Stedelijk
museum Het Prinsenhof beschikt sinds
1996 over de fraaie Van der Mandele-zaal. Naar een ontwerp van de Delftse
architect Mick Eekhout is de voormalige binnenplaats van het St.
Agathaklooster door een ingenieuze
glazen overkapping herschapen in een
multifunctionele ruimte. De bestaande gevels van het kloostercomplex vormen de
achtergrond voor velerlei activiteiten, zoals (tijdelijke) exposities van
moderne beeldende kunst, ontvangsten, lezingen, symposia, concerten en
presentaties. Bij het exploiteren van de Van der Mandele-zaal is het Prinsenhof
ervan overtuigd dat er kansen liggen op museaal-inhoudelijk, maatschappelijk
als ook commercieel gebied. Hierbij is het voor het museum van het grootste
belang geïnformeerd te blijven over de marktontwikkelingen en in te spelen op
de eisen en wensen van de steeds kritischer wordende consument.
Bij
de behandeling van het Ondernemingsplan 2000-2003 en de bijbehorende
oplegnotitie, door de commissie CKE op 19 april 2000 is afgesproken dat een
aparte notitie verschijnt over de mogelijkheden de Van der Mandele-zaal te
gebruiken ten behoeve van exposities, omdat
'De inkomsten aan zaalverhuur moeten in de
planperiode fors stijgen maar kunnen niet zonder meer worden geoptimaliseerd.
Het verhuren van zalen is namelijk aan een aantal beperkingen onderhevig: bij
iedere activiteit dient een museumprogamma te worden afgenomen, er mag op de
locaties niet worden gerookt en geen open vuur worden gebruikt als kaarsen.
Uiteraard speelt in een aantal gevallen de prijs samenhangend met de gewenste
exclusiviteit een rol. Gelet op de mogelijke verstoring van het primaire bedrijfsproces
van de musea vindt de verhuur zoveel mogelijk aan het eind van de middag of in
de avonduren plaats.
De groei van het aantal verhuringen zal bovendien
het gebruik van de Van der Mandele-zaal voor exposities, de primaire
doelstelling bij het overkappen van deze binnenplaats, onder druk zetten.
Toch streven de Gemeente Musea Delft er naar de
voorgestelde inkomstenstijging in het ondernemingsplan te realiseren. De
Gemeente Musea Delft zien hiertoe nadrukkelijk kansen. Daarbij valt te denken
aan het organiseren van verkooptentoonstellingen, beurzen, veilingen, symposia
en bedrijfspresentaties. Voor 2001 zal een speciaal “bedrijfsplan” voor het
gebruik van de Van der Mandele-zaal verschijnen met de mogelijke functies,
exploitatiemogelijkheden en afzetvoorwaarden.'
De
oplegnotitie bij het Ondernemingsplan reageert op het uitgangspunt,
geformuleerd in het Ondernemingsplan van TG 20-12-1999:
‘vanaf 2000 zal het aantal verhuringen bij de
Gemeente Musea Delft groeien van 25 per jaar (nu) naar 50 per jaar in 2001 en
100 aan het einde van de beleidsperiode; het gaat daarbij om een aantal ruimten
bij de drie musea; de verhuringen dienen winstgevend te zijn (= winst na aftrek
van alle kosten); in het kader van de gewenste winstgevendheid van de
verhuringen dient wel in 2000 de problematiek rond de aflossing van de
investeringen voor de overkapping van de Van der Mandele-zaal opgelost te
worden tussen de gemeente en de musea.’
‘De musea hebben als beleidsvoornemen geformuleerd
meer dan tot nu ruimten in de musea, waaronder de Van der Mandele-zaal te
verhuren aan derden. Verder willen de musea op termijn (afhankelijk van de
uitkomst van het haalbaarheidsonderzoek) beschikken over een museumcafé.
Beide activiteiten behoren niet tot de ‘core
business’ van de musea, en zijn activiteiten waarvoor bij de musea de expertise
niet of onvoldoende aanwezig is. Aan de andere kant bieden de ligging van de
musea en het bijzondere karakter van de gebouwen vele kansen om via deze
activiteiten meer eigen inkomsten te genereren.
