Samenwerkingsovereenkomst Technopolis

 

 

 

 

 

Partijen:

 

 

 

 

 

Technische Universiteit Delft

 

 

 

 

 

Gemeente Delft

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 4 november 2002

 


INHOUD

 

1.     Begripsbepalingen......................................................................................................... 2

2.     Samenwerking (algemeen)............................................................................................. 3

3.     Beeldkwaliteitsplan; Verkavelingsplannen........................................................................ 4

4.     Publiekrechtelijke medewerking...................................................................................... 5

5.     Overlegstructuur en besluitvorming.................................................................................. 5

6.     Acquisitie bedrijven; ambassadeursfunctie van Partijen..................................................... 8

7.     Bouwrijp en Gebruiksgereed maken................................................................................ 8

8.     Bovenwijkse voorzieningen............................................................................................ 10

9.     Verkoop en levering gronden Gemeente aan TU Delft...................................................... 11

10.   Verkoop en levering door TU Delft aan Gemeente van gronden van de TU Delft die zijn

        bestemd tot Openbaar gebied....................................................................................... 13

11.   Vaststelling en betaling  kosten Bouwrijp en Gebruiksgereed maken................................ 13

12.   Voorschot koopprijs en definitieve koopprijs gronden Gemeente....................................... 15

13.   Bijdrage TU Delft voor aanleg Bovenwijkse voorzieningen................................................. 17

14.   Tussentijdse beëindiging.............................................................................................. 17

15.   Optimalisatie............................................................................................................... 19

16.   Overige bepalingen....................................................................................................... 19

 

 

Bijlagen:

 

Verwijzingen in:

 


Samenwerkingsovereenkomst Technopolis

 

 

Partijen:

I.                     deTechnische Universiteit Delft, gevestigd te Delft, vertegenwoordigd door de voorzitter van het College van Bestuur ir. G.J. van Luijk, hierna te noemen: "de TU Delft";

II.                    de Gemeente Delft, gevestigd te Delft, vertegenwoordigd door haar Burgemeester mr. H.M.C.M. van Oorschot, hierna te noemen: "de Gemeente";

De TU Delft en de Gemeente hierna tezamen te noemen: “Partijen”.

Overwegingen:

A.                  de Gemeente en de TU Delft hebben op 21 december 2000 een Raamovereenkomst gesloten, als voortzetting van een tussen hen gesloten Intentieovereenkomst d.d. 17 december 1998, welke Raamovereenkomst aan Partijen genoegzaam bekend is;

B.                  de Raamovereenkomst voorziet er in artikel IV onder meer in dat in het hierna in de onderhavige overeenkomst aangeduide Plangebied een nieuw grootschalig en hoogwaardig Bedrijvenpark/Research & Developmentpark wordt ontwikkeld en gerealiseerd, welk project hierna  Technopolis” genoemd wordt;

C.                  De TU Delft en de Gemeente zijn, ieder voor een deel, eigenaar van gronden in het Plangebied;

D.                  het Plangebied is opgenomen in het aan Partijen bekende Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 en past in het aan Partijen bekende concept Delft Kennisstad, waarbij mede het uitgangspunt van de Gemeente is om hoogwaardige werkgelegenheid te creëren;

E.                  de TU Delft beoogt met de ontwikkeling en realisering van Technopolis een maximale grondopbrengst voor haar gronden te realiseren. Tevens beoogt de TU Delft belangrijke synergie effecten te bereiken tussen de binnen Technopolis te vestigen bedrijven enerzijds en de onderzoeks- en onderwijsactiviteiten van de TU Delft anderzijds. De Gemeente heeft als lokale overheid, alsmede als toekomstig eigenaar en beheerder van het Openbaar gebied in het Plangebied, belang bij de verdere ontwikkeling van het Plangebied;

F.                   Partijen wensen ten behoeve van de ontwikkeling en realisering van het bedoelde project Technopolis samen te werken met externe risicodragende projectontwikkelaars, en hebben daartoe ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. en Bouwfonds Vastgoed Ontwikkeling B.V. geselecteerd, en hebben met bedoelde twee projectontwikkelaars een Ontwikkelings- en Realisatieovereenkomst gesloten met betrekking tot Technopolis;

G.                  de Raamovereenkomst voorziet erin dat tussen Partijen een Samenwerkingsovereenkomst tot stand wordt gebracht, waarin de verdere rechtsverhouding met betrekking tot Technopolis nader wordt vormgegeven. Partijen wensen thans over te gaan tot definitieve samenwerking met betrekking tot Technopolis, door middel van de onderhavige overeenkomst, welke tevens de Raamovereenkomst en de Intentieovereenkomst vervangt, voorzover die overeenkomsten het Plangebied c.q. het beoogde project Technopolis betreffen;

Partijen zijn het volgende overeengekomen:

1.                   Begripsbepalingen

In de onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder:

1.1.              Beeldkwaliteitsplan: het nog te vervaardigen plan tot nadere uitwerking van het Masterplan.

1.2.              Bestemmingsplan: het voor het Plangebied te vervaardigen nieuwe bestemmingsplan.

1.3.              Bouwkavel:  elk voor individuele gronduitgifte en voor bebouwing van een vastgoedproject in aanmerking komend afzonderlijk en aaneengesloten gedeelte van een Deelgebied, niet bestemd tot Openbaar gebied, zoals nader aan te geven in elk Verkavelingsplan.

1.4.              Bouwrijp maken: het geschikt maken (van gronden) voor verdere inrichting en bebouwing, omvattende in hoofdzaak: terreinophoging, aanleg van riolering, aanleg van loze leidingen voor ICT-voorzieningen, aanleg van bouwwegen en sloop van te verwijderen opstallen c.q. bovengrondse en ondergrondse obstakels, in zodanige mate en op zodanige wijze dat de betreffende gronden geschikt zijn voor de beoogde bebouwing c.q. inrichting.

1.5.              BVO: bruto vloeroppervlakte van gebouwen, te bepalen conform NEN 2580, echter met uitzondering van de vloeroppervlakte van gebouwde parkeervoorzieningen, en met uitzondering van de vloeroppervlakte van technische ruimten in een zogenaamde dakopbouw-constructie en/of vergelijkbare technische ruimten die boven in gebouwen mochten worden gerealiseerd, inpandig, ter vermijding van onesthetische dakopbouw-constructies.

1.6.              Deelgebied: elk voor afzonderlijke ontwikkeling en realisering nader aan te wijzen aaneengesloten gedeelte van het Plangebied, dat volgens een Verkavelingsplan zal worden onderverdeeld in Bouwkavels en Openbaar gebied.

1.7.               Fasering: de ruimtelijke fasering zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Ontwikkelingsovereenkomst juncto het Masterplan.

1.8.              Gebruiksgereed maken: het inrichten van het Openbaar gebied, omvattende: de aanleg van wegen, pleinen, trottoirs, fiets- en wandelroutes, openbaar groen, waterpartijen, voorzieningen voor verkeersgeleiding en verkeersregeling, straatmeubilair, straatnaamborden, straatverlichting, brandkranen, loze leidingen voor aanleg van ICT-voorzieningen alsmede het (doen) aanleggen van basis nutsvoorzieningen door nutsbedrijven (exclusief de voorzieningen voor bedrijfsaansluitingen, die gebruikelijk ten laste komen van de te vestigen bedrijven).

1.9.              Groenzone: gedeelten van het Plangebied c.q. Deelgebieden, welke worden geprojecteerd tussen Bouwkavels en dienen voor groenvoorzieningen en/of water zoals nader te bepalen in elk Verkavelingsplan.

1.10.          Masterplan: het stedenbouwkundig plan, dat is aangehecht als Bijlage B aan de Ontwikkelingsovereenkomst.

1.11.          De Ontwikkelaar: de ten behoeve van de ontwikkeling en realisering van Technopolis samenwerkende projectontwikkelaars ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. en Bouwfonds Vastgoedontwikkeling B.V.

