TECHNOLOGIE
ALS BINDEND ELEMENT
Werkplan 2002-2003
Stichting Delft
Kennisstad
Stichting Delft Kennisstad
Werkplan 2002-2003
Inhoud
1.
Inleiding
2.
Algemeen
3.
Structuur
4.
Promoten
5.
Netwerken
6.
Projecten
7.
Financiën
1. Inleiding
In
het laatste kwartaal van 2000 bestond de Stichting Delft Kennisstad tien jaar,
wat aanleiding was voor het bestuur en in kringen daar direct omheen een
uitgebreide discussie te voeren over de toekomst van de Stichting. Dat leidde tot de volgende twee stappen.
Ten
eerste is aan de Stichting een Raad
van Advies toegevoegd. Deze Raad bestaat momenteel uit de Burgemeester van
Delft, de Voorzitter van de TU-Delft en de Voorzitter van TNO. De Raad wordt
nog worden uitgebreid met een persoon uit het kennisintensieve bedrijfsleven,
waarmee ook de belangen van het kennisintensieve bedrijfsleven in Delft en
omgeving ingebracht worden in de ontwikkeling van het beleid van de Stichting.
Ten tweede heeft
het bestuur van de Stichting met externe hulp een nieuwe strategie voor de
Stichting ontwikkeld. Met instemming van de Raad van Advies is als missie
geformuleerd dat de Stichting in de toekomst zal functioneren als de overkoepelende organisatie voor de positionering van Delft als nationaal en internationaal
erkend centrum voor hoogwaardige technologie.
Deze
missie voor de Stichting nieuwe stijl is vervolgens vertaald in drie
hoofdtaken:
Tot op heden heeft de Stichting de door de gemeente gekozen
kernthema’s van Delft Kennisstad gevolgd. De thema’s, ICT, Water en Bodem,
Energie en Milieu, Ontwerpen en Architectuur alsmede Innovatieve
Vervoerssystemen zijn ook in dit werkplan bij het uitvoeren van de
bovengenoemde hoofdtaken gekozen als uitgangspunt. Maar de stichting zal ook
alert zijn op wijzigingen in het Delftse kennis krachtenveld en nieuwe thema’s
aandragen wanneer daar draagvlak voor is. Daarnaast worden ook andere
strategische thema’s ondersteund die door andere kennisorganisaties in de stad
worden aangedragen.
De aanduiding Delft Kennisstad betekent dat weliswaar in de
eerste plaats aan de stad Delft wordt gedacht. Echter, veel aan “Delft”
gerelateerde kennisbedrijven zijn in de regio gevestigd en maken een onderdeel
uit van de Delftse kennisinfrastructuur. Daarmee overstijgt het belang van
Delft Kennisstad de lokale grenzen en is de Delftse kennisinfrastructuur een
stimulerende economische bron voor de regio en de provincie.
2. Algemeen
Het
succes van de nieuwe strategie van de Stichting hangt vooral af van twee zaken,
te weten draagvlak in de Delftse
Kennissamenleving en substantiële actieve en daadwerkelijke steun van de bestuurlijke overheden op
alle niveaus.
Wat het draagvlak
betreft koerst de Stichting op twee trajecten. De Stichting zal ten eerste haar
positie en activiteiten afstemmen met haar partners, waaronder de
Kennisnetwerken, zoals Technet en Delft Design. Dat levert niet alleen een
beeld op van de activiteiten die de relevante netwerken zelf initiëren, het
maakt ook duidelijk hoe de activiteiten van de stichting een meerwaarde kunnen
leveren aan de activiteiten van de netwerken en omgekeerd.
Dat geldt ook voor de grote kennisinstellingen die in het
bestuur van de Stichting zijn vertegenwoordigd. Zo wordt bij het organiseren
van activiteiten door de stichting rekening gehouden met bijvoorbeeld de inhoud
van de Strategienota van de TU Delft en het belang dat TNO heeft bij een
creatieve en actieve werkomgeving in Delft.
