EVALUATIE EN TOEKOMST INTERNATIONAAL CENTRUM VOOR INFORMATIE EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE (ICIT)

 

1. Inleiding

Ruim een jaar geleden is besloten tot de ontwikkeling van het Internationale Centrum voor Informatie-en communicatie Technologie (ICIT). Het ICIT is de Delfts-Rotterdamse invulling van het landelijke Twinning-concept, dat in de vorige kabinetsperiode door toenmalige minister van Economische Zaken, Hans Wijers opgezet met twee hoofddoelen:

 

A.  het versterken van de internationale kracht van de Nederlandse ICT-sector;

B.  het stimuleren van een actievere opstelling bij particuliere investeerders bij het investeringen in de bedrijven van de “nieuwe economie”.

 

Aan de door het Ministerie van EZ opgerichte “Twinning BV ”hangen” de Twinning Fondsen en de Twinning Centers als werkmaatschappijen.

 

De Twinning fondsen kunnen worden onderscheiden in het Seed Capital Fund en het Growth Fund. Vanuit het eerste fonds investeert Twinning in startende bedrijven tot een maximum van fl 1 miljoen (was tot voor kort fl 0,4 miljoen).

Als de start goed verloopt kan Twinning vanuit het Growth Fund veel grotere bedragen investeren. De aandelen van de fondsenorganisatie zijn voor 50% in handen van de Twinning BV en de andere 50 % is verdeeld over meer dan tien particuliere investeringsmaatschappijen. Het uiteindelijke doel is na verloop van tijd via een beursgang van het bedrijf de geïnvesteerde middelen met winst terug te laten komen in de Twinning Fondsen BV.

Twinning is dus vooral een investeringsorganisatie en de toegevoegde waarde die Twinning biedt, bestaat uit de netwerken die rond Twinning zijn georganiseerd en uit het directe adviseren van bedrijven die gefinancierd worden door Twinning door de regiomanagers van Twinning.

 

Verder biedt Twinning in Twinning Centers hoogwaardige huisvesting met een bijbehorende ICT-infrastructuur. De gezamenlijke huisvesting van de bedrijven moet de onderlinge contacten tussen de bedrijven stimuleren.

 

Toen Delft indertijd door Rotterdam werd benaderd met de vraag of er een samenwerking mogelijk was tussen Rotterdam en Delft bij de ontwikkeling van een Twinning Center, sloot dit naadloos aan bij de wens van Delft om het Twinning-concept op te zetten als een netwerk van verschillende bedrijfsverzamelgebouwen in verschillende steden. Een dergelijke samenwerking zou kansen bieden om de sterke kanten van de verschillende steden te combineren. Met name de potentiële samenwerking van bedrijfskundigen van de Erasmus en “techneuten” van de TUD zou een goed perspectief voor kansrijke starters in de ICT kunnen bieden.

 

Specifieke aanpak Delft-Rotterdam

De punten die Delft en Rotterdam hebben aangevuld op het Twinning-concept hebben ruwweg betrekking op de volgende punten:

a.     De Twinning-bedrijven zijn gevestigd op meerdere lokaties, omdat daarmee het concept breder in de regio te ontwikkelen is. Achtergrond daarvan was het principe van de hub-constructie: een centraal gebouw (de hub) met een verbinding (de “spokes”) naar een aantal gebouwen in de regio, die samen een virtueel Twinning Center vormen. Een belangrijk voordeel van deze aanpak is, dat verschillende steden een (deel van een) gebouw kunnen inbrengen afhankelijk van de omvang van de ICT-markt.

b.    ICIT mikt niet uitsluitend op de meest geavanceerde en internationaal georiënteerde  bedrijven, maar ook op bedrijven die niet direct tot het hoogste segment (de “frontrunners”) behoren en op bedrijven die vooralsnog geen internationaal blikveld hebben, worden waardevol geacht en zouden van de Twinning-infrastructuur moeten kunnen profiteren.

c.     Het ICIT – concept heeft mede als doel te functioneren als pied-à-terre voor de huisvesting van bijvoorbeeld Amerikaanse bedrijven die een vestiging in Europa willen vestigen.

 

2. ICIT/Twinning in de praktijk

Delft en Rotterdam concludeerden bij de oprichting dat het al gecompliceerd genoeg is om vanuit twee gemeenten de gekozen formule voor het ICIT met de “hub-constructie” in te vullen en daarom zijn er in de afgelopen periode geen concrete acties ondernomen om de uitbreiding van het ICIT-netwerk naar andere steden te onderzoeken. De activiteiten hebben zich dus uitsluitend gericht op Rotterdam en Delft.

