Onderwerp
Een substantieel deel van de Delftse bevolking
heeft bij de meningspeiling van de EZH-projecten gestemd op het “Filmhuis
Lumen”. De indieners van de voorstellen vragen om een financiële injectie voor
het behoud van het Filmhuis. Via de EZH-gelden is een bedrag van ƒ 250.000
beschikbaar.
Over de inhoud van deze nota is overleg geweest met
de indieners van de EZH-voorstellen en met het bestuur van het Filmhuis Lumen.
Allen kunnen zich vinden in de in deze nota opgenomen voorstellen.
De gemeente Delft streeft naar een veelzijdig
pakket van culturele voorzieningen in Delft, dat recht doet aan de stedelijke
functie van cultuur. Een hieruit voortvloeiende beleidslijn van de gemeente is
het behoud van de filmhuisfunctie voor Delft. Het Filmhuis Lumen voorziet
hierin met zijn aanbod.
In het 2e hoofdstuk wordt het Filmhuis
en zijn omgeving besproken.
Hiermee rekening houdend is in het 3e
hoofdstuk een oplossing voor de financiële problemen van het Filmhuis
geformuleerd. Het 4e hoofdstuk bevat het dekkingsplan en het
voorstel aan het College.
Het accountantsbureau Ernst&Young heeft in
opdracht van de gemeente Delft een rapportage gemaakt over de financiële
positie van het Filmhuis. Deze rapportage ligt vertrouwelijk ter inzage voor
het College en de Commissie.
Dit hoofdstuk beschrijft kort de huidige situatie
en de omgeving van het Filmhuis. Hiertoe wordt antwoord gegeven op de vragen:
Wat zijn de kansen en bedreigingen van het Filmhuis? Hoeveel subsidie krijgen
vergelijkbare filmhuizen van andere steden? Wat zijn de wensen en voorwaarden
van de gemeente Delft en het Filmhuis?
In november 1999 is een volledig nieuw bestuur van
het Filmhuis benoemd. Dit nieuwe bestuur heeft een aantal maatregelen
getroffen, waardoor de financiële positie van het Filmhuis verbeterd is. Zowel
de exploitatie als de liquiditeit zijn hierdoor in het jaar 2000 verbeterd met
als gevolg dat er op dit moment geen sprake meer is van acute
liquiditeitsproblemen.
De volgende maatregelen zijn getroffen:
1.
Inkomensverhogende
maatregelen.
Met het treffen van diverse maatregelen is het
bestuur erin geslaagd de dalende tendens in de bezoekersaantallen in 2000 om te
zetten in een stijgende lijn. De verwachting is dat er in 2000 tussen de 24.500
en 25.500 betalende bezoekers zullen zijn geweest. In 1999 waren er 23.000
bezoekers. Hierdoor zijn zowel de ontvangen entree gelden als de horeca omzet
in het jaar 2000 gestegen.
De getroffen maatregelen zijn (niet-limitatieve
opsomming):
·
aantrekkelijker maken van de regeling
vrienden/donateurs;
·
uitbreiding/verbetering van het programma
(moviezone op vrijdagmiddag voor scholieren en studenten; sneakpreview
wekelijks i.p.v. tweewekelijks);
·
aantrekkelijker maken van de horeca faciliteit
(sfeer, muziek) teneinde de bestedingen per persoon te verhogen (van f 4,40 naar f 5,00 p.p.)
·
wijziging in de publiciteit (aanwezigheid van het
Filmhuis bij de open week van studenten; verbetering van de home-page);
·
samenwerken met andere organisaties, waaronder de
Vereniging voor Studie en Studentenbelangen Delft (VSSD) en Selam;
·
aantrekken van meer sponsors (o.a. DSM Gist).
2.
Uitgaven verlagende maatregelen.
De kosten zijn als gevolg van
diverse maatregelen (sterk) gedaald ten opzichte van 1999. Zo worden
bijvoorbeeld de schoonmaakwerkzaamheden nu door vrijwilligers gedaan, is er
minder betaald personeel aanwezig en is er gesnoeid in het publiciteitsbudget.
Het Filmhuis is -ondanks de
getroffen maatregelen- nog niet financieel zelfstandig:
·
het kan geen vreemd vermogen meer aantrekken;
·
in 1999 (en naar verwachting in 2000) is er nog
steeds sprake van een negatief exploitatieresultaat (zie bijlage 2);
·
de afgelopen jaren is er geen financiële ruimte
geweest voor de nodige investeringen.
Kansen en bedreigingen voor
het Filmhuis zijn:
·
verdere verbetering van de publiciteit en een meer
doelgroepgerichte marketing benadering;
·
aanwezigheid van draagvlak onder de bevolking voor
steun aan het Filmhuis (zie EZH-uitslag en de inzet van de vrijwilligers);
·
de ambiance, sfeer en de locatie van het Filmhuis.