Ten
tweede worden kennisintensieve bedrijven en instellingen of hun
vertegenwoordigers benaderd om de activiteiten van de Stichting actief te
ondersteunen door te participeren in een netwerk rondom de Stichting. In het
afgelopen jaar is met ongeveer twintig vertegenwoordigers van de kennissector
gesproken. De resultaten van die gesprekken worden als uitgangspunt gebruikt
bij het maken van een participatieplan, waarbij het draagvlak wordt onderzocht
voor een georganiseerd systeem van betalende participanten.
Bij
de ontwikkeling van een participantennetwerk wordt als uitgangspunt gehanteerd
dat er een organisatievorm wordt gecreëerd die nooit concurrerend zal zijn met
bijvoorbeeld Technet. Het moeten ook zo kunnen zijn dat juist Technet de rol
van het participantennetwerk vervult; bij de bespreking die met Technet wordt
georganiseerd, wordt dit onderwerp aan de orde gesteld.
Centraal
staat, dat de Delftse Kennissector zelf zich op termijn ontwikkelt als de
drager en ambassadeur van de strategie van de Stichting en van Delft als nationaal en internationaal erkend
centrum voor hoogwaardige technologie.
Wat betreft de steun
van de bestuurlijke overheden wordt aangesloten bij de gedachte dat
algemeen erkend wordt dat het cluster van in Delft gevestigde
kennisinstellingen een grote rol speelt in het realiseren van de ambities van
de provincie Zuid-Holland en de Kamer van Koophandel Haaglanden om het
innovatieve vermogen van en in de Zuidvleugel aanmerkelijk te versterken.
Het is daarom van belang dat deze organisaties en hun
vertegenwoordigers het belang van de Delftse kennisinfrastructuur voor de
ontwikkeling van de regionale economie uitdragen en ondersteunen.
Vanuit de Stichting kan geen directe bijdrage worden
geleverd aan het werven van bedrijven; bovendien zijn daar zowel in Delft (rond
de ontwikkeling van Technopolis) als in de regio (West Holland Foreign
Investment Agency) specifieke organisaties voor beschikbaar. De activiteiten
van de Stichting leveren indirect wel een bijdrage aan de versterking van die
kennisinfrastructuur via een actief netwerk- projecten- en promotiebeleid.
Daarmee dragen de activiteiten van de Stichting bij aan werven van bedrijven
die zich kunnen huisvesten op de Delft University Technopolis en in de
Harnaschpolder.
3. Structuur
De
Stichting Delft Kennisstad gaat zich meer profileren als een pro-actieve organisatie die zich richt op datgene wat de spelers
van de Delftse kenniseconomie bindt: de technologie. De
organisatiestructuur, de financieringsstructuur en de personele bezetting
worden aan die ambitie aangepast.
De Stichting
heeft een bestuur dat thans zo’n zeven maal per jaar vergadert waarbij met name
ontwikkelingen en ervaringen binnen de deelnemende organisaties worden
uitgewisseld. De rol van het bestuur verandert en het accent zal meer
verschuiven van informatie uitwisseling naar bestuurlijke afstemming nu er meer
activiteiten dan in het verleden onder de vlag van de Stichting worden
geëntameerd en uitgevoerd. Het bestuur is uitgebreid met een vertegenwoordiger
van het bedrijfsleven. Het bestuur
bepaalt de richting, het ambitieniveau en de prioriteit van projecten en
activiteiten via een jaarlijks vast te stellen werkplan. Specifieke onderdelen
van het werkplan zijn een netwerkplan, een projectenlijst en een promotieplan.
Het (dagelijks) bestuur verzorgt de aansturing van de eventueel aan te stellen
medewerkers die zorg dragen voor de uitvoering van het werkplan.
De
Stichting functioneert als een “virtuele holding”, of koepel, met de netwerken,
de promotie en de projecten als virtuele werkmaatschappijen. De afstemming van
de activiteiten binnen deze werkmaatschappijen is een belangrijke taak van het
bestuur.
Het
stichtingsbestuur stuurt op hoofdlijnen en de Raad van Advies geeft adviezen
over de het jaarlijkse werkplan en evalueert de ontwikkeling van het beleid.
De in dit
werkplan neergelegde nieuwe manier van werken van de Stichting wordt ter
goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Advies.