 

Om het aantal ondernemingsplannen (de “dealflow”) te stimuleren en de markt van investeerders daarbij te betrekken, zijn vanuit het Twinning Center regelmatig bijeenkomsten georganiseerd en is geparticipeerd in door andere organisaties georganiseerde bijeenkomsten. In het afgelopen jaar heeft ICIT een succesvolle bijeenkomst georganiseerd ter gelegenheid van de opening van de Rotterdamse vestiging onder de titel (“Your Company in One Day”). Het doel van deze bijeenkomst was de mogelijkheden en belemmeringen in beeld te brengen bij het snel oprichten van een bedrijf, waarbij het niet ging om een theoretische benadering, maar om het daadwerkelijk oprichten van een bedrijf. De Delftse starter SiO2 (heeft inmiddels de naam gewijzigd in Connectux)  was daarbij het op te richten en door Twinning te financieren bedrijf.

 

Verder heeft ICIT/Twinning presentaties gegeven bij diverse netwerken, zoals “De Zevende Hemel” en “First Tuesday”; dit zijn initiatieven die op verschillende plaatsen in Nederland worden georganiseerd en waar mensen met commerciële ideeën mensen met investeringskapitaal ontmoeten.

 

Ontwikkeling Twinning portefeuille

Na een voorspoedige start van Twinning in Amsterdam is het aantal ingediende en, meer nog, het aantal geaccepteerde, plannen in het afgelopen jaar drastisch gedaald. Dat houdt ongetwijfeld mede verband met de sterke terugval in de IT-sector die eind 2000 is ingetreden opgericht. In Delft zijn drie Twinning bedrijven opgericht, in Rotterdam twee en een in Den Haag. Ter vergelijking, in Eindhoven zijn in de afgelopen anderhalf jaar drie Twinning bedrijven opgericht.

 

Daarnaast zijn er bij Twinning wel veel plannen uit de regio Delft/Rotterdam ingediend (ruim 100 ), maar deze plannen waren niet van voldoende niveau voor financiering door Twinning. De regiodirecteur concludeerde hieruit dat ICIT/TWINNING ook een functie zou moeten vervullen in het voortraject. Dit resulteerde in Rotterdam in betrokkenheid bij de oprichting van een starterscorner. Deze grotere aandacht voor het voortraject werd onderschreven door de landelijke Twinning organisatie, waarmee de sterke verwevenheid blijkt van de activiteiten ICIT/Twinning.

 

Het ondernemingsplan voor de Delfts/Rotterdamse variant van Twinning en de contractuele overeenkomst was nog gebaseerd op het voortvarende beeld in het eerste jaar van het bestaan van de Twinning organisatie, waarbij gesproken werd over 30 tot 40 participaties per jaar. Zoals hierboven al is aangegeven vindt op grond van deze ontwikkelingen een heroverweging van de gemaakt afspraken plaats.

 

Het ministerie van Economische Zaken wil het aandelenpakket Twinning op korte termijn verkopen. Hoewel het ministerie daarbij zoveel mogelijk de bestaande structuur gehandhaafd wil zien, kan ook dit een reden zijn voor heroverweging van de relatie.

 

3. EVALUATIE VAN DE WERKWIJZE

Op basis van het bovenstaande is in Delft en Rotterdam een aantal activiteiten uitgevoerd en zijn ook bedrijven door Twinning gefinancierd. Bij de evaluatie wordt aandacht besteed aan de volgende elementen: de organisatie van ICIT in relatie tot Twinning, het internationale karakter, de betrokkenheid van universiteiten en hogescholen, de huisvesting en de ict community. Per element wordt een evaluatie gegeven en een voorstel voor de toekomstige ontwikkeling.

 

3.1 De organisatie van het ICIT in relatie tot Twinning

Als rechtsvorm voor het ICIT is gekozen voor de stichting. Voor het bestuur zijn beschikbaar: een lid van (of namens) zowel het College van Bestuur van de Erasmus als de TUD, de verantwoordelijke  wethouders van Rotterdam en Delft en een onafhankelijk voorzitter uit het bedrijfsleven. Het was de bedoeling dat dit bestuur nog twee kandidaten uit het bedrijfsleven zou voordragen.  Het bestuur is, in januari 2001 een maal bijeengekomen en de feitelijke oprichting van de stichting moet nog plaats vinden.

