Inleiding
In 2001 heeft het College van B&W in het kader
van de percentageregeling een bedrag van € 226.500,- vastgesteld voor kunst en
cultuur rond Zuidpoort. Hiervoor is in oktober 2001 een notitie gemaakt: Aanzet
Beeldende Kunst Zuidpoort. In deze notitie werd kort aangegeven wat de
mogelijkheden in het gebied zijn en welke combinaties er met hedendaagse
beeldende kunst en informatievoorziening te maken zijn.
Het Cultuurplein bevat een Mediatheek, een bioscoop,
een discotheek en een theater. In deze gebouwen kunnen bezoekers de verbeelding
opzoeken; een film of een toneelstuk bekijken, boeken en tijdschriften bekijken
of surfen op internet.
De echte uitdaging in Zuidpoort ligt in het tot
stand brengen van nieuwe vormen van verbeelding, het benadrukken van de andere
kant van betekenis of het teweegbrengen van een onverwacht moment voor de vele
bezoekers en passanten. Dit zal niet het kunstwerk op zich zijn, maar iets dat
zal worden herkend in zijn uitwerking, in zijn vermogen om de kijker iets
onverwachts te laten beleven.
Samenvatting
studieopdrachten beeldende kunst Zuidpoort
Onderzoek naar interactie van bewegingen
Dagelijks zullen vele Delftenaren het Cultuurplein
bezoeken, zowel overdag als ’s avonds. Zijn er via de beeldende kunst
bewegingen die de bezoekers en passanten afleggen te volgen of virtuele
bewegingen te stimuleren?
Zijn er mogelijkheden tot het ontwikkelen van
interactieve systemen tussen het aanbod
op het cultuur- en winkelplein en het publiek?
Is er zo avontuur mogelijk? Dag- en nachtbewegingen
in het centrumgebied. Gedragingen, façades, camouflage, reclame, volume
Voorstel kunstenaar: Esther Polak (1962)
Vorig jaar heeft zij de combinatie van wandelen,
kijken en denken omgezet in een project in Amsterdam. Het Gemeentearchief
organiseerde toen een overzichtstentoonstelling van oude en nieuwe kaarten van
Amsterdam. Esther Polak heeft in opdracht van het Gemeentearchief Amsterdammers
zelf de kaart van hun stad te laten tekenen door hen een GPS mee te geven en zo hun loopbewegingen te
volgen. Gezamenlijk tekenden de deelnemers de meest recente kaart van
Amsterdam: een dagboek in sporen.
Onderzoek naar licht als volume
De smalle straat van 11 meter lang en 7 meter breed
tussen de twee grote gebouwen van de bioscoop en het theater in geeft
intimiteit, maar is ook donker. Daarom wil de ACBK een kunstenaar uitnodigen een
ruimtelijke “lichtstraat” als volume te ontwerpen tussen het theater en de
bioscoop. Als autonoom lichtvolume of als overstijgend lichtontwerp, waarin ook
de bioscoop en het theater functioneren. Zo kan een ‘vervaging’ van
binnen-buitenruimte van de complexen met de tussenliggende straat het publiek
steeds opnieuw interactief betrekken
bij de plek. Het ‘volume’ kan ook gedurende de avond van inhoud, boodschap,
sterkte of kleur veranderen.
Een integratie van binnen-/buiten, sfeer licht,
reclame, interactie van publiek en/of uitwisseling. Uitbreidingen onderzoeken
richting cultuurplein en winkelplein en zo een vanzelfsprekende verbinding of
routing tot stand brengen, zal de
bezoeker op een ander denkniveau aanspreken. Is hier avontuur mogelijk met het publiek?
Voorstel kunstenaar: Germaine Kruip (1968)
Een kunstenaar die zowel met licht als met
elementen uit het theater werkt. Zowel voor theatergroepen
(oa. Mug met de Gouden Tand) als grote musea (het Friedrichianum in Kassel en
het Stedelijk Museum in Amsterdam).
Voorstel:
- Kunstenaar Esther Polak een definitieve opdracht
te verstrekken om bij de opening van Zuidpoort (planning: maart 2005) het
openingsevenement “Luidt Zuidpoort” uit te voeren en hiervoor € 50.000,- te
onttrekken aan het budget percentageregeling beeldende kunst Zuidpoort.
- Kunstenaar Germaine Kruip het voorlopig
lichtontwerp verder te laten uitwerken (definitieve begroting, technisch plan,
virtuele maquette en onderhouds- en beheersplan lichtontwerp) en hiervoor €
2.000,- te onttrekken aan het budget percentageregeling beeldende kunst
Zuidpoort.
