Evenementenbeleid gemeente Delft 2000 en 2001

Evaluatie Uitvoeringsregeling

 

Het huidige evenementenbeleid is door de gemeenteraad in 1999 en 2000 in 2 fasen vastgesteld. In september 1999 werd een startnota vastgesteld, waarin de kaders voor een verdeling in A- en B-evenementen met daarbij behorende criteria, een evenementenfonds (reserve evenementen)  met daarin een jaarlijkse storting en een evenementencommissie. Voor deze storting wordt een bedrag van ƒ 250.000,= in het kader van het Meerjaren Marketingplan Toerisme en een bedrag van ƒ 100.000,= vanuit de incidentele subsidiebudgetten voor recreatieve en culturele evenementen jaarlijks aan de reserve toegevoegd. Voor de uitvoering werd de benoeming van één aanspreekpunt voor de evenementenorganisaties gepland. Volgens de startnota zou in het eerste kwartaal van 2002 worden geëvalueerd.

In januari 2000 werd door de raad een Uitvoeringsregeling Activiteitensubsidie Stedelijke Evenementen vastgesteld, waarin bovenstaande punten werden uitgewerkt.

Na ruim anderhalf jaar is er voldoende reden om  de werking van de Uitvoeringsregeling  te evalueren.

 

Categorie B-evenementen

De criteria van de B-evenementen zijn geformuleerd in een achttal punten en staan vermeld in de Uitvoeringsregeling. In het voorjaar van 2000 werden evenementenorganisaties uitgenodigd zich te melden voor de B-status. Hiervan hebben zes organisaties gebruik gemaakt:

Het Delft Chamber Music Festival

Het Afrikaans Muziekfestival Delft

De Delftse Boekenbende

De Mooi Weer Spelen

Taptoe Delft

Westerpop

In december 2000 werd door de gemeenteraad aan het Delft Chamber Music Festival en de Mooi Weer Spelen de B-status verleend.

 

Evaluatie

Hoewel in de procedure niet verplichtend omschreven heeft het college aan de Evenementencommissie advies gevraagd over deze aanvragen.

Deze gaf slechts over twee evenementen een positief advies, namelijk het Delft Chamber Music Festival en de Mooi Weer Spelen. Alle andere aanvragen voldeden naar de mening van de Evenementencommissie niet in voldoende mate aan de criteria[1]. In de gemeenteraad van december 2000 hebben deze beide evenementen de B-status verkregen voor de periode van 2001 tot en met 2004. Momenteel worden met beide organisaties besprekingen gevoerd over de af te sluiten intentieverklaring. Beide evenementen zullen de komende vier jaren een subsidie van maximaal ƒ 50.000,= ontvangen.

De ervaring is te kort om dit traject nu al te evalueren.

Begin 2002 zal opnieuw worden bezien of een ander evenement in aanmerking kan komen om de B-status te verkrijgen.

 

Commentaar en aanbeveling Evenementencommissie

De Evenementencommissie vindt dat de criteria, zoals omschreven van A tot met H scherper en duidelijker van elkaar onderscheiden zouden kunnen worden geformuleerd.

De commissie vraagt zich af of alle criteria even zwaar moeten worden gewogen. Zij beveelt aan hierin een rangorde aan te brengen of analoog aan de criteria van de categorie A-evenementen onderscheid te maken tussen criteria waaraan de aanvraag moet voldoen en criteria, waaraan de aanvraag in voldoende mate moet voldoen.

 

De twee nu benoemde B-evenementen verschillen overigens in soort en doelgroep zeer van elkaar.

 

De Evenementencommissie heeft behoefte aan een scherpere omschrijving van het begrip “evenement” en komt hierop terug bij de categorie A-evenementen.

 

Voor de B-evenementen vindt de commissie dat de gemeente aantoonbaar moet maken wat de inbreng van de gemeente is op het gebied van promotie, faciliteiten en vergunningen. Zij vindt dit niet transparant genoeg.