1.12.          Ontwikkelingsovereenkomst: de aan Partijen bekende met de Ontwikkelaar op 11 juli 2002 gesloten Ontwikkelings- en Realisatieovereenkomst.

1.13.          Openbaar gebied: alle delen van het Plangebied cq. de Deelgebieden, die niet zijn of zullen worden bestemd tot Bouwkavels, zoals nader te bepalen in elk Verkavelingsplan.

1.14.          Het Plangebied: het in het kader van deze overeenkomst te ontwikkelen gebied “TU Zuid”, zoals nader aangeduid op de als Bijlage 1 aan de Ontwikkelingsovereenkomst gehechte kaart, met uitzondering van de te handhaven bebouwing met bijbehorende percelen.

1.15.          Technopolis: de in het Plangebied te realiseren bebouwing zoals omschreven in het Masterplan, thans omvattende 612.000 m˛ BVO.

1.16.          Verkavelingsplan: elk – als nadere invulling van het Bestemmingsplan, het Masterplan en het Beeldkwaliteitsplan – te vervaardigen stedenbouwkundig plan voor een Deelgebied, dat onder meer inzicht geeft in de verkaveling en ruimtelijke inrichting van een Deelgebied en in de situering en begrenzingen van  Bouwkavels en Openbaar gebied.

Partijen stellen vast dat de in de onderhavige Overeenkomst gehanteerde begripsbepalingen dezelfde betekenis hebben als de in de Ontwikkelingsovereenkomst opgenomen begripsbepalingen.

 

Hoofdstuk I     Samenwerking

2.                   Samenwerking (algemeen)

2.1.              Partijen gaan hierbij een samenwerking aan, gericht op de (gefaseerde) ontwikkeling en realisering van Technopolis binnen het Plangebied. Bedoelde samenwerking omvat (in hoofdlijnen) de volgende afspraken:

a.          de Gemeente verkoopt de aan haar toebehorende gronden in het Plangebied  aan de TU Delft  op basis van de hierna in de onderhavige overeenkomst uitgewerkte (resultaatdelende) prijsformule, teneinde de TU Delft in staat te stellen om uit hoofde van de Ontwikkelingsovereenkomst Bouwkavels ter ontwikkeling en realisering uit te geven aan de Ontwikkelaar;

b.          de Gemeente zal de gronden in het Plangebied gefaseerd Bouwrijp en Gebruiksgereed maken en zal eigenaar worden van het in het Plangebied te ontwikkelen en realiseren Openbaar gebied. Tevens zal de Gemeente een aantal bovenwijkse voorzieningen aanleggen, alsmede zorgdragen voor de voorfinanciering van de  HOV-voorziening (tramlijn), waarvoor de TU Delft een bijdrage zal betalen;

c.          Partijen stellen een gezamenlijke overleg - en besluitvormingsstructuur in;

alles zoals nader uitgewerkt in de onderhavige overeenkomst.

2.2.              Partijen stellen vast dat - behoudens nadere besluitvorming door de hierna in artikel 3 bedoelde gezamenlijke Beleidsgroep - bij de ontwikkeling en realisering van Technopolis de navolgende uitgangspunten in acht dienen te worden genomen door Partijen:

a.          het Bestemmingsplan;

b.          het Masterplan;

c.          de Ontwikkelingsovereenkomst;

Ieder van Partijen zal – voor zover het op haar weg ligt bij de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst – zich inspannen om derden (meer in het bijzonder de Ontwikkelaar) de in dit artikel 2.2 bedoelde uitgangspunten te doen naleven.

2.3.              Partijen verklaren zich bekend met de inhoud van de Ontwikkelingsovereenkomst en de daarbij behorende Bijlagen. Partijen zijn jegens elkaar verplicht de juiste uitvoering van de Ontwikkelingsovereenkomst te bevorderen. Hiertoe zullen Partijen zorgdragen voor het onderling uitwisselen van informatie en het signaleren van eventuele knelpunten met betrekking tot de uitvoering van de Ontwikkelingsovereenkomst. Voorts zullen Partijen hun besluitvorming in de door de Ontwikkelingsovereenkomst ingestelde overlegorganen (Stuurgroep en Projectgroep) zoveel mogelijk op elkaar afstemmen. Partijen behoeven bij de uitoefening van enkele (goedkeurings)bevoegdheden uit hoofde van de Ontwikkelingsovereenkomst, een voorafgaand besluit van de Beleidsgroep of de Managementgroep, alles zoals bepaald in de onderhavige Overeenkomst. Onverminderd het in dit artikel bepaalde zal de TU Delft bij de uitoefening van haar bevoegdheden uit hoofde van de Ontwikkelingsovereenkomst voorafgaand overleg voeren met de Gemeente in de daarvoor bestemde overlegorganen.

3.                   Beeldkwaliteitsplan; Verkavelingsplannen

3.1.              Partijen zijn ermee bekend dat de Ontwikkelaar uit hoofde van de Ontwikkelingsovereenkomst gehouden is tot het vervaardigen van een Beeldkwaliteitsplan en het vervaardigen van Verkavelingsplannen, welke plannen de voorafgaande goedkeuring van de TU Delft en de Gemeente behoeven. Partijen zullen hun goedkeuring aan het Beeldkwaliteitsplan en aan de Verkavelingsplannen eerst aan de Ontwikkelaar verlenen of onthouden na een daartoe strekkend besluit van de Beleidsgroep, overeenkomstig artikel 5. De Beleidsgroep kan de in dit artikel bedoelde besluitvorming delegeren aan de Managementgroep. Partijen dienen elkaar over en weer te informeren omtrent de ontvangst van de door de Ontwikkelaar vervaardigde Beeldkwaliteits- en Verkavelingsplannen. De Beleidsgroep, c.q. de Managementgroep, zal haar goedkeuring aan het Beeldkwaliteitsplan  onthouden, indien het in het Beeldkwaliteitsplan opgenomen kwaliteitsniveau van het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken niet overeenstemt met de in het Masterplan opgenomen ambities en referentiebeelden , of niet overeenstemt met de financiële uitgangspunten die zijn neergelegd in de door Grontmij opgestelde Planexploitatie Business Campus Technopolis, gedateerd 15 februari 2002, documentnummer 99029715-Treep/LV, aan Partijen genoegzaam bekend. Voorts zal de Beleidsgroep, c.q. de Managementgroep haar goedkeuring aan het Beeldkwaliteitsplan slechts onthouden indien naar een redelijk oordeel het vervaardigde Beeldkwaliteitsplan niet voldoet aan het profiel van een hoogwaardig Bedrijvenpark/ Research en Development park. De Beleidsgroep, c.q. Managementgroep, zal haar goedkeuring aan een Verkavelingsplan slechts op redelijke gronden mogen onthouden.

4.                   Publiekrechtelijke medewerking

4.1.              De Gemeente verbindt zich, overeenkomstig artikel 9 van de Ontwikkelingsovereenkomst, jegens de TU Delft dat zij zich maximaal zal inspannen om de noodzakelijke planologische procedures in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te voeren teneinde de Ontwikkelaar in staat te stellen de bouwplannen en inrichtingsplannen te verwezenlijken. Hieronder wordt in ieder geval verstaan het  zo spoedig mogelijk entameren van een MER-procedure – voor zover nodig of gewenst –, en het zo spoedig mogelijk opstellen en in procedure brengen van het Bestemmingsplan. Voorts is de Gemeente jegens de TU Delft gehouden om zoveel mogelijk te bevorderen dat (na betreffende aanvragen) alle vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen en goedkeuringen van overheidswege, die vereist zijn in het kader van de ontwikkeling en realisering van het Plangebied verleend zullen worden. Indien vereist zal de Gemeente zoveel mogelijk bevorderen dat de noodzakelijke (bouw)vergunningen vooruitlopend op het van kracht worden van het Bestemmingsplan of eventuele uitwerkingsplannen, zo mogelijk na het voeren van de vrijstellingsprocedures op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening, kunnen worden verleend.