De musea zullen daarom in de komende jaren
(blijven) samenwerken met derden (i.e. cateraars) voor het organiseren en
uitvoeren van verhuringen en de daarbij gewenste horeca. In dat verband zullen
de musea (zoals nu al het geval is) een medewerker in dienst hebben die
fungeert als ‘go between’ tussen de cateraars en de musea. Met de cateraars
worden afspraken gemaakt over de organisatie van het een en ander en de
financiële consequenties voor zowel de musea als de cateraar.
Vanwege deze inzet van een derde partij is voor de
verhuringen en het beheren van een café geen formatie geraamd. Ook is geen
rekening gehouden met enige formatie-omvang voor de museummedewerker die belast
is met de verhuringen. De personele lasten voor deze medewerker (moeten) worden
terug verdiend door de verhuringen.’
Doelgroepen
Voor
het gebruik van de Van der Mandele-zaal zijn de volgende doelgroepen te
onderscheiden:
·
De bezoekers van de Gemeente Musea Delft voor de permanente en tijdelijke tentoonstellingen en bijzondere
activiteiten tijdens bijvoorbeeld het Museumweekend, Open Monumentendag, de
Oosterse Markt etc.
·
Verenigingen die in de Gemeente Musea Delft hun thuisbasis vinden, zoals de Vereniging van Vrienden van het
Prinsenhof, de Stichting Nusantara en de Etnografische Vereniging
·
Sponsors van de Gemeente Musea Delft, die als tegenprestatie 'om niet'
gebruik mogen maken van de ruimte (uiteraard een beperkt aantal keren)
·
De gemeente Delft, die jaarlijks een beperkt aantal keren gebruik maakt
van de zaal met vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten
·
Het bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen en organisaties, voor
het houden van recepties, diners, bedrijfspresentaties, discussiedagen,
ontvangsten ten behoeve van relaties e.d.
Functies van een museumcafé
De klantvriendelijkheid van het museum zou ten
zeerste gebaat zijn bij het realiseren
van een horecavoorziening in de voormalige COSA-ruimte aan de Oude Delftzijde
van het museumcomplex. Een museumcafé zou
deze functie primair vervullen voor
bezoekers van het museum. Het belang ervan is meerledig:
·
horecabezoek vergroot de verblijfsduur in het museum en daardoor de
belevingswaarde van het museumbezoek, mits het aangenaam vertoeven is in de
daarvoor bestemde ruimte en het aanbod is afgestemd op de wensen van de
museumbezoeker. Bezoekers ervaren een bezoek aan het museum daardoor als
'completer'.
·
een bijdrage uit de horeca-exploitatie draagt bij aan het realiseren van
een positiever bedrijfsresultaat van het museum. Met andere woorden: de
resultaten uit de horeca-exploitatie kunnen bijvoorbeeld worden aangewend om
museaal-inhoudelijke projecten (mede) te financieren ofwel de financiële
haalbaarheid ervan te vergroten.
·
Een binnen de muren van het museum functionerend museumcafé biedt goede
mogelijkheden tot het aanbieden van
allerlei arrangementen. Het museum en de horeca-exploitant profiteren
dan allebei van het 'extra' bezoek.
Gezien de situering van de COSA-ruimte aan de Oude
Delft en de zeer eenvoudige wijze waarop een museumcafé vanaf de Oude Delft is
te ontsluiten (er zit van oudsher een entree), is het tegelijkertijd zeer wel
denkbaar dat de horecavoorziening ook een functie vervult voor passanten, dus
niet-museumbezoekers. Echter, een dergelijke 'openbaar toegankelijke
horecavoorziening' heeft zowel voor- als nadelen. De belangrijkste volgen
hierna:
Voordelen
·
vergroting van de exploitatiebasis, met name buiten het hoogseizoen
·
verlevendiging van het betreffende deel van de Oude Delft, dat thans een
wat verlaten indruk maakt
·
door realisatie van een entree vanaf de Oude Delft vergroting van de
mogelijkheden om deelexposities afzonderlijk te ontsluiten en aantrekkelijk te
maken door combinatie met een bezoek aan het museumcafé.