 

Conclusies

De aanbeveling van de Evenementencommissie om de criteria te herformuleren wordt overgenomen, zij het niet onmiddellijk. Aan de gemeenteraad zal in december 2001 een tekstwijzigingsvoorstel worden gedaan, aan de hand waarvan in 2002 volgens procedure één evenement de benoeming tot de B-status kan verwerven. Voor de huidige B-evenementen blijven de huidige criteria van toepassing.

 

Categorie A-evenementen

De criteria, waaraan aanvragen voor een A-evenement moet voldoen staan vermeld in de Startnota en de Uitvoeringsregeling.

Er zijn 3 criteria, waaraan een aanvraag moet voldoen en 4 criteria, waaraan een aanvraag in voldoende mate moet voldoen.

 

Evaluatie

Voor het jaar 2000 was voor de grote subsidieronde nog geen evenementencommissie geïnstalleerd, zodat de aanvragen werden voorzien van een ambtelijk advies. De aanvragen voor de grote ronde 2001 werden wel door de Evenementencommissie van een advies voorzien. In de daaraan voorafgaande periode had deze commissie zich al kunnen inleven in een tweetal kleine subsidierondes.

Het is opmerkelijk om te constateren dat een klein aantal aanvragen dat in 2000 vanuit ambtelijke zijde wel van een positief advies werd voorzien, het een jaar later in de Evenementencommissie niet haalde. Er werd sterk gekozen voor een ponds-ponds verdeling van het beschikbare budget. De Evenementencommissie kijkt vooral op een bepaalde manier naar een aanvraag voor een evenement in serie, gespreid in tijd, bijvoorbeeld voor een heel seizoen, waarvoor één inhoudelijke en financiële aanvraag wordt gedaan. Zij vindt dit geen evenement. Een evenement dat meerdere dagen aaneensluitend duurt wordt door de commissie wel als een evenement beschouwd. De Evenementencommissie beveelt een dergelijke aanvrager aan één onderdeel van een dergelijke seizoensserie, dat dan in bijzonderheid boven de andere moet uitkomen, voor evenementensubsidie aan te vragen. Het college nam deze adviezen over.

 

In de Uitvoeringsregeling staat in art. 1.1 onder de begripsomschrijvingen een definiëring van het begrip evenement[2]:

“ Een publieke activiteit, die zich richt op culturele manifestatie. Een evenement dient een gevoelswaarde van een feest of festival te hebben. Het evenement dient in principe voor iedereen toegankelijk te zijn; het heffen van toegangsprijzen valt buiten deze beperking. Een evenement dient minstens een stedelijke uitstraling te hebben en gericht te zijn op de hele stad. Wijkgerichte activiteiten worden uitgesloten voor subsidies uit het evenementenfonds.”

In de Algemene Plaatselijke Verordening wordt een evenement beschreven als “elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak” waarna enkele uitzonderingen worden genoemd, zoals. bioscoopvoorstellingen, markten en andere.

 

Uit de adviezen van de Evenementencommissie is af te lezen dat deze soms grote moeite heeft om aan de hand van de criteria een heldere afweging te maken. Ook het begrip stedelijke uitstraling verdient nadere uitwerking.

 

De Evenementencommissie heeft tot op heden geen gebruik gemaakt van het instrument “prioriteit”. Door de aanvragen in een bepaalde volgorde te zetten van meest gewenst tot minst gewenst kan men in het af te geven advies de keuze over wel of niet honoreren gemakkelijker maken. Men zou door prioriteitenstelling de hoogst scorende aanvragen van een positief advies kunnen voorzien en lager scorende afwijzen. De toegewezen aanvragen krijgen dan de volledige begrote tekorten als subsidie.

 

De Evenementencommissie heeft ook meer instrumenten nodig om tot een afgewogen advies te komen. De commissie meet de kwaliteit van het evenement aan de hand van de programma-beschrijving en laat dit in het advies zwaar meewegen. Eigenlijk is er maar één  criterium waaraan de aanvragen echt worden getoetst: het evenement heeft stedelijke uitstraling of heeft die niet. In het eerste geval komt de aanvraag in aanmerking voor subsidie, wanneer aan de tweede en de derde verplichte voorwaarden wordt voldaan.

