30 augustus 2001

Raadsvoorstel stuk 211 I - III - IV  (S99008934)
 


naar agenda

 

Stuk 211 I

Dienst Stadsontwikkeling S99008934

Delft, 7 december 1999.

Onderwerp : reclamebeleid gemeente Delft

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

In de vergadering van de commissie Wonen is op 9 december 1997 de nota Reclame in de openbare ruimte besproken. U had toen een aantal opmerkingen die aanleiding gaven om de nota in zijn geheel nog eens onder de loep te nemen. Vooral uw opmerkingen over de onevenredige verdeling en de hoogte van de reclamebelasting hebben geleid tot een aanpassing van de verordening.

Door allerlei oorzaken heeft de voortgang van deze nota vertraging opgelopen. Daarom is het ons thans pas mogelijk u de vernieuwde versie aan te bieden. Gelet op de voortschrijdende tijd stellen wij voor om de regeling per 1 januari 2000 in te laten gaan.

De nota is besproken in de bestuursvergadering van de Stichting Centrummanagement Delft. Deze stichting, waarin Kamer van Koophandel, Ondernemers Federatie Delft en Kon. Horeca Nederland, afdeling Delft e.o. zijn vertegenwoordigd had geen inhoudelijke opmerkingen op de nota. Wel vroeg men om een beknopte samenvatting voor de ondernemers. Hieraan wordt gewerkt.

Door de Kamer van Koophandel zijn, mede namens de Ondernemers Federatie Delft, nog een aantal opmerkingen gemaakt op de toen voorliggende nota. Na een gesprek met deze instanties is de nota nog op en aantal punten aangepast.

In overeenstemming met het advies van de commissie Cultuur, Kennis en Economie stellen wij u voor:

  • de voorstellen in de bijgevoegde nota Reclame in de openbare ruimte over te nemen;

  • de Reclameverordening voor Delft 2000 vast te stellen;

  • de Verordening reclamebelasting Delft 2000 vast te stellen;

  • de Verordening subsidiëring reclames bedrijfs- en/of winkelpanden vast te stellen.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Delft,

H.M.C.M. van Oorschot , burgemeester.

 

Roos , secretaris.

 

Stuk 211 III

Dienst Stadsontwikkeling S99008934

 

De raad der gemeente Delft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 december 1999;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2000;

Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);

  • Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);

  • opschrift: openbare aankondiging in letters of symbolen, voor zover niet door middel van tijdschriften of nieuwsbladen gedaan;

  • reclameobject: een openbare aankondiging zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • verlicht reclameobject: een reclameobject, voorzien van inwendige of uitwendige kunstverlichting dan wel geschikt om kunstverlichting te voeren;

  • losse letters: verlichte of aangelichte opschriften waarbij er per letter of symbool een aparte reclamedrager is toegepast en waarbij de reclamedragers en de opschriften onderling niet met elkaar zijn verbonden;

  • bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • lichaam: elk van de lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene wet;

  • tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken;

  • dag: een periode van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;

  • week: een kalenderweek;

  • maand: een kalendermaand;

  • jaar: een kalenderjaar.

 

artikel 2 AARD VAN DE HEFFING EN BELASTBAAR FEIT

Onder de naam "reclamebelasting" wordt een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.


Artikel 3 BELASTINGPLICHT

  • De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen;

  • In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de huur of de verkoop van roerende en onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 4 GRONDSLAG EN MAATSTAF VAN HEFFING

De reclamebelasting wordt geheven naar de maatstaven in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en van het in de overige artikelen bepaalde.

Artikel 5 TARIEVEN

  • De reclamebelasting wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en van het in de overige artikelen bepaalde.

  • Indien het heffingstijdvak een kortere periode dan een jaar omvat en het tarief uitsluitend per jaar is vastgesteld wordt de reclamebelasting naar tijdsgelang berekend voor zoveel twaalfden gedeelten van het tarief per jaar.

  • Indien het tarief per oppervlakte is vastgesteld wordt de oppervlakte bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het opschrift omsluit, dan wel het van de openbare weg zichtbaar gedeelte van het opschrift omsluit.

