De formats voor de aanvraag voor het
Actieplan Cultuurbereik, Geldstroom BKV en Cultuureducatie in Primair Onderwijs
zijn op elkaar afgestemd. Deze behoren bij resp. het beleidskader Actieplan
Cultuurbereik 2005-2008, het beleidskader Geldstroom BKV 2005-2008 en de
bestuurlijke afspraak Cultuureducatie in Primair Onderwijs 2004-2006.
De formats voor de aanvraag zijn beknopt
gehouden omwille van de overzichtelijkheid. Wel verzoeken we u om een logisch
opgezette aanvraag in te dienen waarin een duidelijke problematiek of opgave
wordt geschetst. Het gaat hier om een concretisering van de centrale in de
beleidskaders vastgelegde outcome-doelstelling naar lokale of provinciale
outputdoelstellingen. Uw outputdoelstellingen vormen de basis voor de aanvraag
en verantwoording richting OCW. Vanzelfsprekend ligt aan deze
outputdoelstellingen een lokaal of provinciaal activiteitenplan ten grondslag,
dat echter niet aan OCW hoeft te worden voorgelegd.
Bestuurder :
Christiaan Mooiweer, wethouder van o.a. Financiën,
Kennisstad, Jongeren en Cultuur
Ambtelijke contactpersoon : Paulus van Uythoven,
seniorbeleidsadviseur vakteam
Cultuur, Kennis en Economie
Telefoon :
015 – 2602406 (wethouder) ; 015-2602324 (ambtenaar)
E-mail :
cmooiweer@delft.nl ;pvuythoven@delft.nl
Postadres :
C. Mooiweer, wethouder van o.a. Financiën en Cultuur
Torenhove
Postbus 78
2600 ME Delft
P.van Uythoven
vakteam CKE
Postbus 340
2600 AH Delft
Beschrijf de stand van zaken op het gebied van
cultuurbereik in uw gemeente of provincie. Betrek daarbij de sterkte-zwakte
analyse uit de vorige aanvraag evenals de ervaringen met en de resultaten van
het Actieplan Cultuurbereik 2001-2004. Welke conclusies verbindt u daaraan?
Het Actieplan
Cultuurbereik 2001 – 2004: cultuur als samenbindende voorwaarde
In het huidige Actieplan
2001-2004 zijn specifieke doelgroepen als jongeren en senioren op een
projectmatige wijze bereikt via nieuw cultuuraanbod (incl. experiment en
talent-ontwikkeling) zoals op het gebied van:
§
Podiumkunsten, X-change, culturele diversiteit, wereldmuziek
(VMBO-leerlingen, jongeren) en Delft City Beats, een brede programmering van
podiumkunsten en popmuziek (Delftenaren en bezoekers uit de regio van 16 t/m 45
jaar)
§
Cultuureducatie, het Cultuur en Schooltraject, uitgevoerd
door de Vrije Akademie Delft (VAK) voor een uiteenlopende scala aan
cultuureducatie (BO/VO, VMBO en Brede School).
§
Cultureel
Erfgoed,Verhalen van
buurten, een geschiedenis van de leefomgeving (buurtbewoners, senioren),
Het nog lopende
Actieplan Cultuurbereik van de periode 2001 tot en met 2004 heeft bovengenoemde
succesvolle projecten en samenwerkingsverbanden tussen cultuurmakers
opgeleverd. Er zijn drie soorten samenwerkingsverbanden en twee opvallende
dwarsverbanden ontwikkeld:
Inhoudelijke dwarsverbanden zijn
bijvoorbeeld ontstaan op het gebied van culturele diversiteit, cultureel
erfgoed en het gebruik van de nieuwe media:
De sfeer en gezelligheid is de meest
genoemde (48%) en belangrijkste (37%) reden om een bezoek te brengen aan City Beats. Een kwart komt voor optredens
in het algemeen en voor 17% is dit de belangrijkste reden om te gaan. Ruim een
vijfde is samen met vrienden/familie of kennissen naar het festival gegaan en
voor 12% is dit de belangrijkste reden.Van de bezoekers komt 18% voor een
specifieke artiest, band, DJ of cabaretier. Andere redenen die zijn gegeven
waren de goede muziek, leuk, lekker uit je dak gaan etc. Het festival duurde
van 20.00 uur tot 5.00 uur. Dat wil zeggen dat men maximaal 9 uur van de
optredens kon genieten. Het tijdstip van binnenkomst varieert van 20.00 uur tot
23.30 uur. Of er nog later personen binnen zijn gekomen is onbekend, omdat er
tot middernacht is geënquęteerd. Ook is vastgesteld tot hoe laat men op het
festival wilde blijven. Vervolgens is de gemiddelde verblijfsduur berekend. De
bezoekers zijn gemiddeld 6 uur op Delft City Beats gebleven. Ruim de helft van
de bezoekers is 6 uur of langer gebleven; 35% van de bezoekers heeft zelfs
minimaal zeven en een half uur op het festival rondgelopen.