Nadelen
·
een moeilijk(er) te beheersen capaciteit: omdat het grand-café primair
een functie vervult ten behoeve van museumbezoekers, dient er altijd een zekere
basiscapaciteit voor deze doelgroep gereserveerd te worden
·
een tweede entree vereist een tweede punt waar bezoekers een
entreebewijs kunnen kopen. Bovendien vereist dit een complexer toegangssysteem:
bezoekers die de koffieshop bezoeken maar geen entree voor het museum betalen,
dienen uit de expositieruimten geweerd te worden. Overigens zijn voor deze
problematiek diverse oplossingen denkbaar.
Naast het vervullen van een horeca-functie, kan het
museumcafé buiten de openingstijden van het museum gastvrijheid verlenen aan
kleine ontvangsten en bijeenkomsten. Bij grote drukte
kan de Van der Mandele-zaal als 'overloop' dienen.
Voor groepsarrangementen kunnen bijvoorbeeld lunches, koffietafels en dergelijke
in de Van der Mandele-zaal gereserveerd worden. De bijzondere ambiance van de
Van der Mandele-zaal zal de zaal zeker aantrekkelijk maken voor dit soort
activiteiten.
Momenteel bestaat er bij de exploitant van de
Prinsenkelder en de Nonnerie een contractueel vastgelegd alleenrecht op de
horecaexploitatie/catering in het gehele museum, met uitzondering van openingen
en bijzondere gelegenheden.
Museumbezoekers kunnen voor restauratieve
voorzieningen een beroep doen op de Nonnerie en op restaurant de Prinsenkelder.
Voor museumbezoekers voorzien deze horecavoorzieningen in principe in een
behoefte, zij het dat de separate toegangen tot beide restaurants belemmerd
werken voor een optimaal gebruik. De Prinsenkelder en de Nonnerie worden door
dezelfde ondernemer geëxploiteerd. De samenwerking tussen het museum en deze
horeca-exploitant is op dit moment verre van optimaal, waardoor er belangrijke
kansen onbenut blijven.
Een gevolg van deze situatie is dat er tussen het
museum en de horeca-exploitant geen enkele vorm van overleg of samenwerking
bestaat gericht op het maximaal tevreden stellen van de
museum-/restaurantbezoeker: er worden geen gezamenlijke arrangementen
aangeboden, er vindt geen afstemming plaats omtrent openingstijden of
productformules etc. De termijn van het
huidige contract met deze horeca-exploitant loopt in 2002 af. De Gemeente Musea Delft zal in 2001 in
samenwerking met Sector Kennisstad, Vakteam Grond een nieuw contract
voorbereiden en in bespreking brengen met de horeca-exploitant. Met het oog op
het verhogen van de aantrekkelijkheid en klantvriendelijkheid van het museum
wordt in het verlengde hiervan tevens de mogelijkheden in kaart gebracht de
voormalige COSA-ruimte in te richten tot museumcafé onder beheer van de
Gemeente Musea Delft.
De Van der Mandele-zaal is in de afgelopen vijf
jaar voor zeer uiteenlopende activiteiten in gebruik geweest; de zaal blijkt
dus te beantwoorden aan zijn multifunctionele doelstelling. De ruimte is
ingericht met de tijdelijke exposities 'In gesprek met Vermeer' en '25 jaar
ceramiek van Maggi Gilles'. Bovendien is de zaal gebruikt voor bijzondere
evenementen als het Delft Chamber Music Festival en de Oosterse Markt.
Daarnaast vinden er regelmatig lezingen, symposia, vergaderingen, recepties en
ontvangsten van grote groepen plaats.
Voor exploitatie van de Van der Mandele-zaal wil
het Prinsenhof zich voor de middellange termijn concentreren op de volgende
vier activiteiten.
² Vaste/tijdelijke exposities
Het benutten van de zaal als expositieruimte
betekent feitelijk een aanzienlijke verruiming van de expositiecapaciteit van
het Prinsenhof. Met name voor (tijdelijke) exposities op het gebied van moderne
beeldende kunst, die vragen om een grote, lichte ruimte is hieraan behoefte.