  • Het bepaalde in het derde lid wordt niet toegepast, bij losse letters, indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de op die wijze berekende oppervlakte 25% of meer uitgaat boven het werkelijke oppervlak van het opschrift, in dit geval wordt uitgegaan van het werkelijke oppervlak van de losse letters.

  • Het belastingbedrag wordt naar beneden afgerond op hele guldens.

Artikel 6 BELASTINGTIJDVAK

Het belastingtijdvak is gelijk aan een dag, week, maand of jaar, al naar gelang de duur van het belastbare feit.

Artikel 7 WIJZE VAN HEFFING

  • De reclamebelasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving of aanslag.

  • Voor elk belastbaar feit kan heffing plaatsvinden bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving of aanslag.

  • Belastingaanslagen van minder dan f 20,-- worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 8 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD

  • De naar jaar of maand geheven reclamebelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar jaar of maand geheven reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend voor het jaar of maand geheven reclamebelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan f 20,--.

Artikel 9 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN TERMIJNEN

De reclamebelasting moet worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving of het aanslagbiljet.

Artikel 10 VRIJSTELLING

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van reclameobjecten:

  • die door een gemeentelijk orgaan zijn aangebracht of geplaatst, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de aan dit orgaan opgedragen publiekrechtelijke taak;

  • die door de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB of een overeenkomstig lichaam zijn aangebracht of geplaatst ten behoeve van een vlotte doorstroming van het verkeer of ten dienste van openbare ruimten;

  • die door cultureel, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht of geplaatst en betrekking hebben op door hen georganiseerde tijdelijke activiteiten met niet-commerciële doeleinden, waaronder mede wordt verstaan "promoting Delft";

  • binnen het inwendige gedeelte van een woning of bedrijf of gedeelte daarvan;

  • aangebracht op een voertuig, tenzij die kennelijk in hoofdzaak is bestemd voor het voeren van reclame;

  • die in hoofdzaak zichtbaar zijn op sportvelden, met uitzondering van aankondigingen op of bij sportvelden of stadions welke kennelijk gericht zijn op de weg;

  • op terrasafscheidingen (bij horeca-ondernemingen), voor zover deze een oppervlak van 0,50 m2 per terrasschot niet te boven gaan;

  • op parasols welke zijn geplaatst op een terras of een terrasboot bij een horeca-onderneming;

  • aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • die zijn aangebracht op voorwerpen onder op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, waarvoor precariobelasting verschuldigd is;

  • welke niet vergunnings- of meldingsplichtig zijn op grond van de Reclameverordening voor Delft 2000.

2. De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van de eerste 0,50 m2 reclame van het totale oppervlak aan totale reclame per belastingplichtige of per pand, aangebracht op of aan de geven, voor zover onverlicht of aangelicht.

Artikel 11 NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

 

Artikel 12 CITEERTITEL

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening reclamebelasting Delft 2000".

 

Artikel 13 INWERKINGTREDING

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2000.


Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 december 1999

,burgemeester.

,secretaris.

 

INHOUD TARIEVENTABEL, BEHORENDE BIJ DE VERORDENING RECLAMEBELASTING DELFT 2000

 1

Hoofdstuk reclame op of aan een bouwwerk in de binnenstad

   

1.

Het tarief bedraagt ter zake van

   
 

het hebben van reclameobjecten,

   
 

aangebracht op of aan een bouwwerk,

   
 

gelegen in het door burgemeester en wethouders in de Reclameverordening voor Delft 2000 als binnenstad aangewezen gebied,

   

1.1.

voor een reclame met een oppervlakte tussen de 0,5 en

   
 

3,0 m2

f

200,--;

1.2.

voor een reclame met een oppervlakte tussen de 3,0 en

   
 

4,0 m2

f

300,--;

1.3.

voor een reclame met een oppervlakte tussen de 4,0 en

   
 

5,0 m2

f

400,--;

1.4.

voor een reclame met een oppervlakte groter dan

   
 

5,0 m2

f

500,--.

 

 2

Hoofdstuk reclame op of aan een bouwwerk in de rest van de

   
 

stad

   

2.

