Bijlage 2: Uitwerking handhavingsbeleid Gevelreclame

1. Handhavingsbeleid ten aanzien van gevelreclames

Het inhoudelijk beleid van de Gemeente waaraan gevelreclames moeten voldoen is vastgelegd in de nieuwe reclameverordening 2005, de Welstandsnota die door de Gemeenteraad is vastgesteld op 27 mei 2004, en de gedeeltelijke herziening van de Welstandsnota voor gevelreclames. Een van de kernpunten daarin is dat niet meer gewerkt wordt met een stelsel van vergunningverlening voor gevelreclames.Toetssteen zijn de welstandscriteria.

De welstandscriteria voor gevelreclames zijn vastgelegd in de Welstandsnota. Ze hebben betrekking op formaat, kleurgebruik, aantal etc.. Om een zo hoog mogelijke naleving van deze criteria te realiseren, is het belangrijk dat de eisen waaraan voldaan moet worden, duidelijk worden gecommuniceerd met burgers, bedrijven en instellingen. Op deze manier weet ieder waar de grenzen liggen en waar men zich aan moet houden met betrekking tot de vormgeving van- en uitingen door middel van gevelreclames. Om naleving verder te verhogen is het van belang handhaving zo concreet en duidelijk mogelijk invulling te geven.

Het handhavingsbeleid van de gemeente Delft met betrekking tot de hier voorgestelde nieuwe reclameverordening en gedeeltelijke herziening van de welstandsnota concentreert zich op twee elementen:

1. Preventieve handhaving in de vorm van toezicht en controle.

Doel van deze fase van toezicht en controle is na te gaan of de bestaande gevelreclames passen in het door de Gemeente geformuleerde welstandsbeleid aangaande gevelreclames. Deze toezicht en controle krijgt vorm door middel van een jaarlijkse inventarisatie.In deze jaarlijkse inventarisatie wordt de stand van zaken van de aanwezige gevelreclames opgenomen.Dit gebeurt zowel binnen het gebied van het beschermd stadsgezicht als daarbuiten. Deze inventarisatie wordt uitgevoerd met behulp van digitale fotografie. Concrete gegevens, zoals aantallen en afmetingen worden vastgelegd.

2. Repressieve handhaving in de vorm van het opleggen van sancties op geconstateerde afwijkingen. Wanneer bij de jaarlijkse inventarisatie blijkt dat er sprake is van afwijkingen ten opzichte van het geformuleerde beleid, zal er repressief worden opgetreden. Of wordt voldaan aan deze criteria, wordt vastgesteld door de Commissie voor Welstand en Monumenten. Ambtelijke toetsing kan in eerste instantie plaatsvinden op basis van zogenoemde sneltoetscriteria, zoals deze worden opgenomen in de Welstandsnota. Optreden vindt plaats hetzij op basis van artikel 19 of artikel 40 (beschermd stadsgezicht) van de Woningwet of op basis van de reclameverordening. Het optreden gebeurt aan de hand van de standaard procedures, zoals deze worden gehanteerd door Bouw- en Woningtoezicht.

2. Handhavingsbeleid ten aanzien van gevelreclames aangebracht vóór 1 januari 2005

In het kader van de totstandkoming van de reclameverordening en het reclamebeleid 2000 is destijds besloten dat alle vergunningen kwamen te vervallen. De periode 2000-2003 zou gebruikt worden om de bestaande gevelreclames te laten voldoen aan de nieuwe eisen. Daartoe was een subsidieregeling tot 1-1-2003 van kracht. Van deze subsidieregeling is overigens slechts beperkt gebruik gemaakt. Voor 1 januari 2003 moesten alle reclames die niet voldeden aan de nieuwe regeling zijn verwijderd of vervangen.

Met de totstandkoming van deze nieuwe reclameverordening per 1 januari 2005 is door het College besloten de repressieve handhaving op de vóór 1 januari 2005 aangebrachte gevelreclames te beperken tot die gevelreclames, die bestempeld kunnen worden als flagrant strijdig met de per 1 januari 2005 geldende criteria. Als algemeen uitgangspunt geldt daarbij dat reclame in de hiërarchie van waarneming altijd ondergeschikt moet zijn: eerst trekken het pand en/of de gevelwand de aandacht, dan pas reclame; het mag nooit andersom zijn.

Concreet gaat het om:

- grove verstoring van de gevelcompositie

- aantallen en formaat

- extreem kleurgebruik

In de bijlage zijn deze criteria nader uitgewerkt. Opgetreden kan worden zowel tegen bedrijven en instellingen die over een vergunning beschikken, maar zich niet aan de bepalingen hebben gehouden en tegen degene die niet over een vergunning beschikken.

In 2005 wordt een inventarisatie gemaakt van de dan aanwezige gevelreclames. Of er sprake is van een gevelreclame die als flagrant strijdig bestempeld kan worden, wordt bepaald door de Commissie voor Welstand en Monumenten. Repressief optreden vindt plaats op basis van de geldende procedures binnen Bouw- en Woningtoezicht.

Wanneer bestaande gevelreclames worden vervangen door nieuwe gevelreclames, dan zullen deze laatste uiteraard moeten voldoen aan de op dat moment geldende welstandscriteria.

BIJLAGE: Criteria met betrekking tot gevelreclames aangebracht vóór 1 januari 2005

De hieronder genoemde criteria worden gebruikt om te bepalen of er handhavend zal worden opgetreden:

§ na 2000 aangebracht

§ geen vergunning aanwezig of aangevraagd

§ grove verstoring van gevelcompositie

§ aantal en formaat duidelijk overschreden

§ extreem kleurgebruik

Algemeen uitgangspunt

Reclame moet in hiërarchie van waarneming altijd ondergeschikt zijn: eerst trekken het pand en/of de gevelwand de aandacht, dan pas reclame; het mag nooit andersom zijn.

Nadere uitwerking:

A. Grove verstoring gevelcompositie

(plaats en maat in de gevel)

Niet goed als reclame:

- concurreert in maatvoering met maatvoering van de gevelcompositie en/ of van individuele gevelopeningen (zie ook onder C);

- gevelopeningen verdekt;

- architectonische opbouw van het geheel verstoort (b.v. vormt breuk tussen pui en daardoor gedragen gevel) of onderdelen (b.v. loopt door over middenstijlen van pui)

B. Kleurgebruik

(toegevoegde eigenschap reclame)

niet goed als kleur:

- sterk contrasteert met de oorspronkelijke kleuren gevel;

- zodanig is dat reclame beeldoverheersend wordt over het pand;

- zodanig is dat reclame beeldoverheersend wordt over de gevelwand

C. Aantal en formaat duidelijk overschreden

(maatvoering in relatie tot gevel en situatie)

maatvoering beschouwen:

- In relatie tot maat stedelijke ruimte (smalle steeg, straat vs. breed plein, gracht);

- In relatie tot maat individuele pand (breedte en hoogte) (zie ook 1);

- In relatie tot maatdifferentiatie gevelwand (gevarieerde perceelbreedten, of overwegend kleinschalig, of overwegend grootschalig)

Aantal niet goed als:

- er verbrokkeling van gevelbeeld ontstaat (zie ook onder A)