Inleiding

In 2001 heeft het College van B&W in het kader van de percentageregeling een bedrag van € 226.500,- vastgesteld voor kunst en cultuur rond Zuidpoort. Hiervoor is in oktober 2001 een notitie gemaakt: Aanzet Beeldende Kunst Zuidpoort. In deze notitie werd kort aangegeven wat de mogelijkheden in het gebied zijn en welke combinaties er met hedendaagse beeldende kunst en informatievoorziening te maken zijn.

 

Voorstel Advies Commissie Beeldende Kunst

Het Cultuurplein bevat een Mediatheek, een bioscoop, een discotheek en een theater. In deze gebouwen kunnen bezoekers de verbeelding opzoeken; een film of een toneelstuk bekijken, boeken en tijdschriften bekijken of surfen op internet.

De echte uitdaging in Zuidpoort ligt in het tot stand brengen van nieuwe vormen van verbeelding, het benadrukken van de andere kant van betekenis of het teweegbrengen van een onverwacht moment voor de vele bezoekers en passanten. Dit zal niet het kunstwerk op zich zijn, maar iets dat zal worden herkend in zijn uitwerking, in zijn vermogen om de kijker iets onverwachts te laten beleven.

 

Brainstorm

Het vakteam CKE en de ACBK hebben een brainstorm georganiseerd met een aantal deskundigen ter bespreking van de diversiteit aan mogelijke toepassingen van  beeldende kunst in het Zuidpoortgebied. Naast de leden van de ACBK, Aris de Bakker, Maryan Geluk en Inge van Haastert, waren de deelnemers: Heiner Holtappels (directeur Montevideo, Time Based Arts, Amsterdam), Leen van Duin (Hoogleraar Bouwkunde TU, Delft), Han Goan Lim (beeldend kunstenaar, Rotterdam), Roy Cerpac (beeldend kunstenaar, conceptontwikkelaar, Amsterdam), Theo Jansen (beeldend kunstenaar, Delft) en Jorien Kaper van Vakteam CKE.

Naar aanleiding van deze brainstorm zijn twee studie-opdrachten geformuleerd en 20 namen van kunstenaars genoemd. Uit de opgevraagde documentatie heeft de ACBK twee kunstenaars gekozen: Esther Polak voor studie-opdracht 1 en Germaine Kruip voor studie-opdracht 2.

 

Na de presentatie van de kunstenaars aan het projectteam Zuidpoort, hebben Esther Polak en Germaine Kruip op 13 januari jl. hun plannen gepresenteerd aan het College. Van deze kunstenaars zijn de voorstellen als bijlagen bijgevoegd.

 

Samenvatting studieopdrachten beeldende kunst Zuidpoort

 

Studieopdracht 1

Onderzoek naar interactie van bewegingen

Dagelijks zullen vele Delftenaren het Cultuurplein bezoeken, zowel overdag als ’s avonds. Zijn er via de beeldende kunst bewegingen die de bezoekers en passanten afleggen te volgen of virtuele bewegingen te stimuleren?

Zijn er mogelijkheden tot het ontwikkelen van interactieve systemen tussen het  aanbod op het cultuur- en winkelplein en het publiek?

Is er zo avontuur mogelijk? Dag- en nachtbewegingen in het centrumgebied. Gedragingen, façades, camouflage, reclame, volume

 

Voorstel kunstenaar: Esther Polak (1962)

Vorig jaar heeft zij de combinatie van wandelen, kijken en denken omgezet in een project in Amsterdam. Het Gemeentearchief organiseerde toen een overzichtstentoonstelling van oude en nieuwe kaarten van Amsterdam. Esther Polak heeft in opdracht van het Gemeentearchief Amsterdammers zelf de kaart van hun stad te laten tekenen door hen een GPS  mee te geven en zo hun loopbewegingen te volgen. Gezamenlijk tekenden de deelnemers de meest recente kaart van Amsterdam: een dagboek in sporen.

 

Studieopdracht 2

Onderzoek naar licht als volume

De smalle straat van 11 meter lang en 7 meter breed tussen de twee grote gebouwen van de bioscoop en het theater in geeft intimiteit, maar is ook donker. Daarom wil de ACBK een kunstenaar uitnodigen een ruimtelijke “lichtstraat” als volume te ontwerpen tussen het theater en de bioscoop. Als autonoom lichtvolume of als overstijgend lichtontwerp, waarin ook de bioscoop en het theater functioneren. Zo kan een ‘vervaging’ van binnen-buitenruimte van de complexen met de tussenliggende straat het publiek steeds opnieuw interactief  betrekken bij de plek. Het ‘volume’ kan ook gedurende de avond van inhoud, boodschap, sterkte of kleur veranderen.