Het nader uitgewerkte voorstel met begroting komt
eind april terug in het College.
Bijlage 1: Voorstel Esther Polak
Klokkenregen en wandelzang
in een nieuw stadsgebied
Een samenwerking
tussen
componist Huba de
Graaff
en
beeldend kunstenaar
Esther Polak
In opdracht van de
Gemeente Delft
Ter gelegenheid van
het nieuw op te leveren stadsgebied Zuidpoort.
uitvoering: voorjaar 2005
Luidt Zuidpoort!!!
Klokkenregen en wandelzang in een nieuw stadsgebied
Kunstenaar Esther Polak is al
enige jaren gefascineerd door de autobiografie “Touching the rock” van John
Hull. Deze man is op
vijfenveertigjarige leeftijd langzaam blind geworden en beschrijft in zijn
autobiografie hoe het voor hem is om de wereld te leren kennen via geluid. Op
een zekere dag staat hij mijmerend in zijn tuin. Hij kent alle hoekjes, de
planten, het gras, het pad, de schutting. Maar zolang hij op één plaats blijft
staan en de dingen geen activiteit vertonen, zijn ze voor hem niet aanwezig.
Dan begint het plotseling te
regenen. Alle oppervlakten worden aangeraakt door de druppels. Het gras, de
tegels, de zinken gieter, alles heeft zijn eigen klank en het gehele concert
toont het tafereel van de tuin. Voor het eerst sinds jaren ziet hij zijn tuin
weer voor zich als een totaallandschap. 'Oh' denkt Hull, “regende het maar eens
in de kamer. Dan zou ik die ook in zijn geheel kunnen ervaren”.
Deze geluidservaring is
uitgangspunt van het hieronder beschreven project voor de nieuwe buurt
Zuidpoort.
Als we een nieuw huis betrekken
is één van de eerste dingen die opvallen de nog onbekende akoestiek en vreemde
geluidspatronen. Het nieuwe is er aan af te horen. De deur van de buren, de
ijskast die aanslaat, de manier waarop het voorbijkomend verkeer hoorbaar is,
al deze geluiden vallen bij uitstek op in een nieuwe omgeving. Na enige tijd
worden de geluiden bekend, en verdwijnen in de achtergrondruis van
vertrouwdheid. Is een nieuw stuk stad pas werkelijk ‘eigen’ als we het hebben
kunnen inluisteren? Het project Luidt Zuidpoort heeft de ambitie dit mogelijk
te maken.
In het stedenbouwkundig plan is er voor gekozen een
plek te creëren met een binnenstad-karakter. Zuidpoort is daarmee een ‘nieuw’
stuk oude stad.
In het stedenbouwkundig plan
zijn opvallend verschillende ruimtes gecreëerd, letterlijk en figuurlijk op
drie verschillende niveau: De parkeergarage, het maaiveld en het verhoogde
maaiveld. Al deze niveaus hebben hun eigen akoestiek. Dezelfde geluidsbron zal
op iedere plek een ander geluid opleveren en daarmee wordt het mogelijk de
eigenheid van verschillende plekken hoorbaar te maken.
Voor Zuidpoort in Delft wil
Esther Polak samen met componist Huba de Graaff dan ook een akoestisch
openingsevenement realiseren: waarbij de buurt wordt ingewijd met een
overweldigende regenbui van geluid, die de karakteristieken van de
verschillende ruimtes zo veel mogelijk uitbuit en beleefbaar maakt.
Hierbij ontstaat een mix tussen
concert, wandeling en ruimte-ervaring.
De link met de binnenstad zal
duidelijk voelbaar gemaakt worden, maar ook de veelzijdigheid en bedrijvigheid
van Zuidpoort komt aan bod.
De compositie wil (in navolging
van Robert Maconie, zie bijlage) van de drie lagen in de geluidsruimte uitgaan:
de verte, de menselijke maat en het detail.
