30 augustus 2001

Besluitenlijst commissie Cultuur, Kennis en Economie d.d. 2 december 1999
 


naar agenda
2 dec. 1999



naar agenda   11 jan. 2000

 

 

Voorzitters:

mevrouw Janssen, de heer Oosten

Secretaris

de heer De Rijk

Aanwezig

de dames Lourens, Edwards, Steffen

de heren De Graaf, Meuleman, De Koning, De Graaff, Van Leeuwen, Van Doeveren, Mahler, Bot, Blinker, Mooiweer, Van den Doel

Afwezig

de dames Heuvelman, Van Scheijndel-Brehm, Galang-van Strien, Wijnmaalen-van Leenen

de heren De Wit, Bonthuis, Weertman, De Prez, Baljé, Dingler

 

1.

Opening

Mevrouw Janssen (voorzitter) opent de vergadering.

Mevrouw Steffen heeft een punt van orde. Naar aanleiding van de memo over het millennumfeest wil zij bespreking van het memo tijdens deze vergadering. Het zal na de nota Beeldende kunst in Delft behandeld worden.

2.

Mededelingen

Mevrouw Janssen meldt een aantal zaken:

- de memo van de bibliotheek die tussendoor is verzonden, staat nu op de inzagelijst;

- er worden twee errata uitgedeeld, voor de nota Beeldende kunst in Delft en voor de Reclameverordening;

- het kunstwerk op het Plein Delftzicht is nog niet overgedragen aan de gemeente. Het is nog niet in orde en totdat alles goed bevestigd is, zal de gemeente de verantwoordelijkheid niet nemen.

De heer Meuleman heeft een punt van orde. Hij meent dat de nota Projectmatige stimuleringsregeling verbetering panden in de commissie Leefbaarheid besproken zou moeten worden, gezien het persbericht waar de behandeling in aangekondigd is. Deze nota wordt in de commissie Leefbaarheid van 9 december behandeld.

Mevrouw Steffen is benieuwd naar meer gegevens omtrent het kunstwerk op het Stationsplein. Dit zal worden uitgezocht.

3.

Inventarisatie wensen publieke tribune om bij een van de agendapunten het woord te voeren

Voor de behandeling van punt 7, de nota Beeldende kunst in Delft, zijn de volgende insprekers: De heren De Jong, Van Katwijk, Hemmes, Wisse en mevrouw Van Limburg Stirum namens de Vereniging Kunstenaarsbelangen Delft, de heer Van Leeuwen namens het Comité moderne kunst in Delft en de heer Jansen.

4.

Vaststelling besluitenlijst commissie Cultuur, Kennis en Economie d.d. 7 oktober 1999

De commissie stelt de besluitenlijst vast.

Mevrouw Steffen vreest dat de schematische opzet van de servicepunten van de bibliotheek niet meer komen. Datgene wat nu toegezonden is, geeft mevrouw Steffen te weinig duidelijkheid om te kunnen oordelen of ƒ 250.000,- voor de opzet een goed bedrag is. Mevrouw Janssen geeft aan dat dit overzicht nog komt, maar dat veel van de bibliotheek afhangt.

5.

Vaststelling wijze van afdoening ingekomen stukken
De commissie gaat akkoord met de voorgestelde wijze van afdoening ingekomen stukken.

6.

Voorstellen voorzitter Adviescommissie Beeldende Kunst (ACBK)

De heer De Bakker, voorzitter van de ACBK, stelt zich voor en geeft een toelichting op de wijze waarop de ACBK beoordeelt op bijvoorbeeld kwaliteitsaspecten.

7.

Nota beeldende kunst in Delft (W99006804)

Insprekers: De heer De Jong van Vereniging Kunstenaarsbelangen Delft meent dat de doelstelling van de nota en het doel van de vereniging dezelfde is. Daarnaast vindt hij het jammer dat de stadshal, instrument voor de beeldende kunst in Delft bij uitstek, niet uitgewerkt is. De strekking van de nota, waar de vraag van het publiek uitgangspunt is, acht hij onjuist. Tenslotte vraagt hij om visie.