Publieksonderzoek Delft
City Beats (bron,gemeente Delft 2003).
Sfeer en gezelligheid bij podiumkunsten,
café’s en restaurants beďnvloeden de aantrekke-lijkheid van een stad positief.
Een breed aanbod van live-optredens en gevarieerde restaurants trekken
consumenten aan, die op hun beurt weer ervoor zorgen dat de koopkracht in de
stad toeneemt, die grotendeels wordt uitgegeven in de stedelijke horeca en
detailhandel. De succesvolle stad van de toekomst lijkt de consumptiestad te
worden.
Het zichtbaar benutten van het potentieel aan podiumkunsten in de
stad in een sfeervol en gezellig kader vergroot het cultuurbereik en dat
kan de uitdaging worden voor de volgende Actieplanperiode.
Delfts Ontwikkelingsprogramma 2010 : de
culturele uitdaging
De gebruikte S/Z analyse is ontleend aan het
Delftse Ontwikkelingsprogramma 2000 – 2010
(DOP 2010) een gemeentebrede, lange termijn visie voor de stedelijke
ontwikkeling van Delft. De analyse beperkt zich hier op de drie hoofdpunten:
(a) fysieke, (b) sociale, (c) culturele en kennisdimensies.
Cat. |
STERK |
ZWAK |
KANS |
BEDREIGING |
Fysiek |
q Binnenstad; q Voorzie-ningen; q Ligging en bereikbaar-heid. |
q Woning-typologie q Vernieuwing; q Omgevings-kwaliteit |
q Ligging en bereikbaarheid; q Herontwikkeling q Voorzieningen-niveau |
q Tekorten en kwaliteit; q Automobiliteit; q Financiering |
Sociaal |
q Wijkaanpak en samen-werking; q Populaire woonstad; q ‘hard’ én ‘zacht’ |
q Participatie; q Levens-standaard; q Problemen op buurtniveau. |
q Betrokken bewoners; q Woning-differentiatie; q
Wijkaanpak
|
q Participatie; q Onvrede- en onveiligheid; q Opvang, werk en woningen |
Kennis en Cultuur |
q Kennis-instituten; q Imago O&O; q Voorz. Zuidpoort |
q Voorzieningen q Winkelareaal q Werk in
de stad. |
q Kennis-instituten; q TU-gebied; q Extra werk in de stad |
q Draagvlak voorzieningen; q Voorzieningen voor kenniswerkers q Leegstand bedrijven. |
Sterke fysieke
punten zijn de historische allure van de binnenstad, een duidelijke
ruimtelijke cohesie met een herkenbare structuur op een kleinschalig
schaalniveau. Delft is een middelgrote gemeente met ca. 96.00 inwoners. De stad
is goed bereikbaar met tram en trein. De ligging tussen Rotterdamdam en Den
Haag betekent een strategische positie in de zuidvleugel van de Randstad.
De
Delftse wijkaanpak is als samenwerkingsmodel, dat bewoners, bedrijven,
gemeente,
instellingen, brede school en jongeren
bindt, een sterk sociaal punt voor het vergroten van de
participatie.
Er is een voldoende stedelijk, cultureel
voorzieningenniveau. Nieuwe (culturele) voor-zieningen zullen een positieve
uitwerking hebben op de rest van de binnenstad. Zoals Zuidpoort, het winkel –
en woongebied met een nieuw Cultuurplein, waarbij de nieuwe Mediatheek, het
grote bioscopencomplex en Theater de Veste met zijn professionele programmering
voor de uitstraling zorgen. Aan de stadsranden staan Gelatin en Bacinol.
De eerste is een oude lijmfabriek en deze krijgt een nieuwe bestemming als
cultuurcentrum met een industrieel karakter, waarin ruimte geboden wordt aan
uitingen van high en low culture in diverse oefen- en opslagruimtes, studio’s,
kantoren, een theaterzaal, en een evenemententerrein (podiumkunsten, professionele
en amateurkunst, urban culture).
Bacinol, een oud laboratorium van DSM, voorheen Gist Brocades, is een nieuw
ontwerpcentrum voor bedrijven op het gebied van architectuur, industrial design
en kunst (kunst in de vorm van verscheidende atelierruimten en een
expositieruimte). Het Doelenplein met
het Filmhuis Lumen, de architectonisch bijzondere Schuttersstraat, het hotel De
Plataan en restaurant Lef toont nieuwe initiatieven op het gebied van de
inrichting van het plein en presenteert een mix van nieuwe culturele en
vrijetijdsactiviteiten. Het Agathaplein is het museumkwartier met drie
gemeentelijke musea (Prinsenhof, Lambert van Meerten en Nusantara) waarin het
Prinsenhof gestaag aan een nieuwe museale inrichting werkt om beter aansluiting
te vinden bij de huidige publieksbehoeften.