4.2.              Het in de Samenwerkingsovereenkomst bepaalde laat de publiekrechtelijke positie, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gemeente onverlet.

5.                   Overlegstructuur en besluitvorming

5.1.              Partijen onderkennen de wenselijkheid van regelmatig onderling overleg gedurende de uitvoering van de onderhavige overeenkomst. Daartoe stellen Partijen een overlegstructuur in, waarin zowel de TU Delft als de Gemeente participeren.

5.2.              Binnen deze overlegstructuur fungeren een Beleidsgroep en een Managementgroep, die paritair zijn samengesteld uit twee vertegenwoordigers van ieder van Partijen. De TU Delft  en de Gemeente wijzen elk hun vertegenwoordigers aan in de Beleidsgroep, respectievelijk de Managementgroep. In de Beleidsgroep zal namens de TU Delft de voorzitter van het College van Bestuur van de TU Delft zitting nemen, alsmede de directeur Vastgoed. Namens de Gemeente zullen twee wethouders in de Beleidsgroep zitting nemen. Partijen zijn bevoegd de door hen aangewezen vertegenwoordigers te ontslaan c.q. te vervangen. Van zodanige benoeming, ontslag c.q. vervanging van vertegenwoordigers zullen de TU Delft c.q. de Gemeente schriftelijk mededeling doen aan hun wederpartij.

5.3.              De voorzittersfunctie in de Beleidsgroep zal worden vervuld door de voorzitter van het College van Bestuur van de TU Delft. De secretarisfunctie in de Beleidsgroep zal worden vervuld door een afgevaardigde van de Gemeente. De voorzitter van de Beleidsgroep is belast met de leiding van de vergaderingen van de Beleidsgroep en met de oproeping van de vergaderingen van de Beleidsgroep. De secretaris van de Beleidsgroep is belast met het vervaardigen van verslagen van de vergaderingen van de Beleidsgroep. Verslagen van vergaderingen van de Beleidsgroep worden door de Beleidsgroep vastgesteld, in beginsel in haar eerstvolgende vergadering.

5.4.              De Beleidsgroep vergadert in beginsel eenmaal per kwartaal, maar tenminste eenmaal per jaar. De Beleidsgroep vergadert op zodanige plaatsen en tijdstippen als de voorzitter van de Beleidsgroep middels diens oproepingen zal aangeven. Vergaderingen van de Beleidsgroep worden tevens gehouden indien twee of meer leden van de Beleidsgroep om een vergadering verzoeken middels een desbetreffend schriftelijk bericht aan de voorzitter van de Beleidsgroep, die vervolgens tot oproeping van een vergadering van de Beleidsgroep overgaat. Ieder van de leden van de Beleidsgroep is bevoegd agendapunten voor de vergadering van de Beleidsgroep aan te dragen, ook ter vergadering. Ieder van de leden van de Beleidsgroep is bevoegd om zich ter vergadering van de Beleidsgroep te doen vertegenwoordigen door een ander lid van de Beleidsgroep.

5.5.              De Managementgroep wordt ingesteld bij besluit van de Beleidsgroep en zal paritair uit Partijen zijn samengesteld. De Managementgroep wordt belast met het voorbereiden van besluiten van de Beleidsgroep. Besluiten van de Beleidsgroep en de Managementgroep kunnen zowel binnen als buiten vergadering tot stand komen en dienen schriftelijk te worden vastgelegd.

5.6.              Partijen streven ernaar om besluiten van de Beleidsgroep tot stand te laten komen in onderling overleg op basis van unanimiteit, waarbij aan elk benoemd lid één stem toekomt. Bij gebreke van zulke unanimiteit hebben de vertegenwoordigers van de TU Delft een doorslaggevende stem, voor zover het besluiten betreft die geen betrekking hebben op de volgende onderwerpen:

a.          het al dan niet verlenen van goedkeuring  aan het door de Ontwikkelaar te vervaardigen Beeldkwaliteitsplan en de Verkavelingsplannen, zoals bedoeld in artikel 3.1 van de onderhavige Overeenkomst;

b.          de aanwijzing door de TU Delft van Deelgebieden ter ontwikkeling, zoals bepaald in artikel 7.1 van de onderhavige Overeenkomst, voor zover daarbij wordt afgeweken van de Fasering;

c.          de vaststelling van de koopprijs van een Bouwkavel door de TU Delft op een lager prijsniveau, zoals bedoeld in artikel 9.4 van de Ontwikkelingsovereenkomst;

 

d.          de eventuele wijziging van het Masterplan, met inbegrip van de daarin opgenomen Fasering;

e.          de goedkeuring van de bestekken en bestektekeningen van het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken zoals bedoeld in artikel 7.4;

f.            de eventuele voortzetting van de onderhavige Overeenkomst na ontbinding van de Ontwikkelingsovereenkomst , zoals bedoeld in artikel 14.3;

g.          de eventuele optimalisatie overeenkomstig de voorstellen daartoe van de TU Delft, zoals bedoeld in artikel 15.

Indien ondanks gevoerd onderling overleg in de Beleidsgroep geen unanimiteit kan worden bereikt inzake een voorliggend besluit, dat betrekking heeft op de in dit artikel 5.6 sub a tot en met g genoemde onderwerpen, zullen Partijen het desbetreffende besluit voorleggen aan een voor dat besluit te beleggen vergadering van het College van Bestuur van de TU Delft en het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente. Een gezamenlijk besluit van deze hogere organen zal gelden als een desbetreffend besluit van de Beleidsgroep. Indien in deze vergadering evenmin consensus kan worden bereikt, is ieder van Partijen bevoegd om over het desbetreffende onderwerp bij bindend advies een beslissing te ontlokken aan een college van drie bindend adviseurs. Besluiten van de Managementgroep kunnen enkel op basis van unanimiteit tot stand komen. Indien de Managementgroep bij de besluitvorming over een bepaald onderwerp niet tot unanimiteit kan komen, legt zij het onderwerp van besluitvorming voor aan de Beleidsgroep.

5.7.              Het in artikel 5.6 bedoelde college van bindend adviseurs dient te bestaan uit drie natuurlijke personen, die in voldoende mate onafhankelijk zijn jegens alle partijen en die beschikken over ervaring op beleidsniveau met betrekking tot de ontwikkeling van (grootschalige) bouwlocaties. Het college van bindend adviseurs wordt door Partijen gezamenlijk in onderling overleg benoemd. Indien Partijen hierin binnen een termijn van 2 weken niet slagen, zal ieder van Partijen de President van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag kunnen verzoeken om het college van bindend adviseurs te benoemen. Het college van bindend adviseurs zal Partijen de gelegenheid geven tot toelichting en zal beslissen als goede mannen naar billijkheid. Het bindend advies heeft alsdan te gelden als een desbetreffend besluit van de Beleidsgroep. De met het bindend advies gemoeide kosten zullen door de Gemeente en de TU Delft gezamenlijk worden gedragen, ieder voor de helft.

