Nota

 

Datum

1-02-2001

Ons Kenmerk

00/031597

Opsteller

George Degenhart

Bijlagen

4        

Onderwerp

Beeldende kunstbeleid van de gemeente Delft in de jaren 2001-2004

 

 


 

INLEIDING

In het voorjaar 2000 heeft de Commissie CKE ingestemd met de nota beeldende kunst, welke in grote lijnen een toekomstperspectief biedt over de jaren 2001 tot en met 2004.

 

Dit voor u liggende stuk omvat uitgewerkte voorstellen voor het instellen van een tweetal  subsidieregelingen, die een bijdrage leveren aan het stedelijk kunstklimaat, de betrokkenheid van de bevolking bij de beeldende kunst vergroten en die recht doen aan de autonome ontwikkeling van het werk van de Delftse  kunstenaars.

 

Het betreft de volgende onderdelen.

1. Regeling ter ondersteuning van kleinschalige projecten op het gebied van beeldende Kunst en vormgeving

 

2. Productie subsidie

       

Beide subsidieregelingen, die passen binnen de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten kennen aanvullende criteria die aan de nota zijn toegevoegd

Nadat deze regelingen inclusief de aanvullende criteria door het College zijn vastgesteld, zal hieraan bekendheid worden gegeven en kunnen subsidies worden aangevraagd.

 

Tevens wordt als vervolg op en als verdieping van de nota beeldende kunst het volgende aan de orde gesteld.

 

3. Een plek, een faciliteit, een tentoonstellingsstructuur

In de nota beeldende kunst is vastgesteld dat beeldende kunst aan het publiek zichtbaar moet worden gemaakt en dat de overheid daarin moet faciliteren. Een gelegenheid waar de kunst zich met steun van de overheid kan manifesteren ontbreekt op dit moment. Door middel van twee projecten in binnen- en buitenruimten, zullen mogelijke plekken, in eerste instantie op wisselende locaties in kaart worden gebracht.

 

4. Loden Schoenen

Onder deze titel wordt een voorstel voor een tweejaarlijkse waarderingsprijs geformuleerd.

 

5. Beeldende kunst in de openbare ruimte

Deze tekst geeft inzicht in de ontwikkeling van het onderhoud en beheer van kunst in de openbare ruimte en geeft kort aan welke ontwikkelingen in gang worden gezet. 

En tenslotte wordt onder het kopje:

 

6. AdviesCommissie Beeldende kunst 

inzicht geboden in de advertentietekst die bedoeld is om twee nieuwe leden voor de commissie te werven.

 

 

1. REGELING TER ONDERSTEUNING VAN KLEINSCHALIGE  PROJECTEN OP HET GEBIED VAN BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING

 

De versterking van het stedelijk kunstklimaat, de betrokkenheid van de bevolking en de ontwikkeling van de Delftse kunstenaars worden vooral bevorderd door voorstellen te stimuleren

·       die qua inhoud en betekenis een verrijking en verdieping van het eigen werk inhouden;

·       die een maatschappelijke betekenis hebben of krijgen door de presentatie;

·       die de betrokkenheid van het publiek helpen vergroten;

·       die het kunstaanbod spreiden buiten het atelier en de reguliere tentoonstellingskanalen.

 

Op basis van deze doelstellingen is het mogelijk een gevarieerd overzicht te geven van de beeldende kunstproductie in Delft. De pluriformiteit van de beeldende kunst in de stad kan worden zichtbaar gemaakt met onverwachte middelen op onverwachte plekken, met een tijdelijk karakter, reagerend op  een veranderende stad.

 

Voor wie is de Regeling bestemd.

De Regeling is bedoeld voor initiatieven van een drietal groepen.

·       de Delftse beeldend kunstenaars 

·       bewonersgroepen of non-profit instellingen

·       de gemeente Delft

 

De Delftse beeldend kunstenaar

De kunstenaar komt met een voorstel dat direct voortkomt uit het eigen werk.

Deze voorstellen kunnen zeer divers zijn. Van utopische die lang niet altijd uitvoerbaar zullen zijn, tot concrete voorstellen in of bij een gebouw, bij een instelling op een locatie buiten. Zowel tijdelijk als “blijvend”.