De ervaringen van de huidige Actieplanperiode leren dat binnen het culturele
voorzieningen-niveau de professionalisering ten behoeve van (e-) marketing, het
gebruik van de nieuwe media, merchandise, sponsorwerving en management
versterkt worden. Evenals de profilering van het aanbod, het beter zichtbaar
maken van het culturele aanbod.
Er zijn veel kennisinstituten in Delft, meestal gelieerd aan TU Delft en TNO.
Vaak hebben ze een broedplaatsfunctie. Kan de broedplaatsfunctie van dit soort
type bedrijvigheid de stedelijke cultuur, en kunnen de kennisnetwerken met
ruimte voor vernieuwing en verbinding, cultuur in de stad versterken?
Drie aspecten uit de S/Z zijn van belang
voor het locale cultuurbeleid:
Centrumfunctie
Eén zwak punt dat erg opvalt, is de
excentrische ligging van de binnenstad ten opzichte van de rest van de stad.
Mede versterkt door het ontbreken van een bestuurs-en/of kennis-centrum in de
binnenstad. Versterking van die centrumfunctie ligt voor de hand.
Delft is een kansrijke stad. De stad is
compact. Alles is daardoor bereikbaar. Er liggen kansen om het werk in de stad te
stimuleren. Het aanboren van extra bestedingen door bewoners van de rond Delft
gelegen Vinexwijken, kan een kans bieden voor een groter draagvlak van de
winkels in de Delftse binnenstad. Ook op het gebied van toerisme zijn dan extra
kansen voorhanden in de sfeer van extra culturele activiteiten. Daarnaast is de
afronding van infrastructurele projecten een kans voor extra economische
ontwikkeling (zoals het Zuidpoortgebied).
De
participatiegraad is in de afgelopen jaren verbeterd maar kan beter. De
werkgelegenheid in de stad kan beter. In algemene zin is sprake van een
‘mismatch’ in arbeidspotentieel en arbeidsplekken (de mensen die er wonen,
werken niet in Delft en andersom). Wegens het gebrek aan ruimte en
voorzieningen zijn in de afgelopen periode een aantal doorgroeiende bedrijven
naar elders verhuisd.
Zichtbaar bedrijven via hun netwerken betrekken bij de (cultuur van de) stad
bevordert de betrokkenheid bij de stad. De betrokkenheid van de bewoner wordt
gezien als een grote kans. De incidentele bezoeker (van bewoner tot bedrijf,
van wijk tot jongeren) tot een meer frequenter bezoeker van cultuur in de stad
te maken.
Netwerkgerichte cultuur
Cultuur zou meer gebruik moeten maken van innovatieve kennisnetwerken in de
stad, dat levert (culturele) ruimte voor experiment en verbinding op, zoals
voorbeelden van startende ondernemers, digitale pioniersnetwerken en
kenniswijken laten zien.
Het gebruik maken van de professionele vaardigheden binnen de locale netwerken
van bedrijven en ondernemers op het gebied van (e-) marketing, management,
merchandise en sponsorwerving, ondersteunt de professionalisering van
cultuur in de stad.
De culturele uitdaging om de zwakke
punten uit de S/Z van DOP 2010 te versterken voor de komende periode wordt het
koppelen van vraag en aanbod (professionalisering) en de aantrekkingskracht van
de stad voor bedrijven ( kennis- en
ondernemersnetwerken) bevorderen door de zichtbaarheid van het cultuuraanbod te
vergroten, m.a.w. de culturele profilering van de stad.
Op deze wijze kan het nieuwe Actieplan
Cultuurbereik 2005 – 2008 een stimulerende bijdrage leveren aan het :
Welke prioriteiten
kiest u, gezien de uitgangssituatie zoals beschreven onder A., in uw Actieprogramma
Cultuurbereik 2005-2008?
Vanuit de drie onder A vastgestelde uitdagingen kan de hoofddoelstelling voor het Actieplan Cultuurbereik 2005
–2008, namelijk de “versterking v/h cultureel bewustzijn van burgers”, succesvol gerealiseerd worden. Door twee bestaande
en twee nieuwe verbindingen te leggen, versterken we de
professionalisering en profilering van cultuur in de stad en vergroten we op
deze wijze het cultuurbereik:
Ad 1.1.) Cultuurprogrammering
(samenwerkingsverbanden t.b.v. het cultuuraanbod)
Wij kiezen voor een
voortzetting van de in het huidige Actieplan Cultuurbereik ontwikkelde
samenwerkingsverbanden en netwerken via wijkaanpak in de culturele en
welzijnssector:
Voortzetting van deze lijn uit het huidige
Actieplan 2001 – 2004, in het bijzonder van een ruim en gevarieerd aanbod van
podiumkunsten, popmuziek, amateurkunst, cultureel erfgoed, cultuureducatie
(o.m. Cultuur en school traject), talentontwikkeling en experiment dient echter
zichtbaar en beter benut te worden, bijvoorbeeld door de organisatie van
activiteiten, evenementen en locatieprojecten in de (binnen) stad. Gebruik de
sfeer en uitstraling van het stedelijke decor.
