Nota

 

Onderwerp

Ontwikkeling breedband ICT-infrastructuur in Delft

 


Geacht college,

 

Vorig jaar startte het ministerie van Verkeer en Waterstaat het initiatief Kenniswijk. Alle gemeenten in Nederland werden uitgenodigd een plan in te dienen waarin werd aangegeven op welke wijze men van plan was zowel te investeren in de aanleg van een breedbandige ICT-infrastructuur als diensten te ontwikkelen die gebruik zouden maken van deze ICT-infrastructuur. Delft heeft een plan ingediend, maar is niet aangewezen als de pilotstad voor de Kenniswijk; dat werd Eindhoven. Delft heeft enerzijds zeer positief gereageerd op het verzoek een voorstel voor de ontwikkeling van een Kenniswijk in te dienen, maar anderzijds was er ook een zekere terughoudendheid. In Delft was een aantal initiatieven in ontwikkeling en het gevaar dreigde dat het aanwijzen van Delft als pilotstad voor de  Kenniswijk eerder remmend dan stimulerend zou werken op de ontwikkeling van een breedbandige ICT-infrastructuur en bijbehorend dienstenpakket.

 

Inmiddels zijn in Eindhoven allerlei plannen ontwikkeld om invulling te geven aan het Kenniswijk-concept en het ministerie van V&W heeft 100 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor de aanleg en het gebruik van de breedband ICT-infrastructuur onder de voorwaarde dat de markt eenzelfde bedrag investeert.

Daarnaast is het Netwerk Kennissteden opgericht, een landelijk netwerk van zo’n tien steden die – ondanks het feit dat ze niet het predikaat Kenniswijk hebben gekregen – toch willen doorgaan met het investeren in het bevorderen van een breedband ICT-infrastructuur in hun gemeente. Delft participeert ook in dat netwerk.

 

Voor een optimaal functionerende ICT-infrastructuur zou – net zoals dat voor kabelradio en -televisie is geregeld  - iedere individuele woning, woningcomplex en bedrijf aangesloten moeten worden op het glasfibernetwerk. Het aansluiten van iedere woning is bekend onder de naam “Fiber To The Home”, afgekort als FTTH.

Omdat het gaat over een voor iedereen beschikbare ICT-infrastructuur is de vraag aan de orde welke rol de lokale overheid moet en wil spelen bij de aanleg van een zo verfijnd breedbandnetwerk; dit is ook één van de kernthema’s in het landelijke netwerk.


Op dit moment wordt door telecombedrijven wel geïnvesteerd in een hoofdstructuur van glasvezel, maar met name het gedeelte van een wijk/buurt naar iedere individuele woning is qua investering het duurste en daarin zijn de meeste marktpartijen nog terughoudend. Er wordt wel gesproken over de problematiek van de First (of Last) Mile.

Een globale berekening heeft opgeleverd dat het ongeveer 20 miljard gulden zou kosten om elke woning in Nederland van een glasfiber aansluiting te voorzien.

Er wordt ook wel gedacht aan een tweeledige ICT-infrastructuur, waarbij het centrale glasvezelnet wordt aangelegd tot een verdeelstation dat 400 woningen/gebouwen kan bedienen. Voor het laatste deel kunnen maatwerkoplossingen worden gekozen, variërend van de aanleg door bijvoorbeeld woningbouwcorporaties (van het verdeelstation naar de woningen) of door een samenwerkingsverband van individuele woningbezitters.

 

Er zijn inmiddels campagnes ingezet om de verschuiving van Nederland Distributieland naar Nederland Kennisland vorm te geven met als doelstelling dat in het volgende regeeraccoord middelen beschikbaar gesteld worden voor de aanleg van een breedband ICT-infrastructuur overal in Nederland.

Zo is er in juni 2001 een rapport verschenen van de commissie Andriessen, namens de Internet Society Nederland onder de titel “Slim Graafwerk, Samen werken aan glasvezel in de wijk”. Daarin wordt niet alleen een pleidooi gehouden voor het aansluiten van elke woning en bedrijf op glas, maar wordt ook een aantal voorstellen gedaan om dat ook daadwerkelijk mogelijk te maken.