6.                   Acquisitie bedrijven; ambassadeursfunctie van Partijen

6.1.              Partijen zullen ten behoeve van de ontwikkeling van Technopolis een ambassadeursfunctie vervullen, ter uitvoering waarvan Partijen zich inspannen om Technopolis onder de aandacht te brengen van bedrijven, die passen binnen het Bedrijvenprofiel en die zich wensen te vestigen binnen Technopolis. Partijen verplichten zich jegens elkaar dat zij de Ontwikkelaar, overeenkomstig de artikelen 16.1-16.4 van de Ontwikkelingsovereenkomst, bij de acquisitie van dergelijke bedrijven zullen ondersteunen. De Gemeente zal voorts in haar lokaal en regionaal ruimtelijk en economisch beleid haar invloed en kanalen aanwenden om een voortvarende ontwikkeling van Technopolis te verzekeren c.q. te bevorderen. De Gemeente zal hierbij alsmede bij de uitoefening van haar ambassadeursfunctie de ontwikkeling van Technopolis prioriteit geven ten opzichte van de ontwikkeling van andere lokale en regionale bedrijvenlocaties.

6.2.              De Gemeente en de TU Delft zullen zich inspannen om ten behoeve van de ontwikkeling en realisatie van Technopolis subsidies te verwerven uit regionale, nationale of Europese (structuur)fondsen en regelingen. Partijen zullen onderling overleg voeren over de mogelijkheden om dergelijke subsidies te verwerven. Eventueel verworven subsidies terzake van de ontwikkeling en realisatie van Technopolis zullen worden aangewend ter voldoening van de specifieke kosten waarvoor de subsidies zijn verstrekt. Indien de verworven subsidies niet ter voldoening van specifieke kosten kunnen worden aangewend, dan wel indien de verworven subsidies meer bedragen dan de aan de subsidies gerelateerde specifieke kosten, dan komen de verworven subsidie (voor het meerdere) ten goede aan de opbrengsten van Technopolis.

Hoofdstuk II    Bouwrijp en Gebruiksgereed maken; Bovenwijkse voorzieningen

7.                   Bouwrijp en Gebruiksgereed maken

7.1.              De ontwikkeling en realisatie van Technopolis, waaronder het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken van het Plangebied,  zal per Deelgebied geschieden, zoals bepaald in de artikelen 5 tot en met 7 (Bouwrijp maken) en artikel 14 (Gebruiksgereed maken) van de Ontwikkelingsovereenkomst. Partijen dienen, alvorens de TU Delft tot aanwijzing van een Deelgebied overeenkomstig artikel 5 van de Ontwikkelingsovereenkomst kan overgaan, in de Managementgroep overleg te voeren. De Managementgroep wordt geacht te hebben ingestemd met de aanwijzing van de Deelgebieden plot A tot en met D uit fase 1 van de Fasering, overeenkomstig artikel 5.4.1 van de Ontwikkelingsovereenkomst. De TU Delft behoeft een voorafgaand besluit van de Beleidsgroep alvorens zij – zoals bepaald in artikel 5.4.3 van de Ontwikkelingsovereenkomst - tot aanwijzing van een Deelgebied overgaat, waarbij wordt afgeweken van de Fasering. De Beleidsgroep kan deze besluitvorming delegeren aan de Managementgroep.

7.2.              Partijen zijn ermee bekend dat de TU Delft uit hoofde van de Ontwikkelingsovereenkomst jegens de Ontwikkelaar gehouden is tot het fasegewijs – per Deelgebied – Bouwrijp en Gebruiksgereed maken van het Plangebied. In de interne verhouding tussen de Gemeente en de TU Delft worden de verplichtingen van de TU Delft tot het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken van het Plangebied overgedragen aan de Gemeente en de Gemeente verplicht zich jegens de TU Delft om deze verplichtingen van de TU Delft als haar eigen verplichtingen te doen nakomen. De verplichting van de Gemeente tot Bouwrijp en Gebruiksgereed maken geldt niet voor de gronden die de TU Delft op grond van artikel 10.2 sub a of e uitzondert van uitgifte aan de Ontwikkelaar. De eventueel voor deze gronden door de Gemeente reeds gemaakte kosten van Bouwrijp- en Gebruiksgereed maken worden door TU Delft aan de Gemeente vergoed. De Gemeente vrijwaart de TU Delft van aanspraken van derden, die (mogelijk) voortvloeien uit de werkzaamheden tot Bouwrijp en gebruiksgereed maken, onverminderd de met betrekking tot het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken tussen Partijen gemaakte financiële afspraken. De sloop van het in het Plangebied gelegen aan de TU Delft in eigendom toebehorende gebouw Geodesie is van dit artikel 7.2 uitgezonderd en zal voor rekening en risico van de TU Delft geschieden.

7.3.              De Gemeente zal de werkzaamheden tot Bouwrijp en Gebruiksgereed maken van elk Deelgebied voor eigen risico doen uitvoeren overeenkomstig de in opdracht en voor rekening en risico van de Gemeente te vervaardigen bestekken met bijbehorende bestektekeningen. De TU Delft is gehouden haar gronden aan de Gemeente ter beschikking te stellen om de werkzaamheden tot Bouwrijp maken te kunnen uitvoeren, zodra deze gronden overeenkomstig artikel 5 van de Ontwikkelingsovereenkomst voor ontwikkeling zijn aangewezen.

7.4.              Voorafgaand aan de vervaardiging van de in artikel 7.3 bedoelde bestekken en bestektekeningen, voeren Partijen in de Managementgroep nader overleg over de kwalitatieve en kwantitatieve eisen die aan het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken worden gesteld alsmede over de voorcalculatie van de kosten van het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken. De bestekken en bestektekeningen alsmede de voorcalculatie van de kosten van Bouwrijp en Gebruiksgereed maken behoeven een goedkeurend besluit van de Managementgroep alvorens de Gemeente tot uitvoering of aanbesteding van de werkzaamheden tot Bouwrijp en Gebruiksgereed maken kan overgaan. De Managementgroep zal de voorcalculatie van de kosten van Bouwrijp en Gebruiksgereed maken toetsen aan de door Grontmij opgestelde Planexploitatie Business Campus Technopolis, gedateerd 15 februari 2002, documentnummer 99029715-Treep/LV, aan Partijen genoegzaam bekend.

7.5.              De Gemeente zal zorgdragen voor het herstel van verhardingen, rioleringen en groenvoorzieningen in het Openbaar gebied dat benodigd is als gevolg van zettingen.  De kosten die verband houden met dit herstel van verhardingen, rioleringen en groenvoorzieningen, en die gedurende een periode van vijf jaar na het gereedkomen van de betreffende voorzieningen gemaakt worden, behoren tot de kosten van Bouwrijp en Gebruiksgereed maken en worden naar rato door de TU Delft aan de Gemeente vergoed overeenkomstig artikel 12.5.

7.6.              De Gemeente zal bij het verstrekken van opdrachten tot uitvoering van de werkzaamheden tot Bouwrijp en Gebruiksgereed maken de geldende aanbestedingswetgeving in acht nemen. Indien de Gemeente ingevolge de aanbestedingswetgeving gehouden is tot het volgen van een aanbestedingsprocedure en daarbij de keuze heeft tussen een openbare en niet-openbare aanbestedingsprocedure, behoeft de Gemeente een besluit van de Managementgroep tot het voeren van een al dan niet openbare aanbestedingsprocedure. Tevens dienen Partijen in de Managementgroep tot overeenstemming te komen inzake de bij de aanbesteding te hanteren selectie- en gunningscriteria. Indien de Gemeente, ingevolge de geldende aanbestedingswetgeving, vrij is om de opdracht tot uitvoering van de werkzaamheden tot Bouwrijp maken onderhands aan te besteden, behoeft de Gemeente voor het verstrekken van een betreffende opdracht aan een aannemer de voorafgaande goedkeuring van de TU Delft. De TU Delft mag haar goedkeuring slechts onthouden indien er gerede twijfel is dat de aannemer financieel solide is, indien er gerede twijfel is over de vakbekwaamheid van de aannemer of indien de voorwaarden van de beoogde opdracht aan een aannemer voor wat betreft de prijs, de uitvoeringsduur en de kwaliteit van de uitvoering niet marktconform zijn.