 

Vooruitlopende op de feitelijke oprichting van de stichting, hebben Delft en Rotterdam medio 2000 een driejarig contract met Twinning afgesloten over de te leveren diensten en de daar tegenover staande vergoeding. Op basis van het contract komen de binnen Twinning ontwikkelde expertise en de bestaande netwerken beschikbaar voor de regio, onder andere via de aan te stellen regiodirecteur. De directeur is, met betrokkenheid van Delft en Rotterdam, aangesteld en aangestuurd door Twinning.

 

De opzet was dat deze directeur zowel de directeur van het ICIT zou zijn (dus met de bredere functie) als de binnen Twinning noodzakelijke regiodirecteur. In de praktijk heeft dit onderscheid geleid tot misverstanden tussen Twinning, de twee gemeenten en de directeur. Na vertrek van de directeur (mei 2001) is deze functie vanuit Twinning in twee delen verdeeld: de regiodirecteur en meer op ICIT gerichte persoon. Beide steden betalen voor die diensten samen een bijdrage van f 590.000 (excl. btw) per jaar en een vast bedrag per Twinning-deelname in een bedrijf.

 

Delft-Rotterdam zijn  met Twinning overeengekomen, dat wanneer de gerealiseerde waardestijging van de Twinning-portefeuille over vijf jaar boven een voor deze branche gemiddeld niveau ligt, de aan Twinning betaalde kosten worden terugbetaald aan beide steden. De bovengenoemde waardestijging is in het eerste jaar van ICIT bij lange na niet gehaald. De sterk bij de raming achterblijvende omvang van de investeringsportefeuille hebben er toe geleid dat er een open gesprek heeft plaats gevonden van Delft en Rotterdam met Twinning. Daarbij is van de zijde van Twinning aangegeven dat er alle begrip is voor de wens om het contract opnieuw te bezien tegen de achtergrond van de feitelijke ontwikkelingen.

 

De kerncompetentie van het ICIT is te functioneren als een goed georganiseerde entree (“portal”) voor startende ondernemers in de midden en hogere segmenten van de ICT-markt. Deze entree moet toegang geven, naar zowel de financiële wereld als de ondersteuning op het terrein van management, marketing en huisvesting.

 

Omdat ICIT zich niet alleen richt op financiering van bedrijven door Twinning, kunnen startende ondernemers ook geleid worden naar andere fondsen, zoals het Zuid-Hollands Investerings Fonds (ZIF) en het Ondernemings Fonds Rotterdam (OFR).

 

Concluderend kan worden gesteld dat voortzetting van het huidige contract tegen de vastgesteld vergoeding niet reëel is, gegeven het lage aantal bedrijven dat door Twinning wordt bediend. Daarbij moet overigens de kanttekening worden gemaakt dat de Delfts-Rotterdamse regio in absolute termen laag scoort, maar relatief na Amsterdam de best scorende regio is.

 

3.2. Toekomstige samenwerking met Twinning

Voor de toekomstige samenwerking blijven er twee varianten over: ofwel met Twinning overleggen over het volledig beëindigen van de samenwerking tussen beide partijen en een sterk gereduceerde vorm van samenwerking, waarbij een vergoeding wordt betaald voor een aantal specifiek omschreven taken – eventueel nog te splitsen in een beperkte vaste bijdrage en een vergoeding per bedrijf.

 

Volledig stoppen betekent een abrupte, maar duidelijke breuk met het verleden. Deze breuk zou in belangrijke mate gebaseerd zijn op het beperkte aantal financieringen. Omdat niet te overzien is of deze markt in de komende tijd weer aantrekt, kan er ook beargumenteerd worden dat het aan te bevelen is een directe ingang naar Twinning in de Delfts-Rotterdamse regio te handhaven en daarvoor een beperkte vergoeding te betalen, die voor een deel resultaat gekoppeld zal zijn.

 

Voorgesteld wordt de samenwerking weliswaar voort te zetten, maar te kiezen voor een lichte invulling van de activiteiten. Deze lichte invulling betekent dat Twinning de volgende diensten levert in de regio Delft- Rotterdam:

a. centerscreening/inloopgesprekken (0,1 FTE)

b. ondersteunen en monitoren van Twinning Bedrijven (0,2 FTE)

 

Deze activiteiten, uit te voeren door de regiodirecteur, worden ondersteund door een officemanager. Daarnaast heeft Twinning een verplichting in de richting van de businesspartners een vergoeding te betalen als tegenprestatie voor de lagere tarieven die deze partners berekenen aan Twinning bedrijven.

