Concept Statuten Delft Marketing

 

Naam, zetel duur

 

Artikel 1

1.1     De stichting draagt de naam: Stichting Delft Marketing.

1.2     De stichting is gevestigd in de gemeente Delft.

1.3     De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.

 

Doel

 

Artikel 2

2.1   Marketing en promotie.

De stichting heeft ten doel het door middel van marketing bevorderen van het toeristisch, recreatief, cultureel en zakelijk gebruik van de stad Delft en omgeving door bezoekers, zodanig dat er een positief effect op de economie van de stad wordt bereikt en voor het direct betrokken bedrijfsleven.

2.2   De Stichting heeft ook ten doel om bij te dragen aan de versterking van het imago van de stad Delft naar bezoekers door een leidende rol te spelen in het proces van vaststellen, handhaven en bijstellen van het merk ‘Delft’.

2.3 Gastheerschap.

De stichting heeft tot slot ten doel het zorgdragen voor een efficiënt en gastvriendelijk onthaal van bezoekers aan Delft.

2.4   Bij het verwezenlijken van bovenstaande doelstellingen zal de stichting een integraal

beeld van de stad Delft en omgeving uitdragen en weergeven.

2.5   Delft  Marketing zal er tevens naar streven om geen met de Delftse ondernemingen

concurrerende activiteiten te ondernemen en het gastheerschap, in de breedste zin van

het woord, zoveel mogelijk om niet te vervullen.

 

Artikel 3

3.1 De stichting tracht haar doel te bereiken door:

a)       de instandhouding van een professionele organisatie;

b)       als initiator en regisseur op te treden en door het bundelen van mensen, kennis en budgetten en hierdoor bij te dragen aan het bevorderen van vernieuwing, verbreding en optimalisering van het huidige toeristische aanbod.

c)       het onderhouden en intensiveren van netwerken en samenwerkingsverbanden op het terrein van het toeristisch, recreatief, cultureel en zakelijk gebruik van de stad Delft en omgeving;

d)       het verstrekken van informatie, advies en bemiddelingsdiensten aan gebruikers;

e)       de uitvoering en coördinatie van marketing en promotieactiviteiten;

f)         alle andere activiteiten die bijdragen aan het bereiken van het doel van de stichting met inachtneming van bovenstaande doelen.

 

Vermogen

 

Artikel 4

Het tot verwezenlijking van het doel van de stichting bestemde vermogen wordt gevormd door:

a)       vergoedingen voor de door de stichting verleende diensten;

b)       verkoop van materialen, producten, diensten;

c)       commissies en diensten;

d)       bijdragen, subsidies en donaties;

e)       erfstellingen en legaten;

f)         hetgeen op andere wijze wordt verkregen.

 

Bestuursorganen

 

Artikel 5

De stichting kent als statutaire organen:

a)       Een bestuur;

b)       Een Raad van Toezicht;

c)       Een Raad van Advies;

Bestuur

 

Artikel 6

6.1       Het bestuur bestaat uit een directeur.

6.2       De directeur wordt benoemd door de Raad van Toezicht.

6.3                   De Raad van Toezicht stelt het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van de directeur vast.

6.4         De directeur kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door de Raad van

Toezicht. De directeur wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de Raad van Toezicht te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.

De schorsing vervalt, indien de Raad van Toezicht niet binnen dertig (30) dagen na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste zestig (60) dagen worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.

6.5         De directeur defungeert:

            a)   door zijn overlijden;

b)       doordat hij failliet wordt verklaard of hem surséance van betaling wordt verleend dan wel de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem –al dan niet voorlopig- van toepassing wordt verklaard;

c)       door zijn onder curatelestelling;

d)       door zijn vrijwillige aftreden (bedanken);

e)       door zijn ontslag door de rechtbank;

f)         door zijn ontslag verleend door de Raad van Toezicht.

6.6         In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Bij ontstentenis of belet van het

     bestuur, wordt de directeur waargenomen door een persoon die daartoe door de Raad

van Toezicht, al dan niet uit zijn midden, is of wordt aangewezen. Gaat de Raad van

Toezicht niet binnen twee weken tot een zodanige aanwijzing over dan wordt de directeur waargenomen door de persoon die daartoe door de president van de rechtbank te ‘s-Gravenhage, op verzoek van een of meer belanghebbende(n) is of wordt aangewezen.