De
Stichting zal in dit proces stap-voor-stap haar positie versterken; wanneer
kleinschalig wordt begonnen met succesvolle activiteiten zullen andere partijen
in de stad de waarde in zien van het onderbrengen van projecten onder de vlag
van de stichting. De meerwaarde van de Stichting is, naast het beschikken van
kennis over alle ontwikkelingen in de stad, dat die kennis bij afzonderlijke
projecten en het promoten van die projecten kan worden ingebracht.
Ter
illustratie een voorbeeld: op dit moment zijn er, onafhankelijk van elkaar,
drie initiatieven rond de ontwikkeling van TU-Zuid die een beroep doen op een
ICES-KIS bijdrage. De Stichting Delft Kennisstad ziet het als haar taak
dergelijke initiatieven door afstemming of integratie te versterken.
De
activiteiten van de Stichting Delft Kennisstad worden onderverdeeld in drie
taakgebieden:
Invulling van deze taakgebieden vraagt dat per activiteit
een of meer projectleiders worden aangewezen.
Samenvattend : de Stichting Delft Kennisstad
heeft een Raad van Advies, een bestuur en een participantennetwerk die
invulling geven aan de drie taakgebieden van de stichting: promotie, netwerken
en projecten.
De Raad van
Advies formuleert een standpunt over het jaarlijks door het bestuur vast te
stellen werkplan en de evaluatie en wordt gevraagd in te stemmen met dit
werkplan 2002-2003.
Het bestuur
toetst of projectvoorstellen en promotieplannen passen binnen het beleid, c.q.
het werkplan van de stichting. Het dagelijks bestuur geeft leiding aan de
medewerkers.
De
Stichting faciliteert, stimuleert nieuwe projecten, stemt deze af met andere
initiatieven, biedt netwerkmogelijkheden en promoot de kracht van de Delftse
kennissector.
Delft
Technology Agency (DTA)
Een van de
“virtuele werkmaatschappijen” van de Stichting is het Delft Technology Agency
(DTA), waarbinnen projecten en initiatieven worden ondergebracht. De nadruk
ligt daarbij op een pro-actieve instelling, waarbij via intensief netwerken
projecten en activiteiten gegenereerd en op elkaar afgestemd worden.
Het DTA kan
het best beschreven worden als een kenniscentrum van projecten. De projecten
die bij DTA bekend zijn, worden gerelateerd aan andere initiatieven in de stad
en worden gebruikt voor promotiedoeleinden. DTA kan haar kennis aan deze
projecten toevoegen en daarmee de projecten sterker maken en tegelijkertijd
laten zien wat de meerwaarde van DTA is. Er kan een vergelijking worden
getrokken met het Kenniscentrum PPS, waarin alle grote PPS projecten van
Nederland zijn “ondergebracht”. Hierbij gaat het om de uitwisseling van inhoudelijke
en procesmatige ervaringen en niet zozeer om de inhoudelijke sturing van de
projecten. Hoogstens zal er inhoudelijke voeding naar projecten ontstaan,
bijvoorbeeld via ontwikkelde kennis over de aanpak van een project.
De
Stichting bepaalt niet de inhoud van de plannen en projecten zelf; hiervoor
zijn de participanten in plan of project zelf verantwoordelijk. De Stichting
stimuleert het tot stand komen van projecten en activiteiten en zodra deze zijn
gedefinieerd en duidelijk is geworden wie de feitelijke dragers van de
projecten zijn, draagt ze bij aan het faciliteren van de projecten,
bijvoorbeeld via promotie activiteiten of het verlenen van een startsubsidie.
Binnen het werkplan en de doelstellingen van de Stichting wordt bepaald welke projecten worden opgenomen binnen de
portfolio van het DTA.
Hieronder
wordt meer specifiek in gegaan op de organisatievorm van de projecten, het
Delft Technology Agency (DTA).
DTA speelt
een coördinerende rol binnen een netwerk van op zich zelf staande projecten.
Elk project kent een eigen omgeving en netwerk, maar in de praktijk zal een
aantal organisaties (gemeente, TUD) vaker ‘acte de presence’ geven in de
projecten. Afstemming is daarom zo belangrijk.