 

In verband met de grote onzekerheid op deze markt – naar verwachting zullen er in 2001 voor heel Nederland slechts 3 participaties plaats vinden – willen Delft/Rotterdam en Twinning een overeenkomst aangaan tot 1 juli 2002, waarna opnieuw bezien wordt of de samenwerking wordt voorgezet en zo ja op welke wijze.

 

Hieronder volgt een bijgestelde raming van de verwachte investeringen in zowel door Twinning als door anderen gefinancierde bedrijven in de komende periode.

 

GEREALISEERD EN GEPLAND AANTAL ICIT/TWINNING BEDRIJVEN

 

                                   2000     2001     2002     2003     2004     totaal

 

ICIT                                             1          3          4          5        13

Twinning                          3          1          2          2                      8

 

Totaal                              3          2          5          6          5       21

 

 

3.3 Huisvesting starters

In het ondernemingsplan wordt er van uitgegaan dat diverse gebouwen huisvesting zouden bieden aan bedrijven. Er zou een centrale vestiging in Delft worden geopend en verder zouden de bedrijfsverzamelgebouwen Radex en BTC dienst doen als huisvesting van Twinning-bedrijven. Vooruitlopend op de realisatie van de centrale vestiging heeft de directeur Twinning werkruimte gehuurd in het BTC in Delft.  Al bij aanvang van ICIT/Twinning heeft Rotterdam aangegeven een dergelijke incubator faciliteit te willen realiseren in het te ontwikkelen ICT kwartier op de Loydspier in Delfshaven. Dit zou de locatie zijn, die virtueel verbonden zou worden met de centrale vestiging van Twinning in Delft. In afwachting van de ontwikkelingen op de Loydspier heeft de regiodirecteur ICIT/Twinning ervoor gekozen in het WTC gebouw in Rotterdam een ICIT/Twinning locatie te ontwikkelen, waar een broedplek voor startende ICT bedrijven in combinatie met een starterscorner voor studenten/net afgestudeerden van de HBO instellingen en de universiteit. Daarbij wordt invulling  gegeven aan de wens van ICIT/Twinning meer aandacht te schenken in het voortraject, zoals het ondersteunen van plannen naar kwalitatief goede plannen.

 

In de praktijk bleken bedrijven die via Twinning worden gefinancierd meestal al gehuisvest te zijn, omdat het bijna nooit echte starters zijn. Het aantal bedrijven dat wordt opgezet door (afgestudeerde) studenten is veel lager dan aanvankelijk werd gedacht.

 

De TUD had zich bereid verklaard het pand Oude Delft 75 (OD75) te restaureren en tegen een aantrekkelijke huur beschikbaar te stellen als centrale vestiging (de “hub”) van het ICIT. Als gevolg van te hoge investerings- en exploitatiekosten van dit monument heeft de TUD inmiddels besloten het pand Oude Delft 75 niet langer voor de beoogde doelen te ontwikkelen. In de plaats daarvan wordt nu uitgegaan van de ontwikkeling van het Meisjeshuis tot een “Delfts Kennisstad Meeting Point”. Daarin zal, naast de huisvesting van het centrale kantoor van ICIT, ook de mogelijkheid worden onderzocht om  huisvestingsmogelijkheid voor kleinschalige start-ups te realiseren, zoals dat aanvankelijk was gepland op de bovenste verdieping van Oude Delft 75. Onder die start-ups worden ook de buitenlandse bedrijven die een pied-à-terre functie voor de oriëntatie op de Europese markt zoeken. We zullen de TU Delft verzoeken aan de ontwikkeling van een ICIT functie in het Meisjeshuis materiële ondersteuning te geven in plaats van de toegezegde bijdrage aan de ontwikkeling van OD75. 

 

3.3 Betrokkenheid universiteiten en hogescholen

In de voorbereidingsfase van het ICIT had Delft contact gezocht met het universitaire (TUD) en hogere beroepsonderwijs (Haagse Hogeschool en TH Rijswijk). Ook in Rotterdam, onder andere via de ontwikkeling van het ondernemingsplan, is het onderwijsveld (de EUR en de hogescholen) ook bij de ontwikkeling van het concept betrokken.

