Inhoudsopgave
1. Inleiding
In 1993 is door de gemeente, mede op basis van een
door een adviesbureau[1]
geschreven rapport, het Delftse terrasbotenbeleid vastgesteld. Geconstateerd is
dat het terrasbotenbeleid, welke reeds 11 jaar oud is, niet geheel meer aansluit
op de huidige situatie in de binnenstad. Met name het ontstaan van meer
effectieve verblijfs- en gebruiksruimte in de binnenstad door een beperking van
het autoverkeer ligt aan deze ontwikkeling ten grondslag. Daarnaast bestaat
vanuit de politiek de wens om het woon-,verblijfs- en economisch klimaat in de
binnenstad te verbeteren[2].
Het college van B&W vindt het noodzakelijk het ingezette integrale
stimuleringsbeleid voor de binnenstad met kracht voort te zetten. Daarbij is
een accentverzwaring nodig op concrete maatregelen om de binnenstadseconomie te
versterken. Verder heeft het college een vermindering van de administratieve
“rompslomp” rondom vergunningen en ontheffingen voor bedrijven tot doel
gesteld. Voorgenoemde ontwikkelingen hebben geleid tot een gewijzigde politieke
visie op zowel het terrassenbeleid als het terrasbotenbeleid in Delft.
Zowel de betrokken wethouder als Koninklijk Horeca
Nederland, afdeling Delft/Oostland hebben, in navolging van de recentelijk
uitgevoerde aanpassing van het terrassenbeleid, aangegeven voorstander te zijn
van een aanpassing van het huidige terrasbotenbeleid. De centrale vraag waar in
deze nota antwoord op wordt gegeven is dan ook of, en zoja op welke wijze het
huidige terrasbotenbeleid dient te worden aangepast om een verbetering van het
woon-, verblijfs- en economische klimaat in de binnenstad, een versterking van
de binnenstadseconomie in Delft alsmede een vermindering van de administratieve
last voor de gemeente en horecaondernemers tot stand te brengen.
Naast een eventuele uitbreiding van het aantal terrasbootlocaties in
Delft wordt in deze nota eveneens ingegaan op de vaststelling van een
exploitatiepunt voor twee gondels in de binnenstad. Dit naar aanleiding van een
verzoek van een Delftse horecaondernemer voor het verkrijgen van een ontheffing
voor een dergelijk exploitatiepunt. Dit initiatief sluit eveneens aan op het
streven van het college om het woon-, verblijfs- en economische klimaat in de
binnenstad te verbeteren en de binnenstadseconomie in Delft te versterken.
De opbouw van deze nota is als volgt. In paragraaf
2 wordt aandacht besteed aan de achtergrond en de huidige situatie van het
terrasbotenbeleid in Delft. Vervolgens wordt in paragraaf 3 ingegaan op de
vraag of en zoja op welke wijze het terrasbotenbeleid dient te worden aangepast
om de genoemde doelstellingen te realiseren. In paragraaf 4 worden de door de
gemeente bij de beoordeling van terrasbootlocaties gehanteerde criteria
weergegeven en wordt ingegaan op de beoordeling van potentiële nieuwe locaties.
In paragraaf 5 wordt ingegaan op de
exploitatie van twee gondels in de binnenstad. In paragraaf 6 wordt
antwoord gegeven op de vraag in hoeverre de in deze nota weergegeven
voorstellen van invloed zijn op benodigde personele capaciteit en op de
financiële middelen van de gemeente. In paragraaf 7 wordt ingegaan op het
onderwerp communicatie en de te nemen vervolgstappen. Tot slot worden in
paragraaf 8 verschillende voorstellen gedaan ter realisatie van de in deze nota
weergegeven doelstellingen. Bij deze nota behoren 10 bijlagen. In deze bijlagen
wordt nader ingegaan op relevante achtergrondinformatie.