Dergelijke exposities verhogen de aantrekkingskracht van het museum voor het
regionale en landelijke publiek. Voorwaarde is dan wel dat de thema's van de
exposities zodanig worden gekozen dat zij een breed publiek aanspreken en
uitdagen. Zij bieden dan goede kansen om het bezoek ook buiten het hoogseizoen,
bij voorkeur in het voorjaar, te activeren en herhalingsbezoek te stimuleren.
² Keramiekbeurs/ceramic fair
Wij onderzoeken de mogelijkheid een keramiekbeurs
te organiseren, die om de twee of drie jaar terugkeert. Een dergelijke beurs is
uniek voor Nederland en sluit goed aan bij de plannen voor het Delfts Aardewerk
Centrum i.o.. In verband met spreiding van de activiteiten over het jaar heeft
het de voorkeur de beurs in het naseizoen te organiseren, waardoor hij een
verlenging van het bezoekersseizoen kan bewerkstelligen.
² Bijzondere evenementen en concerten
De zaal biedt in principe tal van mogelijkheden
voor het organiseren van bijzondere evenementen die in het verlengde van de
museumfunctie liggen. Zo organiseerden wij museale activiteiten als workshops,
studiemiddagen en lezingen. Waren wij locatie voor tv-programma's, zoals
'Tussen kunst en kitsch' en was de zaal trefpunt in het kader van bijzondere
activiteiten, zoals Open Monumentendag,
Delft dag, Galeriedag Delft en de Oosterse Markt. Sinds 1997 organiseert het
Delft Chamber Music Festival in nauwe samenwerking met het museum 16 concerten
in 10 dagen in de periode eind juli - begin augustus.
Dergelijke evenementen zorgen voor de nodige
dynamiek in de beleving en het imago van het museum; bovendien hebben zij een
uitgesproken drempelverlagende functie voor de regionale bevolking ten aanzien
van een bezoek aan het museum. Overigens is een aantal van deze bijzondere
evenementen uitstekend uit te voeren tijdens de normale openstellingsuren van
het museum. Voor bepaalde activiteiten als tv-opnames is dit veel lastiger. Men
is dan aangewezen op de avonduren of de maandag, of wij moeten in incidentele
gevallen besluiten de zaal voor reguliere bezoekers te sluiten.
² Lezingen, symposia, (jaar)vergaderingen, etc.
Qua omvang en akoestiek leent de Van der
Mandele-zaal zich uitstekend voor het houden van lezingen,
bedrijfspresentaties, (jaar)vergaderingen etc. voor groepen van circa 100 tot
380 personen. In verband met het reguliere functioneren van het museum worden deze activiteiten beperkt tot de
avonduren en de maandag, wanneer het museum gesloten is voor publiek. Overigens
vinden er buiten het hoogseizoen ook wel middagontvangsten plaats.
Exploitatiemogelijkheden
De geschetste gebruiksmogelijkheden van de Van der
Mandele-zaal leveren een meerwaarde op voor het functioneren van de totale
museumorganisatie. Die meerwaarde is primair gelegen in de versterking van de
marktpositie en het imago van het Prinsenhof en het feit dat er groepen van een
redelijke omvang (vanaf circa 100 personen) ontvangen kunnen worden, waaruit
een positieve bijdrage aan het exploitatieresultaat van de Gemeente Musea Delft is te realiseren.
De exploitatie van de commerciële functie wordt
door de museumorganisatie op basis van een contract uitbesteed aan drie
cateringbedrijven. In het contract is vastgelegd welke diensten verleend worden
en welke beloning daar tegenover staat. De museumorganisatie/ gemeente Delft
heeft daardoor alle beslissingsbevoegdheid aan zichzelf gehouden. De
cateringbedrijven schikken zich volledig naar de wensen van het museum.
In de uitvoerende sfeer heeft de inzet van
cateraars diverse voordelen. Met de drie cateringbedrijven wordt immers een
professionele dienstverlener in huis gehaald met kennis en ervaring in de
branche en kennis van het marktsegment waarin zij opereren.