 

De TU Delft heeft aangegeven de binnen de TU ontwikkelde kennis binnen het cluster ICT-Delft[1] in te willen brengen in het ICIT. Dat zou impliceren de begeleiding van bedrijven via mentoren, het beschikbaar stellen van faciliteiten en het ontwikkelen van specifieke cursussen en  trainingen mogelijk zijn. In beide gevallen zijn in het afgelopen jaar geen structurele vormen van samenwerking geformuleerd.

 

Een van de specifieke waarden van de samenwerking tussen Rotterdam en Delft is de potentieel combinatie van de technologische en de bedrijfskundige kennis van beide kennisinstellingen.

 

In het komende jaar zal gericht worden geïnvesteerd in het productief maken van deze potentiële sterkte. Enerzijds zal een inventarisatie worden gemaakt van bestaande samenwerkingsvormen die aansluiten bij deze benadering. Daarnaast zal in aanvulling op bestaande initiatieven voor het stimuleren van het opzetten van een eigen bedrijf worden gezocht naar mogelijkheden voor schaalvergroting.

3.4 ICT-Community

Het ICIT/Twinning richt zich bewust op het midden (ICIT) en hogere (Twinning) deel van het ICT-marktsegment om Nederland internationaal sterker te positioneren. Om dit “topsegment” ook in te bedden in de brede ICT-markt in de regio zouden plannen worden ontwikkeld voor het creëren van een ICT-Community. Deze Community zou zowel  functioneren als een ontmoetingsplaats voor IT-ondernemers uit de regio en als een laagdrempelige toegang voor dienstverleners, die deze ondernemers kunnen helpen groeien.

 

In Rotterdam is  I-Portal als lokaal ICT-netwerk opgericht, waarin ook enkele Delftse bedrijven participeren. In Delft heeft een netwerkorganisatie bestaan (Softwaregion/Hitec), maar deze is opgeheven.

 

Voor het overige is in het eerste jaar vooral gebruik gemaakt van de organisatiecapaciteit van andere netwerken, zoals de NEBIB met de “Zevende Hemel” en het First Tuesday netwerk, om ICT-ondernemers uit Delft bijeen te brengen.

Deze organisaties hebben ook bijeenkomsten in Rotterdam georganiseerd, specifiek gericht op het bijeen brengen van mensen met plannen en financiers. De doelgroep van deze bijeenkomsten was weliswaar breder dan ICT-bedrijven, maar zij maakten toch een belangrijk deel uit van de bezoekers.

 

De  netwerkactiviteiten zijn sterk lokaal bepaald. Succesvolle netwerken onderhouden zichzelf. Netwerken organiseren als doel heeft maar een beperkt nut. Tegen deze achtergrond wordt de oprichting van een of meer netwerken niet als een doel van ICIT gezien, maar zal het veel meer verbonden moeten worden aan concrete activiteiten en inhoudelijke thema’s. ICIT zal zich voorts aansluiten bij reeds bestaande netwerken.

Dat wil niet zeggen dat netwerken geen nuttige functie hebben. Integendeel, voor de participerende ondernemers levert het kennis of omzet op en voor de regio draagt het bij aan de versterking van de binding van de ondernemers aan hun regio.

 

Binnen de beide gemeenten zal het bestaande beleid ten aanzien van de ondersteuning en stimulering van netwerken worden voortgezet. ICIT erkent ook het belang van netwerken en gaat er vanuit dat uit geslaagde initiatieven op het punt van bijvoorbeeld de samenwerking tussen (ex)studenten in Delft en Rotterdam tot nieuwe netwerken zal leiden.

 

3.5 Financiering

Op basis van het ondernemingsplan van Ernst & Young was berekend dat voor de activiteiten van Twinning/ICIT in totaal een bedrag van ruim f 7 miljoen benodigd zou zijn, bestaande uit vaste kosten en variabele kosten, gerelateerd aan het aantal door Twinning goedgekeurde plannen. Rotterdam en Delft zijn overeen gekomen dat de vaste kosten op 50-50 basis worden verdeeld en dat de variabele kosten ten laste komen van de gemeente waar ze worden gemaakt. Wanneer wordt besloten tot het inkrimpen dan wel beëindigen van de relatie met Twinning, kunnen de beschikbare middelen op een andere wijze worden ingezet. Meer gericht op de in deze evaluatie beschreven toekomstige activiteiten. Beide steden bepalen op korte termijn welke middelen beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van de activiteiten van ICIT. Daarbij is uitgangspunt dat ICIT een kleinschalige organisatie is, met zo min mogelijk eigen personeel en meer gericht op het coördineren en initiëren van activiteiten, waarvoor ter zake kundige expertise wordt ingehuurd.

