Geachte mevrouw Rima en heer Stokvis,
Naar
aanleiding van uw bovenvermelde brief waarin u onder andere vraagt om
subsidieverhoging voor de VVV Delft vanaf 1 januari a.s., delen wij u het
volgende mee.
Wij
danken u voor toezending van het door bureau Deloitte & Touche opgestelde
haalbaarheidsonderzoek VVV Delft. Wij hebben het rapport voor kennisgeving
aangenomen. De conclusies van het rapport richten zich op onderwerpen die naar
onze mening behoren tot de verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht c.q.
het Bestuur van de Stichting VVV Delft. Wij stellen ons op het standpunt dat de
gevolgen van de eventuele liquidatie voor uw eigen rekening en verantwoording
komen.
In 1999 heeft de gemeente Delft het Meerjaren Marketing Plan Toerisme
Delft (MMT) laten opstellen door het externe bureau Marktplan Adviesgroep. Het
MMT is ingesteld omdat bleek dat de toeristische concurrenten van Delft zich
steeds sterker manifesteerden en de promotionele aanwezigheid van Delft steeds
verder afnam. Het MMT is als middel
ingezet om het tij te keren. Conform de aanbevelingen van het adviesbureau
hebben we in 2000 een uitvoeringsorganisatie ingesteld. In deze
uitvoeringsorganisatie is de VVV verantwoordelijk gesteld voor het zogenoemde
gastheerschap in de stad. De Gemeenteraad heeft op 29 juni 2000 formeel
besloten akkoord te gaan met de uitvoeringsovereenkomst en subsidierelatie
tussen gemeente Delft enerzijds en de VVV Delft anderzijds. Onder andere aan de
hoogte van het subsidiebedrag heeft uitvoerig onderzoek ten grondslag gelegen.
De hoogtes van de subsidies aan andere VVV’s in Nederland zijn daarbij
betrokken.
In 2000 is in opdracht van de ANVV onderzoek verricht naar die
subsidies. Uit dat door het NRIT uitgevoerde onderzoek (“De bedrijfseconomische
positie van VVV’s in Nederland anno 2000”) blijkt dat de VVV Delft van de
gemeente een subsidie ontvangt die op hetzelfde niveau ligt als het gemiddelde
van de subsidies aan andere VVV’s in Nederland met vergelijkbare taken.
Daarnaast geldt dat de VVV Delft de mogelijkheid heeft en kent om op
projectmatige basis, eenmalige subsidies van de gemeente te verkrijgen.
Verder merken wij op dat eind augustus 2002 het Vakteam Cultuur, kennis
en economie van de gemeente Delft aan het onderzoeksbureau Dialogic de opdracht
heeft gegeven in samenwerking met de uitvoeringspartners van het Meerjaren
Marketingplan Toerisme (MMT partners) en andere belanghebbenden een
tussentijdse evaluatie uit te voeren. De uitvoering van deze evaluatie was
onderdeel van de besluitvorming in 2000.
De rapportage “Evaluatie Meerjaren Marketingplan Toerisme Delft” is al
in uw bezit.
De MMT partners (waaronder uw organisatie) en belanghebbenden
(bezienswaardigheden en attracties, horeca en winkeliers) hebben zelf
geëvalueerd en het onderzoeksbureau heeft dit proces begeleid. Uit de
zelfevaluatie blijkt dat het MMT inefficiënt, ineffectief en ondoorzichtig
functioneert en dat de belanghebbenden ontevreden zijn. Er is onvoldoende zicht
op de resultaten van het MMT en er is nog steeds sprake van versnippering van initiatieven
in toeristische promotie. Uit de evaluatie blijkt verder dat de gemeente de
toeristische promotie en het gastheerschap het meest efficiënt en effectief
centraal vanuit een nieuwe professionele organisatie kan laten uitvoeren. Bij
voorkeur staat deze organisatie los van, maar wel dichtbij, de gemeentelijke
organisatie.
Het ligt in onze bedoeling om die organisatie (met als werktitel Delft
Marketing) per 1 januari 2004 operationeel te laten zijn. Aan de gemeenteraad
zal worden voorgesteld om in de periode tot 2004 een zogenaamde kwartiermaker
in dienst van de gemeente het businessplan verder uit te laten werken. Tot 1
juni 2003 zal een medewerker van het vakteam CKE de rol van kwartiermaker
vervullen. Vanaf 1 juni 2003 tot 1 januari 2004 zal de toekomstige directeur
van Delft Marketing de functie van de kwartiermaker overnemen. In 2003 zullen
wij, indien noodzakelijk en op uw verzoek, met u in gesprek treden over de
wensen en mogelijkheden om de huidige personeelsleden van de VVV Delft een rol te
laten vervullen in de nieuwe organisatie per 1 januari 2004.
