FORMAT AANVRAAG ACTIEPLAN CULTUURBEREIK 2005-2008

 

De formats voor de aanvraag voor het Actieplan Cultuurbereik, Geldstroom BKV en Cultuureducatie in Primair Onderwijs zijn op elkaar afgestemd. Deze behoren bij resp. het beleidskader Actieplan Cultuurbereik 2005-2008, het beleidskader Geldstroom BKV 2005-2008 en de bestuurlijke afspraak Cultuureducatie in Primair Onderwijs 2004-2006.

De formats voor de aanvraag zijn beknopt gehouden omwille van de overzichtelijkheid. Wel verzoeken we u om een logisch opgezette aanvraag in te dienen waarin een duidelijke problematiek of opgave wordt geschetst. Het gaat hier om een concretisering van de centrale in de beleidskaders vastgelegde outcome-doelstelling naar lokale of provinciale outputdoelstellingen. Uw outputdoelstellingen vormen de basis voor de aanvraag en verantwoording richting OCW. Vanzelfsprekend ligt aan deze outputdoelstellingen een lokaal of provinciaal activiteitenplan ten grondslag, dat echter niet aan OCW hoeft te worden voorgelegd.

Gegevens aanvrager

 

Gemeente                              :Delft

 

Bestuurder                             : Christiaan Mooiweer, wethouder van o.a. Financiën,
                                               Kennisstad, Jongeren en Cultuur

 

Ambtelijke contactpersoon       : Paulus van Uythoven, seniorbeleidsadviseur vakteam
                                               Cultuur, Kennis en Economie

 

Telefoon                                 : 015 – 2602406 (wethouder) ; 015-2602324 (ambtenaar)

 

E-mail                                    : cmooiweer@delft.nl ;pvuythoven@delft.nl

 

Postadres                              : C. Mooiweer, wethouder van o.a. Financiën en Cultuur
  Torenhove
  Postbus 78
  2600 ME Delft
 
  P.van Uythoven
  vakteam CKE
  Postbus 340
  2600 AH Delft
                                 

Aanvraag

A. Uitgangssituatie  (circa drie A4)

 

Beschrijf de stand van zaken op het gebied van cultuurbereik in uw gemeente of provincie. Betrek daarbij de sterkte-zwakte analyse uit de vorige aanvraag evenals de ervaringen met en de resultaten van het Actieplan Cultuurbereik 2001-2004. Welke conclusies verbindt u daaraan?

 

Het Actieplan Cultuurbereik 2001 – 2004: cultuur als samenbindende voorwaarde
In het huidige Actieplan 2001-2004 zijn specifieke doelgroepen als jongeren en senioren op een projectmatige wijze bereikt via nieuw cultuuraanbod (incl. experiment en talent-ontwikkeling) zoals op het gebied van:

§         Podiumkunsten, X-change, culturele diversiteit, wereldmuziek (VMBO-leerlingen, jongeren) en Delft City Beats, een brede programmering van podiumkunsten en popmuziek (Delftenaren en bezoekers uit de regio van 16 t/m 45 jaar)

§         Cultuureducatie, het Cultuur en Schooltraject, uitgevoerd door de Vrije Akademie Delft (VAK) voor een uiteenlopende scala aan cultuureducatie (BO/VO, VMBO en Brede School).

§         Cultureel Erfgoed,Verhalen van buurten, een geschiedenis van de leefomgeving (buurtbewoners, senioren),

 

Het nog lopende Actieplan Cultuurbereik van de periode 2001 tot en met 2004 heeft bovengenoemde succesvolle projecten en samenwerkingsverbanden tussen cultuurmakers opgeleverd. Er zijn drie soorten samenwerkingsverbanden en twee opvallende dwarsverbanden ontwikkeld:

Inhoudelijke dwarsverbanden zijn bijvoorbeeld ontstaan op het gebied van culturele diversiteit, cultureel erfgoed en het gebruik van de nieuwe media:

 


 


De sfeer en gezelligheid is de meest genoemde (48%) en belangrijkste (37%) reden om een bezoek te brengen aan City Beats. Een kwart komt voor optredens in het algemeen en voor 17% is dit de belangrijkste reden om te gaan. Ruim een vijfde is samen met vrienden/familie of kennissen naar het festival gegaan en voor 12% is dit de belangrijkste reden.Van de bezoekers komt 18% voor een specifieke artiest, band, DJ of cabaretier. Andere redenen die zijn gegeven waren de goede muziek, leuk, lekker uit je dak gaan etc. Het festival duurde van 20.00 uur tot 5.00 uur. Dat wil zeggen dat men maximaal 9 uur van de optredens kon genieten. Het tijdstip van binnenkomst varieert van 20.00 uur tot 23.30 uur. Of er nog later personen binnen zijn gekomen is onbekend, omdat er tot middernacht is geënquęteerd. Ook is vastgesteld tot hoe laat men op het festival wilde blijven. Vervolgens is de gemiddelde verblijfsduur berekend. De bezoekers zijn gemiddeld 6 uur op Delft City Beats gebleven. Ruim de helft van de bezoekers is 6 uur of langer gebleven; 35% van de bezoekers heeft zelfs minimaal zeven en een half uur op het festival rondgelopen.