·
de gebreken van het pand op het punt van
geluidsisolatie (constructiefout);
·
het ontbreken van middelen voor filmeducatie en
landelijke specials;
·
de kwetsbare organisatie door inzet van
vrijwilligers.
De verwachting is, dat er rond
2003/2004 een multiplexbioscoop op het cultuurplein (Zuidpoort) gevestigd is.
Dit is een commerciële bioscoop en als zodanig zal dit nagenoeg geen concurrent
zijn van het Filmhuis. Deze commerciële bioscoop kan het zich niet veroorloven
om niet-commerciële films te draaien. De vestiging van een multiplexbioscoop
kan ook een kans voor het Filmhuis Delft betekenen. Het Filmhuis kan zich
verder profileren door zijn aanbod (cinematheekfilms en arthouse films). Het
Filmhuis ontleent zijn bestaansrecht aan zijn specifieke aanbod en zijn lagere
kosten structuur (in vergelijking met een multiplex bioscoop).
Alle vergelijkbare filmhuizen
met een A-status (2 of meer doeken en een specifiek aanbod) krijgen een
jaarlijkse, gemeentelijke subsidie. Deze kan variëren van ƒ 1,00 tot ƒ 2,00 per
bezoeker of tussen de 20 % en 50 % van de begroting. Dit zou voor het Filmhuis
een bedrag betekenen van ƒ 26.000 tot ƒ52.000 resp. ƒ 88.000 tot ƒ 220.000 op
jaarbasis.
Het overkoepelend orgaan van
filmhuizen, de Associatie van Nederlandse Filmhuizen (ANF), hanteert een norm
voor filmhuizen met een A-status van ƒ 2,50 per inwoner. Dit zou voor
Delft een bedrag inhouden van ƒ 240.000 subsidie per jaar.
De gemeente Delft heeft de
volgende wensen ten aanzien van de oplossingsrichting:
·
het behouden van de filmhuisfunctie voor Delft;
·
het verantwoord bedrijfseconomisch opereren van het
Filmhuis, zonder structurele exploitatiesubsidie en op afstand van de gemeente;
·
het eerst aflossen van de lening met
gemeentegarantie (ƒ 360.000), alvorens de andere leningen af te lossen;
·
het handhaven van het Filmhuis op het Doelenplein.
Het Filmhuis heeft de volgende
wensen ten aanzien van de oplossingsrichting:
·
primair: verlichting rentedruk door de lening met
het hoogste rentepercentage af te lossen, zijnde de lening op de grond;
·
een soepeler regeling projectsubsidies (termijn van
de aanvraag verkorten);
·
financiële steun bij de benodigde investeringen.
In dit hoofdstuk wordt een oplossingsrichting
gepresenteerd om de financiële basis van het Filmhuis te versterken. De beoogde
effecten komen tegelijkertijd aan de orde.
De voorgestelde versterking van de financiële basis
bestaat uit een combinatie van maatregelen, te weten:
1.
het aflossen van de lening met gemeentegarantie
(ƒ 360.000), alsmede het betalen van eventueel verschuldigde boeterente
(ƒ 2.000);
2.
het plegen van enkele benodigde investeringen,
alsmede het bevorderen van een steviger bedrijfseconomisch beheer
(ƒ 88.000);
3.
het versterken van de marketing om zodoende de
stijgende lijn in de opbrengsten van het Filmhuis te borgen (ƒ 50.000).
Het resultaat van deze oplossing is enerzijds een
gedeeltelijke sanering van de schuld, anderzijds het handhaven van de stijgende
lijn in opbrengsten en het “steviger” maken van de bedrijfsvoering van het
filmhuis waardoor het exploitatieresultaat positief wordt en kan blijven.
Hieronder volgen meer in detail de verschillende
maatregelen en de beoogde effecten:
1.
Lening met gemeentegarantie aflossen
Door de lening met gemeentegarantie groot
ƒ 362.000 (incl. boeterente), in één keer af te lossen worden de volgende
effecten bereikt:
1.
Verbetering liquiditeit
Er hoeven (op termijn) minder bedragen gereserveerd te worden voor aflossing
van het vreemde vermogen.
2.
Verbetering solvabiliteit
Door de aflossing daalt niet alleen het vreemde vermogen maar wordt het eigen vermogen ook versterkt waardoor de
solvabiliteit aanzienlijk verbetert.
3.
Verbetering exploitatie
Deze aflossing bespaart het Filmhuis ƒ 23.400 aan rentekosten op
jaarbasis.
