Het
doel van het per 1-1-2000 van kracht zijnde reclamebeleid was om uiterlijk en
kwaliteit van de reclames te verbeteren en de hoeveelheid begrenzen. Om
verschillende redenen is dat doel niet bereikt. Enerzijds negeerden de meeste
ondernemers de vergunningplicht. Anderzijds was de amtelijke organisatie
onvoldoende toegerust om het reclamebeleid uit te voeren. Er was wel formatie
beschikbaar voor toezicht en handhaving, maar niet voor vergunningverlening.
Wel is er over de jaren vanaf 2000 reclamebelasting geheven.
Om
het beoogde doel (grotendeels) alsnog te bereiken is in de afgelopen tijd naar
oplossingen gezocht. Uit oogpunt van deregulering, maar ook door de herziening
van de Woningwet per 1 januari 2003, is een andere aanpak noodzakelijk. De
uitgangspunten voor deze oplossingen zijn met u besproken in de
B&W-presentatie over gevelreclamebeleid op 13 april jl.
Door
de bepalingen in de Woningwet mogen er geen aanvullende eisen in de
reclameverordening worden gesteld ten aanzien van welstand. Vandaar dat alle
welstandseisen voor gevelreclames naar de welstandsnota moeten worden
overgebracht (zie bijlage 1). De bepalingen in de Woningwet en de gemeentelijke
welstandsnota maken een vergunning voor gevelreclame overbodig.
De
reclame-dragers waarmee reclames aan panden worden aangebracht zijn in de
binnenstad (beschermd stadsgezicht) licht-vergunningplichtig. Overeenkomstig de
handhavingstrategie gevelreclame (zie bijlage 2) gebeurt handhaving van het
gevelreclamebeleid voortaan op basis van, in volgorde, de Woningwet, de
welstandsnota en de reclameverordening. Wij verzoeken u de bijgevoegde
handhavingstrategie gevelreclame vast te stellen.
Het
vervallen van de vergunningplicht voor gevelreclame is een van de grootste
aanpassingen. Daarnaast is het wenselijk gebleken om de reclameverordening en
de verordening voor reclamebelasting op een aantal punten aan te passen.
De belangrijkste aanpassingen zijn:
·
een
tussenstap in de huidige getrapte tarieventabel bij de kleinere
reclame-uitingen;
·
wijziging
en oplopende tarieven voor grote reclame-uitingen; (zie de tarieventabel in bijlage 3)
·
Nederlandse
en Delftse vlaggen worden niet meer beschouwd als reclame-objecten en zijn dus
belastingvrij.
Met
een inhaalslag worden van alle adressen de reclame-uitingen in het (digitaal)
archief geactualiseerd of opgenomen. Tegen excessen wordt handhavend
opgetreden. Na de inhaalslag controleren de toezichthouders van de sector TOR
jaarlijks de reclame-uitingen en verwerken de mutaties van de inspecties.
Vervolgens leveren zij de mutaties aan a) de vakteams Bouw- en woningtoezicht
en Monumentenzorg en bouwkwaliteit ter beoordeling en eventueel handhaving en
aan b) het vakteam Belastingen voor de heffingen.
De
inhaalslag en de wijzigingen hebben gevolgen voor inkomsten en uitgaven. Een
tijdelijke kracht voor de inhaalslag en de structurele handhaving kosten geld:
€ 100.000 incidenteel en € 50.000 structureel. Deze kosten zijn opgenomen in de
Programmabegroting 2005-2008 – “nieuw beleid”. (Zie overzicht financiële
consequenties in raadsvoorstel.)
De
evaluatie en aanpassing van de reclameverordening, de
reclamebelastingverordening en de welstandsnota, zijn tot standgekomen in
samenwerking met het vakteam Belastingen, de (TOR) vakteams Toezicht en
Handhaving en Vergunningen en Ontheffingen, JZ en de (BM) vakteams Bouw- en
Woningtoezicht en Monumentenzorg en bouwkwaliteit. De handhavingstrategie
gevelreclame is tot stand gekomen in samenwerking met de handhavingsregisseur.
Wij
stellen u voor om:
·
de
handhavingstrategie gevelreclame vast te stellen en
·
deze
ter kennisname toe te sturen aan de gemeenteraad
·
in
te stemmen met de nota gevelreclame
·
in
te stemmen met de aanpassingen van de
-
Reclameverordening voor Delft 2000;
-
Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting
2004;
-
Welstandsnota Delft
·
deze
ter besluitvorming voor te leggen aan de gemeenteraad
·
in
te stemmen met de inzet van de financiële middelen, onder voorwaarde van
goedkeuring van de programmabegroting 2005-2008.
John-Paul Smolders / Tineke Kronshorst