De heer Van Katwijk van Vereniging Kunstenaarsbelangen Delft gaat in op de stadshal. Ook de Vereniging Kunstenaarsbelangen is hier mee bezig geweest en heeft haar ideeën eerder dit jaar gepresenteerd onder de naam KEK (Centrum voor Kennis en Kunst). In een te vormen stadshal moet kunst geen ondergeschikte rol krijgen volgens de heer Van Katwijk.

Mevrouw Van Limburg Stirum van Vereniging Kunstenaarsbelangen Delft gaat in op de subsidieregeling kunst in de openbare ruimte. De regeling is nu gericht op profijt voor de stad en niet voor de kunstenaar. De vraag wordt voorop gesteld. Dat is onjuist, aangezien een kunstenaar niet zo werkt. Onafhankelijkheid is een groot goed in de kunstwereld. Ze vraagt meerdere malen per jaar een afweging te maken in plaats van slechts één keer.

De heer Hemmes van Vereniging Kunstenaarsbelangen Delft gaat in op het atelierbeleid. Volgens hem wordt de huur te hoog, zeker landelijk gezien, zodat het kunstklimaat verslechterd, omdat mensen weg trekken. Doorstroming moet in zijn ogen bereikt worden door het creëren van meer ateliers.

De heer Wisse van Vereniging Kunstenaarsbelangen Delft gaat in op de exploitatie van de ateliers. Volgens hem klopt de systematiek van berekenen niet, maar zelfs als daar niet naar gekeken wordt, zitten er rare bedragen en posten in de exploitatie. Hij stelt een beheersstichting voor. De subsidie zou via de stichting moeten gaan. Het zou goedkoper zijn en ontlasting van taken geven. De vraag van de heer Wisse is of de wethouder dit zou willen onderzoeken.

De heer Van Leeuwen van het Comité Moderne Kunst in Delft vindt dat de gemeente zich teveel bemoeit met de kunst. Hij wil allure en geen ‘consumenterig’ gedrag van de gemeente. Zijn comité meent dat Delft al een stadshal heeft: de gemeentemusea Delft. Een State of the art is volgens de heer Van Leeuwen niet verstandig aangezien er te weinig Delftse kwaliteit aanwezig is. Hij stelt voor meer geld voor exposities in het museum te geven.

Tenslotte biedt hij ‘Loden schoentjes‘ (kunstenaar Robot Klij) aan mevrouw Janssen aan en vraagt haar er een jaarlijkse wisseltrofee van te maken voor de meest waardevolle uiting van kunst in Delft. Mevrouw Janssen neemt het kunstwerk en de opdracht gaarne aan.

De heer Jansen meent dat de kunstenaar slaaf is van zijn eigen verbeelding. Iedereen is vatbaar voor verbeelding; de maatschappij en kunst zijn dan ook één. Overheid en kunstenaars moeten in zijn ogen bondgenoten zijn: ideeën zijn nodig voor de maatschappij. Kunstenaars zijn namelijk niet zielig. Maar: doe iets voor de samenleving, investeer in kunstenaars.

In de vragenronde komt de heer Meuleman met een ordevoorstel. De nota Beeldende kunst roep veel vragen op. Hij stelt voor deze gecombineerd met de suggesties mee terug te nemen om met een goede nota te komen. Mevrouw Janssen (voorzitter) acht dit te voorbarig en wil door gaan.

Mevrouw Lourens vraagt vervolgens om 10 minuten schorsing. De vergadering wordt tien minuten geschorst.

Na de schorsing stelt de heer Meuleman nogmaals voor uit te stellen. Hij krijgt de steun van de fracties Stadsbelangen de VVD en RPF/GPV/SGP. Mevrouw Lourens stelt voor slechts een eerste meningsvormende ronde te houden; en nog geen advies te geven. Een meerderheid van de commissie bestaande uit PvdA, GroenLinks, D66 en STIP steunen dit voorstel.

