Stuk 105 I                                                                                                       Delft, 8 juni 2004.

417072

 

Onderwerp:       wijziging van artikel 130, lid 5 van de APV in het

                        kader van de nota standplaatsenbeleid 2004.

 

Aan de gemeenteraad,

 

Geachte dames en heren,

 

Geconstateerd is dat er de afgelopen jaren discrepanties zijn ontstaan tussen het in het verleden opgestelde standplaatsenbeleid en de huidige praktijk. Dit leidt binnen de gemeente Delft steeds vaker tot ongewenste situaties. De nota Standplaatsenbeleid 2004 heeft dan ook tot doel een goed gefundeerd, helder en consistent beleidskader voor het standplaatsenbeleid van de gemeente Delft tot stand te brengen waardoor ongewenste situaties kunnen worden voorkomen. In de nota staat de vraag centraal op welke wijze het huidige standplaatsenbeleid dient te worden aangepast en/of herschreven om dit doel te bereiken. In de periode 1990-1995 is beleid geformuleerd voor zowel de verkoop van bloemen, snacks, vis, etc., alsmede de verkoop van kerstbomen en oliebollen. Dit in het verleden opgestelde beleid wordt in de nota geïntegreerd en waar nodig aangepast.

 

De in het verleden geformuleerde doelstellingen zijn erg gedateerd en sluiten niet goed aan op de dagelijkse realiteit. Voorgesteld wordt dan ook om de volgende nieuwe doelstellingen ten grondslag te laten liggen aan het standplaatsenbeleid:

 

a)           Het voldoen aan een behoefte van ondernemers;

b)           Het voldoen aan een behoefte van consumenten;

c)           Het voorkomen van ongewenste situaties op het gebied van openbare orde, verkeersveiligheid en uiterlijk aanzien van de omgeving;

d)           Het in standhouden van een door de jaren heen ontstane evenwichtsituatie/optimum wat betreft het aantal standplaatsen en de locatie van standplaatsen. 

 

Op basis van de bovenstaande geformuleerde doelstellingen wordt voorgesteld de huidige in de praktijk aanwezige standplaatsen zoveel mogelijk te behouden, uitgezonderd locaties die niet voldoen aan het in de nota weergegeven wettelijke kader.

 

Het wettelijke kader van het Delftse standplaatsenbeleid bestaat achtereenvolgens uit: artikel 130 van de APV, bijbehorende maximumstelsels, beleidsuitgangspunten en toetsingscriteria. Vergunningen worden verleend op grond van artikel 130 van de APV. Momenteel liggen er twee maximumstelsels ten grondslag aan het Delftse standplaatsenbeleid. Het betreft hier een maximumstelsel voor de reguliere standplaatsen en een maximumstelsel voor standplaatsen gericht op de verkoop van kerstbomen en oliebollen. In deze nota worden beide maximumstelsels aangepast en geïntegreerd tot één nieuw maximumstelsel.

 

Vergunningen voor incidentele standplaatsen worden eveneens verleend op basis van artikel 130 van de APV (commerciële activiteiten) of op basis van de Reclameverordening (promotionele activiteiten), maar zijn niet gekoppeld aan een maximumstelsel. Voorgesteld wordt om deze handelswijze te continueren. In de nota Standplaatsenbeleid 2004 worden verschillende beleidsuitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten hebben betrekking op achtereenvolgens: selectie en uitgifte, de maximumstelsels en tot slot de exploitatie van standplaatsen. Voor een overzicht van deze beleidsuitgangspunten en relevante toetsingscriteria wordt verwezen naar de paragrafen 3.2 en 3.3. 