 

Een integratie van binnen-/buiten, sfeer licht, reclame, interactie van publiek en/of uitwisseling. Uitbreidingen onderzoeken richting cultuurplein en winkelplein en zo een vanzelfsprekende verbinding of routing tot stand  brengen, zal de bezoeker op een ander denkniveau aanspreken. Is hier avontuur mogelijk met het publiek?

 

Voorstel kunstenaar: Germaine Kruip (1968)

Een kunstenaar die zowel met licht als met elementen uit het theater werkt. Zowel voor theatergroepen (oa. Mug met de Gouden Tand) als grote musea (het Friedrichianum in Kassel en het Stedelijk Museum in Amsterdam).

 

Voorstel:

- Kunstenaar Esther Polak een definitieve opdracht te verstrekken om bij de opening van Zuidpoort (planning: maart 2005) het openingsevenement “Luidt Zuidpoort” uit te voeren en hiervoor € 50.000,- te onttrekken aan het budget percentageregeling beeldende kunst Zuidpoort.

- Kunstenaar Germaine Kruip het voorlopig lichtontwerp verder te laten uitwerken (definitieve begroting, technisch plan, virtuele maquette en onderhouds- en beheersplan lichtontwerp) en hiervoor € 2.000,- te onttrekken aan het budget percentageregeling beeldende kunst Zuidpoort.

Het nader uitgewerkte voorstel met begroting komt eind april terug in het College.


Bijlage 1: Voorstel Esther Polak

Luidt Zuidpoort

Klokkenregen en wandelzang in een nieuw stadsgebied

Een samenwerking tussen 

componist Huba de Graaff

en

beeldend kunstenaar Esther Polak

In opdracht van de Gemeente Delft

Ter gelegenheid van het nieuw op te leveren stadsgebied Zuidpoort.

uitvoering:  voorjaar 2005

Luidt Zuidpoort!!!                                                      
Klokkenregen en wandelzang in een nieuw stadsgebied

 

Het begin

Kunstenaar Esther Polak is al enige jaren gefascineerd door de autobiografie “Touching the rock” van John Hull.  Deze man is op vijfenveertigjarige leeftijd langzaam blind geworden en beschrijft in zijn autobiografie hoe het voor hem is om de wereld te leren kennen via geluid. Op een zekere dag staat hij mijmerend in zijn tuin. Hij kent alle hoekjes, de planten, het gras, het pad, de schutting. Maar zolang hij op één plaats blijft staan en de dingen geen activiteit vertonen, zijn ze voor hem niet aanwezig.

Dan begint het plotseling te regenen. Alle oppervlakten worden aangeraakt door de druppels. Het gras, de tegels, de zinken gieter, alles heeft zijn eigen klank en het gehele concert toont het tafereel van de tuin. Voor het eerst sinds jaren ziet hij zijn tuin weer voor zich als een totaallandschap. 'Oh' denkt Hull, “regende het maar eens in de kamer. Dan zou ik die ook in zijn geheel kunnen ervaren”.

 

Deze geluidservaring is uitgangspunt van het hieronder beschreven project voor de nieuwe buurt Zuidpoort. 

 

Als we een nieuw huis betrekken is één van de eerste dingen die opvallen de nog onbekende akoestiek en vreemde geluidspatronen. Het nieuwe is er aan af te horen. De deur van de buren, de ijskast die aanslaat, de manier waarop het voorbijkomend verkeer hoorbaar is, al deze geluiden vallen bij uitstek op in een nieuwe omgeving. Na enige tijd worden de geluiden bekend, en verdwijnen in de achtergrondruis van vertrouwdheid. Is een nieuw stuk stad pas werkelijk ‘eigen’ als we het hebben kunnen inluisteren? Het project Luidt Zuidpoort heeft de ambitie dit mogelijk te maken.

 

Karakteristieken van de locatie

In het stedenbouwkundig plan is er voor gekozen een plek te creëren met een binnenstad-karakter. Zuidpoort is daarmee een ‘nieuw’ stuk oude stad.

 

In het stedenbouwkundig plan zijn opvallend verschillende ruimtes gecreëerd, letterlijk en figuurlijk op drie verschillende niveau: De parkeergarage, het maaiveld en het verhoogde maaiveld. Al deze niveaus hebben hun eigen akoestiek. Dezelfde geluidsbron zal op iedere plek een ander geluid opleveren en daarmee wordt het mogelijk de eigenheid van verschillende plekken hoorbaar te maken.

 

Voor Zuidpoort in Delft wil Esther Polak samen met componist Huba de Graaff dan ook een akoestisch openingsevenement realiseren: waarbij de buurt wordt ingewijd met een overweldigende regenbui van geluid, die de karakteristieken van de verschillende ruimtes zo veel mogelijk uitbuit en beleefbaar maakt.

 

Hierbij ontstaat een mix tussen concert, wandeling en ruimte-ervaring.