Gegeven het
beperkte aantal zelf uitgevoerde projecten, is er geen behoefte aan een zwaar
gestructureerde projectorganisatie met uitgebreide personele capaciteit. Niet
de omvang van de organisatie is van belang, maar wel de kwaliteit om een
bindend element te zijn, zowel extern als intern (binnen de Stichting) rondom
de afzonderlijke projecten.
De keuze
voor Delft Technology Agency (DTA) als naam vertaalt de wens van veel
organisaties om in plaats van het begrip Kennis, meer gebruik te maken van de
term technologie. Er is veel geïnvesteerd in het begrip Kennisstad en deze term
heeft een hoge marketingwaarde. Daarom blijft de algemene promotie gericht op
Delft als Kennisstad (“Maak Kennis in Delft”).
Tot de
belangrijkste taken van het DTA behoort het initiëren en (doen) organiseren van
projecten die aansluiten bij het concept Delft Kennisstad. Dat zijn de
bestaande Delft Kennisstad projecten, maar ook projecten die nu nog door de
participanten van de Stichting worden opgezet. De nieuwe werkwijze slaagt
alleen wanneer er naast de gemeente Delft ook andere organisaties opdrachten
verschaffen aan SDK/DTA.
Het
bovenstaande schema laat zien dat de Stichting een Raad van Advies en een
Bestuur en beleidsmatig gedragen wordt door TUD, TNO, gemeente, KvK, Technet,
Delft Design en het HBO in Delft.
De inbreng
van de deelnemende partijen leidt tot de Delft Kennisstad strategie, die zich
richt op drie hoofdtaken: promotie, netwerken en projecten. De projecten worden
geïnitieerd, gefaciliteerd en gecoördineerd door het Delft Technology Agency
(DTA).
De
verantwoordelijkheid voor inhoud, voortgang en financiering van de meeste
activiteiten ligt bij anderen, de eigenaren van projecten en
promotieactiviteiten. De Stichting Delft Kennisstad is verantwoordelijk voor
het coördineren van de drie hoofdtaken en het daaraan toedelen de beschikbare
middelen van de Stichting. In het hoofdstuk Financiën staat een overzicht van
de activiteiten die binnen de hoofdtaken worden georganiseerd in de komende
periode en op welke manier deze worden gefinancierd om het werkplan 2002 – 2003
te realiseren.
Activiteiten
gericht op het promoten van het concept Delft Kennisstad (“Maak Kennis in
Delft”) werden tot nu toe bijna uitsluitend ondernomen door de Gemeente Delft.
De Stichting hield zich daar slechts beperkt mee bezig en het Delftse
kennisintensieve bedrijfsleven heeft zich, op enkele uitzonderingen na, niet of
nauwelijks gericht op het uitdragen van het begrip Kennisstad.
De
technologische kracht van Delft wordt tot nu toe onvoldoende via
publiciteitsuitingen bekend gemaakt. De geleverde prestaties en de potenties
van Delft als Kennisstad kunnen veel prominenter gepresenteerd worden, zowel
nationaal als internationaal.
Tegen deze
achtergrond is het hoogst noodzakelijk dat de aanwezige krachten op dit punt worden
gebundeld en geconcentreerd, waardoor het imago van Delft versterkt wordt en
het commerciële en vestigingsklimaat worden verbeterd. Concurrerende regio’s
als Eindhoven en Twente dienen hier als voorbeeld.
De gemeente
Delft, de TU Delft en TNO onderschrijven het belang van een gecoördineerde
promotie en hebben eenmalig een bedrag van f. 100.000,-- beschikbaar gesteld om
met een extern bureau en in samenwerking met ter zake deskundigen uit de eigen
organisaties een promotieplan op te stellen. Dit promotieplan maakt duidelijk
wat de gezamenlijke belangen en doelen zijn en welke activiteiten beter
gezamenlijk kunnen worden uitgevoerd.
Na
afronding van het promotieplan voorjaar 2002 zullen de participerende partijen
ook voor de uitvoering van gezamenlijke promotieactiviteiten middelen
beschikbaar stellen, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van een deel van
de promotiebudgetten of personeel.