De verte zal hoorbaar gemaakt
worden in een beweging vanuit de oude stad, tot het nieuwe gebied: De klokken van Oude en Nieuwe Kerk klinken
aan het begin van het wandelconcert in de verte. Het ruimtelijke klokkengelui
komt als een geluidsgolf van klokkenspel: steeds dichterbij, via ijskarren,
antieke brandweerwagen, reclame oproepwagens, voorbijkomende fietsbellen,
koeie/paardetuig klokjes, deurbellen in sommige huizen waarvan de ramen openstaan
en het bellen van een mobiele telefoon. Uiteindelijk krijgen de klokken een
menselijke nabijheid, (het tweede niveau) doordat het koor dat over het
Zuidpoortterrein loopt kleine klokjes met zich meedraagt. Op dat moment zet het
koor in (versterkt met drie solozangers),
met een gezongen beschrijving van de plek, overgaand in een gezongen
beschrijving van de route. Koor en publiek gaan op pad om Zuidpoort auditief te
verkennen. Onderwijl komen ze verschillende soorten geluiden in verschillende
akoestische omgevingen tegen. Dan klinkt, weer uit de verte, het opvallende
carillon van Boudewijn Zwart dat, als ware het afgedaald uit een toren, nu een
tocht maakt door Zuidpoort, om de nieuwe ruimte letterlijk in te luiden. Het
carillon wordt voortgetrokken door paarden, een referentie aan het historische
karakter van Delft. Onderweg worden de klanken van het samenspel tussen koor en
carillon aangevuld en zo nu en dan ook subtiel verstoord door allerlei
dagelijkse geluiden van stedelijkheid. Hiermee doet het derde geluidsniveau
zijn intrede: kleine schijnbaar toevallige stedelijke geluidselementen. De
Graaff en Polak maken hiertoe gebruik van kassageluiden,
winkelomroepen (kortingen), rinkelende kopjes horeca, vuilnisophaaldienst,
geluid van ‘einde pauze’ in De Veste, een pizzakoerier, ijscokar, blaffende
honden en veel open ramen: huilende baby’s, stofzuigers, (af)wasmachines, afwasgekletter, deurbellen/telefoons,
boormachines, klusgeluiden... en een luid telefoon-gesprek in het Arabisch...
Het totale openluchtconcert zal ongeveer 45
minuten gaan duren. Naast het realiseren van deze compositie schrijft Huba de
Graaff een compositie voor de voorslag van het Carillon van de Nieuwe kerk te
Delft. De compositie vormt een integraal onderdeel van het eenmalig concert,
maar zal hieraan voorafgaand, en na afloop als autonome compositie hoorbaar
zijn gedurende een totaal van ten minste 6 maanden. Deze compositie blijft
beschikbaar voor de Nederlandse beiaards. Tevens zal de compositie voor zang zo
uitgeschreven worden dat zij voor de vele Delftse zangkoren beschikbaar blijft
als uniek repertoire.
Een GSM ringtone die als speciaal onderdeel
van dit concert wordt gerealiseerd, zal voor het publiek te downloaden zijn via
de website van de gemeente Delft.
De keuze voor het carillon is gebaseerd op twee
aspecten: de cultuur-historische betekenis van het instrument als muziek van de
openbare ruimte met een ver teruggaande geschiedenis, en een
technisch-akoestische, als instrument met een grote ruimtelijke potentie.
Daarmee is het instrument in staat een link te
leggen met de oude stad en zijn historie, en in staat de ruimtelijkheid van
Zuidpoort te onderzoeken.
De oude stad is akoestisch steeds aanwezig op
Zuidpoort in de vorm van de klokken en het carillon van de Oude en Nieuwe Kerk.
Het carillon van de Nieuwe Kerk speelt gewoonlijk iedere 15 minuten een vaste
melodie, die ingeprogrammeerd (gestoken) is op een ‘trommel’. (Dit is eigenlijk
één van de eerste vormen van digitale informatieopslag). Deze melodie wordt tot
op de dag van vandaag ieder half jaar gewijzigd. De Stadsbeiaardier van Delft,
Henk Groeneweg, is benaderd en heeft zijn medewerking toegezegd. Door de, voor
dit concert speciaal gecomponeerde melodie op de trommel te steken. Deze
melodie zal een integraal onderdeel uitmaken van het eenmalige wandelconcert op
Zuidpoort. Omdat de trommel maar één keer per half jaar gestoken wordt, zal
deze melodie ook na het concert nog maanden te horen zijn. Het concert echoot
dan, op deze manier, nog een tijd na.
Voor de realisatie van de carillonuitvoering is
contact gezocht met Boudewijn Zwart, stadsbeiaardier in verschillende steden,
onder andere de Westertoren in Amsterdam en de Grote Kerk in Dordrecht. Hij
heeft in eigen beheer een mobiel carillon ontwikkeld, dat op maaiveldniveau
door het gebied kan bewegen, maar ook de parkeergarage in en uit kan rijden.
