30 augustus 2001

Nota representativiteit van de lokale omroep.


naar agenda

 

Inleiding

Het Commissariaat voor de Media heeft in een brief d.d. 8 mei 1998 uw College om advies verzocht ten aanzien van de representativiteit van de Stichting Omroep Delft (lokale omroep). Deze representaiviteitsverklaring is noodzakelijk omdat de lokale omroep verzocht heeft de zendvergunning die haar in 1993 was verleend, te mogen verlengen. In een brief van uw college d.d. 22 juni 1998 heeft u het Commissariaat aangegeven uitstel te vragen voor het adviseren. Het Commissariaat heeft dit verzoek nooit beantwoord. Telefonisch werd door de betrokken medewerker gemeld dat het Commissariaat deze verzoeken "nooit" beantwoordt, maar uitstel desondanks wel verleend wordt.

Als reden voor het uitstel werd in de brief naar het Commissariaat aangegeven (citaat):
"De SOD voldoet niet geheel aan de criteria waaraan een lokale omroep zou moeten voldoen, om ons in positie te brengen de gemeenteraad een positief advies af te doen geven. Knelpunt is met name het ontbreken van een door ons college benoemd beleidsbepalend orgaan. Ook wat betreft de representativiteit van de programmering heeft ons college vragen."

De brief vervolgde met:
"Om de gemeenteraad in de gelegenheid te stellen een positief advies af te geven, zullen wij -indachtig de Algemene wet bestuursrecht- het bestuur van de SOD schriftelijk te kennen geven voornemens te zijn op grond van de huidige stand van zaken een negatief advies af te geven. Wij zullen de SOD in de gelegenheid stellen uiterlijk 30 september 1998 zodanig adequate maatregelen te nemen, dat beletselen tot het afgeven van een negatief advies mogelijkerwijs zijn weggenomen."

 

Wettelijk kader

Ingevolge artikel 43, lid 1, van de Mediawet is het noodzakelijk dat de gemeenteraad het Commissariaat voor de Media adviseert over de vraag of de aanvrager van de zendvergunnning (de lokale omroep) voldoet aan de eisen van de Mediawet.

Artikel 30 van de mediawet formuleert de volgende eisen:
De lokale omroepinstelling is rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

De lokale omroep stelt zich blijkens haar statuten uitsluitend, althans hoofdzakelijk, ten doel een omroepprogramma te verzorgen dat in zodanige mate is gericht op de bevrediging van de in de gemeente levenden maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke behoeften, dat de instelling geacht kan worden van algemeen nut te zijn.

De lokale omroepinstelling heeft op grond van haar statuten een orgaan dat het programmabeleid bepaalt. Dit orgaan heeft een zodanige samenstelling dat het representatief is voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. De leden van dit orgaan worden op voordracht van de omroep benoemd door het College van B&W.

Het was de bedoeling de representativiteit eind 1998 door de gemeenteraad vast te stellen. In deze procedure is veel vertraging gekomen. Dit had diverse redenen:

De gemeente had redenen niet onmiddellijk deze verklaring af te geven.

De lokale omroep had niet op tijd de gewenste gegevens bij de gemeente aangeleverd.

In een ambtelijk memo aan wethouder mw. A. Janssen, portefeuillehouder mediabeleid, d.d. 8 juni 1998 werd erop gewezen dat de positie, waarin uw college en gemeenteraad op dat moment verkeerden, zou kunnen uitmonden in een negatief advies ten aanzien van dit verzoek om representativiteit.

Daarvoor waren de volgende redenen (in relatie tot de eisen, zoals hierboven genoemd):

De lokale omroep heeft de vereiste rechtspositie.

De lokale omroep heeft door het Commissariaat goedgekeurde statuten. In deze statuten is ook een en ander geregeld voor een beleidsbepalend orgaan. Ten aanzien van de statuten en de werking ervan deden zich een tweetal knelpunten voor:

In die statuten staat dat de omroep een bindende voordracht doet aan het college. Dat is strijdig met de letter en de geest van de Mediawet.

Bovendien had de lokale omroep tot op dat moment nog helemaal geen voordracht bij het college gedaan. Wel bereikte ons via het Commissariaat een lijst met namen, waarvan niet was vast te stellen of die aangemelde personen zelf wel wisten dat zij op de lijst voorkomen.

