Vakteam CKE,
4 oktober 2001
Inleiding 4
1.1 Amateurkunstplatform 4
1.2 Promotie
Amateurkunst 5
1.2.1 Amateurkunstgids en –website
5
1.2.2 Uitladder 6
1.2.3 Prijsvraag 6
1.2.4
Amateurkunst Manifestatie
6
1.2.5
Startschot promotie amateurkunst 6
1.3 De Nieuwe
Amateur
7
1.4 Subsidiemethodiek
Amateurkunst
7
1.4.1 Van exploitatie- naar projectsubsidie 7
1.4.2 Culturele Verhuringen 8
1.5 Inzet
financiële middelen 9
Korte beschrijving van de inhoud van de 2e fase
van het Amateurkunstbeleid in 2002 10
“Het college ondersteunt het initiatief tot oprichting
van een organisatie die bemiddelt tussen de vraag naar en het aanbod van
repetitie en opvoeringruimtes voor amateurkunstgezelschappen. Het bevorderen
van cultuurdeelname is een belangrijk onderdeel van het cultuurbeleid. Het
college wil actieve en passieve cultuurparticipatie bevorderen door een
gevarieerd en dynamisch aanbod van culturele voorzieningen, goede marketing en
drempelverlaging. Deze drempelverlaging zal bereikt moeten worden door onder
andere tegemoetkoming in de kosten voor actieve cultuurparticipatie.” (Bron:
Collegeprogramma 1998-2002)
“In het collegeprogramma staan de doelen op het gebied
van amateurkunst verwoord. Enerzijds is dat het vergroten van cultuurdeelname.
Daarin staat het stimuleren van participatie, in actieve en passieve zin
centraal. Instrumenten daarvoor zijn onder andere een cultuur- of
amateurkunstprijs en een actievere marketing van het aanbod. Om de participatie
te vergroten en beter tegemoet te komen aan gemaakte kosten voor het beoefenen
van amateurkunst, wordt voorgesteld het subsidiebudget voor amateurkunst te
verhogen.
Anderzijds wordt de accommodatieproblematiek op dit moment
onder handen genomen. Een belangrijk probleem blijkt te zijn het op elkaar
afstemmen van vraag en aanbod van verschillende soorten oefenruimtes. Om deze
afstemming te ondersteunen is onder meer een interactieve website nodig die ook
als marketinginstrument gebruikt gaat worden. In 2002 wordt een plan geschreven
waarin de ruimteproblematiek, initiatieven als De Nieuwe Amateur en de
Amateurkunstmanifestatie zijn verwerkt.”
(Bron: Zomernota 2002-2005)
Het college richt zich met haar uitspraken in het
collegeprogramma en de zomernota op het bevorderen van de amateurkunst.
Inmiddels is onderzocht hoe die bevordering tot stand kan komen. Een en ander
heeft geleid tot een aanpak in twee fasen, waarvan deze nota de eerste is.
Fase 1 geeft uitwerkingen van instrumenten ter bevordering
van de amateurkunst, die door het college in de Zomernota 2002-2005 opgenomen
zijn. Allereerst wordt in deze nota het amateurkunstplatform beschreven.
Ter promotie van de amateurkunst wordt een viertal
instrumenten uitgewerkt: de amateurkunstgids, de uitladder, het
amateurkunstfestival en de prijsvraag. Deze instrumenten zullen op korte
termijn gereed zijn. Deze instrumenten worden het komende jaar tevens benut om
de vermeende ruimteproblematiek binnen de amateurkunst (kwantitatief en
kwalitatief) in beeld te krijgen. In fase 2 (in 2002) zal vervolgens een
oplossing ter besluitvorming worden voorgelegd.
Met het voorstel beschreven in paragraaf 1.4
Subsidiemethodiek Amateurkunst, wordt tegemoetgekomen aan een nieuwe, meer op
het heden toegespitste subsidiemethodiek. Daarnaast wordt een voorstel gedaan
over de besteding van de beschikbare middelen voor culturele verhuringen.
Verdere uitwerking vindt plaats in fase 2.
Verder wordt de stand van zaken met betrekking tot De Nieuwe
Amateur (DNA) in deze nota beschreven. In fase 2 worden de afspraken voor de
aankomende jaren met DNA opgenomen. De financiële paragraaf sluit deze nota
voor wat betreft de 1e fase van het amateurkunstbeleid af.