Het verhoogd maaiveld zal alleen voor het geluid van het carillon toegankelijk
zijn.
Naast de poëtische betekenis die het carillongeluid
heeft, biedt het ook goede technische mogelijkheden om de ambitie van het
project waar te maken: Het beluisterbaar maken van de verschillende ruimtes. Denkend aan het verhaal van John Hull over de regen die de
ruimte hoorbaar maakt, zijn De Graaff en Polak op zoek geweest naar een middel
om zoiets voor niet-blinden beleefbaar te maken. Het carillon is als
instrument zeer gevoelig voor akoestische effecten en onderzoek te doen naar de
verschillende eigenschappen van galm, echo en Doppler-effect, en is daarmee
akoestisch -technisch een zeer interessant instrument om ruimtelijke
verkenningen mee uit te voeren.
De ambitie van het project is het realiseren van een werkelijk nieuwe
akoestische geluidservaring. Het project wil, vergelijkbaar met het helikopter
project van Stockhauzen, of het ruimtelijke carillon project van Peter Schat zeer
tot de verbeelding spreken. Ons inziens werkt dat effect het sterkst bij een
eenmalige uitvoering, wat het project een uniek karakter geeft.
Publiciteit
Het plan staat of valt bij een goed
publieksbereik. Het zal bij voorbaat moeten rondzingen. ook hierbij willen wij
ons richten op drie niveaus: de inwoners van Delft, De Nederlandse muziekwereld
en het Nederlandse in muziek geïnteresseerd publiek. Het gaat er dan niet
zozeer om dat zij allen bij het concert aanwezig zullen zijn, maar zij moeten
er wel van hebben gehoord, bijvoorbeeld via de radio.
Voor de publiciteit zal in overleg met Nico
Bink en de gemeente Delft een uitgebreid communicatieplan ontwikkeld worden. Er
wordt hiertoe ook contact gezocht met theater De Veste, gelegen in het
Zuidpoort gebied.
Blijvend
resultaat
De TU is direct gelegen is ten zuiden van het
gebied. Afdeling Soundcontrol in de
personen van Diemer de Vries en Marinus Boome hebben een grote interesse
getoond met het project mee te werken.
Deze afdeling heeft de technische middelen
in huis om een opname van dit concert te maken zo, dat het op een later moment
mogelijk is het opnieuw te beleven, met alle ruimtelijke effecten. Er zal dan
een uitvoering/herbeleving mogelijk zijn in de stiltekamer van de TU, een
bijzondere ruimte die door bouw en bekleding iedere echo wegvangt, en daarom
als een maagdelijke geluidssituatie zeer geschikt is voor het horen van
(ruimtelijke) effecten in opnames. De tekst van het libretto zal daarbij
functioneren als oriëntatie in de ruimte, dit zal worden versterkt met
beeldprojecties.
Geluidstypen:
De 3 geluidsniveaus:
1
de verte: De torens in
de stad en belgeluiden die langzaam naderbij komen als ouverture
-carillon van de Oude en Nieuwe Kerk, het
noordelijk gebied
-de
link met de TU, het zuidelijke gebied
2 menselijke maat Het mobiele carillon van Boudewijn Zwart en de lopende koren
-studentenkoren
-carillon
met paarden
3 detail: Stedelijk
geruis
-kassageluiden
-Winkel
omroep
-rinkelende
kopjes horeca.
-vuilnisophaal
-lichtprojecties of
geluidsfragmenten als de wandeling langs de bioscoop komt.
-geluid van einde pauze.
-pizzakoerier
-ijscokar
-blaffende
honden
-huilende
baby’s
-stofzuiger
in een huis
-(af)wasmachine,
afwasgekletter
-deurbellen/telefoons
uit open ramen.
-boormachines,
klusgeluiden
-een luid en onbegrijpelijk telefoongesprek
in het Arabisch (dat in feite de route naar het geboorte dorp beschrijft.)
Organisatie:
Huba de Graaff en Esther Polak bepalen de
artistieke invulling van het project: Huba de Graaff schrijft de compositie,
Esther Polak bepaalt het algemeen artistiek en ruimtelijk concept en schrijft
de libretto tekst.
Nico Bink is verzocht en bereid gevonden de
productie van het evenement op te zetten, en hier vanaf een vroeg stadium over
mee te denken. Hij heeft veel ervaring met de productie van grote
publieksevenementen met complexe theatrale situaties.