De regeling is zodanig van opzet dat autonome vormen van beeldende kunst ook in aanmerking kunnen komen. De situatie kan zich voordoen dat een bepaalde locatie uitstekend geschikt is voor een autonoom werk of een serie autonome werken. 

 

Bewonersgroepen of non-profit instellingen

De regeling is ook bedoeld om bewonersgroepen en instellingen (en onder bepaalde voorwaarden, bedrijven) de mogelijkheid te bieden het instrument van de beeldende kunst te gebruiken bij het verbijzonderen van hun omgeving.

Deze groepen en instellingen kunnen een aanvraag indienen.

Zij kunnen met een compleet project voorstel inclusief een kunstenaar komen.

Zij kunnen echter ook met een idee komen, waarna er door de Adviescommissie een kunstenaar wordt bij gezocht.

Er wordt verwacht dat er een (materiėle) bijdrage van de kant van de aanvrager komt.

Bij een aanvraag van een bedrijf kan er slechts sprake zijn van een bijdrage aan het honorarium van de kunstenaar.

 

De gemeente Delft

De gemeente Delft  kan ook een initiatief nemen tot realisatie van beeldende kunst op een door haar aan te wijzen locatie of zij kan een schetsopdracht uitschrijven om de mogelijkheden (voor integratie) van beeldende kunst te onderzoeken.  

 

De werkwijze

Er is vanuit de reserve beeldende kunst ƒ 100.000,-- op jaarbasis beschikbaar voor deze subsidie.

Gezien dit budgettaire plafond zal de subsidie per kunstenaar 1 maal per 2 jaar worden toegekend en zal de maximale bijdrage per project door de Adviescommissie Beeldende kunst worden bekeken maar nooit meer dan

ƒ 20.000,-- bedragen.

De subsidie kan door het hele jaar worden aangevraagd. Indien blijkt dat het totaal van de toe te wijzen bedragen het beschikbare budget te boven gaat, bepaalt het moment van binnenkomst van de aanvraag de mogelijkheid tot honorering.

 

De subsidieaanvraag dient aan de volgende formele criteria te voldoen.

 

Algemeen

·       Het moet gaan om een in Delft woonachtige kunstenaar;

·       Er wordt maximaal een maal per twee jaar een projectsubsidie verstrekt,

·       Het project moet conform de Algemene Subsidieverordening worden uitgevoerd. Het subsidie is bestemd voor de dekking van het tekort;

·       Het kan nooit gaan om de aankoop van een voltooid werk of subsidiėring van een reeds uitgevoerd project;

·       Het Delfts publiek moet kennis kunnen nemen van het resultaat.

 

Specifiek

·       De aanvraag moet een inhoudelijke omschrijving van het project bevatten met een zodanig inzicht in alle aspecten dat duidelijk is dat het project realiseerbaar is;

·       Tevens moet een begroting en dekkingsplan zijn toegevoegd waaruit blijkt wat de bijdrage van derden is, met name  van hen die bij het project betrokken zijn;

·       Een curriculum vitae van de kunstenaar (indien niet in het bezit van de gemeente) dient te worden toegevoegd;

·       Tevens is een relevante documentatie van reeds gemaakt werk noodzakelijk.

 

 

 

Indien de aanvraag aan bovenstaande criteria voldoet, gaat deze ter advisering naar de AdviesCommissie Beeldende Kunst. Deze commissie beoordeelt de aanvraag op de volgende kunstinhoudelijke criteria:

·       Betekent dit project qua inhoud en betekenis een verrijking en verdieping van het werk van de aanvrager;

·       Betekent het project een aanwinst op het bestaande kunstaanbod;

·       Heeft het een innoverend karakter;

·       Wat is de kwaliteit van het aanbod in relatie tot de andere aangeboden projecten en het besteedbare budget.

 

Het advies van de ACBK gaat voorzien van een advies van de beleidsafdeling CKE ter besluitvorming naar het college van burgemeester en wethouders, waarna de aanvrager schriftelijk van het besluit op de hoogte wordt gesteld.