Het voordeel van het aflossen van deze lening met
gemeentegarantie is, dat een mogelijke toekomstige claim voor de gemeente (door
de bank) wegvalt.
voorwaarden
·
aflossing van de lening met gemeentegarantie in
2001, in 1 keer (ƒ 360.000);
·
betalen van boeterente door het aflossen van
bovengenoemde lening in 2001 (ongeveer ƒ 2.000); de eventueel
verschuldigde boeterente zal met het voor de overige twee voorstellen
beschikbare bedrag worden verrekend;
·
deze gelden worden -na overeenstemming tussen het
Filmhuis en de bank over de aflossing van de lening- rechtstreeks door de
gemeente aan de bank overgemaakt.
2.
Plegen benodigde investeringen, steviger economisch beheer
Op een aantal fronten heeft
het Filmhuis tot nu toe geen geld kunnen reserveren om toekomstige uitgaven te
kunnen financieren. Het betreft onder andere een voorziening voor het onderhoud
aan het gebouw en de vervanging van interieur en apparatuur. Het hiervoor in
overleg met het bestuur van het filmhuis geraamde bedrag van ƒ 88.000 is
bestemd voor de eerste noodzakelijke investeringen, alsmede een eerste reserve
voor bedrijfseconomisch beheer. Deze gelden worden na goedkeuring van dit
voorstel naar het Filmhuis overgemaakt.
voorwaarden
·
Het bestuur van het Filmhuis maakt in zijn
begroting en jaarverslag inzichtelijk, dat er voorzieningen/reserves op de
balans gecreëerd en gevoed worden voor toekomstige uitgaven op gebied van
onderhoud aan het gebouw en de vervanging van interieur en apparatuur.
Toekomstige exploitatie overschotten zullen derhalve in eerste instantie
gebruikt dienen te worden om middelen te reserveren voor toekomstige
(vervangings)investeringen.
·
Zonder overleg tussen het bestuur van het Filmhuis,
het Vakteam CKE en het College van B&W kunnen de gelden (de ƒ 88.000)
niet voor andere investeringen worden aangewend dan de eerder genoemde
doeleinden.
3.
Versterken Marketing
Er kan nog meer publiek getrokken
worden door de succesvol gebleken doelgroepgerichte marketingacties
(bijvoorbeeld middels het aanleggen van gespecialiseerde adressenbestanden,
uitdelen van introductiepakketten), bredere verspreiding van meer soorten
publiciteitsmateriaal en het verhogen van de naamsbekendheid van het Filmhuis
bijvoorbeeld door openingsactiviteiten bij specials en een
seizoensopening/sluiting. Door deze en andere marketingactiviteiten (zoals het
sponsorbeleid) kunnen de opbrengsten blijvend worden verhoogd.
Hiervoor dient ƒ50.000
beschikbaar te worden gesteld om de volgende doelen te bereiken:
·
in 2001 3 % meer bezoekers (+/- 750 man) aantrekken
dan in 2000.
·
participeren in een (landelijk) festival, een
retrospectief en meer kinder- en jeugdfilms.
Dit gelabelde geld zal over de
komende vier jaar (2001 t/m 2004) verdeeld worden. Dit betekent dat de komende
vier jaar de Gemeente Delft ieder jaar, na ontvangst en bespreking van het de
begroting van het Filmhuis, ƒ 12.500 overmaakt naar het Filmhuis.
·
een kwart van iedere ƒ 12.500 moet verdubbeld
worden door sponsorinkomsten, binnen te halen door het Filmhuis. Dit betekent
extra sponsorinkomsten van ƒ 3.125 op jaarbasis, de komende vier jaar.
·
1x per jaar overleg voeren tussen de gemeente en
het Filmhuis over het jaarverslag (jaarverslag wordt uiterlijk 1 juni
aangeleverd; het gesprek vindt voor 1 juli plaats) en het 1 x per jaar overleg
voeren tussen de gemeente en het Filmhuis over de door het bestuur goedgekeurde
begroting (in november), waarna ƒ 12.500 overgemaakt wordt aan het
Filmhuis.
·
het ieder kwartaal aanleveren van een overzicht met
bezoekersaantallen door het Filmhuis aan het Vakteam CKE.
De totaal benodigde
middelen bedragen ƒ 500.000. Hiervoor is de
volgende dekking aanwezig:
·
EZH-gelden: ƒ 250.000
·
Reserve economische structuur: ƒ 250.000.
Instemmen met:
·
de voorgenomen besteding ad ƒ 250.000 uit de
EZH-gelden en ad ƒ 250.000 uit de Reserve economische structuur aan:
1. het
aflossen van de lening met gemeentegarantie (ƒ 362.000);
2. het
plegen van de benodigde investeringen (ƒ 88.000);
3. het
versterken van de marketing van het Filmhuis (ƒ 50.000).
·
de in de nota opgenomen, aanvullende
subsidievoorwaarden;
·
de 74e begrotingswijziging.
|