 

De link met de binnenstad zal duidelijk voelbaar gemaakt worden, maar ook de veelzijdigheid en bedrijvigheid van Zuidpoort komt aan bod.

 

Het uitbuiten van de mogelijkheden

De compositie wil (in navolging van Robert Maconie, zie bijlage) van de drie lagen in de geluidsruimte uitgaan: de verte, de menselijke maat en het detail.

De verte zal hoorbaar gemaakt worden in een beweging vanuit de oude stad, tot het nieuwe gebied:  De klokken van Oude en Nieuwe Kerk klinken aan het begin van het wandelconcert in de verte. Het ruimtelijke klokkengelui komt als een geluidsgolf van klokkenspel: steeds dichterbij, via ijskarren, antieke brandweerwagen, reclame oproepwagens, voorbijkomende fietsbellen, koeie/paardetuig klokjes, deurbellen in sommige huizen waarvan de ramen openstaan en het bellen van een mobiele telefoon. Uiteindelijk krijgen de klokken een menselijke nabijheid, (het tweede niveau) doordat het koor dat over het Zuidpoortterrein loopt kleine klokjes met zich meedraagt. Op dat moment zet het koor in (versterkt met drie solozangers),  met een gezongen beschrijving van de plek, overgaand in een gezongen beschrijving van de route. Koor en publiek gaan op pad om Zuidpoort auditief te verkennen. Onderwijl komen ze verschillende soorten geluiden in verschillende akoestische omgevingen tegen. Dan klinkt, weer uit de verte, het opvallende carillon van Boudewijn Zwart dat, als ware het afgedaald uit een toren, nu een tocht maakt door Zuidpoort, om de nieuwe ruimte letterlijk in te luiden. Het carillon wordt voortgetrokken door paarden, een referentie aan het historische karakter van Delft. Onderweg worden de klanken van het samenspel tussen koor en carillon aangevuld en zo nu en dan ook subtiel verstoord door allerlei dagelijkse geluiden van stedelijkheid. Hiermee doet het derde geluidsniveau zijn intrede: kleine schijnbaar toevallige stedelijke geluidselementen. De Graaff en Polak maken hiertoe gebruik van kassageluiden, winkelomroepen (kortingen), rinkelende kopjes horeca, vuilnisophaaldienst, geluid van ‘einde pauze’ in De Veste, een pizzakoerier, ijscokar, blaffende honden en veel open ramen: huilende baby’s, stofzuigers, (af)wasmachines,  afwasgekletter, deurbellen/telefoons, boormachines, klusgeluiden... en een luid telefoon-gesprek in het Arabisch...

 

Het totale openluchtconcert zal ongeveer 45 minuten gaan duren. Naast het realiseren van deze compositie schrijft Huba de Graaff een compositie voor de voorslag van het Carillon van de Nieuwe kerk te Delft. De compositie vormt een integraal onderdeel van het eenmalig concert, maar zal hieraan voorafgaand, en na afloop als autonome compositie hoorbaar zijn gedurende een totaal van ten minste 6 maanden. Deze compositie blijft beschikbaar voor de Nederlandse beiaards. Tevens zal de compositie voor zang zo uitgeschreven worden dat zij voor de vele Delftse zangkoren beschikbaar blijft als uniek repertoire.

Een GSM ringtone die als speciaal onderdeel van dit concert wordt gerealiseerd, zal voor het publiek te downloaden zijn via de website van de gemeente Delft.

 

Het carillon als leidend instrument

De keuze voor het carillon is gebaseerd op twee aspecten: de cultuur-historische betekenis van het instrument als muziek van de openbare ruimte met een ver teruggaande geschiedenis, en een technisch-akoestische, als instrument met een grote ruimtelijke potentie.

Daarmee is het instrument in staat een link te leggen met de oude stad en zijn historie, en in staat de ruimtelijkheid van Zuidpoort te onderzoeken.

De oude stad is akoestisch steeds aanwezig op Zuidpoort in de vorm van de klokken en het carillon van de Oude en Nieuwe Kerk. Het carillon van de Nieuwe Kerk speelt gewoonlijk iedere 15 minuten een vaste melodie, die ingeprogrammeerd (gestoken) is op een ‘trommel’. (Dit is eigenlijk één van de eerste vormen van digitale informatieopslag). Deze melodie wordt tot op de dag van vandaag ieder half jaar gewijzigd. De Stadsbeiaardier van Delft, Henk Groeneweg, is benaderd en heeft zijn medewerking toegezegd. Door de, voor dit concert speciaal gecomponeerde melodie op de trommel te steken. Deze melodie zal een integraal onderdeel uitmaken van het eenmalige wandelconcert op Zuidpoort. Omdat de trommel maar één keer per half jaar gestoken wordt, zal deze melodie ook na het concert nog maanden te horen zijn. Het concert echoot dan, op deze manier, nog een tijd na.