2. Achtergrond en huidige situatie
Het
terrasbotenbeleid in de gemeente Delft kent een dynamische
geschiedenis. In de jaren ’80 vond een sterke groei
van het aantal terrasboten plaats. Deze groei leidde tot het “dichtslibben” van
het openbare water in de binnenstad. Tevens waren terrasboten, met name buiten
de “Toeristische Driehoek[3]”,
erg gevoelig voor vandalisme. Om uitwassen tegen te gaan is begin jaren ’90 een
nieuw terrasbotenbeleid ontwikkeld. Teneinde een goed gefundeerd
terrasbotenbeleid tot stand te brengen heeft de gemeente een adviesbureau
ingehuurd. Op basis van een door dit bureau uitgebracht rapport[4]
is de huidige ligplaatsenkaart ontwikkeld. Op deze kaart zijn de diverse in
Delft aanwezige watergebruikers, waaronder de terrasboten, per categorie en per
aantal weergegeven. Op de ligplaatsenkaart zijn zeven grachtvakken[5],
met in totaal acht ligplaatsen, in en om de “Toeristische Driehoek” aangewezen
waar het afmeren van terrasboten is toegestaan. Een overzicht van huidige
ligplaatsen wordt weergegeven in bijlage 3. Deze locaties hebben geen “vast”
karakter. Met andere woorden, de uiteindelijke locatie van een terrasboot[6]
in een specifiek grachtvak is afhankelijk van de onderneming waaraan de
ontheffing wordt verleend. Ontheffingen worden alleen verleend voor terrasboten
waarvan de afmeerplaats is gelegen voor het dienende pand[7].
Indien aan een ondernemer in het voorgaande jaar een ontheffing is verleend,
verkrijgt hij of zij bij de nieuwe toewijzing voorrang op overige ondernemers.
Indien een ontheffing “vrijkomt” (d.w.z. een ondernemer met een ontheffing
wenst deze niet meer te verlengen of de gemeente besluit om deze ontheffing niet
meer te verstrekken) en er zijn meerdere aanvragers, wordt er overgegaan tot
een loting. Het in 1993 vastgestelde terrasbotenbeleid is nimmer aangepast en
anno 2004 nog steeds van kracht.
3. Aanpassingen terrasbotenbeleid
De gemeente Delft heeft in samenwerking met
Koninklijk Horeca Nederland, afdeling Delft/Oostland onderzocht of, en zoja op
welke wijze het huidige terrassenbeleid dient te worden aangepast om de in
paragraaf 1 weergegeven doelstellingen te realiseren. Geconcludeerd is dat het
terrasbotenbeleid op vijf punten dient te worden aangepast. Deze punten zijn
achtereenvolgens:
● De geldigheidsduur van een
terrasbootontheffing;
● De exploitatietijden van terrasboten;
● De wijze waarop ligplaatsen per grachtvak
worden vastgesteld;
● Het aantal terrasbootlocaties;
● Aanpassing tarief precario terrasboten.
De
geldigheidsduur van een terrasbootontheffing
De maximale periode waarvoor een ontheffing voor
een terrasboot wordt afgegeven is op dit moment 1 kalenderjaar.
Ondernemers dienen deze ontheffing ieder jaar in november aan te vragen. Een
ontheffing wordt verleend voor de periode van 1 april t/m 1 oktober.
Geconstateerd is dat deze procedure voor zowel de gemeente als voor aanvragers
relatief veel administratieve lasten met zich meebrengt. Zowel het college als
Koninklijk Horeca Nederland zijn voorstander van een vermindering van de
administratieve “romslomp” rondom vergunningen en ontheffingen voor bedrijven[8].
Voorgesteld wordt dan ook om de Verordening Openbaar Gemeentewater Delft (VOGD)
te wijzigen en alle terrasbootontheffingen af te geven voor een vaste periode
van 3 kalenderjaren, te beginnen met
de periode 1 januari 2005 t/m 31 december 2007. Hierna worden de ontheffingen verleend voor de periode 1 januari 2008
t/m 31 december 2010, enz. Hierbij geldt dat de periode waarvoor een ontheffing
wordt verleend, blijft gehandhaafd op de periode 1 april t/m 1 oktober.