 

Bestuur; taken, bevoegdheden, werkwijze en vertegenwoordiging

 

Artikel 7

7.1       De directeur is belast met het besturen van de stichting.

7.2         De directeur heeft al die taken en bevoegdheden die niet bij of krachtens deze

      statuten aan anderen zijn toegekend, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 8.

7.3         De directeur heeft de goedkeuring nodig voor besluiten als omschreven in artikel 9, lid

     2 en 3.

7.4                   De directeur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen daaronder  met name ook begrepen die, bedoeld in artikel 291 lid 2 Boek2 van het Burgerlijk Wetboek. De besluiten tot het verrichten van de laatstbedoelde rechtshandelingen zijn onder-worpen aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht. Het ontbreken van bedoelde goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid, als bedoeld in artikel 8 aan.

7.5       De directeur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voort-vloeit.

 

Raad van Toezicht; samenstelling, benoeming, schorsing en ontslag

 

Artikel 8

8.1               De Raad van Toezicht, het toezichthoudend en adviserend orgaan van de stichting, bestaat uit vijf (5) natuurlijke personen.

8.2               De benoeming van leden van de Raad van Toezicht geschiedt door de zittende Raad van Toezicht, nadat advies is ingewonnen bij de directeur.

8.3                   Er zal naar worden gestreefd dat in de Raad van Toezicht de kennis en expertise is vertegenwoordigd op de volgende gebieden: bedrijfsvoering, financien, (stads)-marketingbranding en communicatie en toerisme en vrijetijdseconomie.

8.4         De wijze van voordracht casu quo voorspraak en selectie als bedoeld in dit artikel

wordt nader door de Raad van Toezicht bij reglement geregeld.

8.5       Geen lid van de Raad van Toezicht kunnen zijn:

a.       medewerkers van de stichting;

b.       personen, die gedurende vier (4) jaar (al dan niet onderbroken) lid van de Raad van Toezicht van de stichting zijn geweest;

c.       personen, die een onevenredig persoonlijk of zakelijk  belang kunnen hebben bij de stichting uit hoofde van een zakelijk en/of familierelatie;

d.       personen, die het vrije beheer over hun vermogen hebben verloren;

e.       de directeur van de stichting.

8.6       De Raad van Toezicht kan onderling vaststellen welk lid van de Raad van Toezicht

met welke taak meer in het bijzonder zal zijn belast. Een zodanige taakverdeling laat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle leden van de Raad van Toezicht voor het uitvoeren van de opgedragen taken onverlet.

8.7       Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van twee (2) jaar en kunnen slechts een maal herbenoemd worden voor eenzelfde periode.

In tussentijdse vacature(s) wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Leden van de Raad van Toezicht treden af volgens een door de Raad van Toezicht op te maken rooster. Een volgens rooster aftredend lid van de Raad van Toezicht is, met in acht name van het bepaalde onder (b) van lid (6) van dit artikel, onmiddellijk herbenoembaar.

Een in een tussentijdse vacature benoemd lid van de Raad van Toezicht neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

8.8       Een lid van de Raad van Toezicht defungeert in de gevallen omschreven in artikel 6

Lid 5.

Voorts defungeert een lid van de Raad van Toezicht door het aanvaarden van de

benoeming tot directeur.

8.9         Schorsing van de leden van de Raad van Toezicht geschiedt door de overige leden

van de Raad van Toezicht. Het bepaalde in artikel 6 lid 4 is daarbij van toepassing.

8.10           Ontslag van de leden van de Raad van Toezicht geschiedt door de overige leden van

de Raad van Toezicht.

8.10.1      Een niet-voltallige Raad van Toezicht behoudt zijn bevoegdheden, onverlet het bepaalde in artikel 10.3.

 

Raad van Toezicht; taken en bevoegdheden

Artikel 9

9.1   De Raad van Toezicht is belast met het adviseren van en toezicht houden op de directeur ter zake van het strategisch, financieel, en personeelsbeleid.