Voor de realisatie van de carillonuitvoering is contact gezocht met Boudewijn Zwart, stadsbeiaardier in verschillende steden, onder andere de Westertoren in Amsterdam en de Grote Kerk in Dordrecht. Hij heeft in eigen beheer een mobiel carillon ontwikkeld, dat op maaiveldniveau door het gebied kan bewegen, maar ook de parkeergarage in en uit kan rijden. Het verhoogd maaiveld zal alleen voor het geluid van het carillon toegankelijk zijn.    

Naast de poëtische betekenis die het carillongeluid heeft, biedt het ook goede technische mogelijkheden om de ambitie van het project waar te maken: Het beluisterbaar maken van de verschillende ruimtes. Denkend aan het verhaal van John Hull over de regen die de ruimte hoorbaar maakt, zijn De Graaff en Polak op zoek geweest naar een middel om zoiets voor niet-blinden beleefbaar te maken. Het carillon is als instrument zeer gevoelig voor akoestische effecten en onderzoek te doen naar de verschillende eigenschappen van galm, echo en Doppler-effect, en is daarmee akoestisch -technisch een zeer interessant instrument om ruimtelijke verkenningen mee uit te voeren.

De keuze voor het (studenten)koor
Tijdens het onderzoek naar de locatie is gebleken dat Delft in 1928 het toneel is geweest van een spectaculair openlucht evenement, waarbij gebruik is gemaakt van muziek en lichteffecten. Wij proberen met ons evenement aan te sluiten in deze traditie. Gebruikmaking van de Delftse (studenten)koren is dan een logische stap.

Het carillon krijgt als tegenhanger de menselijke stem. In tegenstelling tot een carillon draagt de menselijke stem niet ver. Toch heeft juist ook zang een lange traditie als muziek van de openbare ruimte. Huba de Graaff heeft gekozen voor amateur (studenten)koor versterkt met enkele professionele zangers. De stemmen zullen de routebeschrijvingen zingen en de tijdsritmes in geluid benadrukken. Zo krijgt de tekst een logische, maar tegelijk lichtelijk hilarisch verband met de locatie. (zie bijlage 1 librettoschets) Het koor krijgt een dubbele functie: koorleden lopen tussen/met het publiek mee, zingen de routebeschrijving, maar geven deze ook aan door hun fysieke begeleiding. De tekst zal ook een functie krijgen als ruimtelijke oriëntatie tijdens de herbeleving in de stiltekamer van de TU.

De keuze voor een eenmalig evenement

De ambitie van het project is het realiseren van een werkelijk nieuwe akoestische geluidservaring. Het project wil, vergelijkbaar met het helikopter project van Stockhauzen, of het ruimtelijke carillon project van Peter Schat zeer tot de verbeelding spreken. Ons inziens werkt dat effect het sterkst bij een eenmalige uitvoering, wat het project een uniek karakter geeft.

 

Publiciteit

Het plan staat of valt bij een goed publieksbereik. Het zal bij voorbaat moeten rondzingen. ook hierbij willen wij ons richten op drie niveaus: de inwoners van Delft, De Nederlandse muziekwereld en het Nederlandse in muziek geïnteresseerd publiek. Het gaat er dan niet zozeer om dat zij allen bij het concert aanwezig zullen zijn, maar zij moeten er wel van hebben gehoord, bijvoorbeeld via de radio.

 

Voor de publiciteit zal in overleg met Nico Bink en de gemeente Delft een uitgebreid communicatieplan ontwikkeld worden. Er wordt hiertoe ook contact gezocht met theater De Veste, gelegen in het Zuidpoort gebied.

 

Blijvend resultaat

De TU is direct gelegen is ten zuiden van het gebied. Afdeling Soundcontrol  in de personen van Diemer de Vries en Marinus Boome hebben een grote interesse getoond met het project mee te werken.

Deze afdeling heeft de technische middelen in huis om een opname van dit concert te maken zo, dat het op een later moment mogelijk is het opnieuw te beleven, met alle ruimtelijke effecten. Er zal dan een uitvoering/herbeleving mogelijk zijn in de stiltekamer van de TU, een bijzondere ruimte die door bouw en bekleding iedere echo wegvangt, en daarom als een maagdelijke geluidssituatie zeer geschikt is voor het horen van (ruimtelijke) effecten in opnames. De tekst van het libretto zal daarbij functioneren als oriëntatie in de ruimte, dit zal worden versterkt met beeldprojecties.

