 2008.
Pagina:
1
[JMP1]In de meeste gevallen
betreft dit het college van B&W, In sommige gevallen kan een voorstel ook
afkomstig zijn van het presidium
Pagina:
1
[JMP2]Dit betreft de datum
van de vergadering van het Presidium, in principe de derde maandag voorafgaand
aan de raad. (zie RIS) evt kan dit opengelaten worden dan vult de griffie dit
in.
Pagina:
1
[JMP3]Hier komen de
initialen en achternaam van de betreffende portefeuillehouder te staan
Pagina:
1
[JMP4] Hier vul je de naam
van de steller van het stuk in. Raadsleden kunnen contact opnemen met deze
persoon over (technisch) inhoudelijke vragen.
Pagina:
1
[JMP5]Hier staat het
telefoonnummer van de steller van het voorstel.
Pagina:
1
[JMP6] Het e-mail adres van
de steller zodat een raadslid evt per mail contact op kan nemen.
Pagina:
1
[JMP7]Hier komt de naam te
staan van het betreffende programma uit de programmabegroting
Pagina:
1
[JMP8]Het registratienummer
dat ook op het besluitvormingsformulier wordt gezet.
Pagina:
1
[JMP9]Dit betreft het
raadsstuknummer, de griffie vult dit nummer in.
Pagina:
1
[JMP10]Hier komt in zeer
korte bewoordingen (max. 3 –4 woorden)het onderwerp te staan. Het gaat om het
onderwerp en niet om de procedure, omdat soms slechts onderdelen die voorliggen
bij het college doorgeleid worden naar de raad
Dus niet “evaluatie en vaststellen nieuwe legesverordening” maar
“vaststellen legesverordening” Dit is in principe de titel die ook op het
besluitvormingsformulier staat.
Pagina:
1
[JMP11]Dit betreft de datum
van de vergadering de gemeenteraad.
Pagina:
1
[JMP12]Het registratienummer
dat ook op het besluitvormingsformulier wordt gezet.
Pagina:
1
[JMP13]Hier komt in zeer
korte bewoordingen (max. 3 –4 woorden)het onderwerp te staan. Het gaat om het
onderwerp en niet om de procedure, omdat soms slechts onderdelen die voorliggen
bij het college doorgeleid worden naar de raad
Dus niet “evaluatie en vaststellen nieuwe legesverordening” maar
“vaststellen legesverordening” Dit is in principe de titel die ook op het
besluitvormingsformulier staat.