 

Na beėindiging van het project dient er conform de subsidieverordening een inhoudelijke en financiėle verantwoording te worden afgelegd aan het college.

 

Op grond van artikel 4.3, lid 2 van de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten zijn ten behoeve van deze regeling aanvullende criteria opgesteld die aan deze nota zijn toegevoegd en welke door het college moeten worden vastgesteld.

 

2. PRODUCTIESUBSIDIE

Deze subsidie is nadrukkelijk niet project of product gebonden maar gericht op de beeldende kunstenaar die bij de productie van zijn/haar autonome werk tegen financiėle belemmeringen aanloopt, bij wie de mogelijkheid ontbreekt het werk geschikt te maken voor presentatie of die door middel van materiaalonderzoek of studie elders hun werk willen verdiepen.

 

In Delft wonende en werkende beeldende kunstenaars van wie het bruto belastbaar inkomen  beneden ƒ 40.000,-- ligt, kunnen een beroep doen op de productiesubsidie.

 

Onder het bruto belastbaar jaarinkomen wordt verstaan het bruto jaarinkomen verminderd met de werkelijke beroepskosten, zoals kan worden aangetoond door middel van een kopie van het aangiftebiljet inkomstenbelasting.

 

Het beschikbare budget vanuit de reserve beeldende kunst bedraagt

ƒ 20.000,-- en het maximaal uit te keren bedrag is ƒ 4.000,--.

 

Kunstenaars die gebruik willen maken van de productie subsidie moeten hiertoe een gemotiveerd verzoek in dienen, waarin tevens wordt aangegeven hoe hoog de bijdrage dient te zijn en op welke wijze inzicht wordt gegeven in het resultaat van de productie. De aanvraag dient  vergezeld te gaan van een kopie van het aangiftebiljet van het voorgaande kalenderjaar en documentatie op A4 formaat die relevant is voor de aanvraag. 

De aanvragen kunnen door het hele jaar worden ingediend. Indien blijkt dat het totaal van de toe te wijzen bedragen het beschikbare budget te boven gaat, bepaalt het moment  van binnenkomst van de aanvraag de mogelijkheid tot honorering.

 

Op grond van artikel 4.3, lid 2 van de subsidieverordening maatschappelijke activiteiten zijn ten behoeve van deze regeling aanvullende criteria opgesteld die aan deze nota zijn toegevoegd en welke door het college moeten worden vastgesteld.

 

 

3. TWEE VANUIT DE GEMEENTE DELFT TE ORGANISEREN MANIFESTE PROJECTEN

DE PLEK  en BUITEN DE MUREN

In 2001 zullen twee projecten, georganiseerd vanuit het vakteam CKE van start gaan.

Het eerste project is er onder de werktitel ”de plek”  op gericht het werk van beeldende kunstenaars uit Delft op door hen zelf aangegeven en gemotiveerde plekken te tonen, waardoor het werk zichtbaar wordt en het werk in een relevante materiėle en sociale context wordt geplaatst.

Het tweede project is er onder werktitel” “buiten de muren”  op gericht door middel van beeldende kunst een plek of meerdere plekken in de openbare ruimte op manifeste wijze zichtbaar te maken.

 

3a. DE PLEK

 

Onder de naam “De Plek” zal er in 2001 een reeks van 3 tentoonstellingen starten van werk van Delftse kunstenaars.

 

·       Hen zal worden gevraagd een kunstwerk te leveren met daarbij een gemotiveerd voorstel voor een plek waar het werk moet worden getoond.

     Dit kan variėren van woonboot tot grachtenpand, van een woonkamer tot      

     een woonwarenhuis en van een kantoor tot een kerncentrale.

     De keuze van het werk is vrij, maar er moet een inhoudelijke reden zijn 

     voor de keuze van  de plek. Er moet een relatie zijn tussen werk en plek.

·       De plek met haar eigen betekenis. Voor en door mensen ingericht, met een tweetal aspecten:

         1. Een  materiėle omgeving, in de zin van ordening van stenen,

             meubilair en ander concreet materiaal,

         2. een sociale omgeving vanwege haar sociale betekenis. Een plek

             waar mensen private of sociale activiteiten bedrijven.