Bart Visser doet de regie van “Luidt
Zuidpoort”. Vanuit zijn ervaring met het overbrengen van ruimtelijke
geluidservaringen bij een publiek, in theatrale situaties, zal hij een
belangrijke bijdrage leveren aan de realisatie van het project.
Huba de Graaff, Nico Bink en Bart Visser
hebben eerder samen gewerkt in
het Noord-Zuidlijn evenement, een evenement
ter gelegenheid van de start van de bouw van de nieuwe metrolijn, in de Beurs
van Berlage te Amsterdam in 2003.
Teksten libretto’s (een schets)
1 route beschrijving
Blijf voor de C1000 staan
loop driehonderd meter door en sla bij de
bomenrij rechts af
Je staat nu voor de uitgang van de parkeergarage
sla de hoek om
loop door als je bij de ingang van de
parkeergarage staat.
loop nog een stukje door.
Neem de trap
langs de ingang van de bioscoop
loop omhoog.
Blijf staan en kijk omhoog.
Nu
kun je de toren van de Nieuwe Kerk zien.
2 beschrijving van functies en tijden.
De vuilnisman komt niet iedere dag,
hij komt op woensdag en op vrijdag.
Hij is er meestal voor de middag,
en één keer per maand voor het grofvuil
vandaag is alles uitverkocht.
de voorstelling van volgende week dinsdag
er zijn nog plaatsen op de achterste rij.
De bibliotheek is geopend van 10.00 tot
17.00
en iedere eerste zondag van de maand.
Vrijdagavond koopavond.
Er kunnen 3000 auto’s in de parkeergarage
staan.
Op nummer achttien woont de familie
Verhagen.
Deze week is de koffie in de aanbieding,
Ja de koffie is in de aanbieding,
de koffie van Douwe in februari,
de koffie van Max in maart,
De ijsman komt in april weer uit Venetië,
maar zijn aardbeien komen uit het Westland, en meestal is op vrijdag het
chocoladeijs op.
Iedere zondag staat er een file voor de
IKEA, maar de file in de buurt Zuidpoort is altijd maar kort.
Geluidstechniek
Carillonmuziek heeft een sterke
ruimte/tijd binding. Enkele toepasselijke fragmenten van o.a. componist en
auteur Robin Maconie:
A journey is measured in hours or days as
readily as in yards or miles.
The acoustic element linking perceptions of time and space, literally and
figuratively, is the bell. Bells in steeples used to give the signals which
called village communities to work, rest, and prayer. Bells seem to associate quite naturally with time-keeping.
But the time-keeping is also space-keeping: a way of determining where as well
as when things happen.
The response to bells is instinctive; no other form of public alarm produces
such a collective effect. If we compare the sounds of a bicycle bell and an
old-fashioned klaxon, it is as though the bell sound attracts attention whereas
the sound of the horn is designed to do the opposite, make the listener draw
back.
When fire engines had bells, people used to run to watch them go by; but
exchanging their bells for sirens converted them from objects of excitement and
attraction into emergency services warning people out of the way. Bells are
outdoor instruments. They can be heard for miles. For centuries they were among
a very few effective means of long-distance communication. (A location and
distance marker to the next town.)
A swinging motion and in harmonic partials cause the tone of a traditional
steeple bell to appear to fluctuate in loudness and pitch as if transmitting a
voice from a great distance.
True bell music is music of changes.
The concept of music - Robin Maconie
Music has a hidden function of monitoring the space in which it is
performed. When the space is
relatively large and the choice of instruments correspondingly varied
alternation of instrumental colours becomes a means of adding further dynamic
momentum and contributing to the environmental acoustic image at one and the
same time. What does a child do on entering a large empty building? It runs
around shouting at the top of its voice. This is an entirely healthy reaction,
combining rapid exploration of an acoustic space with generating a voluntary,
modulated, and pitched signal (voice) together with an involuntary,
unmodulated, and unpitched rhythm (footsteps): signals which are ideal for
continuous assessment of the reverberant character of an enclosed space. Music
fulfils a similar role, although it contrives to do so more tactfully.
Maconie pag. 61
Fragmenten met betrekking tot de mogelijkheid het
geluidseffect te berekenen.
Imagine a fanfare (music derived from a single harmonic series) being
actually tuned to the pitch‚ of a ceremonial building. Following a preliminary
drum-roll to set the eigentones actively in motion, the impact of trumpet tones
could be astonishing to hear, like laser beams of sound appearing to change
direction with every change in pitch.