Bij de
uitvoering van het Promotieplan krijgt de Stichting via detachering vanuit een
van de deelnemende organisaties de beschikking over een coördinator promotie.
De stichting vervult hier ook de rol van “kenniscentrum” en is in principe niet
zelf de opdrachtgever van promotionele activiteiten. De Stichting draagt verder
projecten of onderwerpen aan die zich lenen voor promotie op het niveau van
Delft Kennisstad.
In de
begroting is er van uit gegaan dat een van de deelnemende organisatie (TNO)
personele capaciteit beschikbaar stelt voor de coördinatie van de uitvoering
van het promotieplan.
5. Netwerken
In Delft
functioneert een groot aantal netwerken. Diverse daarvan hebben op enigerlei
wijze te maken met Delft Kennisstad. Deze netwerken kunnen nog veel meer dan nu
bijdragen aan de gewenste permanente innovatie en daarmede aan de economische
ontwikkeling van de stad en de regio. Het realiseren van een grotere slagkracht
vraagt van de bestaande netwerken hun ambitieniveau hoger te leggen en verder
dat er meer samenhang tussen de netwerken ontstaat. Het bestuur van Technet
heeft onlangs aangegeven een actievere rol te willen vervullen als organisatie
van hoogwaardig technologische bedrijven en instellingen met een zwaarder
accent op jonge bedrijven.
De behoefte
is aan een hoogwaardig ontmoetingspunt in Delft, waar degenen die bij Delft
Kennisstad zijn betrokkenen elkaar informeel in een soort moderne Sociëteit met
horecafaciliteiten kunnen ontmoeten, blijkt breed aanwezig.
Stichting
"het Meisjeshuis" zal het Meisjeshuis aan de Oude Delft verwerven en
het vervolgens een deel van het pand onder gunstige condities beschikbaar zal
stellen voor bovengenoemd doel.
De
Stichting Delft Kennisstad ondersteunt het tot stand komen van een dergelijk
ontmoetingspunt, vestigt zich daar en geeft aan welke ruimte nodig zal zijn
voor de organisatie van netwerkbijeenkomsten.
Ook het
participantennetwerk, dat beoogt bij te dragen aan de afstemming van de
netwerken, gebruikt het Meisjeshuis als de basis voor netwerkcontacten. Via het
participantennetwerk wordt met name het Delftse bedrijfsleven verbonden aan de
activiteiten van de Stichting.
Het
Meisjeshuis wordt een ontmoetingsplaats voor de vele in Delft werkende,maar
niet wonende, werknemers die niet of nauwelijks deelnemen aan de Delftse
sociale en culturele infrastructuur. Als vertegenwoordiger van hun bedrijf of
instelling dragen zij daarmee bij aan de uitwisseling van kennis en het
genereren van nieuwe initiatieven.
De Gemeente
Delft, de TU Delft en TNO ondersteunen deze gedachte en hebben de intentie
uitgesproken dat ze - indien opportuun - gebruik zullen maken van de faciliteiten
van een dergelijk ontmoetingspunt en stimuleren het gebruik ervan.
De
verantwoordelijkheid voor het algemene exploitatieplan voor het Meisjeshuis
ligt bij de Stichting Het Meisjeshuis, dan wel een door hen op te richten
organisatie voor de exploitatie. Met andere woorden, de Stichting Delft
Kennisstad is daarvoor niet verantwoordelijk. In dat exploitatieplan, waarin
wordt aangegeven wie verantwoordelijk is voor de exploitatie, welke structuur
en organisatievorm wordt gekozen, onder welke condities ruimte kan worden
gehuurd voor de activiteiten van de Stichting, zal duidelijk worden of de
ontwikkeling van het Meisjeshuis als ontmoetingsplaats voor de kennissector (de
Kennissociëteit) een haalbare optie is.
Het
organiseren en faciliteren van netwerkbijeenkomsten is een kernactiviteit van
de Stichting. Daarom worden, wanneer de exploitatie van het Meisjeshuis de
vestiging van een Kennissocieteit mogelijk maakt, op zo kort mogelijke termijn
netwerkbijeenkomsten georganiseerd om een vliegende start te maken met de
nieuwe aanpak.