·       Aan de kunstenaars zal worden gevraagd hun keus te motiveren en aan te geven hoe zij denken het publiek op de door hen bepaalde plek te krijgen en wat er aan de plek gedaan moet worden om de keus duidelijk te maken of om het werk optimaal te beleven.

·       Het aantal bezoekers is niet bepalend, maar als er een privé plek wordt gekozen in de stad of omgeving moet deze gedurende een bepaalde tijd toegankelijk zijn.

·       Er zullen maximaal twintig inzendingen worden geselecteerd.

·       Om belangenverstrengeling te vermijden (de ACBK moet het hele prject beoordelen) zal hiertoe een kleine adviesgroep worden samengesteld.

·       Deze adviesgroep zal bestaan uit een drietal deskundigen op het gebied van de beeldende kunst, zowel van buiten als binnen Delft.

·       Met een aantal kunstinstellingen zal afstemming plaatsvinden om de mogelijkheid van een kleine presentatie van de kunstenaar van hun keuze uit de maximaal 20 geselecteerden te realiseren.

 

In de twee hierop volgende jaren zal een vergelijkbaar verzoek aan de kunstenaars worden gedaan.

 

 

De reeks start in de periode                   september 2001 tot maart 2002

Loopt door in de periode                        september 2002 tot maart 2003

En eindigt in de periode                         september 2003 tot maart 2004

 

Vervolgens ligt het in de bedoeling in het jaar 2004 een selectie te maken uit de werken uit de drie perioden en aan gemeentemuseum het Prinsenhof te vragen deze tentoon te stellen en te spiegelen aan een keuze uit de eigen collectie. Hiertoe is inmiddels overleg opgestart.

 

Om de discussie over kwaliteit en de keuzes die gemaakt worden te bevorderen is het interessant tegelijkertijd, als een spiegel, een tentoonstelling te laten plaatsvinden van door particulieren en/of instellingen en bedrijven op de diverse tentoonstellingen aangekochte of door hen als belangrijk genoemde kunstwerken. Interessant door de vergelijking die kan worden gemaakt tussen de keuze van particulieren en deskundige tentoonstellingmakers.

Deze tentoonstelling zou niet in een museale sfeer moeten plaatsvinden  maar eerder in een fabriekshal of in een woonwarenhuis.                                                                                                                                  

Voor het totaal van de drie manifeste tentoonstellingsreeksen is drie maal

ƒ 150.000,-- , dat wil zeggen totaal  ƒ 450.000,-- nodig. Dit bedrag wordt gedekt vanuit de reserve beeldende kunst.

Voor de finale overzichtstentoonstelling in het Prinsenhof en voor de publiekskeuze elders is vanuit de reserve beeldende kunst ƒ 150.000,-- beschikbaar.

 

3b. BUITEN DE MUREN

 

Het tweede project met de werktitel “buiten de muren” is er op gericht door middel van een opdracht een plek of meerdere plekken in de openbare ruimte op een manifeste wijze zichtbaar te maken, zowel in materiėle als in emotionele zin.

 

Dit betekent dat anders dan bij reguliere opdrachten niet alleen de materiėle aspecten zoals stedebouw, architectuur, water en groen een rol in de opdrachtformulering spelen.

 

Ook sociale aspecten van de ruimte, zoals ontmoetingsplek, toeristische locatie/culturele locatie, drukke of stille plek, veel of weinig verkeer, spelen een rol.

Communicatie met en participatie van het publiek zijn belangrijke elementen.

De manifestatiereeks wordt in 2001 gestart door een Delftse beeldend kunstenaar en in de jaren 2002 tot en met 2004 als bij een estafette afwisselend door een kunstenaar van buiten Delft  en een Delftenaar uitgevoerd. Dit wordt gedaan om er voor zorg te dragen dat ook de visie van niet Delftenaren op de stad vorm krijgt en op deze wijze de discussie over de stad wordt verlevendigd.