Om de gemeenteraad in staat te stellen te signaleren (zoals het Commissariaat dit controleert) dat de lokale omroep voldoet aan de in de Mediawet gestelde eisen ten aanzien van de representativiteit zou de gemeenteraad de beschikking moeten hebben over voldoende gegevens over de programmering aan de hand van programmaoverzichten. Die waren op dat moment niet in het bezit van de gemeente.

Om uit de hierboven beschreven impasse te komen is afgesproken dat een en ander op ambtelijk niveau zou worden uitgezocht. Daartoe heeft de sectie cultuurbeleid contact gezocht met het bestuur van de lokale omroep en het Commissariaat voor de Media.

Het bestuur en de redactie van de lokale omroep heeft in de toen volgende periode min of meer geregeld programmaoverzichten gezonden.

Bovendien heeft het bestuur zijn uiterste best gedaan een nieuw programmabeleidsbepalend orgaan op te richten. Dit orgaan zal de naam "Programma-Adviesraad" dragen.

In de voordracht, die in januari 1999 bij de gemeente is ingeleverd, worden 44 getekende verklaringen toegevoegd van Delftenaren, die verklaren bereid te zijn zitting te nemen.

Beschouwing van deze lijst leert dat hierbij twee personen zijn die lid zijn van uw gemeenteraad.

Uit de diverse contacten met het Commissariaat bleek het volgende.

Het Commissariaat voor de Media bevestigde de mening dat het bindend voordragen van de leden van het programmabeleidsbepalend orgaan de scheiding van overheids- en omroepbelang bevordert. Het komt overeen met opmerkingen gemaakt tijdens de parlementaire behandeling van de Mediawet. Op deze manier wordt namelijk voorkomen dat de gemeente inhoudelijke zeggenschap zou krijgen in de interne gang van zaken van de lokale omroep.

Het Commissariaat adviseert ook dat er geen gemeenteraadsleden in dit orgaan zitting nemen.

Het Commissariaat gaf expliciet aan de leden van het programmabeleidsbepalend orgaan pas te benoemen wanneer de afgegeven representativiteitsverklaring door de gemeenteraad door het Commissariaat wordt gevolgd.

 

Organisatie van het orgaan

In de afgelopen tijd heeft een tweetal overleggen plaatsgevonden met de beoogd voorzitter van het beleidsbepalend orgaan. In deze gesprekken zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen.

Ruim 40 leden voor het beleidsbepalend orgaan is erg veel. Het is de vraag of het met deze aantallen mogelijk is adequaat en rekeninghoudend met alle gewenste invloed efficiënt te besturen. Daartoe zal deze adviesraad worden opgesplitst in een nader te bepalen aantal commissies, waarin de afgevaardigden naar discipline zullen plaatsnemen. De voorzitter wil dan met de diverse coördinatoren van deze commissie een geregeld overleg voeren. De hele Programma-Adviesraad zal dan enkele malen per jaar plenair bij elkaar komen.

Disciplines, waarin de leden kunnen worden onderverdeeld:

Geestelijk en kerkelijk leven
Onderwijs, wetenschap en vorming
Sociaal-cultureel werk en maatschappelijke dienst
Emancipatiebewegingen
Sport, recreatie, toerisme
Kunst en cultuur
Natuur- en milieugroepen
Handel, werkgevers- en werknemersorganisaties
Ongebonden leden uit de Delftse samenleving

In de gesprekken met leden van het te benoemen orgaan is door de gemeente aangegeven dat dit orgaan het hoogste en belangrijkste orgaan is van de lokale omroep, dat het bestuur op hoofdlijnen moet aansturen.

 

Gesignaleerde knelpunten en oplossingen

In de gesprekken met de beoogd voorzitter is aangegeven dat deze niet betrokken wenst te worden in aangelegenheden uit het verleden van de omroep. Met name bij de contracten die door het bestuur van de Stichting zijn afgesloten met een exploitatiemaatschappij voor de productie van de programma’s zet hij vraagtekens. In zijn visie zal een dergelijke exploitatiemaatschappij in identiteit veel meer een Delftse doelstelling moeten hebben.

Hij heeft de bereidheid uitgesproken hierover met het bestuur naar aanvaardbare oplossingen te willen zoeken.

De kandidaat-voorzitter is van mening dat de communicatie tussen bestuur, beleidsbepalend orgaan en gemeente wat hem betreft beter gestructureerd zal worden. Het ontbreken van een subsidierelatie houdt niet in dat er geen enkel bestuurlijk contact nodig is. Lokale omroep voorziet in een behoefte voor de inwoners, maar ook voor bedrijfsleven, sociaal-culturele infrastructuur en politiek.

Zoals bekend heeft de lokale omroep gedurende enige jaren gefunctioneerd onder de naam NRG 103.6 met als toevoegsel Radio Haaglanden. De programmering was in die tijd zeer gericht op jeugd en jongeren, en niet uitsluitend in Delft, maar feitelijk in de hele regio. De lokale omroep is hierop diverse malen aangesproken door het Commissariaat.

Sinds enige tijd voert de lokale radio weer een meer op Delft gerichte naam: Stad FM Delft. De frequentie is nog steeds 103.6. Het signaal wordt ook doorgegeven op de kabel (92.2).

Het Commissariaat voor de Media heeft voor 1999 aangekondigd verscherpte regels van toezicht te zullen stellen.

Het bestuur van de lokale omroep is zich zeer bewust van de nieuwe regelgeving van het Commissariaat ten aanzien van controle op de programmering en de financiële huishouding: 50% van de programma’s tussen 07.00 en 23.00 uur moet worden besteed aan onderwerpen met een informatief, cultureel of educatief karakter. Het bestuur zal (met ingang van 1 januari 1999) een door het beleidsbepalend orgaan goedgekeurd inhoudelijk en financieel jaarverslag bij het Commissariaat moeten indienen.

De koepelorganisatie OLON (Organisatie van lokale Omroepen In Nederland) heeft in haar maandblad van november 1998 uitgebreid aandacht gegeven aan het "offensief" van het Commissariaat om het publieke karakter van de lokale omroepen te versterken. Dit artikel is als bijlage bij deze nota opgenomen.

In een tweede bijlage is opgenomen hoe de huidige programmering van de lokale omroep thans is.

Beslispunt voor uw college en voor de gemeenteraad zal zijn of de huidige invulling van de programma’s door de huidige redacties van de lokale omroep voldoen aan in de Mediawet gestelde eisen. Het is daarbij de bedoeling een globale toets te doen aan de hand van de programmaschema’s. Het Commissariaat doet aan de hand van luisterproeven (zowel life als aan de hand van in te zenden bandjes) het nauwkeurige onderzoek naar de 50% ICE-norm.

Feitelijk is het beleidsbepalend orgaan, door de gemeenteraad representatief verklaard en door uw college benoemd, het hoogste orgaan dat toetsing van de programma’s aan de hand van schema’s, maar ook aan de hand van meeluisteren, op de Mediawet zal moeten doen.

 

Conclusie

Binnen de kaders van deze nota kan thans worden vastgesteld dat de lokale omroep, gezien de binnengekomen programmaschema’s voldoet aan het gestelde in de Mediawet.

Zij heeft rechtspositie.

Er zijn door het Commissariaat voor de Media goedgekeurde statuten, waarin de gedragsregels ten aanzien van een programmabeleids-bepalend orgaan zijn geregeld.

Er zijn kandidaten die bereid zijn door uw college benoemd te worden in een Programma-Adviesraad. Er is een kandidaat voorzitter.

 

Voorstel:

Aan u wordt voorgesteld:

Het verzoek van het Commissariaat positief te honoreren en een verklaring van voldoende representativiteit ter vaststelling voor te leggen aan de gemeenteraad.

Deze nota daartoe ter advisering voor te leggen aan de leden van de raadscommissie Cultuur, Kennis, Economie.

Bijgaand raadsvoorstel te behandelen in de gemeenteraad van 24 juni 1999.

De sectie cultuurbeleid opdracht te geven een en ander ambtelijk af te handelen: correspondentie met het Commissariaat en de voorbereiding van de benoeming door uw college van de leden van het programmabeleidsbepalend orgaan.

terug naar boven