 

Geluidstypen:

 

De 3 geluidsniveaus:

 

 

1 de verte:                     De torens in de stad en belgeluiden die langzaam naderbij komen als ouverture

-carillon van de Oude en Nieuwe Kerk, het noordelijk gebied

-de link met de TU, het zuidelijke gebied 

 

2 menselijke maat         Het mobiele carillon van Boudewijn Zwart en de lopende koren

-studentenkoren

-carillon met paarden

 

3 detail:                                    Stedelijk geruis

-kassageluiden

                                               -Winkel omroep

-rinkelende kopjes horeca.

-vuilnisophaal

-lichtprojecties of geluidsfragmenten als de wandeling langs de bioscoop komt.

-geluid van einde pauze.

                                               -pizzakoerier

-ijscokar

-blaffende honden

-huilende baby’s

-stofzuiger in een huis

-(af)wasmachine, afwasgekletter

-deurbellen/telefoons uit open ramen.

-boormachines, klusgeluiden

-een luid en onbegrijpelijk telefoongesprek in het Arabisch (dat in feite de route naar het geboorte dorp beschrijft.)

 

 

Organisatie:

Huba de Graaff en Esther Polak bepalen de artistieke invulling van het project: Huba de Graaff schrijft de compositie, Esther Polak bepaalt het algemeen artistiek en ruimtelijk concept en schrijft de libretto tekst.

 

Nico Bink is verzocht en bereid gevonden de productie van het evenement op te zetten, en hier vanaf een vroeg stadium over mee te denken. Hij heeft veel ervaring met de productie van grote publieksevenementen met complexe theatrale situaties.

 

Bart Visser doet de regie van “Luidt Zuidpoort”. Vanuit zijn ervaring met het overbrengen van ruimtelijke geluidservaringen bij een publiek, in theatrale situaties, zal hij een belangrijke bijdrage leveren aan de realisatie van het project.

 

Huba de Graaff, Nico Bink en Bart Visser hebben eerder samen gewerkt in

het Noord-Zuidlijn evenement, een evenement ter gelegenheid van de start van de bouw van de nieuwe metrolijn, in de Beurs van Berlage te Amsterdam in 2003.

 

Teksten libretto’s (een schets)

 

1 route beschrijving

 

Blijf voor de C1000 staan

loop driehonderd meter door en sla bij de bomenrij rechts af

Je staat nu voor de uitgang van de parkeergarage

sla de hoek om

loop door als je bij de ingang van de parkeergarage staat.

loop nog een stukje door.

Neem de trap

 langs de ingang van de bioscoop

loop omhoog.

Blijf staan en kijk omhoog.

Nu  kun je de toren van de Nieuwe Kerk zien.

 

2 beschrijving van functies en tijden.

 

De vuilnisman komt niet iedere dag,

hij komt op woensdag en op vrijdag.

Hij is er meestal voor de middag,

en één keer per maand voor het grofvuil

Kaartjes voor de voorstelling

zijn verkrijgbaar aan de kassa

vandaag is alles uitverkocht.

de voorstelling van volgende week dinsdag

er zijn nog plaatsen op de achterste rij.

De bibliotheek is geopend van 10.00 tot 17.00

en iedere eerste zondag van de maand.

Vrijdagavond koopavond.

Er kunnen 3000 auto’s in de parkeergarage staan.

Op nummer achttien woont de familie Verhagen.

Deze week is de koffie in de aanbieding,

Ja de koffie is in de aanbieding,

de koffie van Douwe in februari,

de koffie van Max in maart,

De ijsman komt in april weer uit Venetië, maar zijn aardbeien komen uit het Westland, en meestal is op vrijdag het chocoladeijs op.

Iedere zondag staat er een file voor de IKEA, maar de file in de buurt Zuidpoort is altijd maar kort.

 

Geluidstechniek

Carillonmuziek heeft een sterke ruimte/tijd binding. Enkele toepasselijke fragmenten van o.a. componist en auteur Robin Maconie:

 

A journey is measured in hours or days as readily as in yards or miles.
The acoustic element linking perceptions of time and space, literally and figuratively, is the bell. Bells in steeples used to give the signals which called village communities to work, rest, and prayer.  Bells seem to associate quite naturally with time-keeping.
But the time-keeping is also space-keeping: a way of determining where as well as when things happen.
The response to bells is instinctive; no other form of public alarm produces such a collective effect. If we compare the sounds of a bicycle bell and an old-fashioned klaxon, it is as though the bell sound attracts attention whereas the sound of the horn is designed to do the opposite, make the listener draw back.
When fire engines had bells, people used to run to watch them go by; but exchanging their bells for sirens converted them from objects of excitement and attraction into emergency services warning people out of the way. Bells are outdoor instruments. They can be heard for miles. For centuries they were among a very few effective means of long-distance communication. (A location and distance marker to the next town.)
A swinging motion and in harmonic partials cause the tone of a traditional steeple bell to appear to fluctuate in loudness and pitch as if transmitting a voice from a great distance.
True bell music is music of changes.
The concept of music - Robin Maconie