Gezien het bovenstaande met
betrekking tot de hoogte van het subsidiebedrag aan de VVV Delft ten opzichte
van andere VVV’s in Nederland enerzijds en het bij ons aanwezige voornemen om
de uitvoering van het MMT per 1 januari 2004 centraal vanuit een nieuwe
organisatie te laten uitvoeren anderzijds, delen wij u hierbij mee dat wij uw
verzoek om verhoging van de jaarlijkse subsidie aan de VVV Delft afwijzen.
Tevens zien wij op basis van het bovenstaande geen aanleiding om akkoord te
gaan met een vermindering van het takenpakket van de VVV Delft met een
gelijkblijvende subsidie. Wij merken hierover nog op dat de VVV Delft niet
heeft voldaan aan het gestelde in het Besluit tot subsidieverlening en voorschotverstrekking
van 28 november 2000, waarin onder I. wordt bepaald dat de VVV Delft elk jaar
uiterlijk voor 1 december een door haar Raad van Toezicht goedgekeurde
begroting presenteert, uitgaande van de overeengekomen jaarlijkse gemeente
voorschotten aan de VVV Delft. Derhalve hebben wij ook geen inzicht in de
redenen waarom u nu tot subsidieverhoging verzoekt.
Een ander punt is nog, dat in
genoemd besluit van 28 november 2000, bij de overwegingen is opgenomen dat de
VVV Delft en de gemeente streven naar een zakelijke relatie waarin de VVV
betaald kan worden voor haar dienstverlening. Subsidieverhoging of een
vermindering van taken met een gelijkblijvende subsidie past naar onze mening
niet bij dat streven.
Overigens speelt er naast het bovenstaande nog een
andere ontwikkeling. De ANVV is al 3 jaar bezig om te komen tot regionalisering
van de bestaande lokale VVV’s. Het streven om te komen tot meer effectiviteit
en efficiency ligt hieraan ten grondslag. De VVV Delft heeft, samen met nog 1
andere VVV in Nederland, tot op heden nog niet voldaan aan die
regionaliseringstaakstelling. Enkele pogingen om samen te gaan met VVV Den Haag
en Zoetermeer zijn mislukt. Telefonisch heeft de directeur van de ANVV
meegedeeld dat de VVV Delft uiterlijk tot 31 december a.s. de gelegenheid heeft
om te voldoen aan de taakstelling. Als dat per die datum niet is gelukt, zal de
VVV ontheven worden van de zgn. ‘VVV-status’. Overigens is ons medegedeeld dat
die ontheffing enkele maanden in beslag zal nemen. De ontheffing heeft tot
gevolg dat er geen gebruik gemaakt meer kan worden van de naam, de software
voor boekingen, de afgifte van cadeaubonnen, de landelijke publiciteit enz. Er
is momenteel geen aanwijzing dat de VVV voor 31 december a.s. aan de
regionaliseringstaakstelling zal voldoen.
Gezien het bij ons nu al
aanwezige voornemen om de uitvoering van het MMT per 1 januari 2004 centraal
vanuit een nieuwe organisatie te laten uitvoeren, delen wij u hierbij mee dat
wij voornemens zijn om de Uitvoeringsovereenkomst Gemeente Delft – VVV Delft
met ingang van
1 januari 2004 te beëindigen.
Hierdoor menen wij u tijdig op de hoogte te hebben gesteld van de situatie dat
de aan genoemde uitvoeringsovereenkomst verbonden gemeentelijke subsidie
eveneens per
1 januari 2004 zal vervallen
en dat wij daarmee ruimschoots hebben voldaan aan het bepaalde in artikel 1.2
van genoemde uitvoeringsovereenkomst.
Op grond van artikel 4:7 van
de Algemene wet bestuursrecht geven wij u tot 1 februari 2003 de gelegenheid om
uw zienswijze over ons voornemen tot beëindiging van de subsidie per 1
januari 2004 aan ons kenbaar te maken. Als u uw zienswijze schriftelijk
kenbaar wilt maken, dan kunt u uw brief richten aan: Burgemeester en wethouders
van Delft, t.a.v. Vakteam Cultuur, kennis en economie, Postbus 340, 2600
AH Delft, onder vermelding van
“zienswijze m.b.t. voornemen beëindiging subsidie MMT”.
Voor wat betreft de
afwijzing van het verzoek om subsidieverhoging per 1 januari 2003, maken wij u erop attent dat belanghebbenden in de
zin van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na verzending van dit
besluit een bezwaarschrift kunnen indienen. U dient dit bezwaarschrift te
richten aan: Burgemeester en wethouders van Delft, Postbus 78, 2600 ME Delft, onder vermelding van
“bezwaarschrift”.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders
van Delft,
de burgemeester,
de secretaris,