 

Anno 2004 zijn er in totaal 19 reguliere standplaatsen in de gemeente Delft, waarvan één momenteel niet wordt gebruikt. Tevens zijn er 14 locaties die worden gebruikt voor de verkoop van kerstbomen en zijn er 4 locaties die worden gebruikt voor de verkoop van oliebollen. Alle huidige standplaatshouders hebben een doorlopende vergunning, uitgezonderd de standplaatshouders op particuliere locaties en standplaatshouders die zich richten op de verkoop van kerstbomen. Een aantal locaties voldoet niet aan de in de nota opgestelde criteria. Voorgesteld wordt dan ook om deze locaties in aanmerking te laten komen voor uitsterfbeleid. Het gaat hierbij om de volgende locaties:

 

Locatie

Type

 

 

Vrijheidslaan

Reguliere standplaats

Bijbelbrug

Reguliere standplaats

Olof Palmestraat

Reguliere standplaats

Papsouwselaan

Reguliere standplaats

Vesteplein

Reguliere standplaats

 

 

Martinus Nijhoflaan, parkeerterrein

Standplaats kerstbomenverkoop

 

De basis van het nieuwe standplaatsenbeleid wordt gevormd door een nieuw maximumstelsel. Dit maximumstelsel wordt weergegeven in bijlage 1. In bijlage 2 van de nota worden de bij het maximumstelsel behorende locaties weergegeven op een plattegrond. In het nieuwe maximumstelsel zijn in totaal 14 reguliere standplaatsen, 13 standplaatsen voor de verkoop van kerstbomen en 4 standplaatsen voor de verkoop van oliebollen opgenomen. Het aantal standplaatsen in Delft komt hierdoor op een totaal van 31. Naar verwachting duurt het enkele jaren voordat het in bijlage 1 weergegeven maximumstelsel in de praktijk is gerealiseerd. Dit omdat sommige standhouders een doorlopende vergunning hebben. Deze blijft ook na vaststelling van het nieuwe beleid geldig. Uitsterfbeleid houdt dus in dat een dergelijke locatie niet aan een nieuwe ondernemer zal worden uitgegeven.

 

Voor de uitvoering en handhaving van het in de nota voorgestelde standplaatsenbeleid is geen extra personele capaciteit nodig. Verwacht wordt dat door de invoering van het nieuwe maximumstelsel het bedrag dat de Gemeente ontvangt aan precario geleidelijk afneemt met ongeveer 3250 euro. Verder wordt verwacht dat het bedrag aan te ontvangen precario voor het gebruik van incidentele standplaatsen gelijk blijft. Vooralsnog behoeft de begroting niet te worden aangepast. De verwachte afname van de opbrengsten wordt binnen de bestaande begroting gecompenseerd.

 

Geconstateerd is dat er in de huidige APV geen duidelijke verwijzing naar de vastgestelde maximumstelsels is opgenomen. Voor een goede juridische basis van het hiervoor beschreven standplaatsenbeleid is dan ook een aanpassing benodigd van artikel 130 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

 

Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie cultuur, kennis en economie:

-      artikel 130 lid 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft 1992, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 18 december 2003, als volgt te wijzigen:

a.    in de aanhef na "kan" toevoegen "in ieder geval";

b.    aan lid 5 toevoegen sub "g", luidend: "indien vergunningverlening strijd zou opleveren met bestaand beleid, waaronder het maximum-stelsel, zoals vastgelegd in de Nota standplaatsenbeleid 2004."

c.    het huidige lid 6 wijzigen in lid 7;

d.    een nieuw lid 6 toevoegen, luidend: "Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd wijzigingen aan te brengen in het maximum-stelsel, zoals bedoeld onder sub b."

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

J.P. Torenstra                           ,burgemeester.

 

 

 

H.G.L.M. Camps                       ,secretaris.

                                              

­


Stuk 105 II

416072

 

 

De raad der gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het college van 8 juni 2004;

overwegende dat het gewenst is dat er een Nota Standplaatsenbeleid 2004 wordt vastgesteld;

b e s l u i t :

-      artikel 130 lid 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft 1992, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 18 december 2003, als volgt te wijzigen:

a.    in de aanhef na "kan" toevoegen "in ieder geval";

b.    aan lid 5 toevoegen sub "g", luidend: "indien vergunningverlening strijd zou opleveren met bestaand beleid, waaronder het maximum-stelsel, zoals vastgelegd in de Nota standplaatsenbeleid 2004."

c.    het huidige lid 6 wijzigen in lid 7;

d.       een nieuw lid 6 toevoegen, luidend: "Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd wijzigingen aan te brengen in het maximum-stelsel, zoals bedoeld onder sub b."

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 juni 2004.

 

 

 

                                                                       ,plv.voorzitter.

N.A.J.M. van Doeveren

 

 

 

                                                                       ,griffier.

R. de Groot