Indien ondernemers in de loop van de vaste periode een ontheffing aanvragen,
ontvangen zij een ontheffing tot het einde van deze periode.
De
exploitatietijden van terrasboten
In het huidige terrasbotenbeleid zijn geen regels
opgenomen wat betreft de exploitatietijden van terrasboten. Om overlast van
terrasboten zoveel mogelijk te voorkomen wordt daarom voorgesteld het gebruik
van terrasboten alleen toe te staan tussen 09.00 en 23.00 uur. Dit
voorstel wordt gesteund door de betrokken ondernemers. Terrasboten dienen te
worden gebruikt voor “restaurantachtige” activiteiten (terrasboten mogen geen
caféboten worden). Om er zeker van te zijn dat terrasboten voornamelijk worden
gebruikt voor het nuttigen van maaltijden wordt tevens voorgesteld om de
definitie van terrasboot aan te scherpen in de VOGD.
De wijze waarop ligplaatsen per grachtvak
worden vastgesteld
Momenteel worden terrasbootlocaties per grachtvak
vastgesteld waardoor meerdere ondernemers in aanmerking kunnen komen voor één
en dezelfde ontheffing. De exacte locatie waar een terrasboot uiteindelijk
wordt afgemeerd is afhankelijk van de locatie van de onderneming waaraan een
ontheffing wordt verleend. Zowel de gemeente als Koninklijk Horeca Nederland
hebben aangegeven voorstander te zijn van het aanwijzen van vaste
terrasbootlocaties. Door het aanwijzen van vaste locaties is het niet meer
nodig om ligplaatsen onder ondernemers te verloten en verkrijgen zowel oude als
nieuwe ondernemers duidelijkheid over het wel of niet in aanmerking kunnen
komen voor een terrasbootontheffing. Het terrasbotenbeleid wordt hierdoor op
dit punt identiek aan het beleid dat door de gemeente wordt gehanteerd voor
terrassen. Met name Koninklijk Horeca Nederland en de betrokken ondernemers (inclusief
ondernemers zonder ontheffing) hebben aangegeven groot voorstander te zijn van
een dergelijk systeem[9].
Voorgesteld wordt dan ook om de momenteel in gebruik zijnde terrasbootlocaties
(8 locaties) op de ligplaatsenkaart aan te wijzen als vaste terrasbootlocaties.
Verder wordt voorgesteld om 5 extra vaste terrasbootlocaties (zie
paragraaf 4) aan te wijzen, indien nodig met behulp van een eenmalige loting.
In bijlage 7 wordt een voorstel voor 13 mogelijke vaste locaties weergegeven. Voor
een overzicht van de consequenties van een dergelijke aanpassing van het
terrasbotenbeleid wordt verwezen naar bijlage 1.
Het
aantal terrasbootlocaties
Op de Delftse ligplaatsenkaart zijn momenteel acht
terrasbootlocaties aangewezen. Terrasboten hebben een duidelijke
(sociaal-economische) toegevoegde waarde voor Delft. Zo vormen terrasboten een
aanvulling op de bedrijvigheid en levendigheid in de binnenstad van Delft[10].
Verder voorzien terrasboten in een behoefte van omwonenden, toeristen en
recreanten. Naar verwachting hebben de terrasboten een positieve economische
“spin off” voor de gemeenschap in de binnenstad. Een dergelijke “spin off” is
met name gewenst voor het winkelgebied in de noordelijke binnenstad. Naast een
economische versterking van dit winkelgebied, wat een belangrijk aandachtspunt
is van het binnenstadsmanagement, zorgt de komst van terrasboten in dit gebied
ook voor extra verblijfsruimte voor omwonenden.