Met de eerste meningen van de fracties, met uitzondering van de fracties van Stadsbelangen en RPF/GPV/SGP neemt de voorzitter het stuk terug voor nader beraad. De verschillende partijen geven het volgende aan:

GroenLinks: onderschrijving voorstel 1, 2, 3, 4, 6, 7(met toezeggingen betreffende nader onderzoek op het gebied van het atelierbeleid)

D66: akkoord met alle voorstellen. Wel bij 5 de suggestie vaker een verdelingsronde te houden vanuit praktisch oogpunt en bij 7 met de voorbehouden dat nieuwkomers een kans moeten hebben, dat er geen recht op subsidie voor het leven moet bestaan en dat keuze en achtergronden zo zichtbaar mogelijk gemaakt moeten worden.

STIP: akkoord met alle voorstellen.

VVD: Voorstel 1 akkoord. Punt 2, over de State of the Art, zou meer uitgewerkt moeten zijn. Voorstel 3 en 4 akkoord met de opmerking dat het opdrachtenbeleid erbij zou moeten en dat kunst niet bekeken moet worden op ‘bij de tijd zijn’. Voorstel 5 akkoord, met een pragmatische benadering van de verdelingsrondes. Tegen voorstel 6, omdat het mandaat voor een beslissing en de uitvoering in dezelfde hand, die van de ACBK, gebundeld zijn. Tegen voorstel 7 vanwege de vele vragen en een gebrek aan draagvlak.

CDA: Voorstel 1 akkoord. Voorstel 2 is nog niet duidelijk, dus er valt nog geen mening te geven. Voorstel 4, 5 en 6 akkoord. Bij voorstel 7 geeft het CDA mee dat ateliers niet voor eeuwig van bepaalde kunstenaars zijn. Doorstroming moet echter niet op basis van een huurprijs of een kwaliteitstoets. De kostprijs van ateliers kan niet de WOZ-waarde zijn; dit zou richting winst maken gaan. Er moeten meer ateliers bijkomen, waarbij creativiteit nodig is.

PvdA: Voorstel 1 tot en met 6 akkoord. Bij punt 7 geeft mevrouw Edwards aan mogelijkheden te zien in het flankerend beleid van de WIK, zodat kunstenaars zelf een atelier kunnen zoeken.

De heer Oosten (voorzitter) stelt de commissie voor slechts nog de memo over het millenniumfeest te behandelen en Reclamenota in de commissie Duurzaamheid te behandelen, dit gezien het spoedeisende karakter van de nota.

 

8.

Nota Reclame in de openbare ruimte

Behandeling vindt plaats in de commissie Duurzaamheid van 7 december 1999.

9.

Projectmatige stimuleringsregeling verbetering panden

Behandeling vindt plaats in de commissie Leefbaarheid van 9 december 1999.

10.

Memo inzake het millenniumfeest (ter vergadering uitgedeeld)

De commissie is op basis van dit memo unaniem van oordeel dat een extra subsidie voor de organisatie van het millenniumfeest niet aan de orde is. Dit vanwege het feit dat er ƒ 100.000,- was afgesproken en dit rechtsongelijheid naar andere indieners bij de prijsvraag betekent en vanwege het feit dat er bij de start nadrukkelijk was gewezen op het feit dat het dit bedrag werd en niet meer.

Mevrouw Janssen (voorzitter) legt zich bij het standpunt van de commissie neer.

11.

Rondvraag

De heer Van Leeuwen wil graag meer informatie, met name betreffende beslissingsbevoegheid, over de forse verhoging van de huurprijs van de Koninklijke Harmoniekapel bij de Vrije Akademie. Mevrouw Janssen (voorzitter) zegt dit toe.

12.

Sluiting

Mevrouw Janssen (voorzitter) sluit de vergadering om 00.10 uur.

   

 

terug naar boven