Ad 1.2.) Cultuur en school (cultuureducatie)
Vanwege de
inhoudelijke dwarsverbanden (culturele diversiteit en erfgoed) en het grote
cultuurbereik is er bijzondere aandacht binnen het cultuuraanbod voor het
Cultuur – en schooltraject. De Cultuur en schoolactiviteiten worden uitgevoerd
door de Vrije Akademie (VAK). Via het Kunst- en Cultuurmenu worden alle
basisscholen bereikt. Het Kunst- en Cultuurtraject is ontwikkeld voor het
voortgezet onderwijs, waarin leerlingen deelnemen aan activiteiten van
culturele instellingen en kunstenaars. Met deze programma's wordt 100% van de
Delftse leerlingen van 4 tot 16 jaar bereikt. Cultuurparticipatie binnen voor –
en naschoolse opvang via de Brede school is in de huidige planperiode
afgerond.Continuďteit en doorstroom staan voorop in de komende periode.
Ad 2.1.)
Vormgeving (accent op profilering)
De zichtbaarheid of
profilering van cultuur in de stad draagt o.i. bij tot een groter
cultuurbereik. Delft wordt (letterlijk) in beeld gebracht gedurende de periode
2005 – 2008.
Die zichtbaarheid
kan onder andere gestalte krijgen door de inzet van de Delftse
“vorm-geving” (daarbij aansluitend op
landelijke vormgevingsbeleid). Met “vormgeving” wordt een ruime inzet aan
culturele uitdrukkingsvormen bedoeld:
Bij het gebruik van vormgeving om de zichtbaarheid van cultuur in de stad te
versterken is de symboliek van een stad een belangrijk onderdeel. Het zijn vaak
‘beelden’ die de identiteit van een stad karakteriseren. De symbolen
bekrachtigen en ondersteunen datgene wat er gebeurt in de stad.Zulke symbolen
kunnen van alles zijn:
§
visuele
symbolen (logo’s, vignetten, symbolische beelden als de Oude en Nieuwe Kerk te
Delft, het graf van Willem van Oranje, en het ‘blauw’ van Vermeer);
§
markante zich herhalende
gebeurtenissen als festivals (Delft
Chamber Music festival,Mooi Weer Spelen);
Wij willen
stimuleren dat ontwerpers, fotograven, musici, schrijvers en componisten,
beeldende kunstenaars die zich manifesteren op de grensvlakken van binnen – en
buitenruimtes in Delft, e-marketeers, creatieve ICT-ers, en vormgevers Delft
actief in beeld brengen.
We richten ons op nieuwe
sectoren binnen het lokale cultuurbeleid: de ‘creatieve industrie’ of
‘Delftse vormgeving’ (o.m. designers en vormgevers) en ondernemers- en
kennisnetwerken.
De vormgevings-en
cultuurproducten worden gebruikt om het cultuurbereik van de inwoners te
verbreden, via het stadsmarketingbeleid als promotie voor de regio[1]
en als geselecteerde producten die worden opgenomen in de programmering van en
de publiciteit voor het festival Licht-op-Delft. Op deze wijze vergroten we
o.m. het cultuurbereik doordat bezoekers uit de VINEX-wijken en omliggende
centra naar Delft komen.
Ad 2.2.)
Festival Licht-op-Delft in 2008 (profilering én professionalisering)
Vanwege het versterkende
effect dat een ‘festival-’vorm op het publieksbereik heeft,
kan een breed en gevarieerd
aanbod van ‘high and low culture’, zichtbaar en beter benut worden door de
organisatie van activiteiten, evenementen en locatieprojecten op culturele
plekken in de stad, zoals bijvoorbeeld Gelatin, Agathaplein, Bacinol, Zuidpoort
of Doelenplein. De sfeer en uitstraling van het stedelijk decor wordt op deze
wijze optimaal benut.
Deze activiteiten, evenementen of
locatieprojecten zijn laagdrempelig, ze versterken de lokale culturele
productiefactor, ze zijn aantrekkelijk voor een breed publiek, zowel voor
inwoners als bezoekers. Met voldoende uitstraling dragen ze bij tot de
zichtbaarheid van cultuur in de stad
We willen bij het Actieplan
lokale netwerken van ondernemers en kennisnetwerken betrekken met als doel
betrokkenen te inspireren, vertrouwd te maken met ‘cultuurbereik’ in de stad .Van hun management, (e-) marketing &
merchandise –expertise hopen we gebruik te maken. Het beleid van de binnenstad
en het Actieplan Cultuurbereik zijn nauw met elkaar verweven. Een marktgerichte
benadering en communicatie met alle betrokkenen wordt meegenomen in de aanpak.