Het tarief bedraagt ter zake van

   
 

het hebben van reclameobjecten,

   
 

aangebracht op of aan een bouwwerk,

   
 

gelegen in het door burgemeester en wethouders in de Reclameverordening voor Delft 2000 als binnenstad aangewezen gebied,

   

2.1.

voor een reclame met een oppervlakte tussen de 0,5 en

   
 

3,0 m2

f

100,--;

2.2.

voor een reclame met een oppervlakte tussen de 3,0 en

   
 

4,0 m2

f

150,--;

2.3.

voor een reclame met een oppervlakte tussen de 4,0 en

   
 

5,0 m2

f

200,--;

2.4.

voor een reclame met een oppervlakte groter dan

   
 

5,0 m2

f

250,--.

 

 3

Hoofdstuk Op of aan of boven de weg

   

3.

Het tarief bedraagt ter zake van

   

3.1.

het hebben van reclameobjecten,

   
 

op of aan of boven de weg,

   
 

niet zijnde aangebracht op of aan een bouwwerk,

   
 

per vierkante meter in gebruik genomen grond,

   

3.1.1.

per maand

f

6,90;

3.1.2.

per jaar

f

62,40;

3.2.

het hebben van reclameobjecten,

   
 

op of aan of boven de weg,

   
 

niet zijnde aangebracht op of aan een bouwwerk,

   
 

in een door burgemeester en wethouders in de Reclameverordening voor Delft 2000 als binnenstad aangewezen gebied,

   
 

per vierkante meter in gebruik genomen grond

   

3.2.1.

per maand

f

13,70;

3.2.2.

per jaar

f

124,90.

 

 4

Hoofdstuk Driehoeksborden

   

4.

Het tarief ter zake van

   
 

het hebben van driehoeksborden als reclameobject,

   
 

op of aan of boven de weg:

   
 

per driehoeksbord,

   
 

per dag

f

1,50.

 

 5

Hoofdstuk Samplingactie

   

5.

Het tarief ter zake van

   
 

het houden van een samplingactie of

   
 

soortgelijke reclame-actie

   
 

waarbij reclameobjecten worden gevoerd

   
 

op of aan de weg of aan een openbaar water

   
 

dan wel een andere - al dan niet met enige beperking -

   
 

voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen

   
 

plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig

   
 

ander middel

   
 

een samplingplaats wordt ingenomen teneinde

   
 

reclame te maken door goederen te verstrekken,

   
 

uit te delen om niet, dan wel diensten aan te bieden of

   
 

anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te

   
 

hebben om deze te verstrekken aan publiek,

   
 

dan wel diensten aan te bieden

   
 

waarvoor al dan niet een vergunning is verleend voor

   
 

één of meer dagen

   

5.1.

tot 10 m2 reclameobject

   
 

per dag

f

255,--;

5.2.

vanaf 10 m2 reclameobject

   
 

per dag

f

510,--.

 

Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 23 december 1999 tot vaststelling van de Verordening reclamebelasting Delft 1999.

 

,burgemeester.

 

,secretaris.

 

Stuk 211 IV

Dienst Stadsontwikkeling S99008934

 

VERORDENING SUBSIDIËRING RECLAMES BEDRIJFS- EN/OF WINKELPANDEN

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 7 december 1999;

gezien het advies van de commissie Cultuur, Kennis en Economie;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

b e s l u i t

vast te stellen de navolgende verordening voor de subsidiëring van het verwijderen of vervangen van reclames op of aan bedrijfs- en of winkelpanden welke niet voldoen aan de vereisten van de Reclameverordening voor Delft 2000.

artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. aanvrager: degene die de subsidie aanvraagt en tevens op grond van enig aantoonbaar recht tot de verwijdering of vervanging van een bestaande gevel- en/of uitsteekreclame en reclamedrager kan overgaan;

b. gevel- en/of uitsteekreclame: een openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen, dat duurzaam in relatie staat tot de activiteiten in het gebouw waaraan het is bevestigd .