En bij de spreiding in tijd kunnen er factoren zijn die -soms achteraf- er toe leiden dar er ten onrechte subsidie is gegeven. Er zijn bijvoorbeeld ook evenementen zonder subsidie. Hierop is moeilijk te sturen. Een vergunning (binnen het kader van openbare orde en veiligheid) weigeren, omdat er een ander festival (van dezelfde soort) gesubsidieerd plaatsvindt, is binnen de huidige verordeningen niet mogelijk.

Bovendien is het niet verstrekken van subsidie niet altijd reden om een evenement niet door te laten gaan. Kortom uitsluitend aansturen op het criterium “spreiding in tijd” is lastig en arbitrair.

Een mogelijke manier om hierop te sturen is te beoordelen of aanvragen voor subsidie passen in een evenementenjaarplan dat ontstaat door alle bij de gemeente bekende evenementen, gesubsidieerd en ongesubsidieerd, in een kalender te plaatsen. Deze kalender, die bij iedere aanvraagronde met nieuwe aanvragen wordt aangepast, dient een evenwichtig beeld te geven van over het jaar en de seizoenen verdeelde evenementen. Dit evenwicht mag niet worden verstoord door ongewenste concentratie van dezelfde soorten van evenementen in een kort tijdsbestek, het ongewenst gelijktijdig plaatsvinden van meerdere evenementen, ook wanneer deze evenementen zich onderscheiden van soort, of wanneer deze evenementen elkaar door allerlei omstandigheden (geluid, grote publiekstoeloop, concurrentie) verstoren.

 

Ook een niet goede inhoudelijke beschrijving kan niet altijd doorslaggevend zijn om een subsidie niet te verstrekken. Art 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht verplicht de subsidieverstrekker de aanvrager de gelegenheid te geven een aanvraag, die onvoldoende informatie biedt, binnen een per geval te stellen termijn aan te vullen.

 

Doelgroepen

Waarom wil een stad evenementen? En voor welke doelgroep wil een stad evenementen? Waarom is een stad bereid geld te steken in een evenement?

Primair geldt hiervoor het volgende. Een evenement maakt mensen “blij”, of het nu gaat om de organisatoren, de deelnemers of de bezoekers.

Het organiseren geeft binding onder elkaar, maar ook binding met de stad en de bezoekers (bewoners of gasten van elders). De bezoekers zullen met genoegen een evenement meemaken.

 

Een evenement gedraagt zich als een kernpunt voor secundaire activiteiten.

Dat geldt voor alle hierboven genoemde groepen. De organisatoren zullen zich buigen over nieuwe ideeën voor een volgende versie van het evenement en betrekken daar anderen bij. De bezoekers, of het nu inwoners of bezoekers zijn, verblijven gedurende langere tijd op en rond de evenementenplek, mar ook elders in de stad. Een langer verblijf in de stad door een evenement behoort tot de mogelijkheden. Bezoekers van buiten kunnen de stad opnieuw bezoeken vanwege gerezen belangstelling.

 

Evenementen dragen wezenlijk bij aan de promotie van een stad. De naam van de stad wordt verbonden aan een evenement en het draagt bij aan het imago van de stad.

 

Het is nodig dat alle betrokkenen bij een evenement zich afvragen voor welke doelgroep het evenement wordt georganiseerd. Dat geldt ook voor de subsidiegever bij de afweging of men wel of geen subsidie wil geven aan een evenement bedoeld voor die doelgroep. Dit moet dan in de vraagstelling wel duidelijk zijn.

 

De doelgroepen zouden op de volgende manier kunnen worden ingedeeld:

 

 

Evenementen: het beleid van de stad en city-marketing

 

Het hoofddoel van een evenement is het vermaken/verrijken van de doelgroep.

Als die doelgroep inwoners van de stad is, is dat op zich een reden van de gemeente om de organisatie van evenementen te willen stimuleren.

Als de doelgroep van een evenement bezoekers is, zullen de secundaire effecten van een evenement reden tot subsidie zijn.