7.7.              De directie en het toezicht over de uitvoering van de werkzaamheden inzake het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken worden door of in opdracht van de Gemeente voor rekening en risico van de Gemeente gevoerd. De Gemeente dient zorg te dragen voor een gebruikelijke en deugdelijke verzekering van de werkzaamheden, door haar zelf dan wel door de uitvoerende aannemers.

7.8.              De Gemeente is voornemens om bij de tot het Bouwrijp maken van het Plangebied behorende ophoogwerkzaamheden gebruik te maken van de gronden afkomstig van de ontgraving van de spoortunnel te Delft. De Gemeente zal voor het gebruik maken van deze gronden geen vergoeding van de TU Delft verlangen. De TU Delft geeft toestemming aan de Gemeente voor het gebruik van de gronden van TU Delft in het Plangebied voor de opslag van grond, die bestemd is voor de ophoogwerkzaamheden, onder de voorwaarden die zijn opgenomen in Bijlage 2.

7.9.              De Gemeente ontvangt uit de opbrengsten van de verkoop van Bouwkavels van de TU Delft per Deelgebied een vergoeding voor het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken van het betreffende Deelgebied overeenkomstig het bepaalde in artikel 11. Bij de levering van een Bouwkavel door de TU Delft betaalt de TU Delft aan de Gemeente een voorschot op de vergoeding voor het Bouwrijp- en Gebruiksgereed maken, zoals bepaald in artikel 11.3.

7.10.          De sanering van de gronden in het Plangebied behoort niet tot de werkzaamheden tot Bouwrijp en Gebruiksgereed maken. Ieder van Partijen draagt voor eigen rekening en risico zorg voor de sanering van de eigen gronden in het Plangebied, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 9.5 en 9.6.

8.                   Bovenwijkse voorzieningen

8.1.              De Gemeente is gehouden tot de ontwikkeling en realisering voor eigen rekening en risico van in ieder geval de volgende Bovenwijkse voorzieningen:

 

a.          de aanpassing van de kruising Kruithuisweg/Schoemakerstraat;

b.          de aanleg van een voetgangersbrug naar Midden Delfland;

c.          de aanleg van een voorziening voor transport van rioolwater naar het gemaal Zuidplantsoen.

De Gemeente wenst voorts te komen tot de aanleg van een brug over de Schie als Bovenwijkse voorziening.

Tevens zal de Gemeente zich ervoor inspannen dat binnen het Plangebied een HOV-voorziening (tramlijn) zal worden gerealiseerd. Indien en voor zover voor de realisering hiervan voorfinanciering benodigd is, is de Gemeente gehouden voor deze voorfinanciering zorg te dragen. Aanspraak op deze voorfinanciering is evenwel beperkt tot het traject TU – Technopolis, en vindt niet eerder plaats dan ten hoogste vijf jaar voor de financiering van rijkswege wordt voorzien. De in het Plangebied gelegen gronden waarop de HOV-voorziening zal worden gerealiseerd, zullen niet worden uitgegeven aan de Ontwikkelaar. Uitgifte van de bewuste gronden zal plaatsvinden krachtens een daartoe overeenkomstig artikel 5 te nemen besluit van de Beleidsgroep.

8.2.              De Gemeente zal in een zo laat mogelijk stadium van de ontwikkeling en realisering van Technopolis tot aanleg van de bovenwijkse voorzieningen overgaan. De Gemeente zal de TU Delft schriftelijk mededelen zodra zij tot aanleg van een onderdeel van de Bovenwijkse voorzieningen, alsmede tot voorfinanciering van de HOV-voorziening zal overgaan.

8.3.              De Gemeente zal van de TU Delft een bijdrage ontvangen voor de aanleg van de Bovenwijkse voorzieningen en de voorfinanciering van de HOV-voorziening, zoals bepaald in artikel 13.

8.4.              In de nabijheid van de nog te realiseren brug over de Schie bevindt zich aan de Voltaweg een overlaadstation voor vuilstortverwerking. De Gemeente zal ervoor zorgdragen dat onder haar beheer vallende vuilnisauto’s, onderweg van of naar het overlaadstation, niet door het Plangebied zullen rijden. De Gemeente zal zich er tevens voor inspannen om te voorkomen dat vuilnisauto’s onder beheer van derden, onderweg van of naar het overlaadstation, door het Plangebied zullen rijden.


Hoofdstuk III   Verkoop en levering gronden in Plangebied

9.                   Verkoop en levering gronden Gemeente aan TU Delft

9.1.              De Gemeente verkoopt aan de TU Delft, die van de Gemeente koopt, alle aan de Gemeente in eigendom toebehorende percelen grond met bijbehorende opstallen, gelegen in het Plangebied, welke percelen grond gearceerd zijn weergegeven op de als Bijlage 1 aan deze overeenkomst gehechte kaart <alternatief: “welke percelen grond aan Partijen genoegzaam bekend zijn”>, met uitzondering van de gronden die bestemd zullen worden tot Openbaar gebied. Op deze verkoop van gronden zijn algemene voorwaarden van toepassing, die Partijen nader overeen zullen komen en door een Besluit van de Beleidsgroep dienen te worden vastgesteld.

9.2.              De levering van de percelen grond door de Gemeente aan de TU Delft zal gefaseerd plaatsvinden. De percelen grond dienen alvorens de levering kan plaatsvinden Bouwrijp te zijn gemaakt. Zodra de Ontwikkelaar overeenkomstig artikel 10 van de Ontwikkelingsovereenkomst aangeeft dat hij een Bouwkavel van de TU Delft wenst af te nemen, is de Gemeente jegens de TU Delft verplicht aan de levering van de Bouwkavel overeenkomstig artikel 13 van de Ontwikkelingsovereenkomst mee te werken, indien en voor zover de Bouwkavel geheel of gedeeltelijk in eigendom aan de Gemeente toebehoort en overeenkomstig dit artikel 10 door de Gemeente aan de TU Delft is verkocht. Op verzoek van de TU Delft zal de Gemeente meewerken aan de zogenaamde ABC- of ABCD-levering van de percelen grond aan door de TU Delft aan te wijzen derden. De levering door TU Delft aan de Ontwikkelaar of aan derden zal geschieden conform de conceptaktes van levering, die als Bijlagen H en I aan de Ontwikkelingsovereenkomst zijn gehecht, behoudens nadere afspraken dienaangaande van Partijen.

9.3.              De koopprijs van de door de Gemeente aan de TU Delft verkochte percelen grond wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 12 van de onderhavige Overeenkomst opgenomen prijsformule. De koopprijs voor de percelen grond zal door de Gemeente worden vermeerderd met BTW. De TU Delft betaalt bij elke verkoop door de TU Delft van een Bouwkavel aan de Ontwikkelaar aan de Gemeente een voorschot op de koopprijs overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de onderhavige Overeenkomst.

9.4.              De koopprijs van elke door de TU Delft aan de Ontwikkelaar verkochte Bouwkavel wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 12 van de Ontwikkelingsovereenkomst. De TU Delft behoeft een voorafgaand goedkeurend besluit van de Beleidsgroep in het geval zij, in afwijking van het bepaalde in artikel 12 van de Ontwikkelingsovereenkomst, de koopprijs van een Bouwkavel vaststelt op een prijsniveau dat lager ligt dan het in artikel 12.2 sub c van de Ontwikkelingsovereenkomst bepaalde niveau.

