Nota

 

Datum

22-03-2001

Ons Kenmerk

01/009477

Opsteller

Adna Plak

Bijlagen

3        

Onderwerp

Structuurvisie Detailhandel Stadsgewest Haaglanden

 

 


Geacht College,

 

Onlangs verscheen de Structuurvisie Detailhandel Stadsgewest Haaglanden. In deze regionale structuurvisie  wordt het beleid en het toetsingskader voor de stadsgewestelijke detailhandel tot 2005 vastgelegd.

 

De structuurvisie is in opdracht van het stadsgewest, de provincie Zuid Holland en de Kamer van Koophandel Haaglanden door het Bureau D&P Goudappel Coffeng gemaakt. De begeleidingscommissie bestond uit vertegenwoordigers van het stadsgewest, provincie, kamer van koophandel en de gemeenten Den Haag en Zoetermeer. Daarnaast zijn de concepten steeds in de werkgroep detailhandel besproken.

 

In het rapport zijn relevante trends en ontwikkelingen in detailhandelssector weergegeven, zijn actuele cijfers gebruikt en geinterpreteerd en zijn de implicaties daarvan voor het stadsgewest aangegeven.

 

Een duidelijke trend is dat de consument geneigd is om de bestedingen dichter bij huis te doen. Delft, maar ook Den Haag en Zoetermeer scoren hoog voor wat betreft kooporiëntatie op het eigen woongebied.

 

De koppeling van koopkracht aan winkelvloeroppervlak geef een indicatie dat het in Haaglanden economisch gezien beter gaat dan landelijk.

 

De kernopgaven voor de regionale winkelstructuur in de visie zijn:

- het versterken van de positie en het onderscheidend vermogen van de Haagse binnenstad,

-  zoeken naar verdere verbetering van de detailhandel in wonen op PDV-locaties,

-  opvangen van de marktbehoefte in overige volumineuze detailhandel (bouwmarkten en tuincentra),

- inspelen op toekomstige markttrends en beleidsontwikkelingen, zoals grootschalige supermarkten en leisure-entertainment.

 

Het wensbeeld is samengevat in een aantal tabellen (zie bijlagen) die kunnen fungeren als beslisschema bij uitbreidingsplannen. Hierin wordt per gemeente aangegeven hoeveel ruimte er per branche mogelijk is tot 2005, maar ook of er reductie in de betreffende gemeente gewenst is.

Voor Delft (tabel C) betekent dit een uitbreidingsruimte in het Centrum van 15.000 m2.

Tevens wordt een reductie voorgesteld van 6.000 m2 verspreid voorkomende volumineuze detailhandel om zo het concentratiebeleid voort te zetten.

Het aantal buurt- en wijkcentra moet worden teruggebracht naar circa 5, en e.e.a. leidt tot een reductie van circa 5000 m2.

 

De uitbreidingsruimte van 15.000 m2 in de binnenstad biedt voldoende ruimte om de plannen voor het zuidelijk  winkelgebied te realiseren.

Bij de thema’s  detailhandel voor wonen en wijk- en buurtvoorzieningen zijn de volgende kanttekeningen te maken:

- Met betrekking tot de reductie van 6.000 m2 verspreid voorkomende volumineuze detailhandel dient deze, voor zover het detailhandel in ‘wonen’ betreft, in de toekomst binnen de gemeente Delft te worden  gecompenseerd.

Dit betekent dat op termijn (na 2005), in de plannen voor het spoortunneltraject,  ter hoogte van Leeuwenstein een eventuele uitbreiding van deze PDV-locatie mogelijk moet zijn.

- Met betrekking tot de reductie van het aantal buurt- en wijkvoorzieningen moet worden opgemerkt dat de gemeente Delft geen actief beleid voert om tot deze reductie te komen.

Uit het oogpunt van kwaliteit en leefbaarheid in woonwijken zijn goede wijk- en buurtwinkelvoorzieningen belangrijk. Van geval tot geval wordt in de wijkplannen per buurt het toekomstperspectief voor de winkels beschreven. In sommige buurten kunnen vraagtekens worden gezet bij de economisch functioneren van de winkels, maar voorhands leidt e.e.a. niet tot een reductie van 5000 m2.

 

Door het DB-Haaglanden wordt voorgesteld;

- het wensbeeld  (tabel A, B en C) als plantoestingskader te nemen,

- plannen vanaf 1000m2 v.v.o. te melden bij het 

  stadsgewest  om deze te vergelijken met het wensbeeld,

- aanvragen voor uitbreiding van grootschalige voorzieningen zoals

   bouwmarkten en en tuincentra vergezeld te doen gaan met een advies

   voor dubbel grondgebruik,

-  de werkgroep detailhandel advies te vragen over de verdeling van

   20.000m2 woninginrichting over de vier PDV/GDV-lokaties, de verdeling

   van 35.000m2 over de bestaande tuincentra in de regio en de verdeling

   van 3000 m2 over de bestaande bouwmarkten in het Westland.

In zijn algemeenheid is de wens van het stadsgewest, de provincie en de kamer van koophandel om te kijken naar de positie van buurtwinkelcentra en de invloed van e-commerce.

 

Voorstel aan uw college

1. In te stemmen met de uitkomsten van het onderzoek Structuurvisie detailhandel Stadsgewest Haaglanden,

2. In te stemmen met de conclusies voor Delft (wensbeeld tabel C) met uitzondering van het advies betreffende een reductie van 5000 m2 aan de wijk- en buurtwinkels, en dit standpunt in de brief aan het Dagelijks bestuur van Haaglanden nader toe te lichten.

3. In te stemmen met de voorstellen het Dagelijks bestuur Haaglanden en het bestuur conform bijgaande conceptbrief hierover in kennis te stellen,

4. De nota met bijlagen en conceptbrief ter kennisneming aan de commissie CKE te zenden.

 


Met vriendelijke groet,

 

 

 

 

Adna Plak