6. Projecten
De
projecten die in de eerste jaren van het gemeentelijke projectbureau Delft
Kennisstad werden opgezet of ondersteund hadden tot doel samenwerking tussen
partijen te stimuleren. Veel projecten waren kleinschalig en zonder expliciete
samenhang; daarom was de directe invloed op het verder ontwikkelen van de
Delftse kenniseconomie beperkt. Toch hebben de vanuit het gemeentelijk
projectbureau Delft Kennisstad georganiseerde projecten steeds geleid tot
participatie van andere partijen in de projecten, waardoor het door de gemeente
beschikbaar gestelde projectenbudget van f 6 miljoen heeft geleid tot in totaal
f 25 miljoen aan investeringen. Deze multiplier toont in ieder geval de
financiële betrokkenheid aan van de in die projecten deelnemende bedrijven en
instellingen.
De Raad van
Advies heeft ook geconstateerd dat veel projecten te kleinschalig en te
onsamenhangend van aard waren om een rol van betekenis te kunnen spelen in een
verdergaande gezamenlijke inzet van partijen als de TU Delft en TNO.
De
Stichting Delft Kennisstad kiest in dit werkplan voor de periode 2002-2003 voor
een hoger ambitieniveau dan in de afgelopen jaren. Nieuwe projecten moeten
passen in de geformuleerde strategie, gebruik maken van hoogwaardige
technologie, aansprekend te zijn in de nationale en internationale omgeving en
moeten uiteindelijk iets op te leveren voor de Delftse samenleving. De aandacht
worden meer gericht op de zwaarte dan op het aantal projecten. Het onderbrengen
van de projecten in een virtuele organisatie (Delft Technology Agency) past ook
in het invullen van het hogere ambitieniveau.
De
Stichting zet zich aan de ene kan in om per DK-kernthema ten minste een project
te realiseren. Als de mogelijkheden bestaat om aan te sluiten bij de
acquisitiestrategie van Technopolis, zal dat zeker gebeuren. Anderzijds neemt
de Stichting een gemeentelijk DK-kernthema niet in het werkplan op wanneer er
binnen dat thema geen substantieel project te realiseren is.
Bij het
opzetten van projecten en met name bij het organiseren van netwerken
voorafgaand aan en rond projecten wordt uitgegaan van de verschillende fasen
die in de technologietransfer kunnen worden onderscheiden, te weten
fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek, technologische conceptontwikkeling,
productontwikkeling en toetreding tot de markt. In kennistransfer bijeenkomsten
worden vertegenwoordigers uit de elkaar opvolgende fasen met elkaar in contact
gebracht, waarbij de overdracht van kennis van TUD en TNO naar de markt centraal
staat.
Naast de
vijf gemeentelijke kernthema's richt de Stichting zich, mede naar aanleiding
van de gevoerde gesprekken, ook op de profilering van de aandachtsgebieden Life
Sciences, Nanotechnologie & Optiek. Het gaat hierbij niet altijd om het
genereren van projecten. In het geval van de nanotechnologie ligt het voor de
hand de nadruk te leggen op de promotie. Delft heeft op dit terrein namelijk
internationaal aanzien, maar de activiteiten spelen zich vooralsnog volledig af
op het niveau van de research en er is nog geen enkele vorm van technologische
productontwikkeling of vermarkting. De stichting kan in zo’n geval geen
toegevoegde waarde creëren door het organiseren van netwerkbijeenkomsten; dat
kunnen de wetenschappers veel beter zelf. De sterke rol die Delftse kennis
speelt op researchniveau en de reeds bestaande netwerken van wetenschappers
binnen de nanotechnologie, worden wel gebruikt voor de Delft-promotie.
De
Stichting Delft Kennisstad heeft tot nu toe slechts in zeer beperkte mate zelf
projecten opgezet. Naast de Kennistelefoon en de bedrijvenbeurs op de
Technologiedag van de TUD, die geïnitieerd zijn vanuit de Stichting, zijn de
meeste Kennisstad projecten vanuit de gemeentelijke projectorganisatie opgezet
en gecoördineerd. Nu de Stichting zich ontwikkelt tot een kenniscentrum van
projecten, worden meer projecten onder de paraplu van de Stichting gebracht.