 

 

 

Voor deze reeks van manifestaties is van 2001 tot en met 2004

vier maal ƒ 80.000,-- nodig.

Deze ƒ 320.000,-- worden gedekt uit de reserve beeldende kunst.

Begeleiding vindt met betrekking tot de organisatie plaats vanuit CKE en met betrekking tot de bewaking van de kwaliteit  door de ACBK.

 

3c. OVERIGE BESTEDINGEN IN DE OPENBARE RUIMTE.

Bovenstaand project wordt gefinancierd vanuit de reserve beeldende kunst, waarmee ongeveer de helft van de reserve beeldende kunst in de openbare ruimte wordt besteed. Dit wil overigens niet zeggen dat dit de enige activiteit is op het gebied van beeldende kunst in de openbare ruimte.

·       In het kader van de %-Regeling wordt binnenkort beeldende kunst opleverd bij het nieuwe afvaloverlaadstation en in de Phoenix Parkeergarage. Bij  nieuwe projecten zullen wederom middelen worden vrijgemaakt.

·       Ten behoeve van de herinrichting van de openbare ruimte zijn de afgelopen jaren projecten gerealiseerd op de Beestenmarkt, de Brabantse Turfmarkt, het Doelenplein, het Plein Delftzicht en de keerlus op de Oude Langendijk. In de komende jaren zal bekeken moeten worden of er bij de herinrichting van de openbare ruimte in de stad middelen ten behoeve van beeldende kunst uit bestaand budget kunnen worden vrijgemaakt. Vakteam CKE zal daarin een actieve rol gaan vervullen.

·       Momenteel wordt overleg gevoerd over de rol die beeldende kunst bij de ontwikkeling van het Zuidpoortgebied kan spelen.

·       Voor Kunst in de Wijken is onder de noemer cultuur ƒ 700.000,-- opgevoerd waarvan zeker een deel aan de realisering van beeldende kunst zal worden besteed.

·       Het gehele bestand aan beeldende kunst in de stad is geļnventariseerd en inmiddels voor een belangrijk deel opgeknapt. Voor een aantal beelden die er in termen van achterstallig onderhoud ernstig aan toe zijn, of die inmiddels in een veranderde omgeving staan en daardoor niet meer tot hun recht komen, zullen in het komend jaar voorstellen worden geformuleerd. Met deze activiteit is een jaarbudget van ƒ 50.000,-- gemoeid.   

 

 

4. LODEN SCHOENEN, een tweejaarlijkse waarderingsprijs

De in te stellen tweejaarlijkse waarderingsprijs is bedoeld om een Delftse beeldende kunstenaar extra onder de aandacht te brengen. Met de prijs wordt waardering uitgesproken voor de artistieke activiteiten waarbij de maatschappelijke activiteiten zeker niet uit het oog moeten worden verloren.

De prijs bestaat uit een geldbedrag van ƒ10.000,-- en een wisseltrofee bestaande uit een paar loden schoenen.

Tevens zal er een presentatie van het werk van de winnaar worden georganiseerd. Aangezien voor deze presentatie op dit moment  slechts

ƒ 15.000,-- beschikbaar is, zal door middel van sponsoring naar aanvullende financiering worden gezocht.

De adviesgroep die de inzendingen voor de manifestatie “de Plek” beoordeelt krijgt een breed overzicht van het in Delft aanwezige potentieel aan beeldende kunstenaars.  Hierdoor is zij het uitgelezen gezelschap om een voorstel te formuleren en een kandidaat aan het College voor te dragen.

Het bedrag van ƒ 10.000,-- wordt gedekt vanuit de reserve beeldende kunst. De presentatie zal gedeeltelijk voor een bedrag van ƒ 15.000,-- uit de reserve beeldende kunst worden gedekt.  Een vergelijkbaar bedrag van

ƒ 15.000,-- zal via sponsoring moeten worden gerealiseerd.

 

5. BEELDENDE KUNST IN DE OPENBARE RUIMTE

 

Op 29 mei 2000 is door middel van een opdracht aan Archeoplan een begin gemaakt met het repareren, schoonmaken, het plegen van klein onderhoud en het aanbrengen van een beschermlaag bij 31 objecten van beeldende kunst in de stad. Deze actie is voltooid en dit betekent dat deze beelden nu in een bestand zijn opgenomen en jaarlijks worden geschouwd.