 

Music has a hidden function of monitoring the space in which it is performed. When   the space is relatively large and the choice of instruments correspondingly varied alternation of instrumental colours becomes a means of adding further dynamic momentum and contributing to the environmental acoustic image at one and the same time. What does a child do on entering a large empty building? It runs around shouting at the top of its voice. This is an entirely healthy reaction, combining rapid exploration of an acoustic space with generating a voluntary, modulated, and pitched signal (voice) together with an involuntary, unmodulated, and unpitched rhythm (footsteps): signals which are ideal for continuous assessment of the reverberant character of an enclosed space. Music fulfils a similar role, although it contrives to do so more tactfully.

Maconie pag. 61

 

Fragmenten met betrekking tot de mogelijkheid het geluidseffect te berekenen.

 

Imagine a fanfare (music derived from a single harmonic series) being actually tuned to the pitch‚ of a ceremonial building. Following a preliminary drum-roll to set the eigentones actively in motion, the impact of trumpet tones could be astonishing to hear, like laser beams of sound appearing to change direction with every change in pitch.

Maconie pag. 161

 

If sound is generated between two reflecting surfaces, parallel to each other and spaced at an exact multiple of the wavelength, then by interreflection the process will be repeated between the reflectors. This will occur not just for one frequency  (or wavelength) but also for all those sounds whose wavelengths fit‚ the space between the reflectors.

At each of these frequencies sound will vary in intensity, depending on the position of the listener. For the higher frequencies where wavelength is small the mere movement of the head will result in a fluctuation in the loudness of the sound.

...

Superimposed on random scattering of sound will be, in the case of rooms having parallel reflecting surfaces, a standing wave pattern of those sounds which have wavelengths related to the dimensions of the room.

 

(J.E. Moore, Design for Good Acoustics and Noise Control, London, 1978)

 

Boudewijn Zwart

Boudewijn Zwart www.boudewijnzwart.com werd in 1962 te Amersfoort geboren. Hij is een telg uit de bekende organistenfamilie Zwart. Het  eerste muziekonderricht ontving hij van zijn broer Jaap Zwart jr. die hem opleidde voor de conservatoriumstudie. Hij studeerde beiaard aan de Nederlandse Beiaardschool  te Amersfoort bij o.a. Leen ’t Hart en Peter Bakker en behaalde in 1986 Einddiploma ‘Uitvoerend Musicus’ met aantekening voor improvisatie. Tegelijkertijd studeerde hij hoofdvak piano aan het Sweelinck conservatorium te Amsterdam bij de pianist Willem Brons en behaalde in 1988 het Einddiploma ‘Docerend Musicus’.

In 1987 verwierf hij met zijn compositie ‘Giocoso Frescamente’ de eerste prijs bij de internationale compositiewedstrijd die werd uitgeschreven door de Nijkerkse Klokkenspel Vereniging. In 1990 ontving hij uit handen van Koningin Fabiola van België de eerste prijs bij het prestigieuze “Tri-annual Carillon Competition Queen Fabiola” op de beroemde Romboutstoren te Mechelen. In 1993 ontving hij de eervolle opdracht om het complete oeuvre van de componist Kors Monster (1918-1978) op de beiaard van de Grote Kerkstoren te Dordrecht uit te voeren.

 

Sinds 2002 geeft Boudewijn Zwart leiding aan het Carillon Instituut Nederland, waar muziekstudenten een beroepsopleiding kunnen volgen. Hij is vice-president van de internationale beiaardiersvereniging ‘Eurocarillon’.

 

Een nieuw initiatief is het eigen ontwerp en de aanschaf van het mobiele Concert Carillon. Dit is een echte beiaard van 50 bronzen klokken dat geheel op traditionele manier bespeeld wordt en dat op nagenoeg alle podia inzetbaar is. Onder de titel ‘Bell Moods’ biedt Boudewijn Zwart verschillende concerten aan waarin dit instrument in diverse instrumentencombinaties te beluisteren is. Hierover is ook meer te lezen op www.bellmoods.com .


