bijlage 1
REGELING TER ONDERSTEUNING VAN KLEINSCHALIGE
PROJECTEN OP HET GEBIED VAN BEELDENDE KUNST
EN VORMGEVING
aanvullende criteria op grond van artikel 4.3, lid 2.
van de subsidieverordening maatschappelijke activiteiten
Het doel van deze regeling
is:
·
het kunstaanbod buiten
het atelier en de reguliere tentoonstellingskanalen te spreiden
·
de betrokkenheid van het
publiek te vergroten
·
de maatschappelijke
betekenis van het beeldend werk te versterken
·
de inhoud en de
betekenis van het werk door een bredere context te versterken.
Artikel 1.
De regeling is ingesteld
voor:
1. in Delft woonachtige
beeldende kunstenaars
2. bewonersgroepen of
non-profit instellingen
3. bedrijven
4. de gemeente Delft
Artikel 2.
De regeling is bedoeld om:
1. beeldende kunstenaars door middel van een financiële bijdrage de
mogelijkheid
te bieden een project te realiseren
2.
bewonersgroepen of instellingen
door middel van een financiële bijdrage de gelegenheid
te
bieden hun omgeving door middel van een beeldende kunstproject te
verbijzonderen.
3.
bedrijven door middel van een
bijdrage aan het honorarium van een kunstenaar de
mogelijkheid
te bieden een beeldende kunstproject te laten realiseren.
4.
de gemeente de mogelijkheid te
bieden een schetsontwerp te laten vervaardigen om de
kansen van beeldende kunst op een door haar aan te wijzen
locatie te onderzoeken.
Artikel 3.
1. voor deze regeling is ƒ 100.000,-- op jaarbasis beschikbaar.
2. per project wordt maximaal ƒ20.000,-- ter beschikking gesteld
3.
de subsidie kan door het hele
jaar worden aangevraagd
4.
Aanvragen worden in volgorde
van binnenkomst behandeld
Artikel 4.
1.
De subsidie heeft uitsluitend
betrekking op in Delft wonende en/of werkende kunstenaars.
2.
Er wordt per aanvrager maximaal
een maal per twee jaar een subsidie verstrekt.
3.
De subsidie is bestemd voor de
dekking van het tekort bij een project
4.
Het publiek moet kennis kunnen
nemen van het project.
Artikel 5.
Zij die gebruik willen maken
van de subsidie dienen een aanvraag in, die in ieder geval de
volgende elementen dient te
omvatten.
·
een inhoudelijke
omschrijving van het project met een zodanige inzicht in alle aspecten dat
duidelijk is dat het project realiseerbaar is.
·
een begroting en
dekkingsplan waaruit blijkt wat de bijdrage van derden is, met name van hen die
bij het project betrokken zijn.
·
een curriculum vitae van
de kunstenaar
·
een relevante
documentatie van op A4 formaat
Artikel 6.
Indien
de aanvraag aan de kriteria van artikel 4 en5 voldoet, wordt hij beoordeeld
door de AdviesCommissie Beeldende Kunst (ACBK) op de volgende kunstinhoudelijke
grondslagen:
·
betekent het project qua
inhoud en betekenis een verrijking en verdieping van het werk van de
kunstenaar.
·
betekent het werk een
aanwinst op het bestaande kunstaanbod.
·
heeft het werk een
innoverend karakter
·
wat is de kwaliteit van
het aanbod in relatie tot andere aangeboden projecten en het beschikbare
budget.
Artikel 7.
Het advies van de ACBK gaat
vergezeld van het advies van het vakteam Cultuur Kennis en Economie ter besluitvorming naar het college van
Burgemeester en wethouders, waarna de aanvrager schriftelijk van het besluit op
de hoogte wordt gebracht.
Artikel 8.
De nota beeldende kunstbeleid
in de jaren 2001-2004 vastgesteld door het college van burgemeester en
wethouders op
maakt als toelichting onderdeel uit van deze verordening
Slotbepaling
De regeling treedt in werking
op de dag na bekendmaking en geldt voor onbepaalde tijd.
Aldus vastgesteld in de
vergadering van Burgemeester en wethouders op
, burgemeester
, secretaris