De tweede fase van het amateurkunstbeleid is gereed in 2002
(verspreid). In deze voorliggende nota treft u alvast een korte beschrijving
van de inhoud van die tweede fase aan:
-
Verdere uitwerking van de nieuwe subsidiemethodiek
(februari);
-
Verdere uitwerking van de beschikbare middelen voor
culturele verhuringen (februari);
-
Bevoegdheden Amateurkunstplatform (februari);
-
Nieuwe afspraken met DNA (februari);
-
Oplossing voor ruimteproblematiek (september).
Ten tijde van de bespreking van de zomernota was deze nota
reeds in gevorderd stadium. Het inventariseren van de gebruiksmogelijkheden van
het LIDL-pand is nog niet gereed. De terugkoppeling daarvan zal seperaat
plaatsvinden, uiterlijk in januari.
In Delft zijn naar schatting zo’n 80 amateurkunstgroepen. Er
zijn show-, jazz- en volksdansgroepen, symfonieorkesten, popgroepen, toneel- en
musicalgezelschappen en koren in alle soorten en maten. Daarnaast is er een
groot aantal individuele amateurkunstbeoefenaars. Een aantal van deze groepen
en individuen timmert flink aan de weg. De Delftse amateurkunstbeoefenaar heeft
echter ook te maken met een gebrek aan betaalbare en kwalitatief goede oefen-
en presentatiefaciliteiten, onvoldoende promotie en versnippering. Daarom zijn
hieronder een aantal instrumenten uitgewerkt die voorzien in de behoeften die
er op deze gebieden bestaan.
1.1 Amateurkunstplatform
Aangezien er met betrekking tot het amateurkunstveld in de
afgelopen periode en in de aankomende tijd nieuwe plannen zijn/worden
voorbereid, is een platform met vertegenwoordigers van de diverse
amateurkunstkunstdisciplines momenteel in oprichting. Dit fungeert enerzijds
als klankbord op de huidige plannen van de gemeente (een amateurkunstgids, een
uitladder, een website, een prijsvraag en een amateurkunstmanifestatie).
Anderzijds kan het platform invloed uitoefenen op de inrichting van en
betrokken worden bij de uitvoering van de prijsvraag en het festival. Deze
initiatieven krijgen zo draagvlak in het veld. De eventueel aanwezige
accommodatieproblematiek is hierdoor bijvoorbeeld gemakkelijker in kaart te
brengen en te bespreken met vertegenwoordigers van de verschillende
disciplines. Met betrekking tot het ontwikkelen en uitvoeren van nieuw beleid
kan de groep haar invloed aanwenden om gemeente en politiek te informeren en te
overtuigen. Het kan tevens een belangrijke rol vervullen in de gewenste
verschuiving van individuele amateurkunstuitoefening naar de uitvoering in
groepsverband en van incidentele presentaties naar een meer projectmatige
aanpak.
Dit platform zal tenminste driemaal per jaar bijeenkomen.
Het initiatief hiervoor ligt bij de gemeente Delft en wordt genomen door het
vakteam CKE.
Als blijkt dat verdere of structurele bundeling
van de krachten binnen het amateurkunstveld noodzakelijk is, zal dat in fase 2
worden uitgewerkt.
1.2 Promotie
amateurkunst
1.2.1 Amateurkunstgids
en -website
De amateurkunstwereld in Delft is gebaat bij het uitbrengen
van een zogenaamde amateurkunstgids Delft. De gemeente Delft brengt hierdoor
het Amateurkunstlandschap in kaart. Ook wordt er hierdoor samenhang gebracht
tussen de diverse amateurkunstdisciplines, de groepen en verenigingen, de
cursusinstituten en de ondersteunende instanties.
De amateurkunstgids zal via twee media uitgebracht worden;
in boekvorm en op het internet. In het boekje wordt verwezen naar de
interactieve internetsite, waarop dezelfde gegevens worden aangeboden. Deze
website wordt telkens geactualiseerd, het boekje verschijnt om de vijf jaar.
Overigens bevat de website een interactief gedeelte waarin de gebruikers de
vraag en aanbod van repetitie- en uitvoeringruimte op elkaar kunnen afstemmen.