Publieksonderzoek Delft City Beats  (bron,gemeente Delft 2003).

 

Sfeer en gezelligheid bij podiumkunsten, café’s en restaurants beďnvloeden de aantrekke-lijkheid van een stad positief. Een breed aanbod van live-optredens en gevarieerde restaurants trekken consumenten aan, die op hun beurt weer ervoor zorgen dat de koopkracht in de stad toeneemt, die grotendeels wordt uitgegeven in de stedelijke horeca en detailhandel. De succesvolle stad van de toekomst lijkt de consumptiestad te worden.


Het zichtbaar benutten van het potentieel aan podiumkunsten in de stad in een sfeervol en gezellig kader vergroot het cultuurbereik en dat kan de uitdaging worden voor de volgende Actieplanperiode.

Delfts Ontwikkelingsprogramma 2010 :  de culturele uitdaging

De gebruikte S/Z analyse is ontleend aan het Delftse Ontwikkelingsprogramma 2000 – 2010
(DOP 2010) een gemeentebrede, lange termijn visie voor de stedelijke ontwikkeling van Delft. De analyse beperkt zich hier op de drie hoofdpunten: (a) fysieke, (b) sociale, (c) culturele en kennisdimensies.

Sterkte/zwakte analyse (Delfts Ontwikkelingsplan 2010)

 

Cat.

STERK

ZWAK

KANS

BEDREIGING

Fysiek

q       Binnenstad;

q       Voorzie-ningen;

q       Ligging en bereikbaar-heid.

q       Woning-typologie

q       Vernieuwing;

q       Omgevings-kwaliteit

q       Ligging en bereikbaarheid;

q       Herontwikkeling

q       Voorzieningen-niveau

 

q       Tekorten en  kwaliteit;

q       Automobiliteit;

q       Financiering

Sociaal

q       Wijkaanpak en samen-werking;

q       Populaire woonstad;

q       ‘hard’ én ‘zacht’

 

q       Participatie;

q       Levens-standaard;

q       Problemen op buurtniveau.

q       Betrokken bewoners;

q       Woning-differentiatie;

q       Wijkaanpak

 

q       Participatie;

q       Onvrede- en onveiligheid;

q       Opvang, werk en woningen

Kennis en Cultuur

q       Kennis-instituten;

q       Imago O&O;

q       Voorz. Zuidpoort

q       Voorzieningen
voor studenten;

q       Winkelareaal

q       Werk in de stad.

q       Kennis-instituten;

q       TU-gebied;

q       Extra werk in de stad

q       Draagvlak voorzieningen;

q       Voorzieningen voor kenniswerkers

q       Leegstand bedrijven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sterke fysieke punten zijn de historische allure van de binnenstad, een duidelijke ruimtelijke cohesie met een herkenbare structuur op een kleinschalig schaalniveau. Delft is een middelgrote gemeente met ca. 96.00 inwoners. De stad is goed bereikbaar met tram en trein. De ligging tussen Rotterdamdam en Den Haag betekent een strategische positie in de zuidvleugel van de Randstad.

De Delftse wijkaanpak is als samenwerkingsmodel, dat bewoners, bedrijven, gemeente,

instellingen, brede school en jongeren bindt, een sterk sociaal punt voor het vergroten van de participatie.

 

Er is een voldoende stedelijk, cultureel voorzieningenniveau. Nieuwe (culturele) voor-zieningen zullen een positieve uitwerking hebben op de rest van de binnenstad. Zoals Zuidpoort, het winkel – en woongebied met een nieuw Cultuurplein, waarbij de nieuwe Mediatheek, het grote bioscopencomplex en Theater de Veste met zijn professionele programmering voor de uitstraling zorgen. Aan de stadsranden staan Gelatin en Bacinol.
De eerste is een oude lijmfabriek en deze krijgt een nieuwe bestemming als cultuurcentrum met een industrieel karakter, waarin ruimte geboden wordt aan uitingen van high en low culture in diverse oefen- en opslagruimtes, studio’s, kantoren, een theaterzaal, en een evenemententerrein (podiumkunsten, professionele en amateurkunst, urban culture).

Bacinol, een oud laboratorium van DSM, voorheen Gist Brocades, is een nieuw ontwerpcentrum voor bedrijven op het gebied van architectuur, industrial design en kunst (kunst in de vorm van verscheidende atelierruimten en een expositieruimte). Het  Doelenplein met het Filmhuis Lumen, de architectonisch bijzondere Schuttersstraat, het hotel De Plataan en restaurant Lef toont nieuwe initiatieven op het gebied van de inrichting van het plein en presenteert een mix van nieuwe culturele en vrijetijdsactiviteiten. Het Agathaplein is het museumkwartier met drie gemeentelijke musea (Prinsenhof, Lambert van Meerten en Nusantara) waarin het Prinsenhof gestaag aan een nieuwe museale inrichting werkt om beter aansluiting te vinden bij de huidige publieksbehoeften.

