Straat tussen bioscoop en theater
Specifiek bestemmingsplantechnisch
·
Enkele fracties
vragen zich af of de maat en schaal van het plan wel bij Delft passen. Is dit
niet te massaal?
De discussie over maat en
schaal zijn reeds uitvoerig aan de orde geweest bij de eerdere besluitvorming
over het schetsplan plus en over het voorlopig ontwerp. Bij het voorlopig ontwerp
zijn bouwhoogten en rooilijnen al vrij vergaand vastgelegd bij raadsbesluit.
Het bestemmingsplan is, marginale verschillen daargelaten, in deze volgend aan
de eerder genomen besluiten.
·
Is vanaf de
Sebastiaansbrug de binnenstad nog wel te zien?
Het Zuidpoortgebied maakt
straks onderdeel uit van de binnenstad en zal het zicht vanaf de zuidkant in
grote mate bepalen. Dit zicht wordt tot heden bepaald door de zuidrand van het
winkelcentrum de Veste, hetgeen niet als hoogwaardig beeld kan worden
gekenschetst. Met de bouw van Zuidpoort zal het zicht op de stad van deze kant
verbeteren. De karakteristieke kerktorens zullen boven de bebouwing zichtbaar
blijven, zoals ook weergegeven in de artist-impression behorende bij het
Voorlopig Ontwerp voor veld 5 & 7.
·
De straat is te
smal. Hoe zit het met de sociale veiligheid van deze lokatie?
Deze straat is op het
smalste punt nabij het cultuurplein ca 6 meter, verder naar achteren verbredend
tot ca 8 meter nabij de entree van de discotheek. Dit is een vrij normale maat
voor een straat in de binnenstad. (bv. de Breestraat is ca 7 meter). De gevel
van de bioscoop zal vrijwel volledig uit glas bestaan met direct achter het
glas een grote open trap ten behoeve van de interne ontsluiting van de
bioscoop. Hierdoor ontstaat een visuele verbinding tussen de
verkeersbewegingen in de bioscoop en op straat. Aan de andere zijde van de straat bevindt
zich het theater dat ook grotendeels een glazen gevel heeft. Door het visuele
contact dat hierdoor ontstaat tussen de bezoekers van theater en bioscoop en de
passanten in de theaterstraat wordt de sociale veiligheid bevorderd. Daarnaast
zal de sociale veiligheid ook aandacht krijgen bij de inrichting van de
openbare ruimte (met name verlichting).
·
Kan de straat
niet worden dichtgebouwd en de straat daardoor beter als binnenstraat fungeren?
Technisch kan dat, maar
het wordt architectonisch niet als wenselijk gezien. Je “plakt” dan twee zeer
verschillende gebouwen aan elkaar. Tevens ontstaan problemen met de
openbaarheid: indien het dichtgebouwde deel als openbare weg zou moeten
functioneren, ontstaat het risico van een (te) aantrekkelijke hangplek (vgl.
sommige overdekte winkelcentra). Bij afsluiting van het overdekte deel wordt
een relevante aanlooproute vanaf de openbaar vervoerhalte naar het cultuurplein
afgesneden.
·
Is een glazen
afscheiding van de discotheek niet onvoldoende om de geluidsbelasting te
verminderen?
Ja, alleen een glazen
afscheiding is onvoldoende. Ten behoeve van de geluidsisolatie van zowel
discotheek als ook de bioscoop worden dan ook aanvullende bouwkundige en
constructieve maatregelen genomen (“doos in doos constructie”). Omdat het hier
nieuwbouw betreft kunnen de akoestische eisen meteen in het ontwerp worden
meegenomen. De eigenlijke discotheekruimte zal waarschijnlijk ook niet achter
de glazenwand worden gesitueerd, maar daaronder achter een gesloten gevel.
·
Wordt de aanbouw
van het Hoogovenspand maximaal de vloerhoogte van de bovenste verdieping?