Met name de lokale overheid krijgt een belangrijke regisserende en stimulerende rol toebedeeld in het rapport, zowel bij de organisatie van de aanleg van de infrastructuur als bij het gebruik van die infrastructuur.

 

Als de glasfiber er eenmaal ligt, zijn de gebruiksmogelijkheden ongekend en vrijwel onbeperkt. Er kunnen bij wijze van spreken vijf videofilms van perfecte kwaliteit tegelijkertijd worden bekeken in een woning of worden verstuurd naar familieleden. Bovendien kan een breedbandverbinding – op termijn - ook worden gebruikt voor het voeren van telefoongesprekken (“Voice over IP”).

 

Een belangrijk verschil tussen “Fiber To The Home” (FTTH) en het radio- en televisiekabelnetwerk is de directe verbinding per adres. Bij kabeltelevisie wordt gewerkt met een sternetsysteem, waarbij de ingekomen signalen vanaf een bepaald punt worden verdeeld over de woning. De beschikbare bandbreedte, die bij de kabel op zich groot is, moet dus worden gedeeld en dat merken bijvoorbeeld de Casema Internetgebruikers.


Het maakt heel veel verschil of de buren wel of geen internet aansluiting hebben: als alle buren tegelijkertijd op internet zitten is de verbinding veel trager, omdat de bandbreedte dan wordt gedeeld. Bovendien is er een verschil tussen het aanleveren van signaal en het terugsturen van signalen vanuit de woning of het bedrijf. Het kabelsysteem is gebaseerd op éénrichtingverkeer, terwijl voor een optimale communicatie tussen computers een gelijke capaciteit “upstream” en “downstream” een voorwaarde is.

 

In onderstaand overzicht worden de belangrijkste verschillen in snelheid tussen de meest gebruikte technieken aangegeven;

 

 

                                   Breedband      Kabel tv           ADSL               Modem

 

Bandbreedte in           100 Mb/s          10Mb/s*            2 Mb/s              28,8 –56,6 Kb/s

 

Bandbreedte uit          100 Mb/s          1,5 Mb/s           150 Kb/s           28,8 –56,6 Kb/s

 

Verhoging band-         ja tot 1 a           nee                  nee                  nee

breedte mogelijk        10 Gb/s

 

Infrastructuur               netwerk in         kabel tv             telefoon            telefoon

                                   eigendom          netwerk            netwerk            netwerk

 

* bij kabeltelevisie wordt de bandbreedte gedeeld met meerdere huishoudens, dus is de beschikbare bandbreedte per huishouden veel lager.

 

Uit bovenstaande tabel blijkt dat Breedband (glasfiber) met kop en schouders uitsteekt boven de andere technieken. Overigens blijkt uit het overzicht ook, dat ADSL ten opzichte van een internetverbinding met een modem heel veel beter presteert en dus ook veel beter presteert dan een ISDN-verbinding.

 

In de bovenstaande tabel is geen specificatie gegeven van draadloos internet. UMTS is een voorbeeld van een technologie waarbij informatie via draadloze communicatie wordt aangeboden aan consumenten. Hoewel er zeker een markt voor dergelijke toepassingen zal zijn, is de bandbreedte van UMTS zo beperkt dat het niet in de buurt komt van breedband.

Draadloos Internet biedt zeker perspectief in specifieke situaties en toepassingen, maar er zijn twee beperkende factoren: net als bij de kabelverbindingen wordt de bandbreedte bij draadloze communicatie door de gebruikers gedeeld. Dus hoe meer gebruikers, hoe minder capaciteit c.q. snelheid. Een andere beperking is, dat het draadloze internet uiteindelijk moet worden aangesloten op een glasnet. En omdat de reikwijdte van draadloos internet beperkt is, zal er bij wijze van spreken op iedere lantaarnpaal een zender moeten worden aangebracht.

