12 januari 2001

Nota Herbestemming middelen Stichting ID2
 


naar agenda

 

Geacht college

Binnen het thema Informatie en Communicatie Technologie zal naast de verdere ontwikkeling van het International Center for Information and Communication Technology (ICICT), de Delfts-Rotterdamse invulling van het Twinning-concept, ook de "andere" kant van de ICT een centrale positie krijgen. In vervolg op de reeds bestaande formatieplaats "ICT en Onderwijs" binnen de gemeentelijke organisatie zal de aanpak rond "Maatschappelijke Toepassingen ICT" in de komende tijd verder vorm gegeven worden.

Enkele jaren geleden is de Stichting ID2 opgericht met als doel interaktieve diensten dichter bij de burger te brengen. De werkzaamheden van de stichting kunnen globaal in twee delen gesplitst worden:

  • investeren in nieuwe produkten/bedrijven en diensten ten behoeve van de eindgebruiker/burger
  • projekten ondersteunen die de kloof tussen digitaal informatie aanbod en de burger verkleinen.

De middelen die nodig zijn voor de activiteiten van de stichting ID2 kwamen uit de Reserve Kabelprojecten van f 2 miljoen, dat gecreëerd werd na de overdracht van de kabelrechten aan Casema.

De stichting heeft begin 1998 een directeur aangesteld om de activiteiten van de stichting vorm en inhoud te geven. Dat heeft geleid tot enkele projecten, zoals de bijdrage aan de ontwikkeling van de VVV Internet presentatie en een project van een Delftse ondernemer, die in het kader van RSI-preventie adviezen over de juiste instelling van de verschillende typen kantoorstoelen via internet gaat verspreiden.

Door een aantal externe oorzaken (personeelswisselingen, overname van bedrijven etc.) is de betrokkenheid van de partners en het resultaat minder geweest dan beoogd. Daarom is de stichting niet in staat geweest meer activiteiten te generen, binnen de geformuleerde doelstelling.

De geplande participatiemaatschappij, waarvoor 1 miljoen gulden was gereserveerd, is niet van de grond gekomen. Het ligt daarom voor de hand nog eens kritisch stil te staan bij de voortzetting van de activiteiten van de stichting ID2.

Een optie zou kunnen zijn het opheffen van de stichting en het toedelen van de middelen aan verwante projecten. Omdat bij het vormgeven van maatschappelijke ICT-projecten samenwerking met ander partners centraal zal staan, kan de huidige stichting ID2 - met een andere bestuurssamenstelling - als voertuig dienen voor deze samenwerking. Al was het maar voor de interessante naam van de stichting. Daarom wordt voorgesteld de stichting vooralsnog niet officieel op te heffen.

Ten aanzien van de bestemming van de middelen van de stichting ID2 wordt voorgesteld aan te sluiten bij de aanvankelijk doelstelling en deze enerzijds in te zetten voor investeringen in de IT sector en anderzijds middelen beschikbaar te stellen voor maatschappelijke projekten rond ICT en multimediale toepassingen.

De "nieuwe" stichting ID2 zou zich met name kunnen richten op het opzetten van de i-punten in de wijken. De meerwaarde van deze punten zou - naast de basiskwaliteit van het "om de hoek" beschikbaar zijn van ICT-faciliteiten - met name moeten bestaan uit de intergratie van ICT en bijvoorbeeld informatie over de wijkaanpak. Verder kan het zich ontwikkelen tot een platform van waaruit allerlei projekten en aktiviteiten op wijk- en buurtniveau worden "aangestuurd" en gestimuleerd. Een en ander moet nog verder worden uitgewerkt en sluit aan bij de tweede fase van de KIS-aanpak.

Naast de primaire doelstelling van het stimuleren van het gebruik van interaktieve diensten, worden zo een aantal secundaire doelstellingen bereikt. Andere projecten waaraan gedacht kan worden, zijn diensten die door de gemeente aan individuen worden aangeboden, zoals het bestellen van de grofvuil-ophaaldiensten en het regelen van leerlingen-vervoer. Maar ook meer collectieve zaken als de afstemming van leerplicht en leerlingen administratie zou als projekt kunnen worden ontwikkeld. In de IT-vakterminologie gaat het hier om "b2c", ofwel business-to-consumer activiteiten. Voor dergelijke initiatieven is zowel bij de overheid als het bedrijfsleven veel belangstelling om te participeren. Het onlangs door het ministerie van Verkeer en Waterstaat gelanceerde initiatief "Kenniswijk" sluit hier ook naadloos bij aan.