1. Een handzame amateurkunstgids,
met:
·
Informatie over alle amateurkunstinstellingen, centra kunsteducatie en individuele
beoefenaars (schrijvers, DJ’s etc.) en ondersteunende instanties: naam,
adresgegevens, webadres, bestuursvorm, lidmaatschap/aanmelding, aantal leden,
korte beschrijving activiteiten, repetitieruimte, doelstelling vereniging etc.;
·
Informatie over repetitie- en presentatieruimtes: inventarisatie
van de verschillende ruimtes, met afmetingen, indicatie prijzen,
contactpersonen,
·
Informatie over subsidieverstrekkers (VSB Fonds Den Haag en
Omstreken, Stichting Hulp aan Delftse Jongeren, Gemeente Delft, Anjerfonds,
Landelijk Fonds Amateurkunst etc.);
·
Verwijzing naar de Delftse uitladder;
·
Dezelfde informatie als amateurkunstgids;
·
Mogelijkheid voor de verschillende amateurkunstgroepen om de
vraag en aanbod van ruimtes en dergelijke zelf op elkaar af te stemmen ;
·
Uitladder en magazine voor de Delftse amateurkunst of een
verwijzing naar de uitladder die door de afdeling communicatie wordt
voorbereid;
Signalen vanuit het amateurkunstveld duiden op een
ruimtetekort. Dit tekort zal gekwantificeerd en gekwalificeerd moeten worden,
alvorens oplossingen kunnen worden aangeboden. Daarnaast bestaat de indruk dat
in eerste instantie een efficiënter gebruik van de huidige ruimtes in de
behoefte kan voorzien.
In het voorjaar 2002 zal in de 2e fase van het
amateurkunstbeleid inzicht worden geboden in de eventueel aanwezige
ruimteproblematiek en een oplossing ter besluitvorming worden aangeboden.
1.2.2 Uitladder
Op dit moment zijn er te veel communicatiemiddelen waar de
Delftse (culturele) evenementen in voorkomen. Inwoners van Delft en omgeving
ervaren het aantal agenda’s en uitladders als onoverzichtelijk. Het vakteam
Communicatie is momenteel vergevorderd in het bundelen van partijen, met als
doel een gezamenlijke uitgave (1 op papier (waarschijnlijk tweewekelijks) en 1
op het internet). Het programma aanbod van de amateurkunst wordt hier in
opgenomen.
De Delftse amateurkunstgroepen worden uitgenodigd om, aan de
hand van een aantal richtlijnen, een projectplan in te dienen voor hun
multidisciplinaire presentatie. Delftse amateurkunstgroepen worden
uitgedaagd een project voor te bereiden waarbij tenminste drie kunstdisciplines
worden gebruikt, dus waarbij samenwerking gezocht wordt met andere Delftse
groepen. Uit de inzendingen worden drie projecten geselecteerd die voldoen aan
de van tevoren gestelde criteria (multidisciplinair/Delfts/vernieuwend etc). Inzendingen
worden door een onafhankelijke jury beoordeeld en de drie geselecteerde
projecten krijgen de gelegenheid om met subsidie van de gemeente een
presentatie te maken. Samenwerking is hierbij een voorwaarde. Aangezien
het erg moeilijk is om verschillende kunstdisciplines te vergelijken, wordt een
project in plaats van een groep gehonoreerd. De winnaar van deze prijsvraag is
dus ook een samenwerking, en niet een afzonderlijke vereniging of groep. Het
amateurkunstklimaat krijgt hierdoor een positieve impuls. De start van de
prijsvraag zal plaatsvinden in het voorjaar 2002, tijdens de
Amateurkunstmanifestatie.
1.2.4 Amateurkunstmanifestatie
‘Een jaarlijkse manifestatie om amateurkunstbeoefenaars en
nieuw publiek te bereiken is in de maak. Een van de onderdelen is het voorstel
om jaarlijks een weekend in Theater de Veste een culturele amateur-manifestatie
te organiseren, zodat amateurverenigingen zich op het podium kunnen presenteren
aan hun leden en aan nieuw publiek. Wij willen hiervoor Fl. 20.000,-
structureel beschikbaar stellen.’
(Bron: Zomernota 2001-2004)
In het kader van de promotie van amateurkunst in Delft, wil
de gemeente een jaarlijks terugkerende amateurkunstmanifestatie in de stad. De
manifestatie is zowel gericht op publiek als (potentiële) deelnemers. De
amateurkunst kan zich hiermee meer manifesteren dan nu het geval is. Zodoende
kunnen de Delftse amateurkunstgroepen zich informeren over elkaars activiteiten
en kan de Delftse bewoner kennismaken met de diverse amateurkunstdisciplines.
