HANDHAVINGSARRANGEMENT
PARKEER- EN VERKEERSVOORSCHRIFTEN BINNENSTAD DELFT
april 2001
Gemeente Delft
Politie Haaglanden, district Delft/Pijnacker/Nootdorp
Openbaar Ministerie parket Den Haag, district
Delft/Pijnacker/Nootdorp
=================================================================
INHOUD
I Inleiding
II Overwegingen
III Fiscale handhaving parkeervoorschriften
IV Administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften
V Inwerkingtreding, evaluatie en
ondertekening
==================================================================
I. INLEIDING
De realisatie van een autoluwe Binnenstad is
aanleiding om de bestuurlijke, politiële en justitiële afspraken ten aanzien
van de handhaving van parkeer- en verkeersvoorschriften te herzien en helder af
te bakenen. In de Delftse Binnenstad vindt namelijk de komende jaren een
ingrijpende herinrichting plaats, die globaal het volgende inhoudt:
·
creatie van een groot
aaneengesloten voetgangersgebied in het kernwinkelgebied (autoluw-plus) (gebied
A op bijgaande kaart)
·
uitbreiding van het
gebied waarin parkeren fiscaal wordt gereguleerd tot de gehele Binnenstad. Dit
gedeelte wordt tevens 30 km-gebied (autoluw) (gebied B op bijgaande kaart)
Aangezien de werkzaamheden van de
parkeercontroleurs nauw samenhangen met die van politie en justitie wordt
hieronder een aantal gezamenlijke overwegingen en afspraken geformuleerd van
gemeentebestuur, politie en justitie. De interne werkprocessen worden op deze
afspraken (her-)ingericht. De afspraken hebben geen betrekking op de toegang
tot het autoluw (plus) gebied, maar op het parkeer- en verkeersgedrag in de
Binnenstad van Delft.
In de Delftse Binnenstad kunnen
na de herinrichting drie soorten eenvoudige en veel voorkomende overtredingen
plaatsvinden:
·
niet of te weinig betalen
van parkeerbelastingen in het gereguleerde gebied
·
overtredingen van het
Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) door stilstaand verkeer
·
overtredingen van het
RVV 1990 door rijdend verkeer
In de huidige situatie zijn de parkeercontroleurs
bevoegd tot het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelastingen en het
opleggen van een administratieve sanctie ten aanzien van stilstaand verkeer
voor gedragingen die bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 strafbaar zijn
gesteld. Politieambtenaren zijn bevoegd tot het opleggen van een
administratieve sanctie ten aanzien van stilstaand en rijdend verkeer.
II. Overwegingen
Uitgangspunt bij de handhaving van parkeer- en
verkeersvoorschriften is dat de overheid zichtbaar en eenduidig reageert op de
overtreding van deze voorschriften. Gemeente, politie en justitie ondersteunen
elkaar daartoe in het te volgen beleid.
De uitbreiding van het aaneengesloten
voetgangersgebied brengt een te verwachten toename met zich mee van het aantal
gedragingen in strijd met de verkeersvoorschriften van het RVV 1990 door
rijdend verkeer (m.n. fietsers en motorvoertuigen). Aangezien dit relatief eenvoudige overtredingen zijn is het niet wenselijk
om in hoofdzaak politieambtenaren met de handhaving van deze voorschriften te
belasten.
Het is maatschappelijk niet wenselijk dat het, bij de
feitelijke handhaving van verkeersvoorschriften ten aanzien van stilstaand
verkeer in het aangesloten voetgangersgebied, voor de feitelijk handhavende
parkeercontroleur niet mogelijk zou zijn ook tevens gedragingen in strijd met
verkeersvoorschriften door rijdend verkeer te handhaven.
Het opleggen van administratieve sancties door
parkeercontroleurs voor gedragingen die
bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 strafbaar zijn gesteld in de gereguleerde gebieden is ondersteunend aan de
fiscale handhaving van parkeervoorschriften.
III Fiscale handhaving parkeervoorschriften
De gemeentelijke parkeercontroleurs zijn exclusief
bevoegd tot het opleggen van naheffingsaanslagen parkeerbelasting. Zij oefenen
deze bevoegdheid uit in alle gereguleerde gebieden in Delft.
IV Administratiefrechtelijke handhaving
verkeersvoorschriften
In het voetgangersgebied in de Binnenstad van Delft
(gebied A) wordt de
administratiefrechtelijke handhaving van verkeersvoorschriften ten aanzien van
stilstaand en rijdend verkeer primair uitgeoefend door de gemeentelijke
parkeercontroleurs. Politieambtenaren zullen in voorkomende gevallen
eveneens handhavend optreden.
In de autoluwe zone in de Binnenstad van Delft (gebied B)
wordt de administratiefrechtelijke handhaving van verkeersvoorschriften ten
aanzien van stilstaand verkeer primair uitgeoefend door de gemeentelijke
parkeercontroleurs. Administratiefrechtelijke handhaving van
verkeersvoorschriften ten aanzien van rijdend verkeer worden door
parkeercontroleurs en politieambtenaren gelijkelijk uitgeoefend.
In geval van letsel, gebruik van geweld of het niet
opvolgen van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel zal de politie bijstand
verlenen dan wel de handhaving en opsporing overnemen.
De administratiefrechtelijke handhaving ten aanzien van
rijdend verkeer heeft alleen betrekking op de gedragingen in strijd met de in
de Bijlage genoemde voorschriften (artt. 5, 6 10, 60, 62 en 82 RVV 1990).
V Inwerkingtreding, evaluatie en
ondertekening
Dit arrangement treedt in werking na goedkeuring door
het College van B&W van de gemeente Delft, na daadwerkelijke toekenning van
buitengewone opsporingsbevoegdheden voor genoemde artikelen aan de
parkeercontroleurs, en zodra het voetgangersgebied feitelijk, in fasen, is
gerealiseerd.
Een jaar na inwerkingtreding vindt evaluatie plaats.
De uitkomsten hiervan kunnen tot bijstelling van dit arrangement leiden.
Delft, .... april 2001
Gemeente Delft,
mr. H.M.C.M. van Oorschot R. Grashoff
burgemeester wethouder
Duurzaamheid
Politie Delft/Pijnacker/Nootdorp,
A.G. Hofkes
(wnd.) districtschef
Openbaar Ministerie parket Den Haag,
mw. mr. D.A.T. van der Heem
Gebiedsofficier van Justitie Delft/Pijnacker/Nootdorp