Aan de leden van de commissie Cultuur, Kennis en Economie

In uw vergadering van 24 oktober jongstleden heeft u gevraagd het Actieplan Cultuurbereik

te agenderen wanneer de programma - opzet gereed is en voordat deze wordt opgestuurd naar het Ministerie van OCenW (deadline 15 december 2000).

 

Het bijgevoegde stuk is bedoeld voor het ministerie. Dat heeft gevolgen voor de inhoud, de status van sommige onderdelen en de vormgeving. Deze is anders dan u gewend bent van beleidsnotities.

 

De inhoud
Bepaalde onderdelen als ‘interactieve programmering’, de stichting Popprogrammering Speakers, de lokale analyse ‘high tech and high touch’ en culturele diversiteit, zijn bij u reeds bekend, maar voor het ministerie zijn ze dat niet. Daarentegen is voor u de volgorde van de ‘inhoudsopgave’ wellicht een ongebruikelijke, voor het ministerie daarentegen zal het in één oogopslag duidelijk zijn dat de inhoudsopgave correspondeert met de voorwaarden die door hen gesteld zijn. Dat geldt ook voor de bijgevoegde tekst in zijn geheel. De voorwaarden waaraan het Actieprogramma moet voldoen, zijn impliciet in de tekst aanwezig, omdat ze bij het ministerie genoegzaam bekend zijn.

Het traject Cultuur en School en drie Programma’s komen in aanmerking voor financiering door het Rijk te weten X-change, Jongeren en Cultuur: Talent tussen wal en schip en Zuid-Hollandse Stadsgeschiedenis.

X-change en Zuid-Hollandse Stadsgeschiedenis zijn programma’s die ook een regionale invalshoek kennen en worden in samenwerking met de provincie Zuid-Holland en andere

Zuid-Hollandse gemeenten opgezet.

 

Het trefwoord binnen alle programma’s is interactiviteit. Het begrip interactief wordt in twee betekenissen gebruikt: in de zin van het gebruik van de nieuwe media en in de zin dat alle programma’s ook daadwerkelijk worden ingevuld door het lokale culturele veld en burgers.
Er wordt niets van bovenaf opgelegd. Er wordt vanuit de bestaande lokale behoefte gewerkt.

Het uitgangspunt bij Monitoring en Evaluatie van het cultuurbereik is, dat waar mogelijk gebruik gemaakt wordt van bestaande registraties (lage kosten). Een 0-meting gaat in 2001 plaatsvinden in het kader van integraal jongerenbeleid.

De status
In de tekst worden naast de drie Programma’s die de Delftse bijdrage vormen van het landelijke Actieprogramma Cultuurbereik, ook ontwikkelingen, initiatieven en programma’s vermeld die verwijzen naar de doelstellingen uit het Actieplan Cultuurbereik, maar niet worden gefinancierd uit het (hiervoor ontoereikende) matchingsbudget. Het Actieplan Cultuurbereik in Delft is niet een op zichzelf staand fenomeen: Delft is bezig een duidelijk interactief, vraag- en behoeftengericht (cultuur) beleid te ontwikkelen. Het ingediende Delftse Actieprogramma heeft dan richting ministerie een meerwaarde, omdat het Actieprogramma in Delft onderdeel wordt van een reeds actief beleid.








Sommige vermelde programma’s zijn nog in ontwikkeling en niet vastgesteld, andere zijn reeds vastgesteld en zijn in de implementatiefase. Voorbeelden zijn de onderdelen uit de
nota Beeldende Kunst  ‘De Plek’ en ‘Buiten de Muren’ en ‘De Nieuwe Amateur’ dat vooruitloopt op een nog te verschijnen nota Amateurkunst. De Nieuwe Amateur is een meerjarenprogramma, maar wordt in twee fasen gepresenteerd. Als eenmalig, op zichzelf staand projekt voor 2001 (besluitvormingstraject commissie CKE januari 2001) en als onderdeel van de nog te verschijnen Amateurkunstnota (1e kwartaal 2001) voor de komende drie jaren. De oorzaak ligt erin dat het niet mogelijk bleek in de voorbereiding zowel het Actieprogramma als de Amateurkunstnota in de planning dicht op elkaar af te stemmen. Het Actieprogramma heeft gezien de deadline van het ministerie prioriteit gekregen.

Eén programma is nog in de conceptfase: ‘Joop Zoetemelk, de eeuwige tweede’. De uiteindelijke invulling is afhankelijk van de begroting, die in het eerste kwartaal van 2001 bekend wordt en uiteraard ook van de beschikbare middelen. Het concept ‘Joop Zoetemelk’ wordt hier genoemd om het ministerie een unieke mogelijkheid te presenteren, waarin het begrippenkader rond ‘kwaliteit’ (een andere voorwaarde van OCenW) expliciet gemaakt wordt.


De nog niet vastgestelde programma’s zullen via de reguliere besluitvormingsprocedures aan u worden aangeboden.
Bijgaand schema laat zien dat deze programma’s binnen reguliere gemeentelijke budgetten  gefinancierd kunnen worden:

 

Actieplan cultuurbereik

financiering 2001 - 2004

X-Change

Actieplan

Zhstadsgeschiedenis

Actieplan

Jongeren En Cultuur:Talent Tussen Wal En Schip

Actieplan + ezhnr36 (ƒ15.000)

Cultuur En School

Actieplan

De Nieuwe Amateur

Van ckleincgroot (eenmalig); voor de andere drie jaar na vaststelling AKnota

De Plek

Reserve BK /geldstroom BK

Buiten De Muren

Reserve BK

Kunst In De Wijken

Integratiebeleid Allochtonen (2001 en 2002)

Joop Zoetemelk

Reserve BK en Van ckleinCgroot (bedrag nog onbekend

Multiculturele Makelaar

Ckleincgroot (eenmalig voor 2001)
Voor de andere drie jaar wordt nog onderhandeld mbt financiering uit Wijkbudget

Vacatiegelden

Reserve Cult.Act. ƒ6000 op jaarbasis

 

 


Aan het ministerie wordt ook een pilotproject gepresenteerd, namelijk de interactieve popprogrammering gekoppeld aan de intentie van de stichting Popprogrammering Speakers te groeien naar een nationaal poppodium. Het succes van dit pilotproject staat verder volkomen los van het Actieprogramma Cultuurbereik. Wanneer het ministerie er geen financiële bijdrage voor over heeft, dan heeft dat verder geen gevolgen voor het Actieprogramma. Wanneer het wel positief ontvangen wordt, kan e.e.a. versneld in gang gezet worden. De gedachte om een pilotproject te presenteren is voortgekomen uit de eenmalige gelegenheid om Delft te profileren richting ministerie met de EZHgelden ad ƒ0,625 miljoen voor pop - en cultuurpodia.



 

De vormgeving

Juist omdat het ministerie van OCenW vraagt om een niet-ambtelijke benadering zal de inhoud en de vormgeving anders zijn dan bij de gebruikelijke nota’s. De inhoudsopgave wordt bijvoorbeeld in de vormgeving een soort internetsite (op papier weliswaar) waar je virtueel op de hoofdstukken kunt klikken. Die hoofdstukken zijn dan ook los van elkaar te lezen.

De bijgevoegde schema’s over de lokale analyse zijn uitdrukkelijk bedoeld als schematische opzet, waarin die accenten worden gelegd, die het ministerie duidelijk maken aan welke behoefte de programma’s uit het Actieprogramma voldoen binnen de locale situatie. Het gaat hierbij niet om het volledig in beeld brengen van wat er allemaal plaatsvindt in Delft op cultureel gebied.

 

..............................................................................................................................