Juist het koppelen van locale kennis-en ondernemersnetwerken en hun
professionele deskundigheid op het gebied van (e-) marketing, merchandise,
management en sponsor-werving aan de betrokken culturele organisaties en
culturele netwerken zou moeten leiden tot een duurzaam samenwerkingsverband
tijdens de Actieplanperiode 2005 – 2008 met als resultaat een vergroting van
het cultuurbereik.
Bij een succesvol
engagement van de diverse lokale netwerken voor cultuur in de stad
kunnen vervolgens samenwerkingsverbanden worden gesmeed, waarbij sponsors
worden betrokken om het Actieplan of onderdelen daarvan te ondersteunen, in het
bijzonder zou dat tot uitdrukking kunnen komen tijdens het Festival
Licht-op-Delft in 2008.
We hopen op deze wijze de
ontwikkeling en exploitatie te stimuleren in het jaar 2008 van een festival
Licht-op-Delft (op basis van in de periode van het Actieplan Cultuurbereik
ontwikkelde inhoudelijke programmering en publieksactiviteiten): profilering
en professionalisering van cultuur in de stad komen na 3 jaar in het
laatste jaar van het Actieplan Cultuurbereik in dit festival samen tot een
maximaal resultaat.
De basis van het
festival zijn de culturele activiteiten, die de actieplanperiode in het jaar
2008 afsluiten. Vanaf 2005 wordt gestart met de voorbereidingen,
idee-ontwikkeling door een netwerkgerichte benadering. Vandaar dat naast de
overheadkosten voor de gehele periode van het Actieplan, ook
voorbereidingskosten voor het Festival in de jaren 2005 t/m 2007 zijn begroot.
En van elk jaar worden activiteiten, producten en initiatieven geselecteerd die
ook terugkomen op het festival in 2008 en die het cultuurbereik een stevig
publieksbasis geven.
Doelgroepen en publieksstrategieën
Het cultuurbereik is gebaseerd op drie hoofdgroepen: inwoners[2],
werkgevers/investeerders, bezoekers/toeristen.Bij de benadering van deze
doelgroepen houden we rekening met recente publieksstrategieën, die op de
volgende ontwikkelingen wijzen:
Op de vier culturele verbindingen die de cultuur in de stad versterken,
proberen we deze publieksstrategieën
uit. Die zijn er op gericht om de
culturele waarde van de stad Delft op peil te houden en het cultuurbereik te
vergroten. Onze conclusie leidt tot het volgende.
De culturele
verbindingen, cultuureducatie, cultuurprogrammering, vormgeving en een
netwerkgerichte festival opzet Licht-op-Delft, zijn de middelen die het
cultuurbereik in de stad vergroten. Zet je deze verbindingen in een matrix
tegenover de drie culturele uitdagingen uit het DOP 2010, dan wordt de centrale
outputdoelstelling om het cultuurbereik versterken, duidelijk:
Actieplan
Cultuurbereik/ |
Centrumfunctie |
Publieksparticipatie |
Netwerkgerichte
cultuur |
Cultuurprogrammering |
X |
X |
X
|
Cultuur en school |
|
X
|
|
Vormgeving |
X
|
X |
|
Festival |
X |
X |
X |
Aan het Actieplan
ontleende verhalen worden vormgegeven via kant en klare, wervende presentaties
/producten. Hiervan profiteren verschillende doelgroepen, elk op een eigen toepasselijke
wijze, Delftenaren en bezoekers van Delft, beleidsmakers en city-marketeers,
jongeren en senioren.
Er worden links gelegd tussen eigentijdse cultuur en erfgoed, tussen heden en
verleden (naar twee kanten: hoe is het zo gekomen, en: wat was hier vroeger) en
tussen de fysieke omgeving (hardware) en de daarachter/-in/-onder
schuilende verhalen (software). Twee sterke punten van Delft, namelijk
het rijke erfgoed en de Delftse vormgeving, worden ingezet om de zichtbaarheid
van cultuur in de stad te versterken
De zichtbaarheid
van zowel de fysieke omgeving als met name de betrokkenheid van de gebruiker, inwoner en bezoeker van de
stad Delft wordt op deze wijze versterkt.
Cultureel bewustzijn versterken van burgers
door vergroten van zowel het publieksbereik
als actieve participatie in kunst en cultuur
Het vakteam Cultuur, Kennis en Economie
(CKE) van de gemeente Delft vervult in de realisatie van het Actieplan
Cultuurbereik een initiërende, regisserende en faciliterende rol.
Het vakteam CKE wil beleid ontwikkelen op
haar deelgebieden cultuur, kennis, economie en citymarketing, dat aansluit bij
de wensen en behoeften van die gebruikers en draagt actief bij aan een duurzame
ontwikkeling van Delft. Daartoe ontwikkelt het vakteam een strategie die zich
baseert op drie hoofdgroepen: inwoners[3],
werkgevers/investeerders) en bezoekers, c.q. een strategie voor het Actieplan
Cultuurbereik.