Voor specifieke situaties en voor gebruik binnen kantoorcomplexen biedt draadloos internet zonder meer goede mogelijkheden.

 

Wat doen de marktpartijen?

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is met het Kenniswijk-initiatief gekomen om de aanleg en het gebruik van breedband te stimuleren. Enkele knelpunten zijn de enorme hoge investeringen en het gegeven dat de bestaande marktpartijen geen direct belang hebben bij het investeren in deze nieuwe infrastructuur. Integendeel, een partij als KPN wil voorlopig de grote investeringen in het kopernet nog kunnen terugverdienen. En na de aankoop van de UMTS-frequenties ontbreekt de mogelijkheid om te investeren in een volledig glasvezelnetwerk. KPN zet daarom in op twee lijnen: het verder vergroten van de snelheid van het “oude” kopernet via ADSL en het aanleggen van strategische glasfiberverbindingen (de “cityring”) tussen de verschillende wijkcentrales in de stad. Vanaf die “cityring” kan KPN individuele bedrijven of instellingen aansluiten en daarmee ook snelle diensten aanbieden. Maar daarmee ontstaat geen FTTH.

 

Nieuwe telecombedrijven maken deels gebruik van de ICT-infrastructuur van KPN of leggen zelf glasvezelnetwerken aan. Zo heeft Telfort opdracht gekregen het glasvezelnetwerk aan te leggen van Gigaport, de nieuwste generatie breedbandige internettechnologie van Nederland, die met name bedoeld is voor universiteiten en research afdelingen van de grotere bedrijven. Telfort werkt daarbij intensief samen met de NS en maakt gebruik van de railtrace’s voor de aanleg van het glas.

Bedrijven als Cistron maken deels gebruik van de netwerken van anderen, maar leggen ook zelf netwerken aan, zoals nu bijvoorbeeld voor het “Fiber To The Dormatory” project waarbij de studentencomplexen van DuWo een breedbandaansluiting krijgen.

 

In Delft hebben vrijwel alle telecom-aanbieders al intensief geïnvesteerd in een glasvezelnetwerk. De aanwezige breedband ICT-infrastructuur in Delft, is inmiddels in kaart gebracht. Van deze hoofdinfrastructuur naar FTTH is overigens nog een vrij grote stap, zowel organisatorisch als financieel. Voor de realisatie van de “laatste mijl” is het van belang de mogelijkheden te onderzoeken om initiatieven te bundelen ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het breedbandaanbod in Delft.

Met name zal worden verkend welke mogelijkheden er (nog) zijn om mee te liften met de aanleg van het breedbandnet voor de studentenwoningen (FTTD). Overigens zijn de marktpartijen zelf ook actief op dit gebied. Zo doet Cistron, die de studentencomplexen van glas voorziet, bedrijven en instellingen en scholen langs de route een aanbod om hen ook aan te sluiten op haar glasvezelnet.

 

Breedbandverbindingen lopen via glasvezel in een zeer hoge dichtheid. Een glasader met een dikte van een haar kan minimaal zestien verschillende signalen vervoeren. Door de bundeling van vele glasfibers in een kabel, is het risico bij schade veel groter dan bij koperverbindingen. Zowel de omvang van de schade als de tijd om het te repareren, als de kosten van de apparatuur die daarvoor benodigd is, is vele malen hoger dan bij koper.


Er wordt wel gesteld dat de kostencomponent onderhoud bij glas tien maal hoger is dan bij koper  Ook dat maakt telecombedrijven als KPN  terughoudend bij het volledig overschakelen naar deze infrastructuur.

De aanleg van netwerken, zoals naar de studentenhuizen in Delft, is dan ook mede bedoeld om dit soort risico’s in kaart te brengen.

 

Strategisch anticiperen

In onderstaande matrix wordt aangegeven hoe eenvoudig/makkelijk de aanleg van een breedband ICT-infrastructuur is, uitgaande van verschillende situaties (aanleg in nieuwe gebieden, in bestaande gebieden en in reconstructiegebieden) en van verschillende doelgroepen: bewoners en bedrijven.