9.2   Naast alle taken en bevoegdheden, die de Raad van Toezicht krachtens andere bepalingen van deze statuten en/of reglementen van de stichting toekomen, is de Raad van Toezicht belast met de voorafgaande goedkeuring van de navolgende besluiten van de directeur;

a.                  de strategie van de stichting, beschreven in een (meerjaren)bedrijfsplan;

b.                  de begroting en het jaarplan (incl. marketingplan) voor het komend boekjaar

c.                  de functietypering en de taakomschrijving van de directeur;

d.                  het vaststellen van reglementen voor alle onderwerpen die nadere regeling behoeven;

e.                  het aangaan, wijzigen of verbreken van duurzame samenwerking van de stichting met andere rechtspersonen/instellingen, danwel het oprichten van of deelnemen in andere rechtspersonen;

f.                    wijzigingen, die in belangrijke mate ingrijpen in de structuur, de interne organisatie en/of de werkwijze van de stichting;

g.                  het beëindigen van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers, ineens dan wel binnen een kort tijdsbestek;

h.                  het verlenen- alsmede het intrekken van de opdracht aan een deskundige, als bedoeld in artikel 393 van Boek 2, tot onderzoek van de jaarrekening van de stichting;

i.                    het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk mede-schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling van een schuld aan een derde verbindt; de goedkeuring is echter niet vereist voor zekerheidsstelling voor een schuld van een derde beneden een door de raad van toezicht nader vast te stellen bedrag.

j.                    het verlenen van procuratie en de intrekking daarvan aan personen in dienst van de stichting;

k.                  het aanvragen van faillissement en van (voorlopige) surséance van betaling van de stichting, alsmede ontbinding van de stichting.

9.2               De Raad van Toezicht is, indien dit naar zijn oordeel in het kader van de uitoefening van zijn taak nodig is, bevoegd besluiten van de directeur aan zijn goedkeuring te onderwerpen, mits de Raad van Toezicht deze besluiten duidelijk omschrijft en hiervan schriftelijk melding maakt aan de directeur.

9.3               De Raad van Toezicht ontvangt de voor de uitoefening van zijn taken alle benodigde informatie van de directeur.

9.4               De Raad van Toezicht is voor de uitoefening van zijn taken bevoegd inzage te nemen en te doen nemen in alle boeken, bescheiden, correspondentie en andere gegevensdragers van de stichting. Indien de Raad van Toezicht aanleiding ziet tot het nemen van inzage, wijst hij uit zijn midden één of twee afgevaardigden aan. Hen wordt door de directeur de toegang tot alle bij de stichting in gebruik zijnde kantoren, dossiers en archieven verleend.

 

Raad van Toezicht; werkwijze en besluitvorming

 

Artikel 10

10.1      Tenminste 3 maal per jaar komt de Raad van Toezicht bijeen; de

wijze van bijeenroepen en besluitvorming worden in een reglement vastgelegd.

10.2           De directeur neemt als regel deel aan de vergaderingen van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht kan besluiten over bepaalde onderwerpen, waaronder personele aangelegenheden, afzonderlijk te vergaderen. In dat geval wordt de directeur zo spoedig mogelijk over de uitkomst van het afzonderlijke beraad geïnformeerd.

10.3           Door de Raad van Toezicht kunnen geen rechtsgeldige besluiten worden genomen, indien niet tenminste drie (3) leden van de Raad van Toezicht ter vergadering aanwezig zijn. Ontbreekt dit quorum dan wordt binnen veertien (14) dagen een nieuwe vergadering bijeengeroepen waarop de dan aanwezige leden rechtsgeldige besluiten kunnen nemen.

10.4           De Raad van Toezicht kan ook buiten vergadering rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle leden van de Raad van Toezicht aan deze besluitvorming hebben deelgenomen en hiervan schriftelijk aantekening wordt gehouden.

10.5           Indien een lid van de Raad van Toezicht voorziet dat een (schijn van) onverenigbaarheid zou kunnen optreden meldt hij dit aan de voorzitter. Indien het de voorzitter zelf betreft dan pleegt hij overleg met een lid van de Raad van Toezicht.

 

Raad van Toezicht; honorering

 

Artikel 11

De leden van de Raad van Toezicht mogen uit hoofde van hun functie geen geldelijk voordeel genieten.  Er zal dus geen sprake kunnen zijn van enige vorm van honorering of onkostenvergoeding.

 

Raad van Advies

 

Artikel 12

12.1           De stichting heeft een Raad van Advies bestaande uit vertegenwoordigers van de hotelsector, de aardewerkfabrieken, de café- en restaurantsector, de musea, de toeristische attracties, de detailhandel, de evenementenorganisatoren en de gemeente Delft. 

12.2           De directeur is belast met de instelling van de Raad van Advies.

12.3           De directeur kan de Raad van Advies in de gelegenheid stellen advies uit te brengen over elk door hen voorgenomen besluit inzake de strategie van de stichting, de begroting en het jaarplan, van alsmede de jaarrekening en het jaarverslag. De Raad van Advies is voorts bevoegd de organen van de stichting – gevraagd of ongevraagd – te adviseren over het beleid van de stichting. De directeur verschaft de Raad van Advies alle informatie, die hij nodig heeft voor zijn adviestaak.