Begroting “Luidt Zuidpoort”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ex btw

BTW %

BTW bedrag

inc BTW

voorbereiding

 

 

 

 

 

Compositie Huba

 

12.500

 

 

 

Project management

 

7000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

subtotaal

 

19.500

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

uitvoering

 

 

 

 

 

regisseur

 

5000

 

 

 

begeleiding publiek/EHBO

 

1000

 

 

 

techniek mannetjes

 

1500

 

 

 

materiaal

 

2000

 

 

 

verzekering

 

1000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

realisatie geluidslaag 1

 

 

 

 

 

programering trommel nieuwe kerk

 

1000

 

 

 

realisatie geluidslaag 2

 

 

 

 

 

koren

 

2000

 

 

 

3 zangers

 

3000

 

 

 

beiaardier Boudewijn Zwart

 

2000

 

 

 

realisatie geluidslaag 3

 

 

 

 

 

stedellijk geruis

 

3000

 

 

 

catering

 

1000

 

 

 

subtotaal

 

22500

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

herbeleving

 

 

 

 

 

berekeningen soundcontrol

 

2000

 

 

 

opnames soundcontrol

 

2500

 

 

 

editing opnames sound

 

2500

 

 

 

technische afwerking

 

2000

 

 

 

voorstelling

 

2000

 

 

 

publiciteit

 

2000

 

 

 

honorarium Esther Polak

 

1500

 

 

 

subtotaal

 

14500

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

publiciteit

 

 

 

 

 

flyers/posters ontwerp/druk

 

5000

 

 

 

verspreiding

 

500

 

 

 

persbericht

 

500

 

 

 

medewerker

 

1000

 

 

 

subtotaal

 

7000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

kunstenaars honorarium

 

 

 

 

 

honorarium Esther Polak

 

17.500

 

 

 

subtotaal

 

17.500

 

 

 

 

 

 

 

 

 

sub totaal

 

81.000

 

 

 

onvoorzien

 

7000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

totaal

 

88.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

dekkingplan

 

 

 

 

 

gemeente Delft

50.000

 

bijdrage gemeente

 

 

fonds voor de scheppende toonkunst

10.000

 

80%honorarium Huba

 

 

fonds1818

10.000

 

begrotingstekort

 

 

MAB

3500

 

50% publiciteit

 

 

stiching weten

14.500

 

herbeleving TU

 

 

 

 

 

 

 

 

totaal

88.000

 

 

 

 

 


Bijlage 2:

 

STUDIEOPDRACHT LICHTONTWERP DELFT

Germaine Kruip

 

Introductie opdracht

Delft krijgt met het Zuidpoortgebied een Cultuurplein. Hier worden Theater de Veste, een groot bioscoopcomplex, een discotheek en een Mediatheek gehuisvest. De smalle straat van 50 meter lang en 7 meter breed tussen de twee grote gebouwen van het theater en de bioscoop in, heeft een intieme sfeer, maar is ook donker. Daarom wil de ACBK Germaine Kruip uitnodigen om een ruimtelijke lichtstraat als volume te ontwerpen tussen het theater en de bioscoop. Het ontwerp kan resulteren in een autonoom lichtvolume’ of als overstijgend lichtontwerp, waarin ook het theater en de bioscoop worden betrokken. Het lichtontwerp kan tevens worden doorgetrokken naar het Cultuurplein, de zijkant van het theater en/ of de Mediatheek.

Germaine Kruip

Het werk van Germaine Kruip begeeft zich op het snijvlak van theater en beeldende kunst. Zij beheerst daarbij het spel van het op scherp zetten van de realiteit. Door middel van extreem eenvoudige interventies voegt zij een extra dimensie toe aan de dagelijkse realiteit, waarmee ze een verborgen gelaagdheid zichtbaar maakt. Een van de karakteristieken van Kruips werk is de belangrijke rol die het publiek speelt. Ze is ervan overtuigt dat het uiteindelijke kunstwerk in de gedachte van de beschouwer wordt gevormd. “Wat je denkt is wat je ziet”.

Inspiratiebron

Een inspiratiebron voor deze studieopdracht voor een lichtontwerp is een uitspraak van situationist Guy Debord:

“Revolution is not showing life to people, rather it is making them live”.

 

Binnen de kunststroming van het Situationisme, die zich voordeed tussen 1957-72, werden zowel artistieke als meer praktische elementen gebruikt om een situatie te creëren die zou moeten leiden tot een transformatie (revolutie) van het dagelijks leven.

In Debord’s uitspraak gaat het erom dat het leven niet langer iets is dat zomaar geleefd wordt. Het leven is een spektakel waar van een afstand naar kan worden gekeken, naar datgene wat zich voordoet. Het spektakel is echter niet alleen een serie van plaatjes of beelden uit de realiteit, maar het bewerkstelligt actieve, sociale relaties tussen mensen. Binnen deze benadering kan de functie van de kunstenaar worden opgevat als iemand die een nieuwe, sociale, situatie vormgeeft om de bestaande realiteit bloot te leggen. Hij of zij brengt daarmee niet de filosofie daarachter tot leven, maar maakt de realiteit filosofeerbaar.

Concept

Het plein is van oudsher een ontmoetingsplaats waar ooit de eerste theatervoorstellingen plaats vonden. Op het Cultuurplein zullen mensen elkaar ontmoeten om samen naar een film of theatervoorstelling te gaan. Maar ook kunnen mensen zich hier bevinden, zonder direct doel, en elkaar een moment belangeloos bekijken. Het plein kan opgevat worden als een podium of een filmset.