 

 

                                               nieuwe                        reconstructie   bestaande

                                               gebieden         gebieden                    gebieden

 

bedrijven                                eenvoudig         mogelijk                       groot: mogelijk

           klein: duur

 

publieke sector                       moeilijk            moeilijk                       groot: moeilijk

                                                                                                         klein: duur

 

woningen                               mogelijk           mogelijk                       flat: eenvoudig

           rijtjes/vrijstaand: zeer duur

 

 

De aanleg van een glasvezelnetwerk door de gehele stad is met name duur als gevolg van de hoge kosten voor het graven van sleuven. Er is een globale berekening gemaakt, die er op neer komt dat het graven van een sleuf in bestaand gebied ten minste fl 100,-- per strekkende meter kost en in binnensteden soms zelfs fl 300,-- Een lege buis die in de sleuf wordt gelegd kost ongeveer fl 2,-- per strekkende meter en een meter glasfiber is net zo duur. Wanneer besloten wordt tot uitsluitend het aanleggen van een lege buis in de sleuf, komt er daarnaast nog ongeveer fl 2,-- per strekkende meter bij voor het door de buis “blazen” van de glasfibers.

 

In het onlangs verschenen rapport “Slim Graafwerk” wordt aangegeven dat een aansluiting van elke woning op een glasvezel ongeveer fl 1200,-- kost wanneer er specifiek daarvoor moet worden gegraven, maar dat deze kosten terugvallen naar f 300 wanneer er in combinatie met andere graafwerkzaamheden wordt gewerkt.


Om deze reden lijkt het aan te raden tenminste buizen aan te leggen iedere keer wanneer er graafwerkzaamheden plaats vinden in de stad. De meerkosten daarvan zijn een fractie van de totale kosten van de uit te voeren civiele werkzaamheden. Daarvoor dient dan wel een apart budget gereserveerd te worden ter dekking van de meerkosten.

 

Rol lokale overheid

Binnen het Netwerk Kennissteden wordt veel aandacht besteed aan de rol die de lokale overheid hierbij moet spelen. Moet de lokale overheid het netwerk zelf aanleggen en exploiteren en later eventueel verkopen, het volledig aan de markt overlaten of is er een stimulerende rol eventueel uitmondend in een publiek-private samenwerking ?

 

Er zijn voorbeelden van steden die zelf het initiatief hebben genomen voor de aanleg van een breedband ICT-nfrastructuur in de stad. Chicago en Stockholm worden vaak genoemd, evenals Luxemburg. Naar verluid zijn de kosten die gemoeid waren met de aanleg reeds na 1 à 2 jaar terug verdiend, mede door het gebruik van het netwerk voor andere diensten, zoals telefonie.

In Eindhoven wordt topdown een krachtige stimulans gegeven via de ontwikkeling van de Kenniswijk en een gemeente als Almere is zeer actief in de ontwikkeling van een glasinfrastructuur naar elke woning onder de ambitieuze titel “Van Kenniswijk tot Kennisstad”.

 

De voorkeur van minister Van Boxtel gaat vooralsnog uit naar de rol van de lokale overheid als “launching customer”. Dat wil zeggen dat de prioriteit van de overheid niet zou moeten liggen bij de aanleg van de ICT-infrastructuur, maar bij het ontwikkelen van diensten die gebruik maken van de breedbandvoorziening. Het aanbieden van diensten door de overheid, kan er toe bijdragen, dat ook marktpartijen meer gebruik gaan maken van het medium. Andere opties die Van Boxtel noemt zijn het stimuleren van initiatieven die de mogelijke bestaande monopolieposities van spelers (lees” KPN”) doorbreken en het invoeren van een verplichting om bij nieuwbouw en reconstructieprojecten direct een glasvezelinfrastructuur aan te leggen.