De ervaringen van de huidige Actieplanperiode leren dat binnen het culturele voorzieningen-niveau de professionalisering ten behoeve van (e-) marketing, het gebruik van de nieuwe media, merchandise, sponsorwerving en management versterkt worden. Evenals de profilering van het aanbod, het beter zichtbaar maken van het culturele aanbod.

Er zijn veel kennisinstituten in Delft, meestal gelieerd aan TU Delft en TNO. Vaak hebben ze een broedplaatsfunctie. Kan de broedplaatsfunctie van dit soort type bedrijvigheid de stedelijke cultuur, en kunnen de kennisnetwerken met ruimte voor vernieuwing en verbinding, cultuur in de stad versterken?

 

Drie aspecten uit de S/Z zijn van belang voor het locale cultuurbeleid:

 

Centrumfunctie

Eén zwak punt dat erg opvalt, is de excentrische ligging van de binnenstad ten opzichte van de rest van de stad. Mede versterkt door het ontbreken van een bestuurs-en/of kennis-centrum in de binnenstad. Versterking van die centrumfunctie ligt voor de hand.

Delft is een kansrijke stad. De stad is compact. Alles is daardoor bereikbaar. Er liggen kansen om het werk in de stad te stimuleren. Het aanboren van extra bestedingen door bewoners van de rond Delft gelegen Vinexwijken, kan een kans bieden voor een groter draagvlak van de winkels in de Delftse binnenstad. Ook op het gebied van toerisme zijn dan extra kansen voorhanden in de sfeer van extra culturele activiteiten. Daarnaast is de afronding van infrastructurele projecten een kans voor extra economische ontwikkeling (zoals het Zuidpoortgebied).

 

Participatie

De participatiegraad is in de afgelopen jaren verbeterd maar kan beter. De werkgelegenheid in de stad kan beter. In algemene zin is sprake van een ‘mismatch’ in arbeidspotentieel en arbeidsplekken (de mensen die er wonen, werken niet in Delft en andersom). Wegens het gebrek aan ruimte en voorzieningen zijn in de afgelopen periode een aantal doorgroeiende bedrijven naar elders verhuisd.

Zichtbaar bedrijven via hun netwerken betrekken bij de (cultuur van de) stad bevordert de betrokkenheid bij de stad. De betrokkenheid van de bewoner wordt gezien als een grote kans. De incidentele bezoeker (van bewoner tot bedrijf, van wijk tot jongeren) tot een meer frequenter bezoeker van cultuur in de stad te maken.

Netwerkgerichte cultuur
Cultuur zou meer gebruik moeten maken van innovatieve kennisnetwerken in de stad, dat levert (culturele) ruimte voor experiment en verbinding op, zoals voorbeelden van startende ondernemers, digitale pioniersnetwerken en kenniswijken laten zien.
Het gebruik maken van de professionele vaardigheden binnen de locale netwerken van bedrijven en ondernemers op het gebied van (e-) marketing, management, merchandise en sponsorwerving, ondersteunt de professionalisering van cultuur in de stad.

 

De culturele uitdaging om de zwakke punten uit de S/Z van DOP 2010 te versterken voor de komende periode wordt het koppelen van vraag en aanbod (professionalisering) en de aantrekkingskracht van de stad voor bedrijven ( kennis-  en ondernemersnetwerken) bevorderen door de zichtbaarheid van het cultuuraanbod te vergroten, m.a.w. de culturele profilering van de stad.

 

Op deze wijze kan het nieuwe Actieplan Cultuurbereik 2005 – 2008 een stimulerende bijdrage leveren aan het :

 

De stad treedt op als gastheer (sfeer, gezelligheid en uitstraling), het menu is het stedelijke cultuuraanbod, de ingrediënten komen van het stedelijke decor van organisaties, individuen en culturele plekken. Het keukengerei wordt het Actieplan Cultuurbereik voor de periode 2005 – 2008.

B. Keuzes

Welke prioriteiten kiest u, gezien de uitgangssituatie zoals beschreven onder A., in uw Actieprogramma Cultuurbereik 2005-2008?


Vanuit de drie onder A vastgestelde uitdagingen  kan de hoofddoelstelling voor het Actieplan Cultuurbereik 2005 –2008, namelijk de “versterking v/h cultureel bewustzijn van burgers”,  succesvol gerealiseerd worden. Door twee bestaande en twee nieuwe verbindingen te leggen, versterken we de professionalisering en profilering van cultuur in de stad en vergroten we op deze wijze het cultuurbereik:

  1. Gebruik maken van bestaande resultaten en ervaringen uit het huidige Actieplan Cultuurbereik; de stimulans van een nieuwe cultuurprogrammering in de stad; en de continuering van het cultuur en schooltraject, gezien het grote cultuurbereik in het onderwijs (binnen- en buitenschools).
  2. Nieuwe verbindingen zijn het gebruik van ‘vormgeving’ en ‘kennis – en ondernemersnetwerken’. De profilering of zichtbaarheid van cultuur in de stad kan versterkt worden door de inzet van de Delftse ‘creatieve industrie’ of vormgeving. De professionalisering door de inzet van de expertise uit de kennis-en ondernemers-netwerken.