De bezetting van de Van der
Mandele-zaal
In de bijlage is een overzicht gegeven van het
gebruik van de zalen, in het bijzonder de Van der Mandele-zaal, voor bijzondere
evenementen, concerten, lezingen, presentaties, ontvangsten en recepties in de
jaren 1998, 1999 en 2000.
Een berekening
Aan het eind van de planperiode van het
ondernemingsplan moet er ƒ 180.000,00 aan inkomsten door verhuringen worden
gehaald. De tarieven voor de verschillende locaties zijn als volgt vastgesteld:
·
ƒ 5.000,00, huur Van der Mandele-zaal
·
ƒ 3.500,00, huur Museum Lambert van Meerten
·
ƒ 1.000,00, huur Kamer van Charitate
Jaarlijks betaalt het Delft Chamber Music Festival
een bedrag van ƒ 15.000,00 voor het gebruik van de Van der Mandele-zaal. De
Gemeente Musea Delft werken met drie vaste cateraars, die ieder ƒ 5.000,00 per
jaar betalen voor het recht te mogen cateren.
Feitelijk moet er derhalve in 2004
ƒ 150.000,00 aan huurpenningen gerealiseerd gaan worden.
Gelet op de inkomsten uit zaalverhuur in 2000
betekent dit jaarlijks een groei met
ƒ 15.000,00. Er zal derhalve een intensieve
bewerking van de markt moeten plaats hebben, met een actievere acquisitie
vanuit de cateraars zelf dan tot nu toe het geval was. De boekingen komen tot
op heden vrijwel uitsluitend direct bij de Gemeente Musea Delft binnen waarna een keuze gemaakt wordt door
de klant voor een van de cateraars.
Stappenplan
² Marktverkenning
Inzicht in de zeer in beweging zijnde markt (zowel
vraagzijde als aanbodzijde) is essentieel voor een verdere professionalisering.
Deze kennis dient specifiek op de Delftse situatie te worden afgestemd en op
peil gehouden. Op basis hiervan kan worden vastgesteld wat het marktpotentieel
is, en wat een concurrerend aanbod is,
om daarna de strategie te bepalen waarmee dit bereikt kan worden.
² Strategie bepalen
Gezien de grote diversiteit binnen de markt, is het
essentieel voor de Gemeente Musea Delft dat er duidelijke keuzes worden gemaakt
ten aanzien van het type product en het type opdrachtgever. Op basis van het
marktpotentieel enerzijds en de instrumentele mogelijkheden van de musea
anderzijds kunnen zogenaamde ProductMarktCombinaties (PMC’s) worden
vastgesteld.
Na het vaststellen van deze PMC’s kan de
promotiecampagne worden vastgesteld. Adequate communicatiemiddelen (wat gaan we
doen?) in combinatie met een goed communicatie-concept (wat gaan we vertellen?)
moeten ervoor zorgen dat de juiste mensen op de juiste producten worden
geattendeerd.
Voorwaarde daarbij is echter dat de bewezen dienst
tegemoet komt aan de wensen van de markt. Om er zo voor te zorgen dat de gasten
daadwerkelijk zeer tevreden zijn en als zodanig de zo belangrijke mond tot mond
reclame genereren. Deze wensen worden nader in kaart gebracht.
² Promotie
Ondanks dat een sterk product in deze belangrijker
is dan de promotie, zijn enkele promotie-instrumenten essentieel. Een totaal
plan hieromtrent kan pas worden uitgewerkt als de PMC’s zijn vastgesteld. Voor een juist bereik van de gekozen
doelgroep zijn intermediaire partners van belang. Dit geldt men name voor de
congressen, seminars en feesten. Daartoe dient een netwerk met relevante
partners te worden opgezet en onderhouden.
Passend promotiemateriaal dat de profilering van de
musea weerspiegelt is belangrijk.
Heel gericht adverteren in passende brochures voor
vergaderen op bijzondere locaties brengt de musea beter onder de aandacht van
de doelgroepen.