De amateurkunstmanifestatie had in het verleden de vorm van een informatiemarkt
die tijdens Delftdag werd gehouden op
het Sint Agathaplein. Deze werd georganiseerd door de thans niet meer actieve
stichting Cultuur Dichterbij. Oorspronkelijk was gepland dit najaar de nieuw
Amateurkunst manifestatie te organiseren, maar door de algehele vertraging
schuift dit op naar de winter. De amateurkunstmanifestatie voor het aankomend
jaar zal in de hieronder beschreven vorm voor het eerst gehouden worden.
Een eerste amateurkunstmanifestatie zal in het begin van het
voorjaar van 2002 gehouden worden in Theater de Veste en is bedoeld als
startschot voor de promotie van amateurkunst.
Deze gratis toegankelijke avond, waarvoor alle
amateurkunstgroepen in Delft worden uitgenodigd bevat een aantal onderdelen in
het kader van promotie van amateurkunst. Allereerst zal een groep Delftse
amateurkunstbeoefenaars een korte, heftige en wervelende presentatie geven. In
opdracht van gemeente Delft wordt van te voren een presentatie gemaakt waarin
twee of drie verschillende amateurkunstdisciplines verweven worden. De Delftse
groepen krijgen hierdoor een indruk van waar samenwerking met andere
amateurkunstdisciplines toe kan leiden. Met deze ‘pilot’ presentatie wordt
tijdens deze avond het startsein gegeven voor de in paragraaf 1.2.3 beschreven
prijsvraag. Ook vindt de uitreiking van de Delftse amateurkunstgids aan alle
aanwezige amateurkunstbeoefenaars plaats.
1.3 De Nieuwe
Amateur (DNA)
De Nieuwe Amateur heeft als doelstelling het realiseren van
een bloeiende en vernieuwende amateurkunstnetwerkorganisatie. Daarnaast streeft
DNA naar vergroting van de deelname van allochtone en autochtone jongeren
tussen de 12 en 24 jaar en naar uitbreiding van het aanbod en mogelijkheden tot
het beoefenen van amateurkunst. DNA organiseert open avonden die worden
voorbereid in workshops onder leiding van vakmensen.Tevens organiseert DNA
activiteiten in het kader van wijkgericht werken en Culturele en Kunstzinnige
Vorming in het voortgezet onderwijs. Per jaar worden twee theateractiviteiten
in het Flora Theater en twee activiteiten op een verrassende locatie in de stad
georganiseerd.
In de Zomernota 2002-2005 wordt verwezen naar nieuw te maken
afspraken met De Nieuwe Amateur voor de periode tot en met 2004. In november
2001 zal er een evaluatie over het afgelopen jaar met DNA plaatsvinden. De
criteria die daarbij gesteld zijn worden bij de beoordeling gehanteerd. Verder
zal gekeken worden naar de sterkte van de organisatie van DNA. Voor de komende
jaren zullen productafspraken met de organisatie gemaakt worden, die vanaf 2003
in de subsidiebundel Maatschappelijke Activiteiten opgenomen worden.In de
programma’s en activiteiten van DNA speelt ICT een grote rol. Zij gebruikt het
internet dan ook voor werving, informatievoorziening en presentatie. Om te
voorkomen dat straks twee AK sites in delft operationeel zijn die een sterke
overlap vertonen, zal met DNA overleg plaatsvinden over de digitale
ontwikkelingen.
1.4.1 Van
exploitatie- naar projectsubsidie
De gemeente Delft wil de deelname aan verschillende vormen
van amateurkunst onder alle bewoners van de stad bevorderen. Hierdoor moet een
dynamisch aanbod tot stand komen. Ook wil de gemeente meer dan nu het geval is,
inzicht krijgen in de activiteiten die de verschillende instellingen in Delft
organiseren.
De praktijk wijst uit dat er behoefte is aan een vernieuwde
subsidiemethodiek voor amateurkunstinstellingen en –groepen. Het aantal
aanvragen voor openbare presentaties in de laatste jaren sterk gestegen. Het
aantal aanvragen in het jaar 1999 was bijvoorbeeld 33% hoger dan in het jaar
ervoor. Het aantal aanvragen in 2000 was zelfs 52% hoger. De verwachting is dat
dit percentage alleen zal toenemen. De praktijk in Delft onderschrijft de
landelijke trend om, in plaats van met instandhoudingsubsidies te werken, meer
op basis van projecten subsidies te verlenen en meer druk te leggen op de bijdrage
aan het culturele klimaat van een stad. Gebleken is dat dankzij een bijdrage in
het exploitatietekort van de verenigingen, de kosten van deelname (contributie)
redelijk blijven.