 

Het hierboven al genoemde gevaar dat marktpartijen alleen de rendabele trajecten zullen aanleggen maakt enigerlei vorm van publieke betrokkenheid zeker gewenst. Dat zou kunnen via de oprichting van een publiek-privaat opgezette “Breedband Ontwikkelingsmaatschappij” te Delft. Vanuit deze BOM zou ook de aanleg van buizen met of zonder glasvezel kunnen worden voorgefinancierd.


Nieuwe spelers

In nieuwe markten maken ook nieuwe bedrijven hun entree. Enkele van die nieuwe bedrijven zijn Bredband Benelux en Thirdnetworks, beide actief in onder andere Zweden en nauw betrokken bij de aanleg van de glasvezelinfrastructuur daar.

 

Bredband werkt in Nederland samen met Kristal, een koepel van zes woningbouwverenigingen uit de Randstad en legt glasvezelnetwerken aan op eigen kosten voor uiteindelijk 75.000 woningen. DelftWonen is ook aangesloten bij dit samenwerkingsverband. Om deze investering rendabel te maken wordt de gebruiker van deze snelle verbinding voor een bepaalde periode verplicht een contract af te sluiten met een, aan de aanbieder van  infrastructuur verbonden, internet-provider.

Uitgezocht moet worden of deze gedwongen winkelnering echt nodig is, maar mits de periode van gedwongen winkelnering niet te lang is en de kwaliteit van de verbinding gegarandeerd kan worden, is daar op zich geen groot bezwaar tegen.

In Almere wordt als uitgangspunt gehanteerd dat het aan te leggen FTTH-netwerk niet gebaseerd mag zijn op gedwongen winkelnering bij een van de providers.

 

Het ministerie van Verkeer & Waterstaat zal, samen met enkele andere ministeries, middelen beschikbaar stellen voor het uitwerken van experimentele trajecten gericht op het creëren van een organisatie die de invoering van breedband op lokaal niveau mogelijk maakt.

De ontwikkeling van een Breedband Ontwikkelingsmaatschappij Delft als een samenwerking tussen marktpartijen, instellingen als de TUDelft, woningbouwcorporaties en de lokale overheid kan mogelijk in aanmerking komen voor een subsidiebijdrage van het Rijk.

 

Masterplan Breedbandinfrastructuur

Omdat het hier om een combinatie gaat van een principiële keuze voor de ontwikkeling van een glasvezelnetwerk dat elke woning en bedrijf ontsluit en het gebruik maken van geplande graafwerkzaamheden, is het wenselijk een Masterplan Breedbandinfrastructuur te ontwikkelen. Dit Masterplan beschrijft de algemene strategie die Delft zal hanteren bij de aanleg van een glasvezelverbinding naar iedere woning, maar moet ook als onderliggend document kunnen dienen voor het nemen van de beslissing om bij het opengraven van de straat te besluiten tot de aanleg van een of meer buizen, al dan niet gevuld met glasfibers.

 

Het Masterplan Breedband geeft daarom ook aan in welke delen van de stad in de komende jaren graafwerkzaamheden worden verricht en waar de strategische locaties liggen voor intensief gebruik van de breedbandinfrastructuur. Daarmee kunnen de (hoge) kosten voor de aanleg van een glasvezelinfrastructuur in het bestaande gebied zoveel mogelijk worden beperkt.


In nieuw te ontwikkelen bedrijvengebieden (Technopolis/TU-Zuid) en in de nieuw te ontwikkelen bouwlocaties in de Harnaschpolder is het voor de hand liggend om de glasvezelinfrastructuur direct aan te leggen tot aan elke voordeur. De meerkosten zijn in dat geval minimaal voor wat betreft de hoofdinfrastructuur en redelijk wanneer het gaat om de aansluiting van elke woning of bedrijf op het glasvezelnet.

 

In het Masterplan zal ook een meer concrete becijfering gegeven van de hiermee gemoeide kosten. Het is daarnaast van belang te voorkomen dat uitsluitend de commercieel interessante gebieden worden ontsloten en de minder interessante gebieden, met kleinere woning/bedrijfsdichtheden, worden overgeslagen.

