De
stichting Anton Pieck Huys Delft heeft een aanvraag ingediend voor
exploitatiesubsidie voor het jaar 2005 voor een op te richten Anton Pieck Huys
Delft. Aan de gemeente wordt een subsidie gevraagd van € 45.000,=. Ook aan
het rijk is subsidie gevraagd. De Raad voor Cultuur heeft hierover negatief
geadviseerd.
Toen
Anton Pieck (*1895) in 1987 overleed, wist maar een enkeling dat deze
kunstenaar in de laatste tien jaar van zijn leven een geheim atelier achterliet
in Delft. De aanvrager schrijft zelfs dat Anton Pieck werk uit eerdere periodes
van zijn leven naar Delft heeft overgebracht.
Uit
het beleidsplan is op te maken dat de hele collectie die in het nieuwe museum
zal worden getoond, bestaat uit vroege werken van Anton Pieck, etsen,
houtsneden, schilderwerk, tekeningen en ander grafisch werk, maar ook
archieven, brieven, e.d. Daarnaast is werk verzameld van tijdgenoten waarmee
Anton Pieck contact heeft gehad en blijkbaar werk heeft verzameld.
De
stichting meldt werk uit de vroegste periodes te willen presenteren en noemt in
het beleidsplan de volgende te ondernemen activiteiten in het museum:
demonstraties
van grafische technieken;
demonstraties
en presentaties van restauraties;
thematentoonstellingen;
beheer
van collectie en archieven;
botanische
rondleiding door historische tuin;
uitgeven
van catalogi;
een
periodiek voor “ Vrienden van het Anton Pieck Huys Delft;
conserveren
en uitbreiden van de collectie;
jaarlijkse
uitreiking van de Anton Pieck Huys Tekenprijs aan een jong tekentalent.
Er
is een begroting ingediend, waaruit blijkt dat aan de gemeente een subsidie van
€ 45.000,= wordt gevraagd. Bij de inkomsten wordt niet specifiek de aan
het rijk gevraagde subsidie (€ 39.930,=) genoemd. Wel worden inkomsten van
sponsoring of advertenties aangegeven. De inkomsten uit entree worden voor 2005
geschat op € 150.000= (30.000 bezoekers). Uitgaven aan personeel,
accommodatie zijn niet uitgewerkt of toegelicht.
Op
de ingediende balans wordt de collectie gekapitaliseerd op bijna
€ 450.000,=.
Tot
op heden heeft niemand de collectie gezien. Er is geen inventarisatie van de
collectie bij de aanvraag of in het beleidsplan toegevoegd. De erven van Anton
Pieck ontkennen zelfs dat er sprake zou kunnen zijn van een collectie in Delft.
Zij ontkennen ook dat Anton Pieck de laatste tien jaar van zijn leven in Delft
zou hebben gewerkt.
Toen
in het voorjaar van 2004 landelijk bekend werd dat in Delft een initiatief werd
genomen tot oprichting van een Anton Pieck Huys gaf dit enige commotie in de landelijke
pers en in bepaalde televisieprogramma’s. In het kader van deze nota is het
niet relevant hier nader op in te gaan, commentaar te geven of een en ander na
te trekken op waarheid of onwaarheid.
Delft
wil zich in de komende jaren profileren met een aantal thema’s. Binnen museale
kaders hebben we het dan over de Gouden Eeuw, Willem van Oranje en het Huis van
Oranje, Vermeer en Delfts Blauw. Hierin spelen de door de gemeente
geëxploiteerde Gemeentemusea (Prinsenhof en Lambert van Meerten) en de Nieuwe
Kerk de belangrijkste rol. Ook de Koninklijke Porceleyne Fles is een
belangrijke partner van de gemeente.
Voor
het Delftse gemeentebestuur is het antwoord op de vraag of deze reeks nu zou
moeten worden uitgebreid met een gesubsidieerd Anton Pieck Huys duidelijk.
Niemand kan het recht ontzegd worden een museum te exploiteren. De gemeente
Delft kiest er echter niet voor dit museum te subsidiëren. Het past niet in het
totaal concept waarop Delft zich de komende jaren wil marketen.
De
Stichting Anton Pieck Huys heeft eveneens subsidie aangevraagd bij het rijk om
het Anton Pieck Huys te exploiteren in Delft. In het aanvankelijke advies
adviseert de Raad voor Cultuur deze aanvraag af te wijzen op de volgende
gronden:
·
het
Anton Pieck Huys is geen museum van nationaal belang;
·
de
museumtaken worden niet op een professioneel niveau uitgevoerd.
De
stichting heeft na het publiceren van dit advies een schriftelijke reactie
gegeven aan de Raad. Zij vindt daarin dat uit het beleidsplan blijkt dat de
initiatiefnemers zich wel degelijk hebben afgevraagd aan welke eisen een museum
moet voldoen. Het professionele niveau van het museum bestaat uit een
restaurateur, een conservator en twee door Anton Pieck voorgedragen leerlingen.
Op nationaal en internationaal niveau wordt geregeld een beroep gedaan op deze
deskundigheid.
De
Raad voor Cultuur blijft echter bij haar advies en ziet in de reactie geen
aanleiding het primaire advies te herzien. De Raad vindt dat de stichting in
haar reactie nauwelijks ingaat op de eerder ingenomen beoordeling. Er is geen
duidelijkheid hoe de atelierruimte wordt gebruikt en ingericht. Er is
onduidelijkheid over de aard van de collectie, de wijze van conservering, de
overdrachtstechnieken, en de zakelijke exploitatie van het museum.
De
subsidieaanvraag kan worden afgewezen op basis van de volgende argumentatie:
Delft
kiest er voor om naast de exploitatie van de eigen Gemeentemusea een beperkt
aantal musea te subsidiëren die passen binnen de door de gemeente Delft
gewenste identiteit. Hieronder vallen de volgende thema’s: Gouden Eeuw, het
Huis van Oranje, Vermeer, Delfts Blauw. Een uitbreiding hiervan vindt de
gemeente niet gewenst. De gemeente wil het thema “Anton Pieck” niet aan het
toeristisch product toevoegen.
Volgens
de Algemene subsidieverordening van de gemeente kan subsidie worden geweigerd
wanneer de subsidieverstrekking niet past binnen door de gemeente vastgesteld
beleid (art 14, lid 1).
De
gemeente onderschrijft het advies zoals de Raad voor Cultuur dit aan de
Staatssecretaris voor Cultuur heeft afgegeven en dat –naar kan worden
aangenomen- zal leiden tot een afwijzing van de subsidieaanvraag bij het rijk
voor de komende cultuurperiode. Dit zal bekend zijn op Prinsjesdag.
Aan
u wordt voorgesteld:
1.
De
subsidieaanvraag van de stichting Anton Pieck Huys Delft in het kader van de in
deze nota aangegeven argumentatie en op grond van de Subsidieverordening
Maatschappelijke Activiteiten afwijzen.
2.
Bijgaande
beschikking verzenden.
3.
Deze
nota ter kennisname aan de raad zenden.
Hans Speetjens