Maconie pag. 161
If sound is generated between two reflecting surfaces, parallel to each
other and spaced at an exact multiple of the wavelength, then by
interreflection the process will be repeated between the reflectors. This will
occur not just for one frequency (or wavelength)
but also for all those sounds whose wavelengths fit‚ the space between the
reflectors.
At each of these frequencies sound will vary in intensity, depending on
the position of the listener. For the higher frequencies where wavelength is
small the mere movement of the head will result in a fluctuation in the
loudness of the sound.
...
Superimposed on random scattering of sound will be, in the case of rooms
having parallel reflecting surfaces, a standing wave pattern of those sounds
which have wavelengths related to the dimensions of the room.
(J.E.
Moore, Design for Good Acoustics and Noise Control, London, 1978)
Boudewijn Zwart
Boudewijn
Zwart www.boudewijnzwart.com
werd in 1962 te Amersfoort geboren. Hij is een telg uit de
bekende organistenfamilie Zwart. Het
eerste muziekonderricht ontving hij van zijn broer Jaap Zwart jr. die
hem opleidde voor de conservatoriumstudie. Hij studeerde beiaard aan de
Nederlandse Beiaardschool te Amersfoort
bij o.a. Leen ’t Hart en Peter Bakker en behaalde in 1986 Einddiploma
‘Uitvoerend Musicus’ met aantekening voor improvisatie. Tegelijkertijd
studeerde hij hoofdvak piano aan het Sweelinck conservatorium te Amsterdam bij
de pianist Willem Brons en behaalde in 1988 het Einddiploma ‘Docerend Musicus’.
In 1987
verwierf hij met zijn compositie ‘Giocoso Frescamente’ de eerste prijs bij de
internationale compositiewedstrijd die werd uitgeschreven door de Nijkerkse
Klokkenspel Vereniging. In 1990 ontving hij uit handen van Koningin Fabiola van
België de eerste prijs bij het prestigieuze “Tri-annual Carillon Competition
Queen Fabiola” op de beroemde Romboutstoren te Mechelen. In 1993 ontving hij de
eervolle opdracht om het complete oeuvre van de componist Kors Monster (1918-1978)
op de beiaard van de Grote Kerkstoren te Dordrecht uit te voeren.
Sinds 2002
geeft Boudewijn Zwart leiding aan het Carillon Instituut Nederland, waar
muziekstudenten een beroepsopleiding kunnen volgen. Hij is vice-president van
de internationale beiaardiersvereniging ‘Eurocarillon’.
Een nieuw
initiatief is het eigen ontwerp en de aanschaf van het mobiele Concert
Carillon. Dit is een echte beiaard van 50 bronzen klokken dat geheel op
traditionele manier bespeeld wordt en dat op nagenoeg alle podia inzetbaar is.
Onder de titel ‘Bell Moods’ biedt Boudewijn Zwart verschillende concerten aan
waarin dit instrument in diverse instrumentencombinaties te beluisteren is.
Hierover is ook meer te lezen op www.bellmoods.com
.
Begroting
“Luidt Zuidpoort”
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ex
btw |
BTW
% |
BTW bedrag |
inc BTW |
voorbereiding |
|
|
|
|
|
Compositie Huba |
|
12.500 |
|
|
|
Project management |
|
7000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
subtotaal |
|
19.500 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
uitvoering |
|
|
|
|
|
regisseur |
|
5000 |
|
|
|
begeleiding publiek/EHBO |
|
1000 |
|
|
|
techniek mannetjes |
|
1500 |
|
|
|
materiaal |
|
2000 |
|
|
|
verzekering |
|
1000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
realisatie geluidslaag 1 |
|
|
|
|
|
programering trommel nieuwe kerk |
|
1000 |
|
|
|
realisatie geluidslaag 2 |
|
|
|
|
|
koren |
|
2000 |
|
|
|
3 zangers |
|
3000 |
|
|
|
beiaardier Boudewijn Zwart |
|
2000 |
|
|
|
realisatie geluidslaag 3 |
|
|
|
|
|
stedellijk geruis |
|
3000 |
|
|
|
catering |
|
1000 |
|
|
|
subtotaal |
|
22500 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
herbeleving |
|
|
|
|
|
berekeningen soundcontrol |
|
2000 |
|
|
|
opnames soundcontrol |
|
2500 |
|
|
|
editing opnames sound |
|
2500 |
|
|
|
technische afwerking |
|
2000 |