Ad 1.1.) Cultuurprogrammering (samenwerkingsverbanden t.b.v. het cultuuraanbod)
Wij kiezen voor een voortzetting van de in het huidige Actieplan Cultuurbereik ontwikkelde samenwerkingsverbanden en netwerken via wijkaanpak in de culturele en welzijnssector:

Voortzetting van deze lijn uit het huidige Actieplan 2001 – 2004, in het bijzonder van een ruim en gevarieerd aanbod van podiumkunsten, popmuziek, amateurkunst, cultureel erfgoed, cultuureducatie (o.m. Cultuur en school traject), talentontwikkeling en experiment dient echter zichtbaar en beter benut te worden, bijvoorbeeld door de organisatie van activiteiten, evenementen en locatieprojecten in de (binnen) stad. Gebruik de sfeer en uitstraling van het stedelijke decor.


Ad 1.2.) Cultuur en school (cultuureducatie)

Vanwege de inhoudelijke dwarsverbanden (culturele diversiteit en erfgoed) en het grote cultuurbereik is er bijzondere aandacht binnen het cultuuraanbod voor het Cultuur – en schooltraject. De Cultuur en schoolactiviteiten worden uitgevoerd door de Vrije Akademie (VAK). Via het Kunst- en Cultuurmenu worden alle basisscholen bereikt. Het Kunst- en Cultuurtraject is ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs, waarin leerlingen deelnemen aan activiteiten van culturele instellingen en kunstenaars. Met deze programma's wordt 100% van de Delftse leerlingen van 4 tot 16 jaar bereikt. Cultuurparticipatie binnen voor – en naschoolse opvang via de Brede school is in de huidige planperiode afgerond.Continuďteit en doorstroom staan voorop in de komende periode.

 

Ad 2.1.) Vormgeving (accent op profilering)

 

De zichtbaarheid of profilering van cultuur in de stad draagt o.i. bij tot een groter cultuurbereik. Delft wordt (letterlijk) in beeld gebracht gedurende de periode 2005 – 2008.

 

Die zichtbaarheid kan onder andere gestalte krijgen door de inzet van de Delftse “vorm-geving”   (daarbij aansluitend op landelijke vormgevingsbeleid). Met “vormgeving” wordt een ruime inzet aan culturele uitdrukkingsvormen bedoeld:


Bij het gebruik van vormgeving om de zichtbaarheid van cultuur in de stad te versterken is de symboliek van een stad een belangrijk onderdeel. Het zijn vaak ‘beelden’ die de identiteit van een stad karakteriseren. De symbolen bekrachtigen en ondersteunen datgene wat er gebeurt in de stad.Zulke symbolen kunnen van alles zijn:

§         visuele symbolen (logo’s, vignetten, symbolische beelden als de Oude en Nieuwe Kerk te Delft, het graf van Willem van Oranje, en het ‘blauw’ van Vermeer);

§         markante zich herhalende gebeurtenissen als  festivals (Delft Chamber Music festival,Mooi Weer Spelen);

 

Wij willen stimuleren dat ontwerpers, fotograven, musici, schrijvers en componisten, beeldende kunstenaars die zich manifesteren op de grensvlakken van binnen – en buitenruimtes in Delft, e-marketeers, creatieve ICT-ers, en vormgevers Delft actief in beeld brengen.

 

We richten ons op nieuwe sectoren binnen het lokale cultuurbeleid: de ‘creatieve industrie’ of ‘Delftse vormgeving’ (o.m. designers en vormgevers) en ondernemers- en kennisnetwerken.

De vormgevings-en cultuurproducten worden gebruikt om het cultuurbereik van de inwoners te verbreden, via het stadsmarketingbeleid als promotie voor de regio[1] en als geselecteerde producten die worden opgenomen in de programmering van en de publiciteit voor het festival Licht-op-Delft. Op deze wijze vergroten we o.m. het cultuurbereik doordat bezoekers uit de VINEX-wijken en omliggende centra naar Delft komen.

 

Ad 2.2.) Festival Licht-op-Delft in 2008 (profilering én professionalisering)

 

Vanwege het versterkende effect dat een ‘festival-’vorm op het publieksbereik heeft,

kan een breed en gevarieerd aanbod van ‘high and low culture’, zichtbaar en beter benut worden door de organisatie van activiteiten, evenementen en locatieprojecten op culturele plekken in de stad, zoals bijvoorbeeld Gelatin, Agathaplein, Bacinol, Zuidpoort of Doelenplein. De sfeer en uitstraling van het stedelijk decor wordt op deze wijze optimaal benut.