 

In de eerste opzet waren de kosten voor Delft geraamd op fl 3,1 miljoen voor een periode van vijf jaar. Als resultaat van de activiteiten zouden in een periode van vijf jaar in totaal 75 bedrijven worden opgericht, waarvan 35 gefinancierd door Twinning.

 

De dekking van de daaraan verbonden kosten zou plaats vinden via de EZH-gelden (fl 0,85 miljoen), het ISV-budget (hoofdstuk bedrijfsverzamelgebouwen (fl 0,6 miljoen), de Reserve Algemene Economische Structuur (fl 0,7 miljoen). Daarnaast zouden er bijdragen worden gevraagd van de Kamer van Koophandel Haaglanden en de provincie Zuid Holland. De KvK heeft de aanvraag om een bijdrage afgewezen, omdat de opzet teveel een Rotterdams-Delftse en nog te weinig een regionale component heeft. Het thans beschikbare bedrag van fl 2,15 miljoen is toereikend voor de activiteiten van het ICIT in de komende drie jaar.

 

Samenvatting en voorstellen

In de loop van het eerste jaar van het ICIT is gebleken, dat de neerwaartse trend in het vertrouwen in de ICT-sector bij investeerders ook gevolgen heeft gehad voor het ICIT/Twinning initiatief. Het aantal opgerichte bedrijven is sterk achtergebleven bij de eerder geformuleerde verwachting. Op grond daarvan is de raming voor de gehele periode 2000 - 2004 bijgesteld van 75 naar 21 op te richten nieuwe ICT-bedrijven. Tegen de achtergrond van het teruglopende aantal door Twinning te financieren bedrijven (van 35 naar 8) is met Twinning overleg gevoerd over het herzien van de in 2000 afgesloten overeenkomst.

 

De nadruk zal in de komende tijd sterker dan in het afgelopen jaar worden gelegd op het ontwikkelen van lokale netwerken van ICT-bedrijven en op concrete samenwerkingsprojecten tussen het hoger/universitair onderwijs in Rotterdam en Delft en de regio. Dit met als doel zowel het aantal door Twinning als door andere organisaties te financieren bedrijven te verhogen.

 

In plaats van het pand Oude Delft 75 zal, indien dit pand daadwerkelijk beschikbaar komt, de mogelijkheid worden onderzocht om het Meisjeshuis als centrale vestiging van het ICIT te gebruiken.

 

Samenvattend wordt in deze evaluatie van het ICIT voorgesteld:

  1. Stappen te zetten om de stichting International Center for Information and communication Technology (ICIT) feitelijk op te richten;
  2. een coördinator ICIT te werven, die de activiteiten van ICIT voor zijn rekening neemt;
  3. de activiteiten van de stichting te richten op het helpen van nieuwe ondernemers in de ict-sector bij het vinden van financiering van het bedrijf door hen te wijzen op fondsen als Twinning, het Ondernemings Fonds Rotterdam en het Zuid-hollands Investeringsfonds;
  4. het ondersteunen van startende en pre-startende ondernemers bij het opzetten van hun bedrijfsplan en bij de daadwerkelijke start (initiatieven als Startershuis , de Cube en B.V. IT.  Daarom zal ICIT ook actief participeren in het ondersteuningsnetwerk dat er al is voor startende bedrijven;
  5. de activiteiten van de stichting verder te richten op het in kaart brengen en verder stimuleren van de samenwerking tussen studenten en ex-studenten van de universiteiten van Delft en Rotterdam;
  6. het inhuren van de deskundigheid van Twinning voor het binnen de regio gericht acquireren van nieuwe financieringen en het begeleiden van gerealiseerde financieringen tegen een nader vast te stellen financiële vergoeding;
  7. het helpen opzetten van netwerken mits deze voortvloeien uit feitelijke activiteiten
  8. beide steden voeren hun eigen lokale beleid op het terrein van het stimuleren, het samenwerken en het groeien van bedrijven in deze sector, maar zoeken daar waar mogelijk en nuttig samenwerking;

 

Delft/Rotterdam sept2001



[1] ICT Delft is een samenwerkingsverband van vier instituten DITSE (IT en dienstverlening ), TIES (embedded systems), IRCTR (telecommunicatie en radar) en DIMES (micro-electronica)