9.5.              De Gemeente staat er jegens de TU Delft voor in dat bij de uitgifte van elk Deelgebied door de TU Delft aan de Ontwikkelaar de tot het betreffende Deelgebied behorende percelen grond die in eigendom toebehoren aan de Gemeente niet in zodanige mate verontreinigd zijn met giftige, chemische of andere stoffen, dat deze verontreiniging ingevolge de alsdan geldende milieuwetgeving of milieurechtspraak is aan te merken als een ernstige verontreiniging of voor de Ontwikkelaar voor het beoogde gebruik als bedrijvenpark niet aanvaardbaar is te achten. De Gemeente vrijwaart de TU Delft van aanspraken terzake. In het geval de TU Delft een beroep doet op de uitzonderingsclausule ex artikel 10.2 sub e van de Ontwikkelingsovereenkomst en de betreffende gronden toebehoren aan de Gemeente, zal de koopovereenkomst tussen de Gemeente en de TU Delft partieel worden ontbonden voor zover de koopovereenkomst betrekking heeft op de desbetreffende verontreinigde gronden van de Gemeente. In geval van partiële ontbinding, zoals bedoeld in dit artikel 9.5, zal de koopprijs van de gronden van de Gemeente op grond van artikel 12.4 van deze Overeenkomst worden aangepast.

9.6.              In afwijking van het bepaalde in artikel 7.10 draagt de Gemeente voor eigen rekening en risico zorg voor de sanering overeenkomstig artikel 9.5 van het in het Plangebied gelegen aan TU Delft in eigendom toebehorende autocrossterein, gelegen achter het gebouw van de subfaculteit Geodesie, aan Partijen genoegzaam bekend. De Gemeente zal tijdig na totstandkoming van deze Samenwerkingsovereenkomst met de sanering hiervan beginnen, zodanig dat binnen vijf jaar na ondertekening van deze Overeenkomst de sanering zal zijn voltooid.

9.7.              De door de Gemeente aan de TU Delft verkochte percelen grond blijven tot het moment van levering daarvan geheel voor rekening en risico van de Gemeente. De Gemeente draagt tot het moment van levering de lasten van de gronden en komt de baten daarvan toe.

10.                Verkoop en levering door TU Delft aan Gemeente van gronden van de TU Delft die zijn bestemd tot Openbaar gebied

10.1.          Na goedkeuring door zowel de TU Delft als de Gemeente van een door de Ontwikkelaar overeenkomstig artikel 7 van de Ontwikkelingsovereenkomst vervaardigd Verkavelingsplan voor een Deelgebied, zal de TU Delft de aan haar toebehorende percelen grond in het betreffende Deelgebied, die overeenkomstig het goedgekeurde Verkavelingsplan bestemd zijn tot Openbaar gebied, verkopen aan de Gemeente, die de betreffende gronden van de TU Delft zal kopen. Op de verkoop van deze gronden zijn algemene voorwaarden van toepassing die Partijen nader zullen overeenkomen en die door een besluit van de Beleidsgroep zullen worden vastgesteld. De koopprijs van de gronden bedraagt 0,50 € (zegge 50 eurocent) per m˛ en zal worden vermeerderd met BTW. De levering van de betreffende gronden aan de Gemeente zal plaatsvinden binnen een termijn van vier weken nadat de betreffende gronden Bouwrijp zijn gemaakt.

10.2.          De door de TU Delft overeenkomstig dit artikel 10 aan de Gemeente verkochte percelen grond blijven tot het moment van levering daarvan geheel voor rekening en risico van de TU Delft. De TU Delft draagt tot het moment van levering de lasten van de gronden en komt de baten daarvan toe.


Hoofdstuk IV   Financiële bepalingen

11.                Vaststelling en betaling  kosten Bouwrijp en Gebruiksgereed maken

11.1.          Partijen stellen telkens na voltooiing van een Deelgebied - op het moment dat alle in het Deelgebied ontwikkelde vastgoedprojecten zijn gerealiseerd en  de werkzaamheden tot het Gebruiksgereed maken in het Deelgebied zijn voltooid - in de Managementgroep op basis van nacalculatie de werkelijke kosten van het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken in een Deelgebied vast. De kosten van Bouwrijp en Gebruiksgereed maken zullen uitsluitend bestaan uit de door de uitvoerende bedrijven ter zake van deze werkzaamheden aan de Gemeente gefactureerde kosten exclusief BTW, vermeerderd met de hierna bedoelde opslag. De Gemeente hanteert voor de door haar gemaakte rentekosten, voorbereidings-, toezicht- en uitvoeringskosten een opslagpercentage (VTU) over de gefactureerde kosten van Bouwrijp en Gebruiksgereed maken van 14 %. In dit opslagpercentage zijn alle met het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken gemoeide interne kosten van de Gemeente begrepen alsmede alle door de Gemeente gemaakte externe kosten van ontwerp, voorbereiding, toezicht en uitvoering. De Gemeente zal per Deelgebied voor de kosten van Bouwrijp en Gebruiksgereed maken een factuur verzenden aan de TU Delft, waarbij de overeenkomstig dit artikel 11.1 vastgestelde kosten vermeerderd worden met BTW.

11.2.          De TU Delft is gehouden de overeenkomstig artikel 11.1 vastgestelde kosten van Bouwrijp en Gebruiksgereed maken aan de Gemeente te vergoeden. De TU Delft is de vergoeding van deze kosten eerst verschuldigd na voltooiing van de werkzaamheden door de Gemeente, met dien verstande dat de TU Delft aan de Gemeente bij levering van elke Bouwkavel door de TU Delft aan de Ontwikkelaar of een derde overeenkomstig artikel 11.3 een voorschot op de vergoeding betaalt.

11.3.          Bij de levering door TU Delft van een Bouwkavel aan de Ontwikkelaar of een derde betaalt de TU Delft aan de Gemeente, tegelijkertijd met de betaling van elk voorschot op de koopprijs, zoals bedoeld in artikel 12.1 van deze Overeenkomst, een voorschot op de vergoeding voor het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken van het betreffende Deelgebied. De Gemeente zendt hiertoe een factuur aan de TU Delft, vermeerderd met BTW. Partijen stellen periodiek, bij aanwijzing van een Deelgebied, in de Managementgroep door voorcalculatie een prognose van de kosten per m˛ BVO van Bouwrijp en Gebruiksgereed maken in het betreffende Deelgebied vast. Het door de TU Delft aan de Gemeente bij de levering van een Bouwkavel door de TU Delft verschuldigde voorschot voor het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken wordt vervolgens vastgesteld door middel van de volgende formule

Voorschot Bouwrijp en Gebruiksgereed maken per Bouwkavel =

geprognosticeerde kosten per m˛ BVO * aantal op de Bouwkavel te realiseren m˛ BVO.

11.4.          Telkens na de voltooiing van de ontwikkeling en realisering van een Deelgebied - op het moment dat alle in het Deelgebied ontwikkelde vastgoedprojecten zijn gerealiseerd en de werkzaamheden tot het Gebruiksgereed maken in het Deelgebied zijn voltooid - rekenen Partijen de vergoeding voor het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken in het Deelgebied af. Hiertoe wordt het saldo berekend van de werkelijk door de Gemeente gemaakte kosten van het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken in het Deelgebied minus de door de TU Delft daarvoor bij de levering van Bouwkavels in het Deelgebied betaalde voorschotten. Bij een voor de TU Delft negatief saldo is de Gemeente gehouden het verschil aan de TU Delft te restitueren. Bij een voor de TU Delft positief saldo is de TU Delft gehouden het verschil aan de Gemeente te betalen. De Gemeente zendt hiertoe een (credit)factuur aan de TU Delft, vermeerderd met BTW.