Geef een
beschrijving van de beoogde meetbare outputdoelstellingen van uw gemeente die
voortkomen uit de onder B gemaakte keuzes.
Hoe dragen deze gemeentelijke doelstellingen bij aan het bereiken van de
centrale landelijke outcomedoelstelling van het Actieplan Cultuurbereik
2005-2008?
Welke output-indicatoren horen bij de beoogde outputdoelstellingen en hoe gaat
uw gemeente dat meten?
Het experiment ‘output’
Het ministerie vraagt om meetbare ‘output’
en dito indicatoren. Cultuurparticipatie kan naast de kwantitatieve outputdoelstellingen, wellicht ook in de
nagestreefde outputdoelen in kwalitatieve zin worden vastgelegd.
Ook dat experiment willen we uitvoeren.
Juist, omdat de komende periode 2005 – 2008 een ontwikkelingsproces is van
professionalisering en profilering. Dat geldt met name voor de ontwikkeling van
de kwantificering (de meetbaarheid), de opzet van monitoring, evaluatie en
registratie.
In dit ontwikkelingsproces wordt het
beschikbaar stellen van budget voor activiteiten, projecten, festivals en
evenementen voor een cultuurprogrammering, het cultuur en school traject,
vormgeving en de netwerkgerichte cultuur voor het festival Licht-op-Delft ook
afgewogen aan één of meer (kwalitatieve) ‘cultuurbereik-competenties’:
§
het gebruik
van nieuwe media wordt ter bevordering van cultuurbereik ingezet;
§
het betreft de
ontwikkeling van culturele initiatieven, van idee tot uitvoering;
§
de
activiteiten een mengvorm kunnen opleveren van ‘high and low culture’;
§
de
activiteiten of projecten registreren de artistieke uitkomst en/of het
cultuurbereik en gaan vergezeld van monitoring en evaluatie.
Outputindicatoren (jaarlijks)
1.Cultuurprogrammering
Wij willen jaarlijks Є 80.000,- beschikbaar stellen voor
Het wordt afgemeten aan een specifieke
programmering voor het Actieplan Cultuurbereik ten behoeve van het nieuwe
aanbod. De indicatoren in 2008 hebben betrekking op
-aantal presentaties/verhalen/uitvoeringen
-aantal samenwerkingsverbanden/netwerken
-aantal actief en passief deelnemende
participanten en bezoekers
-aantal deelnemende kunstdisciplines
2.Cultuur en school
Wij willen jaarlijks Є 30.000,- beschikbaar stellen voor het Cultuur en
school traject:
Primair Onderwijs
Voortgezet
Onderwijs
Brede School
Indicatoren:
Aantal deelnemende
scholen Basis- en speciaal
onderwijs 30 (39 locaties) VO 3
scholengemeenschappen en 1 speciaal VO
Aantal leerlingen
(binnen- en buitenschools) Basis- en speciaal onderwijs 8321 (peildatum 1 okt.
2003) VO basisvorming ± 5000 leerlingen
Aantal deelnemende culturele instellingen:
21
3.Vormgeving
Wij willen jaarlijks Є 20.000,- beschikbaar stellen voor het zichtbaar
maken van de ‘stad’ voor Delftenaren,
scholen en bezoekers van Delft:
Het nut van de vormgevings-/cultuurproducten
voor het festival Licht-op-Delft in 2008 is een belangrijk selectiecriterium.
Uiteindelijk wordt een selectie daarvan in 2008 gebruikt voor het festival
Delft-In-Beeld. Ook worden deze vormgevings-en cultuurproducten gebruikt ter
ondersteuning van of als onderdeel van de cultuurprogrammering en in de
stadsmarketing van cultuur in Delft en in de regio.
Indicatoren:
-aantal opdrachten die zijn verstrekt
-aantal cultuur-/vormgevingsproducten
-aantal cultuur-en vormgevingsproducten dat
gebruikt is in de (geschreven en nieuwe)
media ter vergroting van het
cultuurbereik in Delft en in de regio.
Wij willen
jaarlijks Є20.000,- beschikbaar stellen
§
50% (=Є10.000,-.)
van dit budget voor het koppelen van jaarlijks minimaal drie lokale netwerken
(van culturele, Brede School, digitale, amateurkunst- tot kennis- en
ondernemersnetwerken) aan het actieplan in de stad gedurende de periode 2005 –
2008 en specifiek aan het festival Licht-op-Delft ten behoeve van de
idee-ontwikkeling. Het resultaat van deze bijeenkomsten is jaarlijks een
netwerkgerichte activiteit in het kader van de voorbereidingen voor het
festival. Ook zal er budget worden gereserveerd voor activiteiten uit het
Actieplan in de periode 2005 – 2008, die als programma-onderdelen van het
festival in 2008 worden opgevoerd.