Inmiddels is een tweede opdracht verstrekt. Deze heeft betrekking op 21 kunstwerken die als zwaardere gevallen kunnen worden aangemerkt, die overigens een zelfde soort behandeling moeten ondergaan met wat grotere financiėle consequenties.

Totaal is met deze operatie een bedrag van ƒ 50.390,65 gemoeid.

Hiermee zijn dan 52 beelden opgeknapt en in de jaarlijkse schouw opgenomen. Dekking vindt plaats uit de begrotingspost onderhoud kunstobjecten en hekwerken.

Er blijven nog zeven beelden over die niet eenvoudig zijn te restaureren, die mogelijk afgevoerd, aangepast of verplaatst moeten worden. Dat eist meer tijd en overleg om tot besluitvorming te komen en voorstellen hierover zullen separaat aan U worden voorgelegd.

Als afsluiting stellen wij voor alle kunstwerken van een eenvoudig naambordje te voorzien en tenslotte te bevorderen dat het hele bestand dat nu reeds op CD Rom staat, in de toekomst wordt  gekoppeld aan de bestanden van het Kunstcentrum Delft, en het Stedelijk Museum het Prinsenhof.

 

Ten behoeve van de ontwikkeling van beeldende kunst in het Zuidpoortgebied is het vakteam CKE vanaf 2001 betrokken bij de inrichtingsplannen voor de openbare ruimte.

 

6. DE ADVIESCOMMISSIE BEELDENDE KUNST (ACBK)

De ACBK, oorspronkelijk bestaande uit 5 personen, bestaat nu al 3 jaar (vanuit een bezuinigingsmaatregel) uit 3 personen. De ervaring die hiermee is opgedaan, leert dat de kwaliteit van de beoordeling hier niet onder leidt.

Ten behoeve van de verandering van het aantal commissieleden zal de verordening op dat onderdeel worden aangepast.

De twee gewone leden zijn inmiddels meer dan 4 jaar lid van de commissie en dienen dus op reglementaire gronden af te treden.

De voorzitter functioneert nu twee jaar in de commissie en kan nog twee jaar aanblijven.

Ten behoeve van het aantrekken van twee nieuwe commissieleden is een advertentie in BK-Informatie geplaatst.

 

De aangepaste verordening zal u in het voorjaar 2001 worden aangeboden.

 

VOORSTELLEN:

 

In te stemmen met:

1.    het in werking treden van de regeling ter ondersteuning van kleinschalige projecten op gebied van beeldende kunst en vormgeving en hier ruime bekendheid aan te geven.

2.    het in werking treden van de productiesubsidie en hier bij de beeldende kunstenaars bekendheid aan te geven.

3.    aanvulende criteria ten behoeve van de twee bovenstaande subsidieregelingen.

4.    het in gang zetten van de tentoonstellingenreeks “De Plek”, en daartoe overleg te starten met de participerende instellingen, een adviesgroep samen te stellen en een brochure ten behoeve van de Delftse beeldende kunstenaars het licht te doen zien.

5.    het in gang zetten van het project “Buiten de Muren” en hiertoe een inhoudelijk onderbouwd voorstel voor een beeldend kunstenaar met een schetsontwerp aan U voor te leggen.

6.    de voorgestelde werkwijze met betrekking tot de waarderingsprijs.

7.    de verandering in de AdviesCommissie Beeldende Kunst en met

     betrekking tot de invulling in het 1e kwartaal van 2001 een voorstel

     hiertoe en een verandering van de verordering tegemoet te zien.                

8   het bevorderen van het koppelen van de bestanden van Archeoplan, het 

     Kunstcentrum Delft en het Stedelijk Museum het Prinsenhof.

9.  het maken van nadere voorstellen met betrekking tot zeven te

     restaureren of te verwijderen beelden.  

 


     George Degenhart

Beleidsmedewerker vakteam Cultuur, Kennis en Economie