12.                Voorschot koopprijs en definitieve koopprijs gronden Gemeente

12.1.          De TU Delft is gehouden direct na ontvangst door de TU Delft van de Ontwikkelaar of een derde van de netto koopprijs van een Bouwkavel, aan de Gemeente te betalen een voorschot op de koopprijs van de gemeentegronden. De Gemeente zendt voor elk voorschot een factuur aan de TU Delft, vermeerderd met BTW. Het voorschot wordt per Bouwkavel berekend volgens de volgende formule:

Voorschot koopprijs = 0,15 x (netto koopprijs Bouwkavel – voorschot Bouwrijp en Gebruiksgereed maken)

Onder netto koopprijs van een Bouwkavel wordt verstaan de door de TU Delft van de Ontwikkelaar of van een derde bij de verkoop van een Bouwkavel ontvangen koopprijs exclusief BTW, waarop de reducties zijn toegepast overeenkomstig artikel 12.3 van de Ontwikkelingsovereenkomst, doch zonder rekening te houden met de verrekening van de reserveringsvergoeding ex artikel 12.5 van de Ontwikkelingsovereenkomst.

12.2.          Telkens na de voltooiing van de ontwikkeling en realisering van een Deelgebied - op het moment dat alle in het Deelgebied ontwikkelde vastgoedprojecten zijn gerealiseerd en  de werkzaamheden tot het Gebruiksgereed maken in het Deelgebied zijn voltooid, passen Partijen een tussentijdse correctie toe op de bij de levering van de Bouwkavels in het betreffende Deelgebied door de TU Delft aan de Gemeente betaalde voorschotten op de koopprijs van de gemeentegronden. Daartoe wordt de onderstaande formule toegepast:

Herzien voorschot op kooprijs gemeentegronden per voltooid Deelgebied =

0,15 x  (som netto koopprijzen Bouwkavels in Deelgebied – definitief vastgestelde kosten Bouwrijp en Gebruiksgereed maken in Deelgebied)

Indien het aldus tussentijds berekende herziene voorschot op de koopprijs van de gronden per voltooid Deelgebied meer bedraagt dan het totaal van de per Bouwkavel in het betreffende Deelgebied ontvangen voorschotten op de koopprijs, betaalt de TU Delft het verschil in voorschotten aan de Gemeente, nadat de Gemeente daartoe een factuur, vermeerderd met BTW, aan de TU Delft heeft verzonden. Indien het aldus tussentijds berekende herziene voorschot op de koopprijs van de gronden per voltooid Deelgebied minder bedraagt dan het totaal van de per Bouwkavel in het betreffende Deelgebied ontvangen voorschotten op de koopprijs, betaalt de Gemeente het verschil in voorschotten aan de TU Delft , nadat de Gemeente daartoe een factuur, vermeerderd met BTW,  aan de TU Delft heeft verzonden.

12.3.          Zodra alle in het Plangebied gelegen Bouwkavels door de Ontwikkelaar (of deels door een derde) van de TU Delft zijn afgenomen, exclusief de Bouwkavels die zijn uitgezonderd op grond van artikel 10.2 sub a en e van de Ontwikkelingsovereenkomst, zullen Partijen de definitieve koopprijs van de gronden van de Gemeente vaststellen aan de hand van de volgende formule:

Koopprijs gronden Gemeente =

0,15 x (opbrengsten verkoop gronden – kosten verkoop gronden)

De opbrengsten verkoop gronden bestaan uit alle door de TU Delft bij verkoop van Bouwkavels ontvangen netto koopprijzen, de opbrengsten van de door de TU Delft aan de Gemeente verkochte gronden bestemd tot Openbaar gebied en ontvangen subsidies ten behoeve van de ontwikkeling van Technopolis die niet of niet volledig zijn aangewend ter bestrijding van kosten, zoals bedoeld in artikel 6.2 van deze Overeenkomst.

De kosten verkoop gronden bestaan uit de totale overeenkomstig artikel 11 van deze Overeenkomst vastgestelde kosten van het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken van het Plangebied onder aftrek van eventueel ontvangen subsidiebedragen die betrekking hadden op het Bouwrijp en Gebruiksgereed maken.

12.4.          Na vaststelling van de definitieve koopprijs van de gronden van de Gemeente, zullen Partijen de door de TU Delft aan de Gemeente betaalde herziene voorschotten op de koopprijs met de definitieve koopprijs verrekenen. Indien de definitieve koopprijs meer bedraagt dan het totaal van de per Deelgebied vastgestelde en betaalde herziene voorschotten op de koopprijs, betaalt de TU Delft het verschil in koopprijs aan de Gemeente, nadat de Gemeente daartoe een factuur, vermeerderd met BTW,  aan de TU Delft heeft verzonden. Indien de definitieve koopprijs minder bedraagt dan het totaal van de per Deelgebied vastgestelde en betaalde herziene voorschotten op de koopprijs, betaalt de Gemeente het verschil in koopprijs aan de TU Delft, nadat de Gemeente daartoe een creditfactuur, vermeerderd met BTW, aan de TU Delft heeft verzonden.

12.5.          De TU Delft is gehouden om aan de Gemeente te betalen 15% van de nagekomen opbrengsten en 85% van de nagekomen kosten. De nagekomen opbrengsten bestaan uit de opbrengsten die de TU Delft op grond van artikel 12.8 van de Ontwikkelingsovereenkomst van de Ontwikkelaar of van derden ontvangt. De nagekomen kosten bestaan uit de kosten van herstel, zoals bedoeld in artikel 7.5 De Gemeente zal, indien sprake is van dergelijke nagekomen opbrengsten of kosten een factuur, vermeerderd met BTW, aan de TU Delft verzenden.

12.6.          De in de artikelen 12.1, 12.2, 12.3 en 12.5 genoemde factoren 0,15 en 0,85 zijn vastgesteld op grond van de huidige eigendomsverhouding van de gronden in het Plangebied (15% Gemeente / 85% TU Delft). Indien van het Plangebied gronden worden uitgezonderd uit hoofde van het bepaalde in de artikelen 10.2 sub a of 10.2 sub e van de Ontwikkelingsovereenkomst, dan wel indien de verkoop van de gronden van de Gemeente aan de TU Delft partieel wordt ontbonden uit hoofde van artikel 9.5 van deze Overeenkomst, zullen partijen bij toepassing van de artikelen 12.1, 12.2, 12.3 en 12.5 deze factoren aanpassen. Deze factoren worden alsdan vastgesteld op grond van de verhouding van de oppervlakte van de oorspronkelijke Gemeentegronden in het Plangebied minus de gronden waarvan de verkoop is ontbonden tot de oppervlakte van de oorspronkelijke TU Delft-gronden minus de uit hoofde van de artikelen 10.2 sub a of e uitgezonderde gronden.

13.                Bijdrage TU Delft voor aanleg Bovenwijkse voorzieningen

13.1.          De TU Delft is voor de aanleg van de Bovenwijkse voorzieningen en de HOV-voorziening, zoals bedoeld in artikel 8.1, alsmede voor de eventueel benodigde aanleg van alle overige Bovenwijkse voorzieningen in de nabijheid van het Plangebied, aan de Gemeente een eenmalige afzonderlijke (maximale) bijdrage in de kosten verschuldigd van € 5.000.000,00 (zegge: vijf miljoen euro), welke bijdrage geldt per prijspeildatum [datum ondertekening Overeenkomst] en jaarlijks op [datum] geďndexeerd wordt op basis van het maandprijsindexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI) reeks CPI-werknemers laag (1995 = 100), zoals te publiceren door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De TU Delft zal deze geďndexeerde bijdrage in gedeeltes betalen, zoals bepaald in artikel 13.2.