De Vestestraat is de opgang naar het Cultuurplein. Hier worden verwachtingen gewekt en de perceptie op scherp gesteld. Deze straat functioneert als een coulisse, in theaterjargon oorspronkelijk een verschuifbare zijwand van het toneeldecor, die dient als opgang naar het plein. Door op deze plekken in te grijpen, met licht, in de ervaring van mensen, zal hij of zij zich deze plek herinneren en er uiteindelijk naar terugkeren.

Licht en de ervaring van het kijken

Licht maakt zichtbaar wat al zichtbaar was, maar wat eerder nog tot de onbewuste ervaring behoorde. Houdingen, blikken en gebaren van mensen worden belicht en maken hun poses en acties helder. In gestes projecteren we onze eigen ideeën en opvattingen waar we conventionele codes en tekens uit halen. Deze worden herkenbaar gemaakt door een geënsceneerde situatie met licht. Licht brengt een nieuwe gelaagdheid aan de oppervlakte.

 

Elk detail komt aan bod wanneer het licht van de spot over het object heen glijdt. De bezoekers en de passanten ervaren hierdoor een tijdelijke verschuiving van realiteit in hun perceptie van de omgeving, de architectuur en hun mede bezoekers. De ervaring van het kijken naar de film of toneelvoorstelling wordt daardoor geïntensiveerd. De blik werd eerder op het plein of in de straat op scherp gesteld. Na de voorstelling keren de bezoekers terug in precies dezelfde situatie van ervaringen.

 

De coulissen:

 

De eerste lichtbron is geïnstalleerd tussen de parkeerplaats en de Vestestraat. De spots lichten de straat helder uit. Mensen die de vanaf het cultuurplein een blik werpen in de Vestestraat zien voor enkele ogenblikken alleen de contouren van de bezoekers van de bioscoop of het theater door sterk tegenlicht.

 

 

 

Vestestraat

De volgende lichtbron staat op de grens van de Vestestraat en het plein. Het is een enkele spot die gericht is op een klein deel van de Vestestraat, waardoor een enkel moment de gezichten van passanten worden belicht.

 

Het podium/ de filmset:

Op het plein worden verschillende lichtbronnen geïnstalleerd waarvan de spots gericht zijn naar binnen toe. Het plein wordt hiermee een podium of platform waarop de passant acteur wordt.

 

 

 

 

 

 

 

Momentopnames

Er worden spots geplaatst rondom het Cultuurplein en de Vestestraat. Deze functioneren om een momentopname van de passant te maken wat tegelijkertijd als een filmisch fragment kan worden opgevat.

 

Licht als beweging en tijdaanduiding

Door het licht langzaam van intensiteit te veranderen, in en out te “faden”, zal in de herinnering van de passant of bezoeker een fragment uit de realiteit achterblijven. Dit gegeven, van licht als beweging, lijkt op de ervaring van het kijken naar een film. In de herinnering verschijnt de film in fragmenten. De dagelijkse realiteit wordt gelijk aan de filmische realiteit. De functie van licht als aanduiding van tijd ontstaat op het moment dat bij de beschouwer de herinnering in werking wordt gesteld

 

Kenmerken van het licht

- Het licht wordt met een computer gestuurd zodat deze langzaam van intensiteit veranderd.

- Springt aan door middel van een sensor wanneer de schemer valt.

- Het licht is kunstmatig daglicht. Gekleurd licht is een effect en wit licht laat de ruimte aan de beschouwer om te interpreteren.

- De langzaam veranderende intensiteit van de spots op het plein zorgt ervoor dat de mensen, die zich daar op dat moment bevinden, als acteurs tijdens een repetitie worden uitgelicht.

- Er zal een lichtschema worden ontwikkeld voor de verschillende tijden van de dag en nacht en/ of van de seizoenen in een jaar. Ook kan er gedacht worden aan het eerder inzetten van het nachtprogramma in de winter en in de zomer zal het dagprogramma langer doorlopen.

- De mogelijkheid bestaat om het lichtplan te versnipperen naar 1 of 2 locaties buiten straat of plein, door enkele lichtbronnen in de bibliotheek of de entree van de parkeergarage te installeren. Dit kan een extra trigger bij het publiek teweegbrengen.

-Ook kan het plan zich ontwikkelen naar de bioscoop en het theater en de mediatheek. Op deze manier kan er een brug geslagen worden  van binnen naar buiten. Dit zal in samenspraak met de verschillende partijen besproken worden

 

Germaine Kruip

Hoogte Kadijk 25 D

1018 BE Amsterdam

T. 020 422 8006 (studio)

M.06 2878 4664 

Germainekruip@dds.nl