artikel 2. Bevoegdheid tot verlening subsidie

Burgemeester en wethouders kunnen aan een aanvrager eenmalig subsidie toekennen voor het verwijderen van een bestaande gevel- en/of uitsteekreclame waarvoor geen vervangende reclame wordt teruggebracht, of ter vervanging van een bestaande gevel- en/of uitsteekreclame door een gevel- en/of uitsteekreclame welke voldoet aan de vereisten van de Reclameverordening voor Delft 1998 aan een bedrijfs- en/of winkelpand voor zover dit zichtbaar is vanaf de openbare weg.

artikel 3. Budget en subsidieplafond

1 a Burgemeester en wethouders nemen voorafgaand aan het tijdvak een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor dat bepaalde tijdvak beschikbaar wordt gesteld voor subsidies als bedoeld in artikel 2.

b Burgemeester en wethouders gaan hiertoe niet over, dan nadat zij de desbetreffende raadscommissie hebben gehoord.

2 Burgemeester en wethouders verlenen slechts subsidie als bedoeld in artikel 2, voor zover het bedrag, dat daarvoor beschikbaar is gesteld, toereikend is. Dit bedrag - het subsidieplafond - en het tijdvak waarvoor deze geldt wordt door burgemeester en wethouders tijdig bekendgemaakt.

artikel 4. Werkingssfeer

Deze verordening geldt voor het gebied zoals aangewezen bij openbaar bekend te maken besluit van burgemeester en wethouders


artikel 5. Vereisten aanvraag

1. Bij het indienen van de aanvraag moet gebruik gemaakt worden van het door burgemeester en wethouders daartoe vastgestelde formulier.

2. De aanvraag moet in tweevoud worden ingediend.

3. Indien de aanvraag niet voldoet aan bovengenoemde vereisten, stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de aanvraag te herstellen.

artikel 6 Voorschriften en beperkingen

1. Aan het toekennen van een subsidie kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

2. Subsidie wordt eerst toegekend, indien op de nodige aanvraag ingevolge artikel 26, 49 en 69 van de Reclameverordening voor Delft 1998 is beslist.

artikel 7. Voortijdig begin met werkzaamheden

De aanvraag kan worden afgewezen, indien met de nodige werkzaamheden is begonnen voordat de aanvraag is ingediend.

artikel 8. Weigeringsgronden

Een aanvraag kan worden afgewezen, indien:

a. het plan tot verwijdering van de bestaande gevel- en/of uitsteekreclame of het vervangen van een bestaande gevel- en/of uitsteekreclame blijkens de behandeling van de aanvraag om reclamevergunning op grond van de Reclameverordening voor Delft 1998 dient te worden geweigerd;

b. de bestaande gevel- en/of uitsteekreclame voldoet aan de eisen gesteld in de Reclameverordening voor Delft 1998;

c. de bestaande gevelpui niet gehandhaafd blijft.

artikel 9. Subsidiebedragen

De subsidiebedragen zijn:

a. voor het verwijderen van een bestaande gevel- en/of uitsteekreclame maximaal f 1.000,- per vestiging, op basis van de werkelijk gemaakte kosten;

b. voor het vervangen van een bestaande gevel- en/of uitsteekreclame maximaal f 2.000,- per vestiging, op basis van werkelijk gemaakte kosten.

artikel 10. vereisten voor uitbetaling

Uitbetaling van een toegekende subsidie vindt slechts plaats, indien

a. aan de bij de toekenning gestelde voorschriften en beperkingen is voldaan, en;

b. de nodige werkzaamheden binnen 26 weken na de datum van toekenning zijn uitgevoerd, en;

c. de werkzaamheden zijn gereed gemeld en de gespecificeerde rekeningen aan burgemeester en wethouders zijn overgelegd en akkoord zijn bevonden.

 

artikel 11. Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze verordening.

artikel 12. Werkingsduur

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2000 en geldt voor wat betreft de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag tot 1 januari 2003.

2. Aanvragen die na 1 januari 2003 nog niet zijn afgedaan, zullen volgens de bepalingen van deze verordening worden afgehandeld.

artikel 13. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening subsidiëring reclames bedrijfs- en/of winkelpanden 2000".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 december 1999.

,burgemeester

,secretaris

 

terug naar boven