13.2.          Uitgangspunt bij de betaling van de in dit artikel bedoelde bijdrage is dat de bijdrage in vier gelijke gedeeltes van € 1.250.000,00 (vermeerderd met de in artikel 13.1 genoemde index) betaald worden, waarvan het eerste gedeelte verschuldigd is zodra de Ontwikkelaar 155.000 m˛ BVO aan Bouwkavels van de TU Delft heeft afgenomen, het tweede gedeelte is verschuldigd na afname van 305.000 m˛ BVO, het derde gedeelte na afname van 460.000 m˛ BVO en het vierde gedeelte na afname van 612.000 m˛ BVO. Partijen kunnen in onderling overleg van dit uitgangspunt afwijken indien Partijen een specifiek gedeelte van de totale bijdrage toewijzen aan een specifieke bovenwijkse voorziening. Alsdan zal de TU Delft een dergelijk specifiek gedeelte van de bijdrage verschuldigd zijn zodra de daarmee samenhangende bovenwijkse voorziening is gerealiseerd. Partijen hebben in dit verband een bijdrage van €1.800.000,00 gekoppeld aan de realisatie van de brug over de Schie. De TU Delft zal echter nimmer eerder een bijdrage verschuldigd zijn dan na afname door de Ontwikkelaar van 155.000 m˛ BVO aan Bouwkavels. De TU Delft zal deze bijdragen voldoen uit de netto opbrengsten van de verkoop van Bouwkavels in het Plangebied.


Hoofdstuk V    Overige bepalingen

14.                Tussentijdse beëindiging

14.1.          Ieder van Partijen is bevoegd de onderhavige Overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst bij aangetekende brief te ontbinden, indien:

a.          De andere Partij (voorlopige) surséance van betaling aanvraagt of wordt verleend, in staat van faillissement wordt verklaard, wordt ontbonden, of zijn activiteiten staakt, waarbij voor wat betreft de Gemeente het overgaan in een andere gemeente op grond van de Wet ARHI niet als het staken van de activiteiten en/of ontbinding wordt aangemerkt;

b.          De andere Partij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de onderhavige Overeenkomst, nadat zij ter zake schriftelijk in gebreke is gesteld en haar verplichtingen ook binnen de daarbij verleende redelijke termijn niet is nagekomen. Ontbinding op deze grond is uitgesloten indien de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.

Ontbinding op grond van het bepaalde in dit artikel 14.1 laat de rechten op schadevergoeding – indien daartoe termen zijn – onverlet, alsmede het recht van iedere partij om ontbinding c.q. nakoming c.q. schadevergoeding te vorderen op grond van de wet.

14.2.          Ontbinding van de onderhavige Overeenkomst op grond van het bepaalde in artikel 14.1 heeft tevens ontbinding van de verkoop van de gronden door de Gemeente aan de TU Delft tot gevolg, voor zover de verkoop geen betrekking heeft op gronden die:

a.          op het moment van ontbinding van de onderhavige Overeenkomst reeds overeenkomstig artikel 13 van de Ontwikkelingsovereenkomst aan de Ontwikkelaar of aan derden zijn geleverd;

b.          op het moment van ontbinding van de onderhavige Overeenkomst reeds aan de Ontwikkelaar zijn verkocht en de Ontwikkelaar nog rechten tot afname heeft als bedoeld in artikel 11 van de Ontwikkelingsovereenkomst.

14.3.          De onderhavige Overeenkomst zal tevens worden ontbonden indien de Ontwikkelingsovereenkomst wordt ontbonden, ongeacht op welke grond de Ontwikkelingsovereenkomst wordt ontbonden. De ontbinding van de onderhavige Overeenkomst op grond van dit artikel 14.3 zal in werking treden na verloop van een termijn van zes maanden na ontbinding van de Ontwikkelingsovereenkomst, tenzij Partijen gedurende deze termijn na een daartoe strekkend besluit van de Beleidsgroep, besluiten tot voortzetting van de onderhavige Overeenkomst. Indien Partijen besluiten tot voortzetting zullen Partijen een voortzettingsovereenkomst sluiten waarin de onderhavige Overeenkomst wordt aangepast aan de alsdan gewijzigde omstandigheden.

14.4.          Voor het geval van ontbinding van de onderhavige Overeenkomst op grond van dit artikel 14, zal tussen Partijen een beëindigingsregeling worden getroffen. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

a.          de verkoop door de Gemeente aan de TU Delft van haar gronden in het Plangebied zal na ontbinding van de onderhavige Overeenkomst partieel worden ontbonden voor zover de uit het voormalig bezit van de Gemeente afkomstige gronden door de Ontwikkelaar nog niet van de TU Delft zijn afgenomen;

b.          de koopprijs van de gronden van de Gemeente wordt definitief vastgesteld overeenkomstig de bepalingen in de onderhavige overeenkomst, waarbij de in artikel 12.3 genoemde factor 0,15 wordt gewijzigd. Deze factor wordt alsdan vastgesteld op grond van de verhouding van de oppervlakte van de ontwikkelde Gemeentegronden in het Plangebied tot de oppervlakte van de ontwikkelde TU Delft-gronden minus de uit hoofde van artikel 10.2 sub a uitgezonderde gronden. Onder ontwikkelde gronden wordt verstaan de door de Ontwikkelaar of derden afgenomen en betaalde Bouwkavels, het voltooide Openbaar gebied  alsmede het Openbaar gebied dat nog niet geheel voltooid is maar na ontbinding nog voltooid zal worden. Na vaststelling van de definitieve koopprijs voor de gemeentegronden worden de betaalde voorschotten op de koopprijs voor de gemeentegronden hiermee verrekend;

 

c.          In het geval gronden in het Plangebied Bouwrijp zijn gemaakt en deze gronden niet door de Ontwikkelaar zijn afgenomen, zijn de kosten van Bouwrijp maken van de betreffende gronden voor rekening van de Partij die de eigendom van de gronden na afwikkeling van de beëindigingsregeling toekomt;

15.                Optimalisatie

15.1.          Alvorens de TU Delft overeenkomstig artikel 17 van de Ontwikkelingsovereenkomst in de Stuurgroep de optimalisatie van de ontwikkeling van het Plangebied aan de orde zal stellen, dient de TU Delft haar voorstellen tot optimalisatie in de Beleidsgroep aan de orde te stellen. Indien de Beleidsgroep besluit dat de voorstellen van de TU Delft tot optimalisatie mogelijk en haalbaar zijn, zal de Gemeente de voorstellen van TU Delft bij de beraadslagingen van de Stuurgroep terzake ondersteunen.

16.                Overige bepalingen

16.1.          De Gemeente en de TU Delft verklaren dat de tussen hen gesloten Intentieovereenkomst d.d. 17 december 1998, alsmede de tussen hen gesloten Raamovereenkomst d.d. 21 december 2000, voor zover deze Raamovereenkomst betrekking heeft op het gebied TU Delft-Zuid, per de datum van ondertekening van de onderhavige Overeenkomst worden geacht door de onderhavige Overeenkomst te zijn vervangen en met terugwerkende kracht te zijn ontbonden.

16.2.          Geen aanpassing, wijziging of toevoeging aan de onderhavige Overeenkomst zal bindend zijn tussen Partijen, tenzij deze als zodanig schriftelijk is vastgelegd en ondertekend door Partijen.

16.3.          De bijlagen bij de onderhavige Overeenkomst maken daarvan een integraal deel uit. In geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen van de onderhavige Overeenkomst  en de bijlagen prevaleert de tekst van de bepalingen van de onderhavige Overeenkomst.

16.4.          Alle geschillen uit hoofde van de onderhavige Overeenkomst, of uit hoofde van de overeenkomsten die daarmee samenhangen of daaruit voortvloeien, zullen worden beslecht door de bevoegde rechter in het Arrondissement Den Haag.

16.5.          Bij deze overeenkomst behoren de volgende bijlagen:

Bijlage 1:   Kaart gemeentegronden in Plangebied
Bijlage 2:   Voorwaarden opslag grond

 

 

Aldus overeengekomen en opgemaakt in tweevoud:

 

 

 

 

________________________________

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

door: Ir. G.J. van Luijk

functie: Voorzitter College van Bestuur

te: Delft

op:

 

 

 

________________________________

GEMEENTE DELFT

door: mr. H.M.C.M. van Oorschot

functie: Burgemeester Gemeente Delft

te: Delft

op: