30 augustus 2001

naar agenda

Stuk 210 I

Dienst stadsontwikkeling S99008931

Delft, 11 januari 2000.

Onderwerp: Verordening Projectmatige stimuleringsregeling verbetering panden

Aan de gemeenteraad.

Geachte dames en heren,

In de raadsvergadering van 17 december 1998 heeft u er bij de behandeling van de MRSV 1999-2003 mee ingestemd om de regeling voor particuliere woningverbetering per 1 januari 2000 ingrijpend te wijzigen. Subsidiegelden worden dan projectmatig ingezet en de aanpak richt zich op het opknappen van gevels en daken. Een eenvoudige subsidieregeling en een voortvarende aanpak moeten leiden tot een kwaliteitsverbetering in betrekkelijk korte tijd (twee jaar per project).

De subsidieregeling bevordert het opknappen van voorgevels van panden (in sommige gevallen achtergevels of zijgevels) in daartoe aangewezen projecten. Dit kunnen straten in de binnenstad zijn, maar ook herstructureringsgebieden. Voor een integrale kwaliteitsverbetering moeten in ieder geval ook de bij de voorgevel behorende goten en daken worden aangepakt. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de subsidiemethode uit de ‘klussenregeling’ (subsidieregeling woningverbetering door eigenaar/bewoners). Per m¹ of m² meter geldt een vast subsidiebedrag dat gekoppeld is aan een maximum.

De projectmatige stimuleringsregeling voor het verbeteren van panden (PSV) is, evenals de subsidieregeling voor het vervangen van rolluiken, eenvoudig van opzet. De PSV is de juridische basis voor de subsidietoekenning. Indien dat de kwaliteitsverbetering van de stad ten goede komt, kunnen burgemeester en wethouders gemotiveerd van de regeling afwijken.

Het goed onderhouden van een pand is de verantwoordelijkheid van de eigenaar of degene die hiermee juridisch gelijkgesteld kan worden. De gemeente heeft echter belang bij een goede uitstraling van de stad. Vandaar dat zij met deze stimuleringsregeling wil bijdragen aan kwaliteitsverbetering.

De gemeenteraad bepaalt voor welke projecten (straten of gebieden) de stimulerings-regeling geldt en in welke jaren. Gezien de inspanning die het kost om een project tot uitvoering te krijgen, zijn de subsidiegelden twee jaar beschikbaar. De doorlooptijd van de werkzaamheden wordt zo kort mogelijk gehouden om ontsierende steigers in het straatbeeld tot een minimum te beperken.

Welke kosten in aanmerking komen voor subsidie wordt tevoren, per project, door burgemeester en wethouders vastgesteld. Zelfwerkzaamheid wordt in beperkte mate toegestaan.

Alle panden in een aangewezen project die een opknapbeurt nodig hebben, kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Of dat nu bedrijfspanden zijn, huurwoningen of eigen woningen. Daarbij gaat het alleen om subsidie voor de gevelaanpak, de daken en de goten. Voor een intensieve opknapbeurt kunnen bedrijfspanden gesubsidieerd worden vanuit de regeling Steun Bedrijven Stadsvernieuwing (SBS). Voor gemeentelijke monumenten is er een gemeentelijke subsidieregeling (hoofdstuk 3 van de Subsidieverordening Stadsvernieuwing). Gelijktijdig gebruik maken van verschillende subsidieregelingen is toegestaan, mits voor eenzelfde onderdeel geen overlap van subsidies plaatsvindt!

Per project wordt op basis van een plan van aanpak tevoren vastgesteld welke kosten voor subsidie in aanmerking komen. Voor het opknappen van de ‘zicht’gevel (de gevel die voor het pand zichtbepalend is vanaf de openbare weg) bedraagt het subsidiepercentage 30% van de kosten. Voor het vervangen van goten geldt een vast subsidiebedrag van ƒ 50,--
per m¹ met een maximum van ¦ 1.500,-- en voor het vervangen van pannen of andere dakbedekking een vast subsidiebedrag van ƒ 50,-- per m² met een maximum van
¦ 5.000,--.

De vaste subsidiebedragen voor goten en dakbedekking zijn gekoppeld aan een maximum. De subsidies gelden per project en in een daarvoor vastgestelde maximale periode van twee jaar. Er is een beperkte mogelijkheid voor het college om panden in straten die voor latere jaren zijn aangewezen naar voren te halen. Om voortijdige uitputting van het subsidiebudget te voorkomen, kan dit slechts met één jaar.

Is een project eenmaal afgesloten, dan is achteraf geen subsidie meer mogelijk. Daar waar dat noodzakelijk is, zal ons college actief tot aanschrijving op grond van de Woningwet overgaan (ernstige ontsiering en/of eventueel veiligheidsrisico).

Op de gevels in de binnenstad is vaak reclame aangebracht. Per 1 januari 2000 geldt een nieuwe regeling voor alle reclame. De voorwaarden daaruit zijn ook bij de projectmatige stimuleringsregeling van toepassing.

De kwaliteit van de binnenstad wordt straat voor straat verbeterd. Als eerste zijn de straten in het noordelijk winkelgebied aan de beurt. Dit zijn in willekeurige volgorde: Nieuwstraat, Hippolytusbuurt, Wijnhaven, Choorstraat, Boterbrug, Voldersgracht, Vrouw Juttenland,
H.G. Kerkhof, Voorstraat/Oude Kerkstraat, Peperstraat, Doelenplein en de achtergevels van de panden aan de Markt die grenzen aan deze straten.

De resultaten van de workshops die de gemeente organiseert, zijn leidend voor de volgorde van opknappen van de straten. De straten moeten binnen twee jaar gerekend na datum van aanwijzing zijn opgeknapt.

Tot en met 2003 is in de MRSV jaarlijks ƒ150.000,-- gereserveerd voor de projectmatige verbetering van panden. Omdat de looptijd van een project twee jaar is, is daarvoor ¦  300.000,-- (2x ¦ 150.000,--) aan subsidiegeld beschikbaar. Voor bedrijvensubsidie is in de MRSV jaarlijks ¦ 450.000,-- gereserveerd. Van beide regelingen wordt bij de projectmatige verbetering van panden gebruik gemaakt. De budgetten tezamen zijn voldoende voor de projectmatige verbetering van de stad. Uit praktische overwegingen is het wenselijk beide regelingen samen te voegen. Dit wordt nader onderzocht en zal dan met de opstelling van de nieuwe MRSV in 2000 worden voorgelegd en verwerkt.

De projectmatige stimuleringsregeling verbetering panden komt in de plaats van de subsidieregeling Woningverbetering door eigenaar/bewoners, het huidige hoofdstuk 2 van de Subsidieverordening Stadsvernieuwing.

Onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie Leefbaarheid stellen wij u voor:

• In te stemmen met de verordening Projectmatige stimuleringsregeling verbetering panden;

• voor de periode 2000 en 2001 het noordelijk winkelgebied aan te wijzen als eerste project. Dit zijn, in willekeurige volgorde: Nieuwstraat, Hippolytusbuurt, Wijnhaven, Choorstraat, Boterbrug, Voldersgracht, Vrouw Juttenland, H.G. Kerkhof, Voorstraat/Oude Kerkstraat, Peperstraat, Doelenplein en achtergevels van de panden aan de Markt die grenzen aan deze straten;

• De regeling per 1 januari 2000 in werking te laten treden;

• De subsidieregeling Woningverbetering door eigenaar/bewoners, het huidige hoofdstuk 2 van de Subsidieverordening Stadsvernieuwing, per 1 januari 2000 in te trekken.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Delft,

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.

N. Roos ,secretaris.

Stuk 210 II

Dienst stadsontwikkeling S99008931

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 januari 2000;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de subsidieverordening Projectmatige stimuleringsregeling verbetering panden,

In deze verordening wordt verstaan onder:

• pand een bedrijfspand, huurwoning of eigen woning;

• project een straat of gebied;

• projectmatige verbetering het in onderling samenhang en binnen een periode van twee jaar opknappen van panden gelegen binnen een door de gemeenteraad voor subsidiëring aangewezen project;

• werkomschrijving beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden;

• workshop bijeenkomst waarbij ideeën worden gevormd om met gezamenlijke inspanning tot een gewenst resultaat te komen;

• zichtgevel gevel die voor het pand zichtbepalend is vanaf de openbare weg (doorgaans de voorgevel).

Jaarlijks stelt de gemeenteraad een subsidieplafond vast en wijst de projecten (straten of gebieden) aan die voor subsidie in aanmerking komen.

Tegelijk stelt de gemeenteraad de periode van geldigheid hiervan vast.

Voor de aangewezen projecten vinden workshops plaats. Deze zijn leidend voor de volgorde van aanpak van de straten.

Burgemeester en wethouders beslissen op aanvragen om subsidie op grond van deze verordening. Zij gaan hierbij uit van de volgorde van binnenkomst.

Burgemeester en wethouders kunnen besluiten voor een pand in een aangewezen project met voorrang subsidie toe te kennen om dit pand eerder op te knappen.

