Registratienummer: 02/032827

 

 

Samenwerkingsovereenkomst Technopolis. Samenvatting.

 

1.

Inzake de gezamenlijke ontwikkeling van Technopolis door TU Delft en de gemeente werd op 9 juli j.l. de Ontwikkelings- en Realisatieovereenkomst met de private partijen (ING en Bouwfonds) aan u voorgelegd, en door u goedgekeurd. Opschortende voorwaarde was daarbij dat een overeenkomst tot stand zou komen tussen de TU Delft en de gemeente inzake overdracht van gronden van de gemeente aan de TU Delft, waarin tevens de overige afspraken voor de ontwikkeling in de komende jaren voor het betrokken gebied zouden worden vastgelegd. Thans is overeenstemming bereikt over de inhoud van die overeenkomst. Omdat hier sprake is van een overeenkomst met ingrijpende gevolgen, dient deze aan de raad ter kennis te worden gebracht (art. 169 lid 4 Gemeentewet). Indien in de commissie geen wensen en bedenkingen naar voren worden gebracht, of behandeling in de Raad wordt verlangd, kunt u deze overeenkomst met de TU Delft aangaan.

 

2.

Hoofdlijnen van de overeenkomst.

 

2.1.

Basis  van de overeenkomst is dat de TU Delft 85% van het te ontwikkelen gebied bezit, en de gemeente 15%. In een gezamenlijke “onderneming" willen TU Delft en de gemeente dit grondbezit door private marktpartijen laten ontwikkelen, waarbij voor alle elementen de 85/15 verhouding bepalend is. De gemeente verkoopt haar 15% aan de TU Delft op basis van een  resultaatdelende prijsformule, en de TU Delft verkoopt bouwkavels aan de Ontwikkelaar. De gemeente zal de gronden in het Plangebied gefaseerd bouwrijpmaken, en zal eigenaar worden van het in het Plangebied te ontwikkelen en te realiseren openbaar gebied. Voorts zal de gemeente een aantal bovenwijkse voorzieningen aanleggen, en zorgdragen voor de voorfinanciering van de HOV-voorziening, waarvoor de TU Delft een bijdrage zal betalen.

 

2.2.

Om de gehele onderneming, die, gelet op de omvang ervan, wel een looptijd van tussen de 10 en de 20 jaar kan beslaan, te besturen, wordt een gezamenlijke overleg- en besluitvormingsstructuur ingesteld. Voor partijen zijn leidend het Bestemmingsplan, het Masterplan, en de Ontwikkelingsovereenkomst.

 

2.3.

Uitwerking vindt plaats via op te stellen Beeldkwaliteitsplannen en Verkavelingsplannen die de goedkeuring behoeven van TU Delft en gemeente. Deze worden getoetst aan het Masterplan en aan het door de Grontmij opgestelde rapport inzake de Planexploitatie.

 

2.4.

Sturing van het proces vindt plaats via een gezamenlijke Beleidsgroep en een Managementgroep. Gewoonlijk zal daarin de verhouding 85/15 de doorslag geven bij verschil van inzicht, tenzij het betreft: de goedkeuring van Beeldkwaliteitsplan en Verkavelingsplannen , afwijkingen van de Fasering, vaststelling van lagere koopprijzen , wijziging van het Masterplan, goedkeuring van bestekken voor het bouwrijpmaken, voortzetting van de overeenkomst na ontbinding van de Ontwikkelingsovereenkomst, en optimalisatievoorstellen. Bij blijvend verschil van inzicht wordt in deze gevallen bindend advies ingeroepen.

 

2.5.

Onderdeel van de overeenkomst is dat de verplichting van de TU Delft jegens de Ontwikkelaar tot het – fasegewijs – bouwrijpmaken van het Plangebied door de TU Delft wordt overgedragen aan de gemeente. De gemeente zal gedurende de looptijd van de exploitatie op de gebruikelijke wijze bouwrijpmaken, en de kosten daarvan zullen in mindering worden gebracht op de opbrengsten van de gronden. Herstel van verhardingen etc. gedurende de eerste vijf jaar na gereedkomen ervan als gevolg van zettingen, wordt gerekend tot de kosten van bouwrijpmaken.

 

2.6.

De sanering van de gronden in het Plangebied behoort niet tot het bouwrijpmaken. Ieder van de Partijen draagt voor eigen rekening en risico zorg voor de sanering van de eigen gronden in het Plangebied. De sanering van het voormalige autocross-terrein is voor rekening en risico van de gemeente. Daarmee wordt binnen vijf jaar begonnen, of zoveel eerder als nodig is.

 

2.7.

Bovenwijkse voorzieningen.

De volgende bovenwijkse voorzieningen zullen in ieder geval door de gemeente worden geentameerd/aangelegd:

  1. een brug over de Schie;
  2. aanpassing van de kruising Kruithuisweg/Schoemakerstraat;
  3. een voetgangersbrug naar Midden Delfland;
  4. de aanleg van een voorziening voor transport van  rioolwater naar het gemaal Zuidplantsoen;

Tevens zal de gemeente zich ervoor inspannen dat in het gebied een HOV-voorziening zal worden gerealiseerd;

De TU Delft draagt aan de kosten van deze voorzieningen 5 miljoen euro bij (geindexeerd), betaling vindt gefaseerd plaats.

 

2.8.

Afrekenen tussen TU Delft en gemeente vindt eerst bij wijze van voorschot per verkocht Bouwkavel plaats (aan de gemeente komt toe 0,15 x (netto koopprijs Bouwkavel – voorschot bouwrijpmaken). Vervolgens wordt per gereedgekomen deelgebied afgerekend (aan de gemeente komt toe 0,15 x (som netto koopprijzen Bouwkavels in deelgebied – definitief vastgestelde kosten bouwrijpmaken deelgebied) (herzien voorschot). Tenslotte wordt nog een keer afgerekend nadat alle Bouwkavels zijn afgenomen. Voorts is er een regeling voor nagekomen kosten en opbrengsten.

 

2.9.

De overeenkomst kent een beeindigingsregeling voor het geval een der partijen zijn verplichtingen niet nakomt, of ingeval de Ontwikkelings- en Realiseringsovereenkomst met de Ontwikkelaars wordt ontbonden. De verkoop van de gronden van de gemeente Delft die nog niet zijn afgenomen wordt dan (partieel) ontbonden. De voor de koopprijs bepalende factor 0,15 wordt dan vastgesteld op grond van de verhouding van de oppervlakte van de ontwikkelde gemeentegronden in het plangebied tot de oppervlakte van de ontwikkelde TU-Delft-gronden.

 

 

 

 

 

 

 

DPP/DJvD/07.11.02