De stad heeft een city-marketingbeleid, al dan niet expliciet omschreven en in ontwikkeling. City-marketing houdt in dat de stad, met zijn specifieke eigenschappen en sterke punten, zich met name richt op die deeldoelgroepen waarvoor de stad het meest interessant is[3].

Dit geldt niet alleen voor bezoekers, maar ook voor bedrijven en bewoners.

Voor dit beleid stelt de gemeente geld beschikbaar. Hiervan worden projecten uitgevoerd die moeten bijdragen aan het stimuleren van de doelgroepen om naar Delft te komen, of in Delft te blijven. Projecten als stadspromotie [4], maar bijvoorbeeld ook de ontwikkeling van bedrijventerreinen, Kennisstadprojecten, herinrichting van de binnenstad, restauratie van monumenten, stimuleren van kunst en cultuur. Verschillende producten worden ontwikkeld en marketinginstrumenten worden ingezet om de stad interessant te maken en onder de aandacht te brengen van de deel-doelgroepen.

 

Evenementen zijn in dit beleid ook een middel.

Ze maken de stad interessanter en dragen bij aan de promotie van de stad.

 

Om te zorgen dat gemeentebeleid en beperkte middelen niet versnipperen, zou het wenselijk zijn dat evenementen aansluiten bij dit beleid.

·       Vanuit de organisatie van evenementen, omdat zo de kans op het bereiken van een zo groot mogelijk aantal bezoekers is het grootst is. De doelgroep voor het evenement is al in die stad aanwezig of wordt door allerlei marketing- en promotieacties al naar de stad gehaald. De organisatie van het evenement kan eenvoudig bij de promotieacties aansluiten. Het evenement is aantrekkelijk voor sponsors, omdat de doelgroep van het evenement eveneens de doelgroep van de gehele stad is.

·       Vanuit de gemeente, omdat de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het evenement, bijdragen aan het gemeentebeleid. Het evenement haalt de ‘juiste’ bewoners/bezoekers naar de stad.

·       Vanuit de stad, omdat een evenement dan een doelgroep aantrekt, waar men zich met de instelling of onderneming (museum, winkel, horeca) in de stad al op richt. De secundaire effecten (horeca, museum, winkelbezoek etc.) zijn het grootst omdat het reguliere aanbod van de stad past bij de doelgroep die op het evenement afkomt.

 

Om deze aanpak te kunnen realiseren, is het noodzakelijk de gekozen doelgroepen en de onderscheidende eigenschappen van het product Delft, concreet en helder te hebben.

 

Voor een aantal deelproducten en deeldoelgroepen is dit voor Delft al vast omschreven.

De doelgroep ‘bezoekers’ is omschreven in het Meerjaren Marketingplan Toerisme.

In het strategisch plan Delft Kennisstad wordt helder beschreven welke doelgroep ‘bedrijven’ Delft graag binnen de grenzen wil hebben.

Hoewel Delft zich nog niet expliciet heeft uitgesproken wat betreft bewoners, kan uit bovenstaande doelgroepen wel iets worden afgeleid. De werknemers van de bedrijven zijn immers voor een deel bewoners van de stad. Zo heeft Delft relatief erg veel hoger-opgeleiden. Daarnaast kan een stad om uiteenlopende redenen op bepaalde tijden, tijdelijk, specifieke doelgroepen of aan bepaalde thema’s meer aandacht geven.

 

Criteria voor citymarketing

Om evenementen hun rol te kunnen laten vervullen in dit beleid, zullen criteria voor city-marketing  moeten worden toegevoegd aan de kwaliteitscriteria die al beschreven zijn.

 

Deze aanvullende criteria/subsidievoorwaarden kunnen zijn:

·       De doelgroep van het evenement moet aansluiten bij een van de doelgroepen uit het city-marketingplan.

·       Een ‘uitstraling’ van het evenement moet aansluiten bij het imago dat de stad wil hebben bij de doelgroep waar het evenement zich op richt, omschreven in city-marketingplan.

·       De spreiding van het totaal aan evenementen moet zowel uitgebalanceerd zijn in de tijd, als in de doelgroepen die er mee bereikt worden; alle doelgroepen moeten aan hun trekken komen.