Direct mail wordt nader onderzocht op kosten/baten.
Ik stel u voor om:
·
er mee in te stemmen dat eenmaal per jaar, te beginnen in 2002, de Van
der Mandele-zaal gedurende drie maanden 'vrijgemaakt' wordt voor een expositie
op het gebied van de moderne beeldende kunst. De voorkeur gaat daarbij uit naar
de maanden maart, april en mei.
·
Vooralsnog zal er geen extra budget beschikbaar gesteld worden voor deze
expositie maar zal de presentatie deel uit maken van de vier tentoonstellingen
die de Gemeente Musea Delft conform de
oplegnotitie bij het ondernemingsplan jaarlijks zullen maken.
·
er mee in te stemmen dat in het
verlengde van de contractherziening met de horeca-exploitant de mogelijkheden
in kaart worden gebracht om de voormalige COSA-ruimte in te richten als
museumcafé onder het beheer van de Gemeente Musea Delft.
Mw.
drs. Daniëlle H.A.C.
directeur
Gemeente Musea Delft
maart
2001
Besluit
B&W 13 maart 2001(zie ook besluitvormingsformulier)
Er
zal géén extra budget beschikbaar worden gesteld voor de jaarlijks te houden
expositie op het gebied van de moderne beeldende kunst.
Voor
het overige conform.
Bijlage: Overzicht verhuringen Gemeente Musea Delft
1998-2000
en prognose 2001
Bijlage: Overzicht verhuringen Gemeente
Musea Delft 1998-2000
INKOMSTEN |
|
|
|
|
|
|
tot nu toe |
Zaal |
1998 |
|
1999 |
|
2000 |
|
2001 |
v.d. Mandelezaal |
76.162,50 |
|
68.000,00 |
|
49.075,00 |
|
35.000,00 |
Historische Zaal |
|
|
|
|
1.000,00 |
|
|
Kamer van Charitaten |
8.000,00 |
|
7.250,00 |
|
3.500,00 |
|
3.000,00 |
Cosa |
|
|
750,00 |
|
|
|
|
Lambert van Meerten |
|
|
|
|
8.750,00 |
|
|
Ver v Vrienden in Cosa |
2.400,00 |
|
2.400,00 |
|
2.800,00 |
|
1.600,00 |
Overig* |
39.409,36 |
|
35.066,42 |
|
33.000,00 |
** |
33.000,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
totaal |
125.971,86 |
|
113.466,42 |
|
98.125,00 |
|
72.600,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
*Overig: DCMF, Contract Cateraars, fee op food en
beverages |
|||||||
**fee op food en beverages nog niet ontvangen,
geschat) |
|||||||
2000: minder verhuringen in Kamer van Charitate
door spintkever |
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
AANTAL
VERHURINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
Zaal |
1998 |
|
1999 |
|
2000 |
|
2001 |
v.d. Mandelezaal |
13 |
|
15 |
|
10 |
|
7 |
Historische Zaal |
|
|
1 |
|
1 |
|
|
Kamer van Charitaten |
8 |
|
7 |
|
4 |
|
3 |
Cosa 1) |
12 |
|
13 |
|
14 |
|
8 |
Lambert van Meerten |
|
|
|
|
|
|
|
Vereniging van Vrienden |
8 |
|
|
|
|
|
|
subtotaal |
41 |
|
36 |
|
29 |
|
18 |
|
|
|
|
|
|
|
|
v.d. Mandelezaal NP |
4 |
|
7 |
|
4 |
|
|
Historische Zaal NP |
|
|
|
|
|
|
|
Kamer van Charitaten NP |
|
|
1 |
|
|
|
|
Cosa NP |
4 |
|
1 |
|
|
|
|
Lambert van Meerten NP |
|
|
|
|
1 |
|
|
Nusantara |
|
|
|
|
1 |
|
|
subtotaal |
8 |
|
9 |
|
6 |
|
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
49 |
|
45 |
|
35 |
|
18 |
|
|
|
|
|
|
|
|
1) Inclusief Vereniging van Vrienden
Prinsenhof, VvV van Nusantara en Etnografische Vereniging |