§
50% (= Є10.000,-.)
van dit budget wordt jaarlijks gebruikt als overhead voor de gehele periode en
als voorbereidingskosten voor het festival Licht-op-Delft in 2008,
o.m, communicatie- en (e-) marketingactiviteiten, monitoring,
registratie,onderzoek en honoraria Visitatoren.
Indicatoren zijn
-het aantal
samenwerkingsverbanden/netwerken dat is betrokken bij het Actieplan Cultuur-
bereik en participeert in het festival
Licht-op-Delft.
-aantal bezoekers festival Licht-op-Delft
-het aantal
activiteiten/programma-onderdelen binnen het festival.
De vier
verbindingen – cultuurprogrammering, cultuureducatie, vormgeving, het festival
Licht-op-Delft via een netwerkgerichte benadering- vergroten het cultuurbereik in de stad en het geheel is qua
cultuurbereik meer dan de som der delen. Juist, vanwege de onderlinge
samenhang:
§
‘vormgevingsproducten’
belichten de cultuurprogrammering,
§
de
cultuurprogrammering wordt versterkt door cultuureducatie,
§
en allen
vormen de opmaat naar het festival Licht-op-Delft.
Vervolgens zal om
de centrale doelstelling “versterken cultureel bewustzijn” te toetsen in het
jaar 2008 worden gemeten of Delftenaren zich bewust zijn of er nieuwe culturele
activiteiten in het kader van het Actieplan Cultuurbereik plaatsvinden en of ze
deze activiteiten bezocht hebben. Dit gebeurt via de reguliere
publieksonderzoeken en panels van het gemeentelijk vakteam Statistiek en Onderzoek.
Voor de vier genoemde cultuurverbindingen zal verslaglegging per project of
activiteit voorwaarde zijn binnen het beschikbaar stellen van het budget.
In het jaar 2007 zal een (tussentijdse) evaluatie plaatsvinden die mogelijk tot
inhoudelijke wijzigingen en herverdelingvan budgetten kan leiden. Deze
evaluatie zal aan de gemeenteraad worden aangeboden.
Naar analogie van
de Visitatiecommissie in de huidige Actieplanperiode, willen we voor het
komende Actieplanperiode ‘Visitatoren’ instellen. Deze individuele kunstenaars,
journalisten en wetenschappers maken jaarlijks hun (kwalitatief) verslag op
basis van de gerealiseerde culturele activiteiten en genoemde
outputindicatoren.
Op deze wijze leveren zij ook hun ‘culturele dimensie’ aan de versterking van
het ‘cultureel bewustzijn’ van de burger, hun verslagen zijn toegankelijk,
openbaar en leesbaar of gevisualiseerd. De informatie die zij leveren is ten
allen tijden relevant voor het volgen van de doelstelling, zodat de informatie
de resultaten voldoende afdekt
Kortom, het
Actieplan 2005 – 2008 maakt gebruik van het stedelijke decor, visualiseert de
stad, legt nieuwe verbindingen, nodigt lokale netwerken uit actief te
participeren
MeerjarenBegroting 2005 – 2008 (inclusief
matching)
x1000 euro
|
|
|
|
|
|
|
|
A. Begroting |
|
|
|
|
|
|
|
Outputdoelstelling |
|
|
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
|
|
|
|
80 |
80 |
80 |
80 |
|
|
|
|
30 |
30 |
30 |
30 |
|
|
|
|
20 |
20 |
20 |
20 |
|
|
|
|
20 |
20 |
20 |
20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
- |
- |
- |
|
|
|
|
- |
- |
- |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
B. Dekking |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
- bijdrage OCenW |
|
|
75 |
75 |
75 |
75 |
|
- matchingsbijdrage |
|
75 |
75 |
75 |
75 |
||
|
|
|
|
150 |
150 |
150 |
150 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Toelichting
Ad A
De beschrijving van de lokale/provinciale
situatie hoeft geen uitputtende analyse van de culturele infrastructuur te
zijn, maar geeft een kort overzicht van de stand van zaken in uw
gemeente of provincie, toegespitst op de centrale landelijke doelstelling van het
actieplan.
Hierbij kunt u gebruik maken van de
sterkte-zwakte analyse uit uw Programma Cultuurbereik 2001-2004 en deze
aanpassen aan de huidige situatie. Betrek bij uw analyse ook mogelijke andere
relevante factoren als bevolkingssamenstelling, geografische ligging en
relevant geachte ontwikkelingen op aanpalende terreinen (bijvoorbeeld welzijn,
ruimtelijke ordening, toerisme, onderwijs).
De beschrijving geeft in ieder geval antwoord
op de volgende vragen:
·
Hoe is het gesteld met het stedelijke of provinciale culturele leven in
het licht van de centrale outcomedoelstelling van het Actieplan (gebruik
hierbij indien mogelijk de vorige sterkte-zwakte analyse)?