In het verleden is echter geconstateerd dat, indien
er teveel terrasboten worden afgemeerd, er verschillende ongewenste situaties
ontstaan. Gestreefd moet worden naar een optimum. In 1993 is dit optimum door
het college van B&W vastgesteld op 8 terrasboten. Geconstateerd is dat anno
2004, als gevolg van de in paragraaf 1 weergegeven ontwikkelingen, een nieuw
optimum van 13 terrasboten kan worden vastgesteld[11].
Voorgesteld wordt dan ook om het aantal ligplaatsen voor terrasboten uit te
breiden van 8 naar 13. Hieraan gekoppeld dient antwoord te worden
gegeven op de vraag welke locaties wel of niet kunnen worden toegevoegd aan de
bestaande ligplaatsenkaart. In paragraaf 4 wordt hier nader op ingegaan.
Opgemerkt dient te worden dat de afmeerplaats van
een terrasboot direct gelegen moet zijn vóór het dienende pand[12].
In de praktijk betekent dit dat het maximumaantal terrasboten dat in de
binnenstad kan worden afgemeerd, gekoppeld is aan het maximumaantal
horecaondernemingen dat volgens het FunctieLimiteringsSysteem (FLS)[13]
in de binnenstad is toegestaan. Dit FunctieLimiteringsSysteem, in combinatie
met de criteria die door de gemeente worden gehanteerd bij de beoordeling van
terrasbootlocaties, zorgt ervoor dat het aantal locaties waar een terrasboot in
de binnenstad kan worden afgemeerd zeer beperkt is. Een sterke stijging van het
aantal terrasboten in de binnenstad, buiten de in deze nota voorgestelde
stijging, is in de praktijk dan ook niet mogelijk.
De voorgestelde uitbreiding van het aantal
terrasboten heeft consequenties voor het aantal parkeerplaatsen dat in de
binnenstad beschikbaar is. In totaal worden door de voorgestelde uitbreiding
gedurende de periode 1 april t/m 1 oktober 3 reguliere parkeerplaatsen en 1
runshopplaats bezet. De gemeente zal serieus aandacht besteden aan de
(tijdelijke) afname van het aantal parkeerplaatsen. Voor zover mogelijk zullen
deze parkeerplaatsen elders worden gecompenseerd.
Verwacht wordt dat de voorgestelde uitbreiding van
het aantal terrasboten geen consequenties heeft voor de doorstroming en de
kwaliteit van het oppervlaktewater[14].
De kwaliteit en het doorstromingsprofiel van het oppervlaktewater worden
geregeld in de keur van het Hoogheemraadschap Delfland. De doorstroom en de
kwaliteit van het oppervlaktewater vallen derhalve niet onder de
verantwoordelijkheid van de gemeente Delft. Het Hoogheemraadschap Delfland is
in kennis gesteld van de in deze nota voorgestelde uitbreiding van het aantal
terrasboten.
Momenteel gelden voor terrasboten aparte
precariotarieven welke niet gekoppeld zijn aan de precariotarieven voor terrassen.
Het college van B&W heeft de wens uitgesproken om de precariotarieven voor
terrasboten gelijk te stellen aan de precariotarieven welke gelden voor de
terrassen in de binnenstad. De precariotarieven voor de terrasboten zullen
hierdoor stijgen waardoor ook de inkomsten voor de gemeente zullen toenemen.
Voorgesteld wordt om de precariotarieven voor de terrasboten op de volgende
wijze aan te passen:
Periode |
Huidige tarief terrasboten per m2 in
euro’s |
Huidige tarief terrassen per m2 in
euro’s buiten B&W gebied a) |
Huidig tarief terrassen per m2 in euro’s binnen B&W gebied a) |
Voorgestelde tarief terrasboten) per m2
in euro’s buiten B&W gebied |
Voorgestelde tarief terrasboten) per m2
in euro’s binnen B&W gebied |
|
|
|
|
|
|
Dag |
0,67 |
0,67 |
0,77 |
0,67 |
0,77 |
Week |
1,96 |
1,96 |
2,37 |
1,96 |
2,37 |
Maand |
4,74 |
4,74 |
5,77 |
4,74 |
5,77 |
Periode 1 april t/m 1 oktober. b) |
28,44 |
28,44 |
34,62 |
28,44 |
34,62 |
a)
Er wordt bij
de tarieven voor terrassen onderscheid gemaakt tussen gebieden die wel en
gebieden die niet door het college van B&W zijn aangewezen.
b)
Ondernemers
betalen voor een ontheffing voor een terrasboot momenteel op jaarbasis 6
maanden x 4,74 = 28,44 euro per m2.