Een strook van minimaal 8
meter grenzend aan het Hoogovenspand zal maximaal reiken tot de vloerhoogte van
de bovenste verdieping. Hierdoor kan tevens extra buitenruimte voor deze
woningen worden gecreëerd. Van de rest van de aanbouw mag maximaal 50% een
hoogte krijgen van 16 meter. Dit hoogte accent is bedoeld om een goede
ruimtelijke begrenzing van het winkelplein mogelijk te maken. Bij het afzonderlijk vaststellen van het
D.O. voor de herontwikkeling van het Hoogovenpand (medio 2002) kan dit nader
worden bezien.
·
Het cultuurplein
is geen plein meer, maar een straat. Kunnen er in het ontwerp aanpassingen
worden gedaan om er toch meer een plein van te maken?
Het cultuurplein is zeker
geen straat: de breedte verloopt van 15 tot 20 meter, bij een lengte (tot aan
de hoek van het theater) van ca 30 meter. Ter vergelijking: de maten zijn van
een zelfde ordegrootte als die van het Heilige Geest Kerkhof. Het cultuurplein
wordt nog verruimd door op de begane grond de gevel van het bioscoopcomplex te
laten terugspringen (2 a 3 meter). De bestemmingsplankaart geeft dit niet aan,
omdat daarin de buitenste contour van het bouwvolume moet worden aangegeven. In
de voorlopige presentatie van het D.O. was deze terugspringing te zien, bij de
vaststelling van het D.O. zal dit duidelijker worden gepresenteerd. De
inrichting van het plein is thans nog in studie. De gepresenteerde
inrichtingsvariant benadrukt nog niet voldoende het pleinkarakter. Dit zal bij
de nadere uitwerking van het buitenruimte-ontwerp de nodige aandacht krijgen.
·
Kan de bouwhoogte
van het paviljoen niet naar beneden?
Dat kan wel, maar dan
heeft het paviljoen niet meer de gewenste ruimtelijke functie. Daarnaast is het
de bedoeling dat er in het paviljoen een horecagelegenheid (grand café) gevestigd
wordt. Verlaging van het paviljoen,
zonder uitbreiding van de oppervlakte zou ook betekenen dat het gebouw te klein
wordt voor de vestiging van een goede horecagelegenheid. Overigens kan bij de vaststelling van het
D.O. in september eventueel nog voor een ander (kleiner) bouwvolume worden
gekozen, indien daar dan aanleiding toe bestaat. Het bestemmingsplan legt
immers alleen het maximale bouwvolume vast.
·
Hoe kan de
uitstraling van het paviljoen worden verbeterd?
De uitstraling is
aanzienlijk beter dan nu in de gepresenteerde VR te zien was. Aan de architect
en MAB is nu dringend gevraagd het ontwerp beter te presenteren voorafgaand aan
de vaststelling van het D.O. Behalve
een verbeterde VR zullen gevelfragmenten en zo mogelijk een maquette worden gemaakt.
·
Is een
piramidevorm, zoals voorgesteld door de belangenvereniging, niet een betere
oplossing?
·
Kan de ingang van
het theater niet beter op de plek blijven waar het nu zit?
Verplaatsing van de theater-entree
naar de hoek van het gebouw, aan het cultuurplein, is functioneel en technisch
goed mogelijk. De wenselijkheid van het verplaatsen van de entree naar de meer
prominente plek aan het cultuurplein is reeds bij de vaststelling van het
schetsplan plus aangegeven. Dit najaar zal een concreet voorstel aan de
raadscommissie worden voorgelegd. Nut en noodzaak van de operatie kunnen dan,
indien door fracties gewenst, uiteraard alsnog ter discussie worden gesteld.
·
Wat is de stand
van zaken tussen de gemeente en architect Hoogstad in relatie tot het theater?
In de tweede week van
juni heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen Hoogstad en de hoofd
stedenbouwkundige van de MAB om de bouwplannen voor veld 5 en 7 in relatie tot
het theater nader toe te lichten. Dit gesprek is in goede sfeer verlopen. In
dit gesprek heeft de heer Hoogstad onder meer verzocht om een onderhoud met de
verantwoordelijke wethouder. Dit gesprek zal op korte termijn georganiseerd
worden.