|
|
|
voorstelling |
|
2000 |
|
|
|
publiciteit |
|
2000 |
|
|
|
honorarium Esther Polak |
|
1500 |
|
|
|
subtotaal |
|
14500 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
publiciteit |
|
|
|
|
|
flyers/posters ontwerp/druk |
|
5000 |
|
|
|
verspreiding |
|
500 |
|
|
|
persbericht |
|
500 |
|
|
|
medewerker |
|
1000 |
|
|
|
subtotaal |
|
7000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
kunstenaars honorarium |
|
|
|
|
|
honorarium
Esther Polak |
|
17.500 |
|
|
|
subtotaal |
|
17.500 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
sub totaal |
|
81.000 |
|
|
|
onvoorzien |
|
7000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
totaal |
|
88.000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
dekkingplan |
|
|
|
|
|
gemeente Delft |
50.000 |
|
bijdrage gemeente |
|
|
fonds voor de scheppende toonkunst |
10.000 |
|
80%honorarium
Huba |
|
|
fonds1818 |
10.000 |
|
begrotingstekort |
|
|
MAB |
3500 |
|
50% publiciteit |
|
|
stiching weten |
14.500 |
|
herbeleving TU |
|
|
|
|
|
|
|
|
totaal |
88.000 |
|
|
|
|
Bijlage 2:
STUDIEOPDRACHT
LICHTONTWERP DELFT
Germaine Kruip
Introductie
opdracht
Delft krijgt met het
Zuidpoortgebied een Cultuurplein. Hier worden Theater de Veste, een groot
bioscoopcomplex, een discotheek en een Mediatheek gehuisvest. De smalle straat
van 50 meter lang en 7 meter breed tussen de twee grote gebouwen van het
theater en de bioscoop in, heeft een intieme sfeer, maar is ook donker. Daarom
wil de ACBK Germaine Kruip uitnodigen om een ruimtelijke lichtstraat als volume
te ontwerpen tussen het theater en de bioscoop. Het ontwerp kan resulteren in
een autonoom lichtvolume’ of als overstijgend lichtontwerp, waarin ook het
theater en de bioscoop worden betrokken. Het lichtontwerp kan tevens worden
doorgetrokken naar het Cultuurplein, de zijkant van het theater en/ of de
Mediatheek.
Germaine Kruip
Het werk van Germaine Kruip
begeeft zich op het snijvlak van theater en beeldende kunst. Zij beheerst
daarbij het spel van het op scherp zetten van de realiteit. Door middel van
extreem eenvoudige interventies voegt zij een extra dimensie toe aan de
dagelijkse realiteit, waarmee ze een verborgen gelaagdheid zichtbaar maakt. Een
van de karakteristieken van Kruips werk is de belangrijke rol die het publiek
speelt. Ze is ervan overtuigt dat het uiteindelijke kunstwerk in de gedachte
van de beschouwer wordt gevormd. “Wat je denkt is wat je ziet”.
Een inspiratiebron voor deze studieopdracht voor een
lichtontwerp is een uitspraak van situationist Guy Debord:
“Revolution is not showing life to people, rather it
is making them live”.
Binnen de kunststroming
van het Situationisme, die zich voordeed tussen 1957-72, werden zowel
artistieke als meer praktische elementen gebruikt om een situatie te creëren
die zou moeten leiden tot een transformatie (revolutie) van het dagelijks
leven.
In Debord’s uitspraak gaat
het erom dat het leven niet langer iets is dat zomaar geleefd wordt. Het leven
is een spektakel waar van een afstand naar kan worden gekeken, naar datgene wat
zich voordoet. Het spektakel is echter niet alleen een serie van plaatjes of beelden
uit de realiteit, maar het bewerkstelligt actieve, sociale relaties tussen
mensen. Binnen deze benadering kan de functie van de kunstenaar worden opgevat
als iemand die een nieuwe, sociale, situatie vormgeeft om de bestaande
realiteit bloot te leggen. Hij of zij brengt daarmee niet de filosofie
daarachter tot leven, maar maakt de realiteit filosofeerbaar.
Concept
Het plein is van oudsher
een ontmoetingsplaats waar ooit de eerste theatervoorstellingen plaats vonden.
Op het Cultuurplein zullen mensen elkaar ontmoeten om samen naar een film of
theatervoorstelling te gaan. Maar ook kunnen mensen zich hier bevinden, zonder
direct doel, en elkaar een moment belangeloos bekijken. Het plein kan opgevat
worden als een podium of een filmset.