·
Wat doet u er tot op heden aan om het culturele leven
(cultuurbereik) te bevorderen en hoe
effectief en efficiënt zijn die inspanningen (noem hierbij de ervaringen met
het Actieplan in de afgelopen periode)?
·
Welke kansen en bedreigingen (externe ontwikkelingen) doen zich voor of
zijn te verwachten die het culturele leven kunnen beďnvloeden?
·
Welke consequenties trekt u hier uit ten aanzien van prioriteiten en
speerpunten voor de komende vier jaar (verder uit te werken in onderdeel B)?
Ad B
De
keuzes die een gemeente of provincie maakt binnen de centrale landelijke
outcomedoelstelling
moeten worden beargumenteerd op basis van de onder A beschreven
lokale/provinciale
situatie, en uitmonden in de onder C beschreven lokale/provinciale
outputdoelstellingen.
Zoals in het beleidskader aangegeven is de keuze van bijvoorbeeld
doelgroepen
of sectoren vrij, mits beargumenteerd vanuit de eigen context. Dit geldt ook
voor
de andere aanbevelingen, zoals het opnemen van cultuureducatieve activiteiten,
samenwerking
tussen sectoren binnen en buiten het cultuurbeleid en samenwerking tussen
overheden.
Wanneer een gemeente of provincie hiervoor kiest kan dit onder B worden
aangegeven
en worden toegelicht.
Bij wijze van handreiking: de centrale
landelijke doelstelling bevat twee elementen:
·
het vergroten van het maatschappelijk rendement van (bestaande)
culturele publieksvoorzieningen (instellingen, accommodaties, gezelschappen,
collecties), bijvoorbeeld door meer publiek of deelnemers te trekken, door een
hogere bezoek- of deelnamefrequentie van het huidige publiek en door meer
efficiency en samenwerking
·
het bevorderen van nieuwe cultuuruitingen, inclusief de belangstelling
daarvoor
Dat betekent dat u zich kunt richten op
rendement van bestaande voorzieningen of juist kunt kiezen voor nieuwe locaties
en makers, u kunt kiezen voor verbetering van het bestaande aanbod of juist
(ver)nieuw(end) aanbod, u kunt zich richten op bestaand publiek of juist nieuwe
deelnemers en bezoekers trekken. Door deze factoren te combineren maakt u een
keuze voor een (of meer) eigen outputdoelstelling(en) en daarmee een eigen
aanpak. De doelstellingen moeten passen binnen de centrale landelijke
outcomedoelstelling en terug te leiden zijn tot de onder A beschreven eigen
situatie.
Ad C
Het
gaat hier om een vertaling van de centrale outcomedoelstelling van het
Actieplan
Cultuurbereik
2005-2008, te weten “Het cultureel bewustzijn van burgers versterken door
het
vergroten van zowel het publieksbereik als de actieve participatie in kunst en
cultuur”,
naar
meetbaar omschreven beoogde outputdoelstellingen in de lokale of regionale
context.
Het
moet aannemelijk zijn dat deze doelstellingen bijdragen aan het realiseren van
de
centrale
outcomedoelstelling. De outputdoelstellingen komen voort uit de onder B
gemaakte
en
beredeneerde keuzes en prioriteiten.
Ad D
De
outputdoelstellingen onder C zijn als het goed is al meetbaar (‘smart’)
geformuleerd. Hier
is
het de bedoeling dat u aangeeft welke gegevens (kwalitatief of kwantitief) u
gaat
verzamelen
om het al dan niet realiseren van deze doelstellingen te meten. Indien mogelijk
geeft
u ook aan hoe u deze gegevens wil gaan verzamelen. Voorbeeld van een
outputindicator:
het aantal scholen dat een samenwerkingsverband met één of meer
culturele
instellingen is aangegaan.
Mocht u naar aanleiding van het formulier
vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met H&S Adviseurs, te bereiken
via telefoonnr. 0478-551699 of hs@hs-adviseurs.nl.
Uw aanvraag kunt u richten aan:
Staatssecretaris Medy C. van der
Laan
Ministerie van OCW
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
[1] (van VINEXwijken/ omliggende
centra als Ypenburg,Nootdorp, Pijnacker, Den Hoorn,Delfgauw, Honselerdijk,
Kwintsheul,Maasdijk,Naaldwijk,Rijswijk,Schipluiden,de Strijp,Wateringen,
Wateringseveld)
[2] (inclusief raakvlakken met
onderwijsinstellingen, cultuureducatie (BO/VO i.s.m. VAK), Brede school
en WO, d.i. architectuur –
industrieel ontwerpnetwerken TU Delft).
[3] Met inbegrip
van onderwijsinstellingen
(BO/VO/WO) en Brede school
[4] communicatie &
publiciteit, voorbereidingskosten, incl. overhead periode 2005 – 2008 als
monitoring, registratie,outputmeting;accountantverklaring; honoraria
Visitatoren.