In paragraaf 6 wordt nader ingegaan op de
financiële consequenties van de de in deze nota weergegeven voorstellen.
4. Criteria en beoordeling potentiële locaties
Bij de beoordeling van terrasbootlocaties wordt
gebruik gemaakt van de volgende criteria:
Juridische criteria:
1)
Er moet genoeg ruimte overblijven voor het overige vaarverkeer;
2)
Een terrasboot mag niet onder of in de onmiddellijke nabijheid van een
brug worden afgemeerd;
Praktische criteria:
3)
Een locatie moet diep genoeg zijn voor het afmeren
van een terrasboot[15];
4)
Een locatie moet (varend) bereikbaar zijn voor een
terrasboot[16];
5)
Terrasboten mogen alleen in de binnenstad worden
afgemeerd; dit ter voorkoming van overlast voor omwonenden[17].
Welstandscriteria:
6) Terrasboten
dienen te voldoen aan alle Welstandscriteria. Het gaat hierbij om:
● Niet meer
dan één terrasboot in een grachtvak;
● Ruime
afstand terrasboten en bruggen;
● Geen
terrasboten voor watergevels.
Bovengenoemde criteria worden nader toegelicht in
bijlage 2. In samenwerking met Koninklijk Horeca Nederland is een lijst
opgesteld met 11 potentiële nieuwe terrasbootlocaties, verdeeld over 8
grachtvakken. Deze lijst en een met behulp van de bovenstaande criteria
uitgevoerde toetsing worden weergegeven in de bijlagen 3 en 4. In bijlage 9
worden alle (potentiële) terrasbootlocaties weergegeven op plattegronden.
Voorgesteld wordt om de volgende locaties toe te voegen aan de
ligplaatsenkaart:
Nr. |
Locatie |
Grachtvak/bruggen |
9. |
Verwersdijk 124 of
Verwersdijk 128 |
117 en 121, Musquetierbrug en
Rapenbloembrug |
10. |
Verwersdijk 47 |
121 en 183, Musquetierbrug en Cellebroerbrug |
11. |
Verwersdijk 30 of
Verwersdijk 14 |
128 en 184, Lakenverwersbrug en Doelenbrug |
12. |
Voorstraat 9 |
120 en 124, Visbrug en Poelbrug |
13. |
Markt 5
(Wijnhaven)* |
133 en 142, Warmoesbrug en Waagbrug |
*Beperkte ruimte voor
afmeren terrasboot
5.
Exploitatiepunt gondels
Recentelijk
heeft een horecaondernemer aangegeven graag een tweetal gondels in de
binnenstad te willen exploiteren. Hiervoor is een exploitatiepunt in de
binnenstad benodigd. In overleg met de directie van het Legermuseum is een
locatie in de kolk tussen het Oude Delft en het Nieuwe Delft (zie plattegrond
bijlage 10) naar voren gebracht als mogelijk exploitatiepunt voor de twee
gondels. De bouw van een steiger voor het afmeren van de gondels op deze
locatie is niet noodzakelijk. De gondels worden in de winter opgeslagen op een
locatie buiten het gemeentewater van Delft. Bij de exploitatie van de gondels
wordt alleen gebruik gemaakt van de rondvaartroute en er worden op deze route
geen problemen verwacht met eventuele
bekabeling en/of leidingen[18].
Het Rijn-Schiekanaal is te allen tijde voor de gondel verboden terrein.
Kaartjes voor de gondels zullen onder andere worden verkocht bij het
Toeristische Informatie Punt (TIP). Deze organisatie ontvangt als wederdienst
10% van de verkoopprijs van de gondelkaartjes.