Deze activiteiten, evenementen of locatieprojecten zijn laagdrempelig, ze versterken de lokale culturele productiefactor, ze zijn aantrekkelijk voor een breed publiek, zowel voor inwoners als bezoekers. Met voldoende uitstraling dragen ze bij tot de zichtbaarheid van cultuur in de stad

 

We willen bij het Actieplan lokale netwerken van ondernemers en kennisnetwerken betrekken met als doel betrokkenen te inspireren, vertrouwd te maken met  ‘cultuurbereik’ in de stad .Van hun management, (e-) marketing & merchandise –expertise hopen we gebruik te maken. Het beleid van de binnenstad en het Actieplan Cultuurbereik zijn nauw met elkaar verweven. Een marktgerichte benadering en communicatie met alle betrokkenen wordt meegenomen in de aanpak.

Juist het koppelen van locale kennis-en ondernemersnetwerken en hun professionele deskundigheid op het gebied van (e-) marketing, merchandise, management en sponsor-werving aan de betrokken culturele organisaties en culturele netwerken zou moeten leiden tot een duurzaam samenwerkingsverband tijdens de Actieplanperiode 2005 – 2008 met als resultaat een vergroting van het cultuurbereik.

Bij een succesvol  engagement van de diverse lokale netwerken voor cultuur in de stad kunnen vervolgens samenwerkingsverbanden worden gesmeed, waarbij sponsors worden betrokken om het Actieplan of onderdelen daarvan te ondersteunen, in het bijzonder zou dat tot uitdrukking kunnen komen tijdens het Festival Licht-op-Delft in 2008.

 

We hopen op deze wijze de ontwikkeling en exploitatie te stimuleren in het jaar 2008 van een festival Licht-op-Delft (op basis van in de periode van het Actieplan Cultuurbereik ontwikkelde inhoudelijke programmering en publieksactiviteiten): profilering en professionalisering van cultuur in de stad komen na 3 jaar in het laatste jaar van het Actieplan Cultuurbereik in dit festival samen tot een maximaal resultaat.

 

Benutting van het potentieel aan podiumkunsten in het bijzonder, het cultuuraanbod en cultuureducatie in het algemeen wordt in 2008 extra ‘belicht’ in het festival Licht-op-Delft.

De basis van het festival zijn de culturele activiteiten, die de actieplanperiode in het jaar 2008 afsluiten. Vanaf 2005 wordt gestart met de voorbereidingen, idee-ontwikkeling door een netwerkgerichte benadering. Vandaar dat naast de overheadkosten voor de gehele periode van het Actieplan, ook voorbereidingskosten voor het Festival in de jaren 2005 t/m 2007 zijn begroot. En van elk jaar worden activiteiten, producten en initiatieven geselecteerd die ook terugkomen op het festival in 2008 en die het cultuurbereik een stevig publieksbasis geven.

 

Doelgroepen en publieksstrategieën
Het cultuurbereik is gebaseerd op drie hoofdgroepen: inwoners[2], werkgevers/investeerders, bezoekers/toeristen.Bij de benadering van deze doelgroepen houden we rekening met recente publieksstrategieën, die op de volgende ontwikkelingen wijzen:


Op de vier culturele verbindingen die de cultuur in de stad versterken, proberen we deze  publieksstrategieën uit.  Die zijn er op gericht om de culturele waarde van de stad Delft op peil te houden en het cultuurbereik te vergroten. Onze conclusie leidt tot het volgende.

Profilering en professionalisering door culturele verbindingen zijn de basis voor het vergroten van het cultuurbereik

 

De culturele verbindingen, cultuureducatie, cultuurprogrammering, vormgeving en een netwerkgerichte festival opzet Licht-op-Delft, zijn de middelen die het cultuurbereik in de stad vergroten. Zet je deze verbindingen in een matrix tegenover de drie culturele uitdagingen uit het DOP 2010, dan wordt de centrale outputdoelstelling om het cultuurbereik versterken, duidelijk:

 

Actieplan Cultuurbereik/
DOP 2010

Centrumfunctie

Publieksparticipatie

Netwerkgerichte cultuur

Cultuurprogrammering

X

X

X

Cultuur en school

 

X
 

Vormgeving

X

X

 

Festival

X

X

X

 

Aan het Actieplan ontleende verhalen worden vormgegeven via kant en klare, wervende presentaties /producten. Hiervan profiteren verschillende doelgroepen, elk op een eigen toepasselijke wijze, Delftenaren en bezoekers van Delft, beleidsmakers en city-marketeers, jongeren en senioren.


Er worden links gelegd tussen eigentijdse cultuur en erfgoed, tussen heden en verleden (naar twee kanten: hoe is het zo gekomen, en: wat was hier vroeger) en tussen de fysieke omgeving (hardware) en de daarachter/-in/-onder schuilende verhalen (software). Twee sterke punten van Delft, namelijk het rijke erfgoed en de Delftse vormgeving, worden ingezet om de zichtbaarheid van cultuur in de stad te versterken

 

De zichtbaarheid van zowel de fysieke omgeving als met name de betrokkenheid  van de gebruiker, inwoner en bezoeker van de stad Delft wordt op deze wijze versterkt.