·       De promotie van het evenement moet aansluiten bij de totale stadspromotie.

·       Bij gelijktijdig plaatsvinden van meerdere (al dan niet gesubsidieerde) evenementen, moeten deze zich op dezelfde doelgroep richten en mogen elkaar niet storen.

·       Hoogte van de gemeentesubsidie in verhouding tot de kwaliteit van het evenement en kwantiteit van het aantal bezoekers (primair effect) en/of de te verwachten secundaire effecten van het evenement, moet meewegen in de subsidietoekenning.

 

Commentaar en aanbeveling Evenementencommissie

De Evenementencommissie  is bereid bij te dragen aan het formuleren van  meer criteria, waaraan een evenement moet of in voldoende mate moet voldoen. Bij dit laatste gaat het ook om richtinggevende criteria aan de hand waarvan de commissie kan afwegen.

De Evenementencommissie  vraagt zich af hoe om te gaan met “het herhalend karakter” van evenementen, zowel binnen een seizoen, als over meerdere jaren. Hoe treedt verandering op in programmering? Of hoe bewerkstelligt men dat? Belangrijk vindt men in dit kader de “herkenbaarheid” van het evenement.

De commissie zou het begrip cultuur-historisch breder willen omschreven willen hebben.

Zij vraagt aandacht voor de laagdrempeligheid van evenementen.

De Evenementencommissie zou niet willen komen tot een maximum bedrag aan subsidie per evenement per jaar.

Er dient een grote spreiding te  zijn  in soorten evenementen.

Maar omdat er bij de A-evenementen zo veel verschillende soorten aanvragen zijn, is het moeilijk om met de bestaande criteria een goed advies te geven. Er komen aanvragen vanuit de sectoren cultuur, sport en recreatie. De gemeente geeft structurele subsidie aan diverse instellingen voor podiumkunsten. Daarvoor is geen flexibel budget voorhanden. Daardoor worden aanvragen, waarvoor het de vraag is of het een evenement betreft en die bijvoorbeeld wel binnen podiumkunst zouden passen, afgewezen. Ook literatuur is hierin een knelpunt.

Het beleid rond de “verklaringen van geen bezwaar” kan beter omschreven worden. Hoe kan er gestuurd worden op evenementen, waarvoor geen subsidie wordt aangevraagd? De Evenementencommissie ziet het belang in van een beter omschreven beleid.

De Evenementencommissie raadt aan bij de voorlopige beschikking een evaluatieformulier mee te sturen dat moet worden ingevuld bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie (na afloop van het evenement).

De gemeente dient beter te communiceren naar de binnenstadsbewoners over op handen zijnde evenementen.

De commissie heeft geen problemen met het negeren van adviezen door het college van B&W, zoals bijvoorbeeld in de zaak van de Afrikaanse festivals.

 

 

Conclusies

Er is reden om de criteria voor Delft aan te scherpen of uit te breiden. Het gaat er dan om de doelstelling van het evenement concreter zichtbaar te maken in de programmabeschrijving in de aanvraag en deze te kunnen meten. Dit kan  door een scherpere vraagstelling in het aanvraagformulier. De Evenementencommissie dient dan over een instrument te beschikken om deze doelstelling te toetsen aan de hand van meetpunten, hoe de criteria op eenvoudige wijze kunnen worden toegepast. Daarbij moeten naast de culturele en sportieve of recreatieve belangrijke argumenten, die uit de programmabeschrijving naar voren komen, aspecten op de beleidsgebieden van city-marketing, toerisme, en de Delft Kennisstad strategie worden meegewogen.

 

De te beoordelen aanvragen voor subsidie moeten passen in een evenementenjaarplan dat ontstaat door alle bij de gemeente bekende evenementen, gesubsidieerd en ongesubsidieerd, in een kalender te plaatsen. Deze kalender, die bij iedere aanvraagronde wordt aangepast, dient een evenwichtig beeld te geven van over het jaar en de seizoenen verdeelde evenementen. Dit evenwicht wordt niet verstoord door ongewenste concentratie van dezelfde soorten van evenementen in een kort tijdsbestek, het ongewenst gelijktijdig plaatsvinden van meerdere evenementen, ook wanneer deze evenementen zich onderscheiden in soort of doelgroep, of wanneer deze evenementen elkaar door allerlei omstandigheden (geluid, grote publiekstoeloop, concurrentie) verstoren.