De Vestestraat is de
opgang naar het Cultuurplein. Hier worden verwachtingen gewekt en de perceptie
op scherp gesteld. Deze straat functioneert als een coulisse, in theaterjargon
oorspronkelijk een verschuifbare zijwand van het toneeldecor, die dient als
opgang naar het plein. Door op deze plekken in te grijpen, met licht, in de
ervaring van mensen, zal hij of zij zich deze plek herinneren en er
uiteindelijk naar terugkeren.
Licht maakt zichtbaar wat
al zichtbaar was, maar wat eerder nog tot de onbewuste ervaring behoorde.
Houdingen, blikken en gebaren van mensen worden belicht en maken hun poses en
acties helder. In gestes projecteren we onze eigen ideeën en opvattingen waar
we conventionele codes en tekens uit halen. Deze worden herkenbaar gemaakt door
een geënsceneerde situatie met licht. Licht brengt een nieuwe gelaagdheid aan
de oppervlakte.
Elk detail komt aan bod
wanneer het licht van de spot over het object heen glijdt. De bezoekers en de
passanten ervaren hierdoor een tijdelijke verschuiving van realiteit in hun
perceptie van de omgeving, de architectuur en hun mede bezoekers. De ervaring
van het kijken naar de film of toneelvoorstelling wordt daardoor
geïntensiveerd. De blik werd eerder op het plein of in de straat op scherp gesteld.
Na de voorstelling keren de bezoekers terug in precies dezelfde situatie van
ervaringen.
De coulissen:
De eerste lichtbron is
geïnstalleerd tussen de parkeerplaats en de Vestestraat. De spots lichten de
straat helder uit. Mensen die de vanaf het cultuurplein een blik werpen in de
Vestestraat zien voor enkele ogenblikken alleen de contouren van de bezoekers
van de bioscoop of het theater door sterk tegenlicht.
Vestestraat
De volgende lichtbron
staat op de grens van de Vestestraat en het plein. Het is een enkele spot die
gericht is op een klein deel van de Vestestraat, waardoor een enkel moment de
gezichten van passanten worden belicht.
Het podium/ de filmset:
Op het plein worden
verschillende lichtbronnen geïnstalleerd waarvan de spots gericht zijn naar
binnen toe. Het plein wordt hiermee een podium of platform waarop de passant
acteur wordt.
Momentopnames
Er worden spots geplaatst
rondom het Cultuurplein en de Vestestraat. Deze functioneren om een
momentopname van de passant te maken wat tegelijkertijd als een filmisch
fragment kan worden opgevat.
Door het licht langzaam
van intensiteit te veranderen, in en out te “faden”, zal in de herinnering van
de passant of bezoeker een fragment uit de realiteit achterblijven. Dit
gegeven, van licht als beweging, lijkt op de ervaring van het kijken naar een
film. In de herinnering verschijnt de film in fragmenten. De dagelijkse
realiteit wordt gelijk aan de filmische realiteit. De functie van licht als aanduiding
van tijd ontstaat op het moment dat bij de beschouwer de herinnering in werking
wordt gesteld
Kenmerken van het
licht
- Het licht wordt met een computer gestuurd zodat
deze langzaam van intensiteit veranderd.
- Springt aan door middel van een sensor wanneer de
schemer valt.
- Het licht is kunstmatig daglicht. Gekleurd licht
is een effect en wit licht laat de ruimte aan de beschouwer om te
interpreteren.
- De langzaam veranderende intensiteit van de spots
op het plein zorgt ervoor dat de mensen, die zich daar op dat moment bevinden,
als acteurs tijdens een repetitie worden uitgelicht.
- Er zal een lichtschema worden ontwikkeld voor de
verschillende tijden van de dag en nacht en/ of van de seizoenen in een jaar.
Ook kan er gedacht worden aan het eerder inzetten van het nachtprogramma in de
winter en in de zomer zal het dagprogramma langer doorlopen.
- De
mogelijkheid bestaat om het lichtplan te versnipperen naar 1 of 2 locaties
buiten straat of plein, door enkele lichtbronnen in de bibliotheek of de entree
van de parkeergarage te installeren. Dit kan een extra trigger bij het publiek
teweegbrengen.
-Ook kan het plan zich ontwikkelen naar de bioscoop
en het theater en de mediatheek. Op deze manier kan er een brug geslagen
worden van binnen naar buiten. Dit zal
in samenspraak met de verschillende partijen besproken worden
Germaine Kruip
Hoogte Kadijk 25 D
1018 BE Amsterdam
T. 020 422 8006 (studio)
M.06 2878 4664
Germainekruip@dds.nl