·
Kan de
zichtbaarheid van het theater vanaf het cultuurplein worden gegarandeerd,
bijvoorbeeld door de gevel van de bioscoop terug te leggen?
Dit is intussen aangepast
in het D.O. De zichtbaarheid van de hoek van het theater en de gekromde
gevelwand aan de Zuiderstraatzijde zijn daarmee gegarandeerd. (zie ook antwoord
op vraag over cultuurplein)
·
Heeft de gemeente
zich in de richting van de woonbootbewoners wel aan de afspraken gehouden?
Medio januari van dit
jaar is met een brief aan de woonbootbewoners aangegeven dat in juni contact
met hen zou worden opgenomen over de verplaatsing en herschikking van de
woonboten. Dit is gebeurd. De woonbootbewoners zijn tijdig uitgenodigd voor een
gesprek met wethouder Grashoff op maandag 2 juli a.s.
·
Kunnen de
woonbootbewoners niet een individuele benadering krijgen?
Vooruitlopend op het
geplande collectieve gesprek van 2 juli a.s. is tijdig telefonisch kontakt
gelegd met de bewoners van de 3 woonboten aan de zuidzijde die volgens plan
naar de noordzijde van de Zuidergracht zouden worden verplaatst, ten einde met
hen afzonderlijk een overleg te hebben. Na aanvankelijke weigering door enkele
van deze bewoners is dit gesprek op 26 juni j.l. alsnog gevoerd. Na de bespreking
op 2 juli a.s. zal uiteraard op diverse aspecten nog, zowel gezamenlijk als
individueel verder worden gesproken.
·
Waarom is er niet
eerder met de woonbootbewoners overlegd?
Deze periode is nodig
geweest om te komen tot concrete voorstellen voor herschikking, waarover een
zinvol gesprek mogelijk is. Met name diende alsnog een boot te worden
aangekocht om voldoende ruimte te hebben voor de herschikking. Daarop is thans
concreet uitzicht, zodat nu een herschikkingsvoorstel en flankerende
voorstellen voor aanpassing van de verordening, noodzakelijke
baggerwerkzaamheden e.d. kunnen worden besproken.
·
Kan veld 10 aan
de kant van de Ezelsveldlaan worden aangepast, zodat dit beter bij de omvang
van de dienstwoningen past?
Bij de architectonische
uitwerking van de plannen voor veld 10 zal zeker gereageerd moeten worden op de
schaal van de naastgelegen dienstwoningen. Deze uitwerking zal worden voorgelegd aan de raadscommissie
Duurzaamheid. Ook hiervoor geldt dat het bestemmingsplan op dit moment alleen
de maximale bouwruimte aangeeft.
·
De plint langs de
begane grond lijkt nogal fors, vanwege de half verdiepte parkeerlaag. Heeft dit
geen negatieve gevolgen voor de beleving vanaf maaiveld?
Parkeren op veld 9 mag
alleen ondergronds. Half verdiept parkeren is derhalve niet toegestaan. De
publieksgerichte plintfunties bevinden zich dus direct op maaiveld. De maximale
hoogte van de plint is 5,5 m. Een en ander komt terug bij de beoordeling
van het ontwerp voor de Marcushof in de raadscommissie.
·
Kan worden
uitgelegd wat wordt bedoeld met de ambtshalve wijziging nummer 1? Welke
consequenties heeft dit?
De ambtshalve wijziging nummer 1 houdt in dat de zuidelijke rooilijn van de velden 5 en 7 iets naar het noorden is opgeschoven. De rooilijn van veld 10 is iets naar het zuiden verschoven. De wijziging is aangegeven op de bij het vaststellingsbesluit behorende kaart van wijzigingen.
De rooilijn was op de plankaart van het ontwerp-bestemmingsplan door een administratieve fout niet correct weergegeven. De verschuiving heeft geen consequenties.
·
Zijn de twee
“nagekomen” bezwaarschriften nu ook beantwoord? Weten de indieners hiervan?