Voorgesteld wordt om de desbetreffende
horecaondernemer toestemming te verlenen voor de exploitatie van twee gondels
waarbij een locatie naast het Legermuseum als exploitatiepunt zal fungeren.
Hierop aansluitend wordt voorgesteld een exploitatiepunt voor gondels toe te
voegen aan de huidige ligplaatsenkaart. Het betreft een locatie naast het
Legermuseum, in de kolk tussen het Oude Delft en het Nieuwe Delft (zie
plattegrond bijlage 10).
6. Middelen
Personele
capaciteit
Het verlenen van ontheffingen voor terrasboten
wordt uitgevoerd door de Delftse Havenmeester[19]
en zijn/haar plaatsvervanger, welke werkzaam zijn bij het vakteam Vergunningen
& Ontheffingen (V&O). Indien de in deze nota weergegeven voorstellen
worden aangenomen wordt een vermindering van de administratieve lasten voor
deze medewerkers verwacht. Ontheffingen hoeven immers, indien het eerste
voorstel wordt aangenomen, nog maar om de drie jaar te worden verleend in
plaats van ieder jaar. Doordat het hier om een betrekkelijk klein aantal
ontheffingen gaat (in totaal 13 ontheffingen) heeft deze aanpassing van het
terrasbotenbeleid echter geen grote invloed op de totale werklast van het
vakteam V&O in het algemeen en de Havenmeester en zijn/haar plaatsvervanger
in het bijzonder. Daarnaast wordt echter door een toename van het aantal
vaartuigen op het Delftse water, een lichte toename van het aantal toezicht- en
handhavingsgerelateerde werkzaamheden voor de Havenmeester en zijn/haar
plaatsvervanger verwacht. Per saldo is er naar verwachting niet meer of minder
personele capaciteit benodigd indien de in deze nota weergegeven voorstellen
worden aangenomen. Ook de exploitatie van twee gondels in de binnenstad heeft
naar verwachting geen grote gevolgen voor de administratieve, toezichtgerelateerde
en handhavingsgerelateerde werkzaamheden van het vakteam V&O.
Financiën
In tabel 6.1 worden de precario-opbrengsten van
terrasboten voor het jaar 2004
weergegeven. Tevens wordt in dit overzicht een voorlopige schatting gegeven van
precario-opbrengsten indien het aantal ligplaatsen voor terrasboten wordt
uitgebreid van 8 naar 13 en indien er rekening wordt gehouden met de
voorgestelde aanpassing van de precariotarieven. Naar verwachting leiden de
voorgenoemde beleidsaanpassingen tot
een inkomstenstijging van naar schatting € 14.312,- per jaar , inclusief BTW.
De exploitatie van twee gondels in de binnenstad zorgt voor een extra
precario-opbrengst van € 470,- per jaar, inclusief 19% BTW. Door een verwachte
stijging van de inkomsten dient de begroting van het vakteam V&O te worden
te worden aangepast. Een bedrag van € 1000,-, gebruikt voor de bekostiging van
het door het vakteam O&S uitgevoerde onderzoek, wordt in 2004 ten laste
gelegd van de precario.
Jaar |
Inkomsten ontheffingen terrasboten, excl.19% BTW |
Inkomsten ontheffingen terrasboten, incl. 19% BTW |
|
|
|
2004b |
12.295,82 |
14.632,02 |
|
|
|
Na voorgestelde uitbreiding en aanpassing tarief
precarioc op jaarbasis |
24.323,- |
28.944,- |
|
|
|
a)
Bron: vakteam Belastingen.
b)
Tot 2004
zijn er jaarlijks 7 ontheffingen voor terrasboten verleend, in 2004 waren dit
er 8.
c)
Schatting op basis gemiddelde m2 2004. Schatting is exclusief
tariefstijging 2005.