Onderzocht zal worden of de mogelijkheid bestaat een soort van vereveningssyteem te ontwikkelen waarbij middelen beschikbaar komen uit de commercieel interessante trajecten voor de minder exploitabele trajecten.

 

Rol Delft Kennisstad

In het werkplan Delft Kennisstad is fl 25.000,-- beschikbaar gesteld (project Gigaport), dat ingezet kan worden ten behoeve van de hierboven genoemde activiteiten.

Voor het organiseren van een conferentie en het ontwikkelen van een Masterplan Breedband zal echter een hoger bedrag beschikbaar moeten komen. Daarom stel ik voor het budget te verhogen tot fl 50.000,-- (budget 2000 plus eenzelfde budget in 2001).

Als aanloop naar een mogelijke Breedband Ontwikkelingsmaatschappij Delft zal onderzocht worden welke andere partijen middelen beschikbaar willen stellen voor deze ontwikkeling. Daarbij is het streven dat externe partijen vier maal het door de gemeente beschikbare budget inbrengen, waarmee het projectbudget op fl 250.000,-- uit zou komen.

 

Dit project kan ondergebracht worden bij de vernieuwde Stichting Delft Kennisstad, die dan hoofdaannemer van het project zou worden vooruitlopend op de eventuele oprichting van de ontwikkelingsmaatschappij.

 

 

Samenvatting

 

  1. Uitgangspunt van dit voorstel is een principiële keuze voor het realiseren van een breedbandige glasvezelinfrastructuur naar elke woning, elke publieke instelling en elk bedrijf in Delft. Om deze hoogwaardige infrastructuur aan te leggen is een actieve rol van de lokale overheid gewenst, maar ook een sterke rol van marktpartijen;
  2. Samenwerking en bundeling van vraag vormen de uitdagingen om te komen tot een haalbaar investerings- en exploitatiebeeld. Om de gewenste ontwikkelingsrichting in beeld te brengen wordt een Masterplan Breedband Delft ontwikkeld. In dat masterplan komt aan de orde:
  3. het indienen van het voorstel voor de ontwikkeling van een Breedband Ontwikkelingsmaatschappij als voorbeeld project bij het Rijk, bij voorkeur in samenwerking met een andere stad, bijvoorbeeld Zoetermeer;
  4. vanuit het budget Delft Kennisstad het reeds beschikbaar gestelde budget van fl 25.000,-- te verhogen tot fl 50.000,-- en te zoeken naar andere participanten die gezamenlijk fl 200.000,-- inbrengen in het project. (b.v. Kamer van Koophandel, Delfwonen en/of andere corporaties)

 

 

Voorstel:

 

1.       in principe kiezen voor de doelstelling een breedbandige glasvezel ICT-infrastructuur aan te (laten) leggen die, tegen acceptabele kosten, ontsluiting van elke woning, bedrijf en instelling in Delft mogelijk maakt;

2.       een Masterplan Breedband in Delft te maken waarin elementen aan de orde komen als: de rol van de lokale overheid, de wenselijkheid om bij het opengraven van de straat direct glasvezel of een lege buis aan te leggen, het schetsen van een model voor een Breedband Ontwikkelings Maatschappij waarbij wordt voorkomen dat de commercieel niet interessante delen van de stad niet worden aangesloten en de mogelijkheden van samenwerking met andere steden in de regio te onderzoeken;

3.       het reeds beschikbaar gestelde werkbudget van fl 25.000 te verhogen tot fl 50.000. De dekking daarvan vindt plaats via de reserve Delft Kennisstad en voorts externe financiers te zoeken voor dit project, inclusief mogelijke subsidie vanuit het ministerie;

4.       Voorstel voor advies naar de commissie Cultuur, Kennis en Economie.

 

 

C.J.van Laren/augustus 2001

Sector kennisstad

 

 

 

Paraaf hoofd                             dd