12.4           Tenminste eenmaal per jaar komen de Raad van Advies en de directeur in een gemeenschappelijke vergadering bijeen ter bespreking van de hoofdlijnen van het gevoerde en in de toekomst te voeren beleid. 

12.5           Ten minste tweemaal per jaar komen de Raad van Advies en de directeur in een gemeenschappelijke vergadering bijeen ter bespreking van het te voeren marketingbeleid en marketing en promotieactiviteiten.

12.6           De directeur van de stichting is de voorzitter van de Raad van Advies.

12.7           De samenstelling van de Raad van Advies, de benoeming van zijn leden, zijn werkwijze en besluitvorming worden vastgelegd in een reglement op te stellen door de directeur na overleg met de betrokken partijen.

12.8           De Raad van Advies kan – al dan niet uit zijn midden – adviesgroepen in het leven roepen met het oog op communicatie en advisering over specifieke activiteiten of diensten van de stichting.

 

Boekjaar, jaarrekening en begroting

 

Artikel 13

13.1           Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar.

13.2           Jaarlijks binnen vier maanden na afloop van het boekjaar van de stichting, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de Raad van Toezicht op grond van zeer bijzondere omstandigheden, maakt de directeur een jaarrekening en een jaarverslag op over het boekjaar.

13.3           De van een accountantsverklaring voorziene jaarrekening wordt ondertekend door de directeur.

13.4           De directeur zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en het advies hierover van de Raad van Advies zo spoedig mogelijk, doch niet later dan met ingang van de datum van oproeping tot de vergadering van de Raad van Toezicht, aan de leden van de Raad van Toezicht worden toegezonden.

13.5           Vaststelling van de jaarrekening geschiedt door de Raad van Toezicht. De vaststelling strekt, tenzij de Raad van Toezicht een voorbehoud maakt, tot décharge van de bestuurders voor het in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 300a juncto artikel 139 van Boek 2. Ieder lid van de Raad van Toezicht ondertekent de jaarrekening. Indien de ondertekening van één of meer van hen ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.

13.6           Drie maanden voor het einde van het lopende boekjaar maakt de directeur een jaarplan en een begroting op voor het volgende boekjaar.

13.7           Met inachtneming van het advies van de Raad van Advies stelt de Raad van Toezicht uiterlijk in de maand november van het lopende boekjaar de begroting voor het volgende boekjaar en het jaarplan vast.

 

Statutenwijziging

 

Artikel 14

14.1           De Raad van Toezicht is bevoegd de statuten te wijzigen, gehoord hebbende de directeur.

14.2           Het college van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Delft dient op te hoogte te worden gebracht van een wijziging van de statuten.

14.3           Het besluit van de Raad van Toezicht tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie/vierde van de leden van de Raad van Toezicht aanwezig is.

Is het vereiste aantal leden niet aanwezig in de vergadering waarin een tot statutenwijziging aan de orde is, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, doch ongeacht het aantal aanwezigen.

14.4           Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.

14.5           Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Ieder van de bestuurders is bevoegd deze akte te doen verlijden.

14.6           De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

 

Ontbinding en vereffening

 

Artikel 15

15.1           De Raad van Toezicht is bevoegd de stichting te ontbinden gehoord de directeur.

15.2           Op het besluit van de Raad van Toezicht tot ontbinding is het bepaalde in het voorgaande artikel van overeenkomstige toepassing.

15.3           De directeur is met de vereffening belast, tenzij bij het besluit tot ontbinding één of meer andere vereffenaars zijn benoemd.

15.4           De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding opgave wordt gedaan bij de Kamer van Koophandel.

15.5           De Raad van Toezicht stelt, op voorstel van de directeur, bij het besluit tot ontbinding de bestemming van het batig liquidatiesaldo vast.

15.6           Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is.

Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.

            In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de

stichting worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.

15.7           Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn, onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden van zijn aanwijzing opgave te doen bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

 

Reglementen

 

Artikel 16

16.1           De directeur stelt na voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht ter nadere uitwerking van deze statuten – in ieder geval – de reglementen vast waarover in deze statuten wordt gesproken.

16.2           Alle reglementen mogen geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met deze statuten of met de wet.

16.3           In alle gevallen waarin deze statuten of een reglement niet voorzien, beslist de Raad van Toezicht.