Daarvoor is het gewenst dat twee van de deelnemende organisaties (TUD en
gemeente) elk een halve formatieplaats beschikbaar stellen voor de coördinatie
van de projecten.
Het Delft
Cluster is inhoudelijk een krachtig cluster. SDK zal met het Delft Cluster in
gesprek gaan om te onderzoeken hoe de stichting een rol kan spelen in het
organiseren van netwerkactiviteiten en in het opzetten van voorbeeldprojecten
die kunnen leiden tot de transformatie van research in de richting van
productontwikkeling en vermarkting van de binnen het Delft Cluster aanwezige
kennis.
Bij de
ontwikkeling van de spoortunnel kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van die
kennis. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van Digiketen (een project van
GeoDelft), waarbij de integratie van planontwikkeling op het niveau van de
bouwkeet, planvoorbereiding en communicatie naar bewoners en bedrijven in de
stad centraal staat.
Een tweede
project is de uitbouw van Waterstad 2000, waarbij de ontwikkelde technologie
kan worden ingezet voor een beheers- en waarschuwingssysteem rondom de aanleg
van de spoortunnel in Delft en ten behoeve van de kwaliteitsvoorschriften met
betrekking tot het gebruik van oppervlaktewater.
Via het
Energie Agentschap participeert Delft, samen met o.a. de TUD, in een
internationaal netwerk met als doel ervaringen uit te wisselen en voorbeelden
van elders over te nemen. De activiteiten die vallen onder de noemer
milieutechnologie worden overwegend vanuit het reguliere beleid van de gemeente
Delft uitgevoerd. De stichting zal in de periode van dit werkplan zelf geen
initiatieven starten binnen dit kernthema, maar is wel beschikbaar wanneer
vanuit de stad initiatieven worden aangedragen die passen binnen de
taakopvatting van de Stichting.
Met de
ontwikkeling van de Stadshal komt een hoogwaardige voorziening beschikbaar voor
industrieel ontwerpers, architecten en kunstenaars. De Stadshal biedt naast
huisvesting van bedrijven, ook ruimte voor netwerkactiviteiten voor deze
doelgroepen. In de Stadshal zal zich ontwikkelen tot een dynamische omgeving,
mede door de inspanningen van de gebruikers van het pand. De rol van de
Stichting daarbij zal – net als bij de ontwikkeling van plannen voor de
Stadshal - gering zijn.
Ontwerpen
& Architectuur blijft als thema voor Delft van groot belang, echter in dit
werkplan worden geen specifieke activiteiten op dit werkgebied gepland. Via de
vertegenwoordiger van Delft Design in het bestuur van de Stichting vindt wel
afstemming met de activiteiten in de Stadshal plaats.
Binnen het
ICIT/Twinning Delft-Rotterdam werkt reeds een aantal partijen samen. Deze
samenwerking wordt versterkt, waarbij wordt gemikt op een actievere
betrokkenheid van bijvoorbeeld het HBO in de regio en op het organiseren van
netwerken van ICT-bedrijven in de Delftse regio en op de meerwaarde van het met
elkaar in contact brengen van (ex)studenten van de Erasmus Universiteit en de
TU Delft.
Een tweede
project is de ontwikkeling van een Sensor Competence Center Delft (SCCD).
Inmiddels is een eerste aanzet gemaakt voor de ontwikkeling van een
ondernemingsplan. Het SCCD wordt een platform voor de samenwerking op alle
niveaus in de keten van wetenschap naar uiteindelijk de introductie op de markt
van nieuwe producten. Hierbij zijn zowel wetenschap als bedrijfsleven actief
betrokken.
Een derde
project is de ontwikkeling van een breedbandige Glasvezelinfrastructuur in
Delft, waarbij individuele breedband initiatieven worden gebundeld. Daarmee
wordt synergie bereikt, bijvoorbeeld door het mogelijk te maken dat ook andere
bedrijven en instellingen kunnen aansluiten op het glasvezelnet dat op dit
moment in opdracht van Gigaport en de TU Delft wordt aangelegd naar de
studentencomplexen.