In het jaar 2002 zal het veertigste lustrum van de VOC gevierd worden. In zo’n “themajaar” worden allerlei, deels extra, activiteiten ontwikkeld. Zo waren in 1996 een Vermeerjaar of het feest ter gelegenheid van het 750-jaar hebben van stadsrechten en Cultuurstad 1996 themajaren. Om voor de komende jaren enige financiële armslag te hebben zal worden bekeken of het wenselijk is hiervoor in of naast het evenementenfonds een soort spaarpot aan te leggen.

 

De Evenementencommissie zal worden aangeraden prioriteitstelling als instrument te gaan gebruiken.

Met het vakteam TOR zal worden overlegd over een nadere formulering van het stelsel voor het afgeven van “verklaringen van geen bezwaar evenementen”.

 

Het aanspreekpunt evenementen

Dit aanspreekpunt evenementen is tot op heden nog niet gerealiseerd. Na de gemeentelijke reorganisatie is het vakteam Toezicht Openbare Ruimte gevormd, waar veel taken die samenhangen met de organisatie van evenementen bij elkaar komen. Te denken valt aan het verlenen van vergunningen voor evenementen, milieu- en geluidscontrole, parkeren en het verzorgen van de energievoorzieningen, Vanuit het vakteam CKE zijn gesprekken gevoerd over het overnemen van taken van CKE, die met de aanvraagprocedure voor evenementen te maken hebben. Deze gesprekken hebben nog niet geleid tot het gewenste resultaat.

Inzet is dat de hele aanvraagprocedure voor evenement van bekendmaking en verzending van aanvraagformulieren tot en met het ontvangen van de ingevulde formulieren naar TOR wordt overgeheveld.[5] De adviesprocedure en de voorbereiding tot het nemen van een collegebesluit zal dan bij CKE plaatsvinden.

Evenementen kunnen –vooral bij binnenstadbewoners- enige overlast geven. Hierbij is waar mogelijk goede communicatie vooraf wenselijk.

 

In de uitwerkingsnota werd er vanuit gegaan dat dit aanspreekpunt geheel of gedeeltelijk door een ambtenaar zal worden verzorgd. Hiervoor zou jaarlijks een maximaal bedrag van ƒ 30.000,= (€ 13.631,41) uit de reserve Evenementen beschikbaar worden gesteld.

 

Conclusie

Gesprekken tussen vakteam CKE en TOR vervolgen met als doel het aanspreekpunt te realiseren.

 

Promotie van evenementen.

Het vakteam Communicatie verzorgt een evenementenkalender.

 

Binnen het vakteam Cultuur, kennis en economie bevinden zich de beleidsvelden cultuur en citymarketing. Samen met het vakteam Communicatie zetten deze drie de begeleiding van gesubsidieerde, maar ook ongesubsidieerde evenementen op. Daarbij dient de intentie van de uitwerkingsnota als leidraad.

Op affiches en in programmaboekjes zal gebruik van gemeentelijke logo’s worden gestimuleerd en mogelijk worden afgedwongen. Daarbij valt te denken aan zowel de logo’s van Delft Kennisstad als van De andere Kleuren van Delft.

 

De drie vakteams Toezicht Openbare Ruimte, Communicatie en CKE zouden een platform van overleg en aansturing voor evenementenbeleid kunnen vormen. TOR verzorgt daarin naast toezicht de loketfunctie voor aanvragen van vergunningen en subsidie. CKE handelt de aanvragen af, regelt de subsidieprocedure en verzorgt samen met Communicatie binnen de ambtelijke mogelijkheden enige  nazorg over alle evenementen op het gebied van promotie en communicatie.

 

Conclusie

Belangrijk is dat evenementenorgansiaties worden benaderd over de communicatie. Ook de communicatie aan bewoners en ondernemers over de gevolgen van evenementen (parkeren, wegafzettingen, geluid) verdient meer gemeentelijke aandacht.