ID2 nieuwe stijl richt zich primair op (organiaties van) individuen en spreekt burgers met name aan op hun "rol" van bewoner van een wijk/buurt. Dat biedt ook goede kansen om bestaande aktiviteiten op het niveau van bijvoorbeeld bibliotheken, buurthuizen, maar ook de ontwikkeling van de vensterschool in te passen in deze opzet. Onderzocht zal worden of ook woningbouwverenigingen betrokken willen worden bij deze projekten. Buurthuizen, bibliotheken en vensterscholen zullen met name een sterke intermediaire en faciliterende rol vervullen.

Een ander belangrijk onderdeel van ID2 nieuwe stijl is de opzet van een organisatie die "digibeten" leert om met interaktieve diensten om te gaan. Gedacht kan worden aan een bundeling van studenten, senioren en digitaal slimme leerlingen die een rol kunnen spelen in het toegankelijk maken van digitale informatie op wijk/buurtnivo. Deze activiteit wordt ook weer gekoppeld aan de i-punten.

Voor een deel zal dit als vrijwilligersorganisatie opgezet worden, echter zonder een professionele aanpak te schuwen. Onderzocht zou moeten worden of er licht commerciële elementen ingevoerd kunnen worden waardoor een vergoeding kan worden gegeven aan leerlingen, die min of meer overeenkomt met de vergoeding voor het bezorgen van kranten of reclamedrukwerk.

Investeringsdeel

Zoals gezegd bestond het oorspronkelijke ID2 uit twee onderdelen: maatschappelijke toepassingen van ICT breed verbreiden en investeren in ICT-bedrijven.

Delft is benaderd door de provincie Zuid Holland om te participeren in het op te zetten Zuidhollands Investerings Fonds (ZIF). Dit fonds wordt opgezet door een ondernemer met een goede staat van dienst in vergelijkbaren projecten in Groningen (Zernike) en Noord-Holland. In het project participeren de provincie Zuid Holland, de RABO-banken in de regio en de gemeente Den Haag. Het fonds wordt gevoed door de RABO-banken (circa 5 miljoen), de gemeente Den Haag (1 miljoen) en enkele andere participanten (samen 3 miljoen).

De opzet van het fonds sluit goed aan bij de ontwikkeling van het ICICT, omdat het naast de middelen die Twinning Nederland beschikbaar stelt, ook kan participeren in startende bedrijven. Daarom is er veel voor te zeggen dat Delft, net als de gemeente Den Haag, substantieel participeert in dit fonds. Het voordeel van een substantiële participatie (fl 1 miljoen) is dat daarmee, via een commissariaat, ook invloed kan worden uitgeoefend op het beleid van het ZIF.

De inbreng van Delft in het beleid van het ZIF zal zijn om laagdrempelige financierings voorzieningen voor startende ondernemers, in met name de ICT-sector, beschikbaar te krijgen. Twinning Nederland financiert niet alle ICT-bedrijven, slechts de zogenaamde "koplopers", terwijl ook de groei van bedrijven die net niet als koplopers worden ingeschat, voor de regio zeer interessant is. Daarom wordt voorgesteld dit deel van de ID2 middelen te reserveren voor participatie in het Zuidhollands Investeringsfonds.

Het gaat hier overigens om een principebeslissing, voor de definitieve participatie wordt een separaat voorstel ontwikkeld in samenhang met de oprichting van het Zuidhollands Investerings Fonds.

 

Financiële situatie

Voor ID2 was indertijd 2 miljoen gulden gereserveerd. Daarvan is inmiddels een bedrag aan organisatiekosten besteed. Verder zijn twee projecten gefinancierd: de ontwikkeling van een internet-site voor de VVV en een reservering voor het RSI-preventie project. Buiten deze uitgaven is rente bijgeschreven op deze reserve, waardoor thans een bedrag resteert van: f 1,9 miljoen. Voorgesteld wordt dit bedrag gelijkelijk te verdelen over beide initiatieven.

Samenvattend wordt voorgesteld:

  • de Stichting ID2 vooralsnog niet formeel op te heffen als potentieel organisatiekader voor de maatschappelijke ICT-projecten, waar de samenwerking met andere partijen centraal staat. De samenstelling van het bestuur zal daarop aangepast worden.
  • de gereserveerde middelen voor de activiteiten van de "oude" stichting ID2 in de Reserve Kabelprojecten 50-50 te verdelen over ID2, met een nadruk op de ontwikkeling van de i-punten, en als reservering voor participatie in het Zuidhollands investeringsfonds.


van Laren

Sector Kennisstad

Paraaf sectorhoofd d.d.

