Onlangs verscheen de
Structuurvisie Detailhandel Stadsgewest Haaglanden. In deze regionale
structuurvisie wordt het beleid en het
toetsingskader voor de stadsgewestelijke detailhandel tot 2005 vastgelegd.
De structuurvisie is in opdracht
van het stadsgewest, de provincie Zuid Holland en de Kamer van Koophandel
Haaglanden door het Bureau D&P Goudappel Coffeng gemaakt. De
begeleidingscommissie bestond uit vertegenwoordigers van het stadsgewest,
provincie, kamer van koophandel en de gemeenten Den Haag en Zoetermeer.
Daarnaast zijn de concepten steeds in de werkgroep detailhandel besproken.
In het rapport zijn relevante
trends en ontwikkelingen in detailhandelssector weergegeven, zijn actuele
cijfers gebruikt en geinterpreteerd en zijn de implicaties daarvan voor het
stadsgewest aangegeven.
Een duidelijke trend is dat de
consument geneigd is om de bestedingen dichter bij huis te doen. Delft, maar
ook Den Haag en Zoetermeer scoren hoog voor wat betreft kooporiëntatie op het
eigen woongebied.
De koppeling van koopkracht aan
winkelvloeroppervlak geef een indicatie dat het in Haaglanden economisch gezien
beter gaat dan landelijk.
De kernopgaven voor de regionale
winkelstructuur in de visie zijn:
- het versterken van de positie
en het onderscheidend vermogen van de Haagse binnenstad,
- zoeken naar verdere verbetering van de detailhandel in wonen op
PDV-locaties,
- opvangen van de marktbehoefte in overige volumineuze detailhandel
(bouwmarkten en tuincentra),
- inspelen op toekomstige
markttrends en beleidsontwikkelingen, zoals grootschalige supermarkten en
leisure-entertainment.
Het wensbeeld is samengevat in
een aantal tabellen (zie bijlagen) die kunnen fungeren als beslisschema bij
uitbreidingsplannen. Hierin wordt per gemeente aangegeven hoeveel ruimte er per
branche mogelijk is tot 2005, maar ook of er reductie in de betreffende
gemeente gewenst is.
Voor Delft (tabel C) betekent dit
een uitbreidingsruimte in het Centrum van 15.000 m2.
Tevens wordt een reductie
voorgesteld van 6.000 m2 verspreid voorkomende volumineuze detailhandel om zo
het concentratiebeleid voort te zetten.
Het aantal buurt- en wijkcentra
moet worden teruggebracht naar circa 5, en e.e.a. leidt tot een reductie van
circa 5000 m2.
De uitbreidingsruimte van 15.000
m2 in de binnenstad biedt voldoende ruimte om de plannen voor het
zuidelijk winkelgebied te realiseren.
Bij de thema’s detailhandel voor wonen en wijk- en
buurtvoorzieningen zijn de volgende kanttekeningen te maken:
- Met betrekking tot de reductie
van 6.000 m2 verspreid voorkomende volumineuze detailhandel dient deze, voor
zover het detailhandel in ‘wonen’ betreft, in de toekomst binnen de gemeente
Delft te worden gecompenseerd.
Dit betekent dat op termijn (na
2005), in de plannen voor het spoortunneltraject, ter hoogte van Leeuwenstein een eventuele uitbreiding van deze
PDV-locatie mogelijk moet zijn.
- Met betrekking tot de reductie
van het aantal buurt- en wijkvoorzieningen moet worden opgemerkt dat de
gemeente Delft geen actief beleid voert om tot deze reductie te komen.
Uit het oogpunt van kwaliteit en
leefbaarheid in woonwijken zijn goede wijk- en buurtwinkelvoorzieningen
belangrijk. Van geval tot geval wordt in de wijkplannen per buurt het
toekomstperspectief voor de winkels beschreven. In sommige buurten kunnen vraagtekens
worden gezet bij de economisch functioneren van de winkels, maar voorhands
leidt e.e.a. niet tot een reductie van 5000 m2.
Door het DB-Haaglanden wordt
voorgesteld;
- het wensbeeld (tabel A, B en C) als plantoestingskader te
nemen,
- plannen vanaf 1000m2 v.v.o. te
melden bij het
stadsgewest om deze te
vergelijken met het wensbeeld,
- aanvragen voor uitbreiding van
grootschalige voorzieningen zoals
bouwmarkten en en tuincentra vergezeld te doen gaan met een
advies
voor dubbel grondgebruik,
- de werkgroep detailhandel advies te vragen over de verdeling van
20.000m2 woninginrichting over de vier PDV/GDV-lokaties, de
verdeling
van 35.000m2 over de bestaande tuincentra in de regio en de
verdeling
van 3000 m2 over de bestaande bouwmarkten in het Westland.
In zijn algemeenheid is de wens
van het stadsgewest, de provincie en de kamer van koophandel om te kijken naar
de positie van buurtwinkelcentra en de invloed van e-commerce.
Voorstel aan uw college
1. In te stemmen met de uitkomsten
van het onderzoek Structuurvisie detailhandel Stadsgewest Haaglanden,
2. In te stemmen met de
conclusies voor Delft (wensbeeld tabel C) met uitzondering van het advies
betreffende een reductie van 5000 m2 aan de wijk- en buurtwinkels, en dit
standpunt in de brief aan het Dagelijks bestuur van Haaglanden nader toe te
lichten.
3. In te stemmen met de
voorstellen het Dagelijks bestuur Haaglanden en het bestuur conform bijgaande
conceptbrief hierover in kennis te stellen,
4. De nota met bijlagen en conceptbrief
ter kennisneming aan de commissie CKE te zenden.
|