 

Financiën

De reserve evenementen (het Evenementenfonds) wordt jaarlijks gevoed door een bedrag vanuit de gemeentebegroting.

De jaarlijkse subsidiebudgetten voor Delftse culturele evenementen en recreatieve evenementen worden door middel van een zinsnede in het Jaarprogramma Maatschappelijke Activiteiten overgeboekt en toegevoegd aan deze reserve.

De door de raad vastgestelde criteria voor de A- en de B-evenementen worden toegepast op de subsidieverstrekking.

Voor het jaar 2001 tot en met 2004 hebben 2 evenementen de B-status verkregen. Het voor een derde B-evenement gereserveerde bedrag van ƒ 50.000,= is voor het jaar 2001 toebedeeld aan het African Music Festival Delft.

Voor alle subsidierondes is een subsidieplafond bepaald. Belangrijk voordeel hiervan is dat bij de subsidieverdeling aan de aanvragers die voldoen aan de criteria de beschikbare subsidie ponds-ponds kan worden verdeeld. Afwijken van de gevraagde subsidie is in zulke gevallen namelijk moeilijk. Bij de kleine subsidierondes is ook het maximum aantal te subsidiëren evenementen bepaald.

Subsidieverdeling behoeft niet plaats te vinden wanneer de Evenementencommissie door middel van prioritering alleen de beste en hoogst scorende evenementen een positief advies geeft.

Voor de vaststelling van de subsidies zal een evaluatieformulier worden ontwikkeld.

 

Samenvatting van de conclusies

B-evenementen:

De aanbeveling van de Evenementencommissie om de criteria te herformuleren wordt overgenomen, zij het niet onmiddellijk. Aan de gemeenteraad zal in december 2001 een tekstwijzigingsvoorstel worden gedaan, aan de hand waarvan in 2002 volgens procedure één evenement de benoeming tot de B-status kan verwerven. Voor de huidige B-evenementen blijven de huidige criteria van toepassing.

 

A-evenementen:

Er is reden om de criteria voor Delft aan te scherpen of uit te breiden. Het gaat er dan om de doelstelling van het evenement concreter zichtbaar te maken in de aanvraag en te kunnen meten. Dit kan ook door een scherpere vraagstelling in het aanvraagformulier. De Evenementencommissie dient dan over een instrument te beschikken om deze doelstelling te toetsen aan de hand van meetpunten, hoe de criteria op eenvoudige wijze kunnen worden toegepast. Daarbij moeten naast culturele argumenten aspecten op  de beleidsgebieden van city-marketing, toerisme, en de Delft Kennisstad strategie worden meegewogen.

 

Er zal onderzocht worden of het invoeren van het begrip themajaar voor evenementen mogelijk is.

 

De Evenementencommissie zal worden aangeraden prioriteitstelling als instrument te gaan gebruiken.

Met het vakteam TOR zal worden overlegd over een nadere formulering van het vergunningenstelsel voor evenementen.

 

Platform

De drie vakteams Toezicht Openbare Ruimte, Communicatie en CKE zouden een platform van overleg en aansturing voor evenementenbeleid kunnen vormen. TOR verzorgt daarin naast toezicht de loketfunctie voor aanvragen van vergunningen en subsidie. CKE handelt de aanvragen af, regelt de subsidieprocedure en verzorgt samen met Communicatie binnen de ambtelijke mogelijkheden enige nazorg over alle evenementen op het gebied van promotie en communicatie. Ook aandacht voor bewoners en bedrijven ten aanzien van de gevolgen (last, hinder) van evenementen.

 

Aanspreekpunt evenementen

Gesprekken tussen vakteam CKE en TOR vervolgen met als doel het aanspreekpunt te realiseren.

 

Communicatie

Belangrijk is dat evenementenorgansiaties worden benaderd over de communicatie. Ook de communicatie aan bewoners en ondernemers over de gevolgen van evenementen (parkeren, wegafzettingen, geluid) verdient meer gemeentelijke aandacht.