In de subsidiebundel Maatschappelijke Activiteiten is het
totale subsidiebudget voor amateurkunst verdeeld over drie soorten subsidies.
Ongeveer 25 % van het totale budget voor amateurkunst wordt besteed aan
structurele subsidie voor huisvesting; hetzelfde percentage wordt besteed aan
structurele subsidie voor overige exploitatie en activiteiten. De resterende
50% bestaat uit incidentele subsidies voor openbare presentaties.
Voor de ontwikkeling van de nieuwe methodiek zal de
structurele exploitatiesubsidie in de huidige vorm tegen het licht worden
gehouden. De doelstelling dient echter gehandhaafd te blijven: het invulling
kunnen blijven geven door de instellingen aan hun culturele en sociale
doelstellingen. Daarnaast zal een voorstel worden uitgewerkt om de aan deze
subsidie verbonden jaarlijkse administratieve handelingen te reduceren door
deze exploitatiesubsidie voor huisvesting steeds voor vier jaar vast te leggen.
In de praktijk blijkt namelijk dat deze kosten aan weinig
veranderingen onderhevig zijn.
De structurele subsidies voor overige exploitatie en
activiteiten en incidentele subsidies voor openbare presentaties zullen
samengevoegd worden onder de noemer ‘projectsubsidies’. Daarnaast is in de
Zomernota 2002-2005 een bedrag gereserveerd ter verhoging van deze
projectsubsidies.
Binnen de huidige methodiek krijgt men eenmaal per jaar de
gelegenheid een verzoek in te dienen voor openbare presentaties.
Projectsubsidies zullen in de toekomst tweemaal per jaar kunnen worden
aangevraagd. Voor de openbare presentaties 2002 is dit, als voorschot op de
nieuwe subsidiemethodiek al veranderd in tweemaal.
Vanuit het amateurkunstveld is het signaal meermalen
afgegeven dat er behoefte is aan betaalbare, kwalitatief goede
opvoeringsruimtes voor amateurkunstpresentaties. Zowel de VSB zaal en de DSM
Zaal in Theater de Veste als het Flora Theater hanteren een dagtarief van
tenminste € 455,-. Voor veel
groepen is deze prijs binnen de huidige omstandigheden te hoog.
Ter stimulering van culturele verhuringen staat in het in de
subsidiebundel Maatschappelijke Activiteiten onder de noemer Amateurkunst een
bedrag van € 7.025,- per jaar genoemd. Dit bedrag is structureel
beschikbaar gemaakt in de Zomernota 2000.
Dit budget zal worden toegevoegd aan het flexibele deel van
het Amateurkunst budget; maar wel gelabeld. Zo zal dit budget geheel worden
ingezet voor het geindiceerde doel. Gedacht wordt hierbij aan een maximale
toekenning van € 700,- per groep per jaar. De gemeente Delft wil hiermee
de groepen de mogelijkheid bieden zich in een Delfts theater te presenteren. De
theaters kunnen zich zodoende meer profileren als amateurkunstpodium.
De definitieve uitwerking van dit voorstel vindt plaats in
fase 2 (voorjaar 2002). Het ligt in de bedoeling de uitvoeringsregeling met
ingang van juli 2002 in werking te laten treden.
1.5 Inzet
financiële middelen
Financiële middelen voor de uitvoering van de
instrumenten in deze nota:
Culturele verhuringen (JMA) €
7.025,-
Amateurkunstmanifestatie (Zomernota 2001-2004) € 9.076,-
Promotie Amateurkunst, incl. extra projectsubsidies
(Zomernota 2002-2005) € 45.000,-*
-------------
Totaal € 61.101,-
* t/m 2004. Daarna € 29.000,- structureel i.v.m eindigheid
financiering De Nieuwe Amateur.
Besteding in Euro’s:
2002** 2003 2004 2005 2006 e.v.