Binnen de gemeente zijn de volgende partijen
betrokken geweest bij de totstandkoming van deze nota:
● Vakteam Vergunningen & Ontheffingen;
● Vakteam Handhaving & Toezicht;
● Commissie Welstand & Monumenten;
● Vakteam Belastingen;
● Vakteam Ruimtelijke Ordening;
● Vakteam ICT Geo-informatie;
Bij de totstandkoming van deze nota zijn de
volgende externe partijen betrokken geweest:
● Koninklijk Horeca Nederland, afdeling
Delft/Oostland;
● Stichting Centrum Management Delft (SCMD);
● Bestuurlijk Overleg Midden- en Kleinbedrijf
(BOMK);
● Binnenstadsforum.
In bijlage 8 wordt een planning weergegeven welke
is gebruikt bij de totstandkoming van deze nota. In deze planning is aangegeven
wanneer er met welke partijen contact is geweest.
Indien de in deze nota weergegeven voorstellen
worden geaccordeerd, worden de volgende vervolgstappen ondernomen:
●
Het nieuwe terrasbotenbeleid, inclusief nieuw vastgestelde locaties, wordt
gepubliceerd in de Stadskrant.
●
De huidige ondernemers die reeds in het bezit zijn van een terrasbootontheffing
of hebben aangegeven deze te willen hebben, worden geïnformeerd over het
(nieuwe) terrasbotenbeleid zodat voor hen helder is aan welke regelgeving moet
worden voldaan.
●
Ondernemers kunnen vervolgens een aanvraag indienen voor één van de nieuw
vastgestelde terrasbootlocaties;
●
Indien er meerdere aanvragen voor een ontheffing voor een nieuwe locatie in een
grachtvak zijn, wordt door middel van een loting bepaald welke nieuwe vaste
terrasbootlocatie wordt toegevoegd aan de ligplaatsenkaart. Deze loting wordt
gecoördineerd door het vakteam Vergunningen & Ontheffingen (V&O).
●
De definitieve terrasbootlocaties worden, na eventuele loting, vastgelegd op de
ligplaatsenkaart.
8.
Voorstellen
Voorgesteld wordt om met inachtneming van het
bovenstaande:
Nr. |
Locatie |
Grachtvak/bruggen |
9. |
Verwersdijk
124 of Verwersdijk 128 |
117 en 121, Musquetierbrug en
Rapenbloembrug |
10. |
Verwersdijk
47 |
121 en 183, Musquetierbrug en
Cellebroerbrug |
11. |
Verwersdijk
30 of Verwersdijk 14 |
128 en 184, Lakenverwersbrug en Doelenbrug |
12. |
Voorstraat
9 |
120 en 124, Visbrug en Poelbrug |
13. |
Markt
5 (Wijnhaven)* |
133 en 142, Warmoesbrug en Waagbrug |
*Beperkte ruimte voor
afmeren terrasboot
4. akkoord te gaan met het aanwijzen van de 8
momenteel in gebruik zijnde terrasbootlocaties en bovenstaande 5 nieuwe
terrasbootlocaties (indien nodig vastgesteld met behulp van een loting) als vaste
terrasbootlocaties en de daarvoor benodigde aanpassing van de VOGD;
naast het Legermuseum, in
de kolk tussen het Oude Delft en het Nieuwe Delft;
Voorstellen Gemeenteraad
Voorgesteld
wordt om:
I.
de Verordening Openbaar
Gemeentewater Delft 1996 als volgt te wijzigen:
1. In
artikel 1, sub h, wordt na “terras” toegevoegd:
“, te weten een buiten de besloten ruimte
van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf, waar zitgelegenheid kan
worden geboden en waar - al dan niet tegen vergoeding - dranken worden
geschonken en maaltijden voor directe consumptie worden bereid en/of worden
verstrekt.”
2. In
artikel, 13 sub b, wordt
- “grachtvakken” gewijzigd in: “locaties”.
3. In
artikel 21 wordt:
lid 3 verwijderd en vervolgens de nummering van dit
artikel aangepast.