Om te voorkomen dat het beschikbare budget vroegtijdig uitgeput raakt, kan het
opknappen van een dergelijk pand hoogstens één jaar eerder dan gepland plaatsvinden.

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie toekennen voor het herstellen van de zichtgevel van een pand, de daarbij behorende dakgoot en/of het vervangen van de dakbedekking in een daartoe aangewezen project.

De subsidie voor dakbedekking wordt alleen toegekend als de dakbedekking in combinatie met de zichtgevel wordt verbeterd.

Burgemeester en wethouders stellen per project vast, welke kosten voor subsidie in aanmerking komen, waaronder de geraamde en door burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

• de aanneemsom;

• de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

• het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht, en de bestedingskosten;

• de leges voor de bouwvergunning;

• de verschuldigde omzetbelasting.

Burgemeester en wethouders staan in beperkte mate zelfwerkzaamheid toe.

Subsidieaanvragen moeten worden ingediend op een daartoe door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

Bij de aanvraag moet worden ingediend:

• werkomschrijving;

• tekening(en);

• raming/offerte van de kosten;

• als er een bouwvergunning nodig is, een kopie van de vergunning.

Indien de aanvraag niet aan bovengenoemde eisen voldoet, stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de aanvraag te herstellen en/of aan te vullen.

Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag als bedoeld in lid 1 binnen

8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen of is hersteld of is aangevuld, echter niet eerder dan nadat is beslist op:

• melding ingevolge artikel 42 van de Woningwet, voor zover deze is vereist;

• de bouwvergunning en vergunning duurzaam bouwen, voor zover deze is vereist;

• de wijzigingsvergunning monumenten, voor zover deze is vereist.

Aan het toekennen van subsidie kunnen voorwaarden worden verbonden.

De gevraagde subsidie kan worden geweigerd, indien:

• het pand zich niet in een daartoe aangewezen gebied bevindt;

• met de nodige werkzaamheden is begonnen voordat de aanvraag is ingediend;

• het herstel van zichtgevel en/of dak niet voldoet aan redelijke eisen van welstand en/of monumentale onderdelen van het pand worden aangetast.

De gevraagde subsidie wordt geweigerd, indien:

• het budget voor de toepassing van deze verordening uitgeput is door het bereiken van het subsidieplafond;

• de zichtgevel en/of het dak van het pand waarvoor subsidie wordt aangevraagd in goede staat verkeert en om die reden niet verbeterd behoeft te worden;

• als het pand zich in een gebied bevindt dat geen project meer vormt waarvoor deze verordening geldt;

• deze wordt aangevraagd door of ten behoeve van een projectontwikkelaar.

Indien voor panden op grond van deze verordening of op grond van enige andere regeling subsidie is verleend voor het herstel van de zichtgevel, de goten en/of het dak, kennen burgemeester en wethouders geen subsidie meer toe voor deze onderdelen, ook niet op grond van andere regelingen.

De subsidie, zoals bedoeld in artikel 2, bedraagt:

• voor de zichtgevel 30% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen;

• ƒ 50,-- per m¹ voor het vervangen van de dakgoten aan de zichtgevel met een maximum subsidiebedrag van ¦ 1.500,--;

• ¦ 50,-- per m² voor het vervangen van pannen of andere dakbedekking met een maximum subsidiebedrag van ¦ 5.000,--.

Vaststelling en uitbetaling van de toegekende subsidie vindt slechts plaats, indien:

• aan de bij de toekenning gestelde voorwaarden is voldaan; en

• de benodigde werkzaamheden binnen de daarvoor vastgestelde projecttijd van twee jaar zijn uitgevoerd; en

• de werkzaamheden zijn gereed gemeld met het daarvoor bestemde gereedmeldingsformulier en de gespecificeerde originele rekeningen aan burgemeester en wethouders zijn overgelegd en akkoord bevonden.

Burgemeester en wethouders stellen de subsidie lager vast, indien de daadwerkelijk gemaakte kosten lager zijn dan het toegekende subsidiebedrag.

Burgemeester en wethouders weigeren vaststelling en uitbetaling van de subsidie, indien niet is voldaan aan de voorwaarden die aan de subsidietoekenning zijn verbonden.

In bijzondere gevallen en met inachtneming van het doel van deze verordening, kunnen burgemeester en wethouders gemotiveerd afwijken van deze verordening.

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2000.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening projectmatige stimuleringsregeling verbetering panden".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 januari 2000.

,burgemeester.

,secretaris.