Amateurkunstmanifestatie € 9.076,- 9.076,- 9.076,- 9.076,- 9.076
De Nieuwe Amateur € 16.000,- 16.000,- 16.000,- -- --
Amateurkunstgids/site € 21.275,-
3.000,- 3.000,-
3.000,- 3.000,-
Culturele verhuringen € 7.025,- 7.027,- 7.025,-
7.025,- 7.025,-
Extra projectsubsidies 19.275,- 19.275,- 19.275,- 19.275,-
Uitladder € 4.500,- 4.500,- 4.500,- 4.500,- 4.500,-
Amateurkunstprijs € 2.225,- 2.225,- 2.225,-
2.225,- 2.225,-
Totaal €
61.101,- 61.101,- 61.101,- 45.101,- 45.101,-
** De, naar verhouding met latere jaren, hoge kosten
voor de Amateurkunstgids en site in 2002 houden verband met de opstartkosten
(ontwerp- en drukkosten e.d.). Hierdoor zijn er pas vanaf 2003 financiële
middelen beschikbaar voor de extra projectsubsidies.
FASE 2
De uitwerking van deze fase is afhankelijk van de resultaten
van fase 1. In 2002 zal het vakteam CKE invulling geven aan de 2e
fase van het Amateurkunstbeleid op de volgende wijze.
Januari 2002:
Tijdens de behandeling van de Zomernota 2002 is toegezegd
dat de mogelijkheden van het ontwikkelen van een Amateurkunstcentrum in het
door Lidl te verlaten pand onderzocht zullen worden. In januari zal daarover
terugkoppeling plaatsvinden.
Februari 2002:
De voorstellen ten aanzien van de wijziging van de
subsidiemethodiek zoals gedaan in paragraaf 1.4, zullen in het voorjaar 2002
nader uitgewerkt ter besluitvorming worden aangeboden.
In de eerste fase is een platform
amateurkunst ingesteld. In het komende half jaar zal duidelijk worden of dit
platform een aantal taken en bevoegdheden met betrekking tot amateurkunst in
Delft op zich zal kunnen nemen. De Delftse amateurkunstbeoefenaars (groepen en
individuen) kunnen zich er bij aansluiten. Deze organisatie kan hen helpen bij
het vinden van of bemiddelen in
geschikte repetitie- of opvoeringruimte, hulp bieden bij het zoeken van
materiaal, schrijven van subsidieaanvragen of het vinden van vrijwilligers. Het
amateurkunstplatform kan zodoende het voortouw nemen om meer synergie teweeg te
brengen in het amateurkunstveld.
Het spreekt voor zich dat de Vrije
Akademie Delft als grootste kunsteducatie-instelling in Delft nauw betrokken
zal worden bij de verdere uitwerking hiervan in fase 2.
De Nieuwe Amateur (DNA).
In de Zomernota 2002-2005 wordt verwezen naar nieuw te maken
afspraken met De Nieuwe Amateur voor de periode tot en met 2004. In november
2001 zal er een evaluatie over het afgelopen jaar met DNA plaatsvinden. De
criteria die daarbij gesteld zijn worden bij de beoordeling gehanteerd. Verder
zal gekeken worden naar de sterkte van de organisatie van DNA. Voor de komende
jaren zullen productafspraken met de organisatie gemaakt worden, die vanaf 2003
in de subsidiebundel Maatschappelijke Activiteiten opgenomen worden.
De werkelijke behoefte met betrekking tot accommodatie ligt
aanvankelijk in de informatie die het veld heeft. De amateurkunstgids en
website (zie paragraaf 1.2.1) geven handreikingen voor een efficiënter gebruik
van de bestaande repetitie- en opvoeringruimtes voor de amateurkunst.
Aan de hand van de uitkomsten die deze gids en website
geven, kan worden vastgesteld in welke hoek de grootste gaten zitten en wat de
mogelijkheden zijn om die te dichten. Tevens zal dan inzicht onstaan in welke
financiële consequenties dit heeft.
Bij het beschikbaar komen van evt. geschikte panden in
Delft, zal het komende half jaar steeds de evt. ruimtebehoefte vanuit de
amateurkunst worden betrokken.
Voorgesteld wordt om in te stemmen met:
-
de voorgestelde aanpak in twee fasen van het Amateurkunstbeleid;
-
de in paragraaf 1.4 gedane voorstellen om de
subsidiemethodiek van de amateurkunst meer te richten op het verlenen van
projectsubsidies en om een subsidiemethodiek uit te werken voor culturele
verhuringen. Deze voorstellen worden in fase 2 verder uitgewerkt;
-
de in deze nota in paragraaf 1.5 aangegeven besteding van de in de Zomernota’s 2001-2004 en
2002-2005 beschikbaar gestelde extra middelen voor de stimulering van de
participatie in de amateurkunst;
-
het ter bespreking aanbieden van deze 1e fase van
het amateurkunstbeleid aan de leden van de commissie CKE.