Voorstellen aan college en raad

 

Aan het college van B&W wordt voorgesteld de geformuleerde conclusies van deze evaluatie te onderschrijven en de criteria voor A-evenementen (art. 3.3 Uitvoeringsregeling) als hieronder beschreven te wijzigen en aan te vullen:

 

Nieuw  zijn in artikel 3.3. I: D. en E.

Onder II vervalt lid D.

 

“ Artikel 3.3 Criteria Categorie A-evenementen

I.

Om voor subsidie in aanmerking te komen, gelden met betrekking tot de A - evenementen in ieder geval de volgende vereisten:

A.   De uitstraling dient minimaal stedelijk te zijn.[6]

B.   Wanneer een organisatie reeds eerder een subsidie heeft ontvangen dient zij in bezit te zijn van een positieve evaluatie of een plan van aanpak n.a.v. een negatieve evaluatie.

C.   De organisatie dient een kwalitatief goed plan in te leveren, een deugdelijke begroting en dient te voldoen aan gemeentelijke verordeningen.

D.   (nieuw): In de aanvraag heeft de organisatie een duidelijke doelgroepbeschrijving gegeven door de vragen die hierover op het aanvraagformulier worden gesteld, naar tevredenheid te hebben beantwoord.

E.    (nieuw): Uit de aanvraag blijkt dat deze voldoet aan jaarlijks in de bekendmakingen nader te omschrijven criteria op de algemene culturele beleidsgebieden en  de beleidsgebieden Citymarketing, Delft Kennisstad

F.    (nieuw): Het evenement past in een evenementenjaarplan dat een evenwichtig beeld geeft van over het jaar en de seizoenen verdeelde evenementen. Dit evenwicht wordt niet verstoord door ongewenste concentratie van dezelfde soorten van evenementen in een kort tijdsbestek, het ongewenst gelijktijdig plaatsvinden van meerdere evenementen, ook wanneer deze evenementen zich onderscheiden in soort of doelgroep, of wanneer deze evenementen elkaar door allerlei omstandigheden (bijvoorbeeld geluid, grote publiekstoeloop, concurrentie) verstoren.

II.

Aan één of meer van de volgende criteria moet voorts in voldoende mate worden voldaan:

A.   samenwerking tussen verschillende organisaties en of inzet van vrijwilligers

B.   innovatief/ origineel, het evenement is vernieuwend in zijn opzet, thematiek, of doelgroep.

C.   het evenement heeft een culturele binding met Delft of past in het historisch perspectief van de stad.

D.   (vervalt) het evenement heeft door zijn bezoekersstroom een omzetverhogende werking voor de ondernemers van Delft.

 

De adviescommissie selecteert aan de hand van de hiervoor onder I. en II. genoemde criteria en brengt een prioritering aan, gebaseerd op het door burgemeester en wethouders vastgestelde maximum aantal te subsidiëren categorie A-evenementen, met inachtneming van spreiding in tijd, spreiding in soort/ diversiteit en spreiding in doelgroep. De adviescommissie maakt bij de beoordeling gebruik van een door burgemeester en wethouders vast te stellen formulier.”

(einde art.3.3)

 

Een raadsvoorstel hiervoor zal bij deze nota worden gevoegd.

 

Verder wordt voorgesteld het vakteam CKE opdracht te geven voor 1 maart 2002 een voorstel voor te bereiden over het inpassen van themajaren in het evenementenbeleid van Delft.

 

In bijlage 4 staat een proeve voor de vraag over de doelgroepen. Deze zal aan het aanvraagformulier worden toegevoegd.

 

 

Vakteam Cultuur, kennis en economie,

Hans Speetjens,

Beleidsmedewerker.



[1] Zie bijlage 1

[2] Zowel in Startnota als Uitwerkingsnota ontbreekt een definitie van “evenement”.

[3] Zie Meerjaren Marketingplan Toerisme

[4] Delft Kennisstad, Ontdek de andere kleuren van Delft

[5] De zogenaamde loketfunctie

[6] Op het aanvraagformulier zal worden gevraagd te beschrijven hoe de aanvrager hieraan denkt te voldoen.