Het
Breedband project is een pilot in het uitvoeren van een project door de
Stichting. De Stichting is bereid namens de formele opdrachtgever, de gemeente
Delft, een Masterplan Breedband te ontwikkelen en onderzoek te doen naar de
mogelijkheden van de oprichting van een Breedband Ontwikkelingsmaatschappij
Delft. In
deze pilot kan de Stichting actief ervaring op met het zelf uitvoeren van een project.
Het project
Regiolab, waarbij het in nationale kenniscentrum voor vervoerssystemen en de
gemeente samenwerken, is een goed voorbeeld van samenwerking tussen diverse
instanties en de integratie van landelijke en lokale toepassingen.
Daarnaast
is de conferentie over Innovatieve Vervoerssystemen begin 2002 een project dat
zich goed leent als integratiekader voor diverse andere vervoerskundige
initiatieven in de stad, zoals slim openbaar vervoer van de Delftse stations
naar Technopolis, maar ook als thema voor de gezamenlijke promotie.
Vanuit de
gespreksronde zijn ook signalen (onder andere uit de omgeving van TNO) gegeven
dat er kansen liggen voor de verbreding van het huidige Botslaboratorium naar
een Vervoerscentrum. De stichting zal het initiatief nemen om de mogelijkheden
daarvan in kaart te brengen en de daarvoor benodigde partijen te organiseren.
In de
afgelopen jaren hebben diverse partijen bijgedragen aan de activiteiten van de
stichting. De activiteiten, c.q. het werkplan, werden aangepast aan het
beschikbare budget. De Raad van Advies heeft aangegeven dat de door hen
vertegenwoordigde organisaties bereid zijn hun bijdrage aan de Stichting Delft
Kennisstad te verhogen tot f 150.000,= per jaar op basis van een verdeelsleutel
50:30:20 voor de gemeente, de TU Delft en TNO. Samen met verwachte bijdragen
uit het bedrijfsleven en andere bronnen, zoals subsidies, bedraagt het budget
voor het komende jaar fl 200.000,=
Het
Werkplan 2002-2003 vormt de basis voor de begroting van inkomsten en uitgaven
van de Stichting. Wat betreft het beschikbaar stellen van middelen wordt voor
de gemeente, de TUD en TNO uitgegaan van een verdeling in een bijdrage in geld
en in het beschikbaar stellen van formatieplaatsen.
De middelen
van de stichting worden aangewend voor een bijdrage aan de ontwikkelingskosten
voor het ondernemingsplan van de Kennissociëteit in het Meisjeshuis, het
ontwikkelen van thematische kenniscafe’s, het opzetten van een
participantennetwerk, beperkte werkbudgetten voor projectleiders netwerken en
projecten en de coördinator promotie, voor de organisatie van een aantal
kennistransfer bijeenkomsten en de huur van werkruimte (voor personeel en
netwerkactiviteiten) in het Meisjeshuis.
De middelen
van de Stichting worden niet ingezet op de projecten zelf, omdat die hun eigen
financiering kennen buiten de
verantwoordelijkheid van de Stichting.
Gegeven het
ambitieniveau van de Stichting zal uit de begroting blijken dat er sprake is
van een voorzichtige invulling van de nieuwe koers van de Stichting. De in de
tekst aangegeven stap-voor-stap ontwikkeling, waarbij de Stichting haar nut en
waarde moet bewijzen, kan op termijn leiden tot een verhoging van de budgetten
op de begroting en een actieve financiële betrokkenheid van meerdere partijen
bij de activiteiten van de Stichting.
LIJST VAN
ACTIEPUNTEN WERKPLAN STICHTING DELFT KENNISSTAD 2002 –2003
De missie
van de Stichting Delft Kennisstad is dat zij functioneert als de overkoepelende
organisatie voor de positionering van Delft als nationaal en internationaal
erkend centrum voor hoogwaardige technologie. Om daar inde periode 2002-2003
invulling aan te geven zijn in dit werkplan de volgende actiepunten opgenomen.
Achter elk actiepunt is aangegeven in welk jaar en kwartalen de actie wordt
uitgevoerd.
Sdknieuw-oct25