 

Bijlage bij nota Internationale Acquistie

EVALUATIE ACTIVITEITEN ISRAËL OFFICE 1999

Tijdens een bezoek aan Israël in maart 1999 is in het stadhuis van Kfar Sava, in aanwezigheid van de burgemeesters van Kfar Sava en Delft en twee Delftse wethouders, ongeveer 30 vertegenwoordigers van Israëlische ICT-bedrijven en de Nederlandse ambassade in Israël, de oprichting van het Israël Office Delft aangekondigd.

Ook heeft de Delftse delegatie een bezoek gebracht aan enkele "incubator centers", bedrijven en aan Technion Haifa. In het bezoek aan Technion Haifa, waarbij de delegatie werd ontvangen door de Provoost (rector) van Technion is van de zijde van deze universiteit aangegeven dat men de banden met de TUD wilde aanhalen. De leider van de Delftse delegatie, wethouder Meine Oosten, heeft deze boodschap overgebracht aan

de TUD en de provoost uitgenodigd voor een tegenbezoek. Tijdens dat tegenbezoek in november 1999 is het contact "overgedragen" aan de TUD, wat inmiddels heeft geresulteerd in een gepland bezoek van de TUD aan Technion in mei 2000.

Na het bezoek aan Israël is eind maart ook de CeBIT in Hannover bezocht. Op deze grootste Europese ICT-beurs zijn contacten gelegd met diverse Israëlische bedrijven. De nadruk lag daarbij op het maken van een overzicht van bedrijven die geïnteresseerd waren in joint-ventures met Nederlandse bedrijven. Dit overzicht is vervolgens beschikbaar gesteld aan bedrijven in de Delftse regio, zoals Exact, NKF, Koning & Hartmann en Xelion. Hoewel hier geen directe resultaten uit voort zijn gekomen, kon via deze concrete activiteit wel gewerkt worden aan de naambekendheid van het Israël Office.

De Nederlandse ambassade heeft meegeholpen door te stimuleren dat een klein artikel over de oprichting van het Israël Office werd geplaatst in de Jerusalem Post.

April - juli 1999

In de maanden april tot en met juni is vooral geïnvesteerd in het voeren van gesprekken met organisaties die ook betrokken zijn bij "zaken doen met Israëlische bedrijven" en zijn de Delftse kennis-intensieve bedrijven benaderd met een mailing. In die periode zijn er gesprekken gevoerd met:

  • Nederlands Israëlische Kamer van Koophandel
  • Israëlische ambassade
  • Optin
  • Kamer van Koophandel Haaglanden
  • Syntens
  • EZ/Senter
  • CBIN/NFIA
  • diverse consultants

Naast het "neerzetten" van het Israël office ging het daarbij ook om het vinden van mogelijkheden om met bestaande organisaties op een vruchtbare manier samen te werken.

De aangestelde manager, Bettina de Beer, was in deze periode gehuisvest in het voormalige gymnasium aan de Westvest. Verder is aandacht besteed aan de ontwikkeling van briefpapier, logo en een internet-site (www.israeloffice.com).

 

Juli - december 1999

In juli 1999 is het Israël Office verhuisd naar de nieuwbouw van het BTC op het Delftech Park. Daar heeft zich toen ook het eerste Israëlische bedrijf (LinkCom) gevestigd. LinkCom is ondersteund met hulp bij de werving van personeel, het leggen van contacten bij de TUD (CICAT), KMC Rotterdam en enkele andere bedrijven. Verder hebben de contacten met LinkCom geleid tot een gesprek tussen Siemens en de gemeente Delft over de ontwikkeling van een proefproject.

Andere Israëlische bedrijven waarmee gesprekken zijn gevoerd over vestiging in de regio zijn: ESPRO (nu gevestigd in Den Haag), NESS (was reeds gevestigd in Zoetermeer, maar zocht uitbreiding), KIDUM (wordt waarschijnlijk gevestigd in Rotterdam).

Voor enkele andere bedrijven (Sole Design, DoubleBW) zijn samenwerkingscontacten georganiseerd, terwijl ook enkele namen van bedrijven zijn doorgegeven aan een Delftse "informal investor".