Cultureel bewustzijn versterken van burgers
door vergroten van zowel het publieksbereik
als actieve participatie in kunst en cultuur

 


 

 

 


 

 


Rol gemeente Delft

Het vakteam Cultuur, Kennis en Economie (CKE) van de gemeente Delft vervult in de realisatie van het Actieplan Cultuurbereik een initiërende, regisserende en faciliterende rol.

Het vakteam CKE wil beleid ontwikkelen op haar deelgebieden cultuur, kennis, economie en citymarketing, dat aansluit bij de wensen en behoeften van die gebruikers en draagt actief bij aan een duurzame ontwikkeling van Delft. Daartoe ontwikkelt het vakteam een strategie die zich baseert op drie hoofdgroepen: inwoners[3], werkgevers/investeerders) en bezoekers, c.q. een strategie voor het Actieplan Cultuurbereik.

C. Outputdoelstellingen  en D. Outputindicatoren

 

Geef een beschrijving van de beoogde meetbare outputdoelstellingen van uw gemeente die voortkomen uit de onder B gemaakte keuzes.

 

 

 
Hoe dragen deze gemeentelijke doelstellingen bij aan het bereiken van de centrale landelijke outcomedoelstelling van het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008?

Welke output-indicatoren horen bij de beoogde outputdoelstellingen en hoe gaat uw gemeente dat meten?

 

Het experiment ‘output’

Het ministerie vraagt om meetbare ‘output’ en dito indicatoren. Cultuurparticipatie kan naast  de kwantitatieve outputdoelstellingen, wellicht ook in de nagestreefde outputdoelen in kwalitatieve zin worden vastgelegd.

Ook dat experiment willen we uitvoeren. Juist, omdat de komende periode 2005 – 2008 een ontwikkelingsproces is van professionalisering en profilering. Dat geldt met name voor de ontwikkeling van de kwantificering (de meetbaarheid), de opzet van monitoring, evaluatie en registratie.

In dit ontwikkelingsproces wordt het beschikbaar stellen van budget voor activiteiten, projecten, festivals en evenementen voor een cultuurprogrammering, het cultuur en school traject, vormgeving en de netwerkgerichte cultuur voor het festival Licht-op-Delft ook afgewogen aan één of meer (kwalitatieve) ‘cultuurbereik-competenties’:

§         het gebruik van nieuwe media wordt ter bevordering van cultuurbereik ingezet;

§         het betreft de ontwikkeling van culturele initiatieven, van idee tot uitvoering;

§         de activiteiten een mengvorm kunnen opleveren van ‘high and low culture’;

§         de activiteiten of projecten registreren de artistieke uitkomst en/of het cultuurbereik en gaan vergezeld van monitoring en evaluatie.

 


Outputindicatoren (jaarlijks)
                                              

1.Cultuurprogrammering
Wij willen jaarlijks Є 80.000,- beschikbaar stellen voor

Het wordt afgemeten aan een specifieke programmering voor het Actieplan Cultuurbereik ten behoeve van het nieuwe aanbod. De indicatoren in 2008 hebben betrekking op

-aantal presentaties/verhalen/uitvoeringen

-aantal samenwerkingsverbanden/netwerken

-aantal actief en passief deelnemende participanten en bezoekers

-aantal deelnemende kunstdisciplines


2.C
ultuur en school
Wij willen jaarlijks Є 30.000,- beschikbaar stellen voor het Cultuur en school traject:

Primair Onderwijs

Voortgezet Onderwijs

Brede School

Indicatoren:

Aantal deelnemende scholen Basis-  en speciaal onderwijs  30 (39 locaties) VO 3 scholengemeenschappen en 1 speciaal VO

Aantal leerlingen (binnen- en buitenschools) Basis- en speciaal onderwijs 8321 (peildatum 1 okt. 2003) VO basisvorming ± 5000 leerlingen

Aantal deelnemende culturele instellingen: 21

 

3.Vormgeving
Wij willen jaarlijks Є 20.000,- beschikbaar stellen voor het zichtbaar maken van de ‘stad’  voor Delftenaren, scholen en bezoekers van Delft:

Het nut van de vormgevings-/cultuurproducten voor het festival Licht-op-Delft in 2008 is een belangrijk selectiecriterium. Uiteindelijk wordt een selectie daarvan in 2008 gebruikt voor het festival Delft-In-Beeld. Ook worden deze vormgevings-en cultuurproducten gebruikt ter ondersteuning van of als onderdeel van de cultuurprogrammering en in de stadsmarketing van cultuur in Delft en in de regio.

Indicatoren:

-aantal opdrachten die zijn verstrekt

-aantal cultuur-/vormgevingsproducten

-aantal cultuur-en vormgevingsproducten dat gebruikt is in de (geschreven en nieuwe)
 media ter vergroting van het cultuurbereik in Delft en in de regio.

 

4. Licht-op-Delft

Wij willen jaarlijks Є20.000,- beschikbaar stellen

§         50% (=Є10.000,-.) van dit budget voor het koppelen van jaarlijks minimaal drie lokale netwerken (van culturele, Brede School, digitale, amateurkunst- tot kennis- en ondernemersnetwerken) aan het actieplan in de stad gedurende de periode 2005 – 2008 en specifiek aan het festival Licht-op-Delft ten behoeve van de idee-ontwikkeling. Het resultaat van deze bijeenkomsten is jaarlijks een netwerkgerichte activiteit in het kader van de voorbereidingen voor het festival. Ook zal er budget worden gereserveerd voor activiteiten uit het Actieplan in de periode 2005 – 2008, die als programma-onderdelen van het festival in 2008 worden opgevoerd.