4. In
artikel 24 wordt in:
lid 1: na
“woonschip” toegevoegd: “of een
terrasboot”;
en wordt een nieuw lid 3 toegevoegd, luidend:
“Een ontheffing voor een terrasboot wordt
verleend voor een vaste periode van 3 kalenderjaren, te beginnen met de periode
1 januari 2005 t/m 31 december 2007, met in achtneming van het bepaalde in
artikel 23, onder b.””
5. In
artikel 32:
wordt de huidige tekst vervangen door de
volgende tekst:
“1. Met het toezicht op de naleving van het
bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de personen werkzaam in
de functie van : Controleur Openbare Ruimte van de Sector Toezicht Openbare
Ruimte, vakteam Vergunningen & Ontheffingen en vakteam Handhaving &
Toezicht,
2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van
het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de door het college van
burgemeester en wethouders of de burgemeester aangewezen personen.”
II.
dat
met toepassing artikel 25, lid 2, van de Tijdelijke referendumwet vorenstaande
wijzigingen in werking treden voordat de in artikel 22, lid 2, van deze wet
bepaalde termijn van zes weken na bekendmaking is verstreken.
III.
dat dit besluit 1 dag na de bekendmaking ervan in
werking treedt.
[1] “Terrasboten in Delft”, INB Groep, Den Haag, 1993.
[2] Collegeprogramma 2002-2006 “Voorzetten en doorzetten”.
[3] Het gebied tussen de Oude Kerk, Nieuwe Kerk en het Stadhuis.
[4] “Terrasboten in Delft”, INB Groep, Den Haag, 1993.
[5] Grachtvak: een gedeelte van een gracht, dat aan de kopeinden wordt begrensd door een brug c.q. weg, VOGD
[6] Terrasboot: dekschuit (of ander vaartuig) gebruikt als onoverdekt terras, te weten een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf, waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar - al dan niet tegen vergoeding - dranken worden geschonken en maaltijden voor directe consumptie worden bereid en/of worden verstrekt.
[7] Dienende pand: pand ten behoeve waarvan een ontheffing voor een dekschuit wordt aangevraagd/afgegeven, VOGD.
[8] Collegeprogramma 2002-2006 “Voorzetten en doorzetten”.
[9] Op 13 mei 2004 is op initiatief van Koninklijk Horeca Nederland, afdeling Delft/Oostland en de gemeente Delft een bijeenkomst georganiseerd met als doel het informeren van de betrokken ondernemers en het inventariseren van klachten, wensen en visies betreffende het terrasbotenbeleid.
[10] “Terrasboten in Delft”, INB Groep, Den Haag, 1993.
[11] Nieuw optimum is vastgesteld in samenwerking met Koninklijk Horeca Nederland, afdeling Delft/Oostland.
[12] Verordening Openbaar Gemeentewater Delft 1996 (VOGD)
[13] Met het FLS geeft de gemeente in het kernwinkelgebied en bij de hoofdgrachten waar kantoren gevestigd zijn, aan tot welk percentage een functie mag groeien in nauwkeurig bepaalde deelgebieden. Het gaat daarbij om de functies wonen, detailhandel (winkels), dienstverlening, winkelondersteunende horeca, ambachtelijke activiteiten en maatschappelijke functies.
[14] Bron: Havenmeester Delft.
[15] Getoetst op 7 juni 2004 met behulp van een terrasboot.
[16] Getoetst op 7 juni 2004 met behulp van een terrasboot.
[17] Op 28 en 29 juni 2004 is door het vakteam Onderzoek en Statistiek (O&S) onderzocht in hoeverre er bij omwonenden draagvlak is voor de komst van een terrasboot (zie bijlage 7).
[18] Informatie Vakteam Civiel.
[19] Havenmeester: de ambtenaar van de gemeente Delft aan wie door het college van burgemeester en wethouders het toezicht en de organisatie op het openbaar gemeentewater, de kaden en de havens is opgedragen, of zijn plaatsvervanger, VOGD