Het in Rijswijk gevestigde Israëlische bedrijf Eurobrom heeft (net als enkele andere organisaties) aangeboden bij te dragen aan het organiseren van bijeenkomsten voor/over Israëlische bedrijven.

Verder zijn in deze periode brieven en emails gestuurd naar organisaties in Israël, zoals het Export Institute (dat aangeboden heeft te helpen bij het organiseren van een volgend werkbezoek), de Manufacturing Association, het Euro Information Center, de Chief Scientist van het Israëlische ministerie van Handel, die verantwoordelijk is voor de incubator centers en de Israël Association of Electronical Industry.

Het Israël Office heeft - op uitnodiging - ook een bezoek gebracht aan de jaarvergadering van de Nederlands Israëlische Kamer van Koophandel. Deze bijeenkomst bood weer de gelegenheid om contact te leggen met een lid van de raad van bestuur van Siemens en Baan. Met dit laatste bedrijf is met name gesproken over de betrokkenheid van het Silicon Polder fund bij investeringen in Israëlische bedrijven.

Ook met andere investeringsmaatschappijen is contact gelegd, zoals Prime, Alpinvest en Gilde. Dat was ook nuttig in verband met een vraag van een reeds in Nederland gevestigd Israëlische ondernemer, die hulp vroeg bij het vinden van investeerders in een nieuwe onderneming.

Een dergelijke dienstverlening kan via "mond-op-mond-reclame" het primaire doel van het Israël Office, het faciliteren van Israëlische bedrijven in Nederland ondersteunen.

Een hoogtepunt was de officiële opening van het Israël Office door de Israëlische ambassadeur in Nederland, Y. Gal, op 8 oktober 1999.

In de laatste maanden van het jaar zijn verdere contacten gelegd met bedrijven en research-instellingen, die geleid hebben tot samenwerkingscontacten. Het gaat hier om contacten op het terrein van waterzuivering, nieuwe technologie voor het langer vers houden van bloemen en tele-leren.

De website van het Israël Office heeft in 1999 de volgende aantal bezoekers gekend: 23 in september, 89 in oktober, 132 in november en 36 in december.

Evaluatie

In het eerste jaar is bewust gekozen voor het investeren in de kwaliteit van de organisatie en de dienstverlening van het Israël Office. Centraal stond te voorkomen dat bestaande organisaties het Israël office zouden kunnen zien als een concurrent in plaats van een aanvulling op de bestaande dienstverleningsorganisaties.

Dat heeft tot op heden goed gewerkt. Erkenning blijkt, naast de opening van het kantoor door de Israëlische ambassadeur, uit het opnemen van het Israël Office op de economische overzichtspagina van www.israel.nl. Verder heeft de Nederlandse ambassade het Israël Office uitgenodigd om tijdens de internationale telecom-beurs in november 2000 in Tel Aviv een gezamenlijke stand in te richten.

Geconstateerd kan worden dat het Israël Office er in geslaagd is een speler te worden in het kennis-intensieve Israëlische netwerk, vooral in Nederland, maar ook groeiend in Israël.

Het resultaat voor de werving van bedrijven voor Delft zelf is lager dan verwacht, maar de opgedane ervaring ten aanzien van de vestiging van bedrijven in de regio, heeft geleerd dat aansluiting van het Israël Office bij de internationale acquisitie-organisatie die Den Haag, Leiden, Zoetermeer en Delft gaan opzetten extra productief kan werken.

Aangetoond is dat er met een combinatie van een actieve en kwalitatief goede medewerker en een helder takenpakket - zeker gegeven de beperkt beschikbare uren - op een efficiënte manier invulling kan worden gegeven aan de relatie met de Israëlische high tech markt.

Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een inzet van 16 uur per week en huisvesting in het BTC. Naast de kantoorkosten en het onderhoud van de website, zullen per jaar gemiddeld 2 reizen naar Israël worden gemaakt en zullen ook delegaties hier worden ontvangen.

Dat leidt tot een volgend kostenoverzicht:

salariskosten 50.000

huur/kantoorkosten 20.000

website 5.000

ontvangst delegaties 5.000

werkbezoeken Israël 10.000

onvoorzien 10.000

totaal 100.000

De kosten zullen worden ingebracht als onderdeel van de bijdrage van Delft aan de activiteiten van de nieuwe regionale acquisitie organisatie Westholland Foreign Investment Agency. De kosten van de activiteiten van het IOD in de eerste negen maanden (1999) bedroegen ruim f 65.000 en werden gedekt uit de Reserve Economische Activiteiten.

terug naar boven