§         50% (= Є10.000,-.) van dit budget wordt jaarlijks gebruikt als overhead voor de gehele periode en als voorbereidingskosten voor het festival Licht-op-Delft in 2008,
o.m, communicatie- en (e-) marketingactiviteiten, monitoring, registratie,onderzoek en honoraria Visitatoren.


Indicatoren zijn

-het aantal samenwerkingsverbanden/netwerken dat is betrokken bij het Actieplan Cultuur-
 bereik en participeert in het festival Licht-op-Delft.
-aantal bezoekers festival Licht-op-Delft

-het aantal activiteiten/programma-onderdelen binnen het festival.

De vier verbindingen – cultuurprogrammering, cultuureducatie, vormgeving, het festival Licht-op-Delft via een netwerkgerichte benadering-   vergroten het cultuurbereik in de stad en het geheel is qua cultuurbereik meer dan de som der delen. Juist, vanwege de onderlinge samenhang:

§         ‘vormgevingsproducten’ belichten de cultuurprogrammering,

§         de cultuurprogrammering wordt versterkt door cultuureducatie,

§         en allen vormen de opmaat naar het festival Licht-op-Delft.

Monitoring, evaluatie en visitatoren

 

Vervolgens zal om de centrale doelstelling “versterken cultureel bewustzijn” te toetsen in het jaar 2008 worden gemeten of Delftenaren zich bewust zijn of er nieuwe culturele activiteiten in het kader van het Actieplan Cultuurbereik plaatsvinden en of ze deze activiteiten bezocht hebben. Dit gebeurt via de reguliere publieksonderzoeken en panels van het gemeentelijk vakteam Statistiek en Onderzoek.
Voor de vier genoemde cultuurverbindingen zal verslaglegging per project of activiteit voorwaarde zijn binnen het beschikbaar stellen van het budget.

In het jaar 2007 zal een (tussentijdse) evaluatie plaatsvinden die mogelijk tot inhoudelijke wijzigingen en herverdelingvan budgetten kan leiden. Deze evaluatie zal aan de gemeenteraad worden aangeboden.

Naar analogie van de Visitatiecommissie in de huidige Actieplanperiode, willen we voor het komende Actieplanperiode ‘Visitatoren’ instellen. Deze individuele kunstenaars, journalisten en wetenschappers maken jaarlijks hun (kwalitatief) verslag op basis van de gerealiseerde culturele activiteiten en genoemde outputindicatoren.

Op deze wijze leveren zij ook hun ‘culturele dimensie’ aan de versterking van het ‘cultureel bewustzijn’ van de burger, hun verslagen zijn toegankelijk, openbaar en leesbaar of gevisualiseerd. De informatie die zij leveren is ten allen tijden relevant voor het volgen van de doelstelling, zodat de informatie de resultaten voldoende afdekt

Kortom, het Actieplan 2005 – 2008 maakt gebruik van het stedelijke decor, visualiseert de stad, legt nieuwe verbindingen, nodigt lokale netwerken uit actief te participeren

 

MeerjarenBegroting 2005 – 2008 (inclusief matching)
x1000 euro

 

 

 

 

 

 

 

 

A.  Begroting

 

 

 

 

 

 

Outputdoelstelling

 

 

2005

2006

2007

2008

Cultuurprogrammering

 

 

 

80

80

80

80

Cultuur en school

 

 

 

30

30

30

30


Vormgeving

 

 

 

20

20

20

20

Festival Licht-op-Delft[4]

 

 

 

20

20

20

20

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

-

-

-

-

 

 

 

 

-

-

-

-

 

 

 

 

 

 

 

 

B.  Dekking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2005

2006

2007

2008

 - bijdrage OCenW

 

 

75

75

75

75

 - matchingsbijdrage         
   gemeente

 

75

75

75

75

 

 

 

 

150

150

150

150

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting

Ad A   

De beschrijving van de lokale/provinciale situatie hoeft geen uitputtende analyse van de culturele infrastructuur te zijn, maar geeft een kort overzicht van de stand van zaken in uw gemeente of provincie, toegespitst op de centrale landelijke doelstelling van het actieplan.

Hierbij kunt u gebruik maken van de sterkte-zwakte analyse uit uw Programma Cultuurbereik 2001-2004 en deze aanpassen aan de huidige situatie. Betrek bij uw analyse ook mogelijke andere relevante factoren als bevolkingssamenstelling, geografische ligging en relevant geachte ontwikkelingen op aanpalende terreinen (bijvoorbeeld welzijn, ruimtelijke ordening, toerisme, onderwijs).