De zienswijzen nummer 48 en nummer 49 zijn in het concept “Notities zienswijzen” niet beantwoord omdat zij te laat zouden zijn ingediend. Gedurende de hoorzitting in de commissie Duurzaamheid van 9 mei 2001 heeft één van de indieners een brief van de gemeente overhandigd waaruit bleek dat de ontvangstdatum later is gecorrigeerd. Daarmee zijn de zienswijzen wel ontvankelijk. Tijdens de hoorzitting is toegezegd dat die zienswijzen alsnog zouden worden beantwoord. Dit is inmiddels gebeurd. Na de behandeling van het bestemmingsplan in de commissie Duurzaamheid op 22 mei is dit nogmaals bevestigd aan reclamant.
·
Krijgen de
indieners van bezwaarschriften nog definitief antwoord van de gemeente? Wat is
de reguliere procedure hieromtrent?
Indieners van zienswijzen op een ontwerp-bestemmingsplan krijgen een uitnodiging om hun zienswijzen mondeling toe te lichten tijdens een vergadering van de commissie Duurzaamheid. Tegelijk met die uitnodiging ontvangen zij een concept notitie samenvatting en beantwoording zienswijzen (Notitie zienswijzen).
Het definitieve antwoord van de gemeente op de zienswijzen kan pas gegeven worden nadat de gemeenteraad zich daarover heeft uitgesproken en het bestemmingsplan heeft vastgesteld. Het antwoord wordt zo spoedig mogelijk na de gemeenteraadsvergadering waarin het plan is behandeld, verzonden. Met het definitieve antwoord ontvangen de indieners een brief waarin het verdere verloop van de procedure wordt toegelicht. Zij worden onder meer op de hoogte gebracht van datum en termijn van de ter inzagelegging van het vastgestelde plan en hun mogelijkheden bedenkingen in te dienen tegen het plan bij Gedeputeerde Staten.
·
Is er ruimte voor
een jeugdherberg in Zuidpoort?
·
Kan de bestemming
‘nachthoreca’ op de panden Achterom worden geschrapt?
Op de koppanden van het Achterom rust de bestemming Centrumdoeleinden met een aanduiding dat ter plaatse een horecavoorziening is toegestaan met een maximum oppervlak van 100 m² behorend tot categorie 1 en 2. Dit betekent dat zowel dag/avond horeca (categorie 1) is toegestaan als dag/avond en nachthoreca (categorie 2), maar geen discotheek. De sluitingstijden worden niet in het bestemmingsplan geregeld. Dit is een kwestie van openbare orde en word geregeld in de exploitatievergunning. De horeca bestemming is opgenomen voor die panden omdat de panden liggen aan de horecaroute vanuit de Binnenstad. Bovendien zijn de panden gelegen in de directe omgeving van het cultuurplein waar, in tegenstelling tot het winkelplein, de wat zwaardere horecagelegenheden mogelijk worden gemaakt.
·
Is er ruimte
opgenomen in het plan voor speelplekken?
Speelvoorzieningen zijn mogelijk op die locaties waar de bestemming “verblijfsgebied” en “openbaar groen” op rust. Die locaties zijn onder meer gelegen op de verhoogde maaivelden van de bebouwing op de velden 5 en 7, de binnenhoven van de velden 9 en 10 en de reeds bestaande openbaargroen-voorzieningen. In de bouwplannen van de MAB wordt een speelvoorziening meegenomen op het verhoogde maaiveld van de velden 5 en 7.
In bestemmingsplannen is de aanduiding “speelplek” gereserveerd voor de speelplaatsen die zijn opgenomen in het Delftse Speelplaatsenbeleid. Die aanduiding regelt dat op de betreffende locatie uitsluitend speelvoorzieningen mogen worden gebouwd.
In het plangebied ligt één zo’n speelplaats, te weten achter het Yperdek.
·
Hoe is de
bereikbaarheid van taxi´s voor het theater (en andere functies)?
Taxi’s kunnen via Asvest
en Achterom het Cultuurplein bereiken. Bij de uitwerking van de openbare ruimte
zal nog worden bezien of het mogelijk en wenselijk is om ook taxistandplaatsen
te realiseren. Deze worden echter niet vastgelegd in het bestemmingsplan.