 

De beschrijving  geeft in ieder geval antwoord  op de volgende vragen:

·         Hoe is het gesteld met het stedelijke of provinciale culturele leven in het licht van de centrale outcomedoelstelling van het Actieplan (gebruik hierbij indien mogelijk de vorige sterkte-zwakte analyse)?

·         Wat doet u er tot op heden aan om het culturele leven (cultuurbereik)  te bevorderen en hoe effectief en efficiënt zijn die inspanningen (noem hierbij de ervaringen met het Actieplan in de afgelopen periode)?

·         Welke kansen en bedreigingen (externe ontwikkelingen) doen zich voor of zijn te verwachten die het culturele leven kunnen beďnvloeden?

·         Welke consequenties trekt u hier uit ten aanzien van prioriteiten en speerpunten voor de komende vier jaar (verder uit te werken in onderdeel B)?

Ad B   

De keuzes die een gemeente of provincie maakt binnen de centrale landelijke

outcomedoelstelling moeten worden beargumenteerd op basis van de onder A beschreven

lokale/provinciale situatie, en uitmonden in de onder C beschreven lokale/provinciale

outputdoelstellingen. Zoals in het beleidskader aangegeven is de keuze van bijvoorbeeld

doelgroepen of sectoren vrij, mits beargumenteerd vanuit de eigen context. Dit geldt ook

voor de andere aanbevelingen, zoals het opnemen van cultuureducatieve activiteiten,

samenwerking tussen sectoren binnen en buiten het cultuurbeleid en samenwerking tussen

overheden. Wanneer een gemeente of provincie hiervoor kiest kan dit onder B worden

aangegeven en worden toegelicht.

 

Bij wijze van handreiking: de centrale landelijke doelstelling bevat twee elementen:

·         het vergroten van het maatschappelijk rendement van (bestaande) culturele publieksvoorzieningen (instellingen, accommodaties, gezelschappen, collecties), bijvoorbeeld door meer publiek of deelnemers te trekken, door een hogere bezoek- of deelnamefrequentie van het huidige publiek en door meer efficiency en samenwerking

·         het bevorderen van nieuwe cultuuruitingen, inclusief de belangstelling daarvoor

 

Dat betekent dat u zich kunt richten op rendement van bestaande voorzieningen of juist kunt kiezen voor nieuwe locaties en makers, u kunt kiezen voor verbetering van het bestaande aanbod of juist (ver)nieuw(end) aanbod, u kunt zich richten op bestaand publiek of juist nieuwe deelnemers en bezoekers trekken. Door deze factoren te combineren maakt u een keuze voor een (of meer) eigen outputdoelstelling(en) en daarmee een eigen aanpak. De doelstellingen moeten passen binnen de centrale landelijke outcomedoelstelling en terug te leiden zijn tot de onder A beschreven eigen situatie.

 

Ad C   

Het gaat hier om een vertaling van de centrale outcomedoelstelling van het Actieplan

Cultuurbereik 2005-2008, te weten “Het cultureel bewustzijn van burgers versterken door

het vergroten van zowel het publieksbereik als de actieve participatie in kunst en cultuur”,

naar meetbaar omschreven beoogde outputdoelstellingen in de lokale of regionale context.

Het moet aannemelijk zijn dat deze doelstellingen bijdragen aan het realiseren van de

centrale outcomedoelstelling. De outputdoelstellingen komen voort uit de onder B gemaakte

en beredeneerde keuzes en prioriteiten.

Ad D   

De outputdoelstellingen onder C zijn als het goed is al meetbaar (‘smart’) geformuleerd. Hier

is het de bedoeling dat u aangeeft welke gegevens (kwalitatief of kwantitief) u gaat

verzamelen om het al dan niet realiseren van deze doelstellingen te meten.  Indien mogelijk

geeft u ook aan hoe u deze gegevens wil gaan verzamelen. Voorbeeld van een

outputindicator: het aantal scholen dat een samenwerkingsverband met één of meer

culturele instellingen is aangegaan.

 

 

 

Mocht u naar aanleiding van het formulier vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met H&S Adviseurs, te bereiken via telefoonnr. 0478-551699 of hs@hs-adviseurs.nl.

Uw aanvraag kunt u richten aan:

Staatssecretaris Medy C. van der Laan

Ministerie van OCW

Postbus 16375

2500 BJ Den Haag

 



[1] (van VINEXwijken/ omliggende centra als Ypenburg,Nootdorp, Pijnacker, Den Hoorn,Delfgauw, Honselerdijk, Kwintsheul,Maasdijk,Naaldwijk,Rijswijk,Schipluiden,de Strijp,Wateringen, Wateringseveld)

 

[2] (inclusief raakvlakken met onderwijsinstellingen, cultuureducatie (BO/VO i.s.m. VAK), Brede school
   en WO, d.i. architectuur – industrieel ontwerpnetwerken TU Delft).

[3] Met inbegrip van onderwijsinstellingen (BO/VO/WO) en Brede school

[4] communicatie & publiciteit, voorbereidingskosten, incl. overhead periode 2005 – 2008 als monitoring, registratie,outputmeting;accountantverklaring; honoraria Visitatoren.